Welke klieren? Labiale, buccale, palatale, linguale speekselkliertjes talrijk & klein in mondmucosa korte lozingsgang continue secretie fct: slijmvlies vochtig houden Glandula parotis = oorspeekselklier gepaard groot subcutaan caudaal & ant van oor voorrand: ductus parotideus: monding in vestibulum oris volledig sereuze klier rondom acini: talrijke, lange, smalle intercalaire segm gestreepte kkanalen: goed ontwikkeld vertakkingen n facialis vrij veel vetweefsel glandula submandibularis = onderkaakspeekselklier in mondvloer via ductus submandibularis -> cavum oris gemengde, sermuceuse klier intercalaire segm: minder ontwikkeld glandula sublingualis = ondertongspeekselklier in mondvloer onder slijmvliesplooi langsheen tongbasis # afzonderlijke afvoergangen -> cavum oris proprium gemengde klier (hoofdzakelijk muceus): somm muceuse acini omgeven dr sereuze cellen intercalaire segm & gestreepte kanalen: moeilijk te lokaliseren/afw Klieren van von Ebner tongwortel volledig sereus Glandula parotis accessorius: gemengde klier: vnl muceus lat zijde m masseter nabij ductus parotis GLANDULA PAROTIS = oorspeekselklier grootste speekselklier pars superficialis: op dorsolaterale zijde m masseter pars profunda: kuil tss ramus mandibulae & m sternocleidomastoideus lat opp: gelobd & driehoekig basis: raakt arcus zygomaticus spits: aan hoek onderkaakbeen juist achter r mandibulae: drukkrachten bij kauwen: + transport speeksel parotisloge: o wand = stevig kapsel o verbonden met fascia omgevende spieren & carotisschede m masseter m pterygoideus med m sternocleidomasteus m styloglossus m stylopharyngeus m stylohyoideus m digastricus post o onderbreking aan proc styloideus: ontstekingsdoorgang nr oropharynx o buitenste kapselblad: nodi lymphatici parotidei N facialis NVII: dr kapselblad => plexus parotideus => verschillende gelaatstakken voorrand klier A carotis ext (+ v retromandibularis): in 2eindtakken Bezenuwing: nn parotidei o Afkomt n auriculotemporalis o Postganglionaire ortho & para sympatische vezels PS: ganglion oticum: n glossopharyngeus Preganglionair: n petrosus minor OS: grensketen (volgen a meningea media) Ductus parotideus: = afvoergang van Stenon voorrand klier kruist over lat opp m masseter in corpus adiposum buccae = vetkwabje van Bichat doorboort schuin m buccinator mondt in vestibulum oris op papilla parotidea GLANDULA SUBMANDIBULARIS = onderkaakspeekselklier platgedrukt nootgrootte onder m mylohyoideus tegen onderkaak: in trigonum submandibulare hoefijzervormig rond dorsale rand m mylohoideus a facialis buitenvlakte klier: v facialis bezenuwing o PS: ganglion submandibulare: sereus deel: overvloedig, dun, vloeib secree N lingualis -> Chorda tympani: preganglionair o OS: via wand a facialis: mukeus deel: gering, dik secreet ductus submandibularis: over bovenvlakte m mylohyoideus zijdelings van frenulum linguae in caruncula sublingualis : cavum oris propria GLANDULA SUBLINGUALIS = ondertongspeekselklier langwerpig gn duidelijk kapsel rust op m mylohyoideus onder slijmvliesplooi in cavum proprium oris = plica sublingualis raakvlakken: o m genioglossus o ductus submandibularis o n lingualis o n hypoglossus o binnenzijde kin: ventraal o glandula submandibularis: dorsaal afvoer o ductus sublinguales minores: korte afvoergangen langs plica sublingualis in vloer cavum oris propria o ductus sublingualis major vanuit voorste & grootste klierkwab monding samen met ductus submandibularis