Zuur base

advertisement
Zuren en basen
Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Wanneer is een stof zuur of basisch) ??
Zuren en basen: indicatoren
Zuren en basen
Zuur: kan H+ afstaan
Moet dus H bevatten
Base: kan H+ opnemen
Vaak negatief geladen of
bevat N atoom
Hoe weet je of een stof zuur of basisch is ???
In BINAS T49 staan een groot aantal van de
zuren en basen die veel gebruikt worden
vermeld.
Linker kolom de zuren en rechterkolom de
basen
Sterke zuren:
(staan aan water alle H+ af)
•
•
•
•
•
HCl
HBr
HI
HNO3
H2SO4
waterstofchloride
waterstofbromide
waterstofjodide
salpeterzuur
zwavelzuur
(tweewaardig sterk zuur)
LET OP!
• zoutzuur is een oplossing van HCl
Notatie: H+ + Cl-
Zwakke zuren
•
•
•
•
•
•
(staan bijna geen H+ aan water af)
HF
waterstoffluoride
CH3COOH (HAC) azijnzuur
H 2C 2O 4
oxaalzuur
H 2S
waterstofsulfide
H3PO4
fosforzuur
H2CO3
koolzuur
Sterke basen
(alle deeltjes nemen H+ op)
• OH- • O2- -
hydroxide
oxide
Zwakke basen
(een paar deeltjes nemen H+ op)
•
•
•
•
•
NH3
S2CO32SO32PO43-
ammoniak
sulfide
carbonaat
sulfiet
fosfaat
• Sterke zuren
Tabel 49 : boven H3O+
• Sterke basen
onder OH-
Zwakke zuren
• Zwakke base
Tabel 49 : onder H3O+
boven OH-
Zuren en basen in water
Een zuur links met water wordt de stof rechts + H3O+
De base rechts met water wordt de stof links + OH-
Oplossen van een sterk zuur
Bv: oplossen salpeterzuur in water
HNO3  H + NO3Alle zuurdeeltjes staan H+ af
Oplossen van een zwak zuur
Bv: oplossen ammoniumnitraat in water
Stap 1:
aq
NH4NO3  NH4+ + NO3Stap 2:
NH4+
NH3 + H+
Niet alle zuurdeeltjes
staan H + af evenwicht
Oplossen van een sterke base
Oplossen van natriumoxide
Na2O(s) aq2 Na+(aq) + O2-(aq)
O2- + H2O  2 OHAls je een base oplost in water, neemt deze daarna
van water een H+ ion op.
Bij sterke basen is dit een aflopende reactie;
bij zwakke basen is dit een evenwicht.
Oplossen van een zwakke base
Oplossen van ammoniak
NH3 + H2O < - > NH4+ + OHH+
EVENWICHT!
Berekeningen
Welke
relatie
kan
je
afleiden
tussen
[H+]
en
pH?
Zuren en basen: [H+] vs pH
pH = - log [H+]
[H+] = 10-pH
Zuren en basen: [OH-] vs pOH
[OH-]
1,00E+00
1,00E-01
1,00E-02
1,00E-03
1,00E-04
1,00E-05
1,00E-06
1,00E-07
1,00E-08
1,00E-09
1,00E-10
1,00E-11
1,00E-12
1,00E-13
1,00E-14
pOH
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
pOH = - log [OH-]
[OH-] = 10-pOH
Zuren en basen: pOH vs pH
pH
pOH
pH
+
pOH
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15
13 12 11 10 9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14
pOH + pH = 14
 pOH = 14 - pH
 pH = 14 - pOH
-1
14
Zuur- base reacties
Stap 1: bepaal de aanwezige deeltjes en bepaal of
het zuren of basen zijn
Zuur
Zuur 1
Zuur 2
base
Base 1
Base 2
Stap 2: bepaal het sterkste zuur en sterkste base
Stap 3: maak de reactievergelijking kloppend
Bv: mengen van natronloog met zoutzuur
Zuur
base
H+
Cl-
OHNa+
Stap 3:
H+ + OH-  H2O : Neutralisatie- reactie
Bv: mengen van kaliloog met salpeterzuur
Stap 1+2:
Zuur
H+
NO3-
base
OHK+
Stap 3:
H+ + OH-  H2O
Bv: mengen van kaliloog met ammonium-oplossing
Stap 1+2:
Zuur
NH4+
H 2O
base
OHK+
Stap 3:
NH4+ + OH-  NH3 + H2O
Download