Federale Overheidsdienst FINANCIEN TARIEFBERICHT 304 02 mei 2012 Algemene administratie van de DOUANE en ACCIJNZEN Fietsonderdelen uit China – elektrische fietsen – niet-toepassing van de antidumpingregeling. Elektrische fietsen worden ingedeeld onder de GN tariefpost 8711 (Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens) Onderdelen van fietsen worden ingedeeld onder de GN tariefpost 8714 (Delen en toebehoren van de voertuigen bedoeld bij de posten 8711 tot en met 8713) Deze onderdelen - indien van oorsprong of herkomst China - zijn aan een antidumpingrecht onderworpen uit hoofde van Verordening (EG) 88/97. Dit antidumpingrecht wordt niet opgelegd indien de operatoren over een vergunning bijzondere bestemmingen beschikken en invoeren onder de “minimis” regeling (zie TB 241) of leveren aan vrijgestelde partijen dan wel overdragen aan een andere vergunninghouder (gebruik van de codes met bijzondere bestemming). Hoewel onderdelen van elektrische fietsen behoren tot dezelfde GN tariefpost, zijn zij niet onderworpen aan het antidumpingrecht opgelegd door Verordening (EG) 88/97. Voor zover de situatie van de onderdelen van elektrische fietsen niet specifiek wordt voorzien door TARIC en dus evenmin in de daarop gebaseerde geïnformatiseerde inklaringsystemen van de Lidstaten en voor zover deze bovendien niet mogen worden ingedeeld onder de codes die een bijzondere bestemming voorzien, worden deze onderdelen dus de facto onderworpen aan een antidumpingrecht. De Europese Commissie, hierover benaderd, heeft laten verstaan dat zij er alles aan doet om deze situatie zo spoedig mogelijk recht te zetten maar dat er tussentijds geen andere oplossing mogelijk is dan eerst het antidumpingrecht te innen om daarna de teruggave ervan te kunnen inwilligen. Zolang er op TARIC niveau geen eigen onderverdelingen voor elektrische fietsen worden voorzien, zal op deze wijze met het probleem moeten worden omgegaan. Zodra dit wel het geval is, zal hier een ad hoc bericht over worden gepubliceerd. Vrijgestelde partijen die ook onderdelen voor elektrische fietsen invoeren, kunnen uiteraard de vrijstelling ook hiervoor gebruiken. Niet vrijgestelde partijen die naast elektrische fietsen ook gewone fietsen tot hun bedrijvigheid kunnen rekenen, moeten de beide systemen gescheiden houden. Voor gewone 2 fietsen kunnen zij onder de bijzondere bestemmingen met vrijstelling van het antidumpingrecht invoeren terwijl voor elektrische fietsen het recht moet worden geïnd en daarna worden teruggegeven. Slechts in een geval is er op deze regel van gescheiden beheer een uitzondering mogelijk, namelijk indien een vergunninghouder de regeling bijzondere bestemmingen voor gewone als voor elektrische fietsen toepast onder de uitdrukkelijke voorwaarde sine qua non dat hij op geen enkel ogenblik een overschrijding wil inroepen van de “minimis” regeling uit hoofde van de aanwending voor elektrische fietsen. De Auditeur-generaal van financiën, Bruno LEROY