BLOK 4 GROEP 6 woorden van de week extra woorden Regelwoorden 2 samenstellingen zijn lange woorden. ze zijn gemaakt van twee of of meer andere woorden de hoofdpijn de hoofddoek doorgaan doorrijden vuurrood lichtgroen de sportclub de sporttas de huiskamer de huissleutel de handschoen de handdoek de feestdag de feesttent de postduif Weetwoorden10a hoor je op het eind van een klankgroep ie? dan schrijf je soms ie, soms i. onthoud de woorden met i. de olifant de giraf de taxi de piramide de visite de kiwi de televisie het diploma het artikel de limonade het uniform het virus Werkwoorden 3 de ik-vorm: de letters v en z staan nooit aan het eind van een woord: v wordt f z wordt s bijv: ik lees/leef jij/hij/zij/het: ik vorm + t bijv: hij leest. ik blijf ik lees ik durf hij blijft hij leest hij durft ik leef ik reis ik beloof ik wijs hij leeft hij reist hij belooft hij wijst hij proeft Werkwoorden 4 eindigt de ik-vorm op een d? dan opletten! bij jij/hij/zij/het komt er een t achter. ik vind ik word ik raad ik verbied hij vindt hij wordt hij raadt ik red ik bind ik schud ik vermoed hij redt hij bindt hij schudt bijv: hij vindt denk maar aan lopen: hij loopt. Pakkettrainer: R2, W10a, WW3, WW4 hij vermoedt hij verbiedt