opgaven rekenen met massaverhoudingen

1
Om zwavelzuur (H2SO4) te maken kun je zwaveltrioxide laten reageren met water
a
Geef een kloppende reactievergelijking
b
Hoeveel gram water heb je nodig om 300 gr zwaveltrioxide om te zetten in
zwavelzuur?
c
Hoeveel gram zwavelzuur ontstaat er dan?
2
Bij ontleding van aluminiumoxide (Al2O3) onstaan aluminium en zuurstof
a
Geef een kloppende reactievergelijking
b
Hoeveel Aluminium ontstaat als je uitgaat van 50 kg aluminiumoxide?
c
Hoeveel zuurstof ontstaat er dan?
3
Men verbrandt 1,24 gram fosfor tot difosforpentoxide.
a
Stel de reactievergelijking op
b
Hoeveel gram O2 is er nodig voor deze reactie
c
Hoeveel gram P2O5 ontstaat er?
4.
Koper kunnen we maken door over koperoxide methaangas te leiden en het mengsel te
verhitten. De volgende reactie treedt dan op:
4 CuO(s) + CH4 (g) → 4Cu + CO2 + 2H2O
We gaan uit van 50 g CuO
a
Hoeveel gram koper ontstaat er dan?
b
Hoeveel g methaan hebben we hiervoor nodig?
c
Hoeveel g water ontstaat er dan
d
Hoeveel g koolstofdioxide ontstaan er dan?
5.
Bij de reactie tussen magnesium en zuurstof ontstaat een reactieproduct:
magnesiumoxide, MgO(s)
a
Stel de reactievergelijking op en maak hem kloppend. Vermeld de juiste
toestandaanduidingen
Men mengt 142 g magnesium met 87 g zuurstof.
b
Laat door berekening zien welke stof na afloop van de reactie nog aanwezig is
en bereken deze hoeveelheid.
c
Bereken hoeveel gram magnesium maximaal kan worden gevormd.
6
We verbranden 30 g methaan (CH4)
a
geeft een kloppende reactievergelijking
b
Hoeveel g zuurstof heb je nodig voor deze reactie
c
Hoeveel g CO2 ontstaat er
d
Hoeveel g H2O ontstaat er
1
a
b
c
2
a
b
c
3
SO3 (g) + H2O (l) → H2SO4 (l)
M(SO3) = 32,06 + 3 • 16,00 = 80,06 u
M(H2O) = 2 • 1,008 + 16,00 = 18,02 u
Massaverhouding is dus
SO3 : H2O = 80,06 : 18,02
? = Error! = 68 g H2O
SO3
H2O
80,06
18,02
300
?
Aantal g zwavelzuur = 300 + 68 = 368 g
reactie schema
Al2O3 → Al + O2
kloppend maken
2Al2O3 (s) → 4Al (s) + 3O2 (g)
M(Al) = 26,98 u
M(Al2O3) = 2 • 26,98 + 3 • 16,00 = 101,96 u
Deeltjes verhouding Al2O3 : Al = 2 : 4 = 1 : 2
Massaverhouding Al2O3 : Al = 101,96 : 53,96
CuO
Cu
79,55
63,55
50
?
Al2O3
Al
101,96
53,96
50
?
a
b
4
a
aantal gram zuurstof = 50 – 26,5 = 23,5 kg
reactie schema
4P (s) + 5O2 (g) → 2 P2O5 (g)
O2
160
?
160;123
? = 88 • 1,24 = 1,60 g O2
1,24 + 1,60 = 2,84 g (of 1,24 + 0,96= 2,20 g)
M (CuO) = 63,55 + 16,00 = 79,55
M(Cu) = 63,55
Deeltjes verhouding CuO : Cu = 4 : 4 = 1 : 1
Dus massaverhouding CuO : Cu = 79,55 : 63,55
CuO
79,55
50
Cu
63,55
?
? = Error! = 39,9 g Cu
b
P + O2 → P2O5
kloppend maken
M (P) = 30,97 u
M (O2) = 2 • 16,00 = 32,00 u
Massaverhouding P : O2 = 4• 30,97 : 5 • 32 = 123,88 : 160
P
123,88
1,24
c
? = Error! = 26,5 kg
M(CuO) = 79,55 (zie a)
M(CH4) = 12,01 + 4  1,008 = 16,04
Deeltjes verhouding CuO : CH4 = 4 : 1
4  79,55 g CuO reageert met 16,04 g CH4
massaverhouding CuO : CH4 = 318,2 : 16,04
CuO
318,2
50
CH4
16,04
?
? = Error! = 2,5 g CH4
c
M(CuO) = 79,55 u
CH4
O2
16,04
64,00
30
?
M(H2O) = 2  1,008 + 16,00 = 18,02 u
Deeltjes verhouding CuO : H2O = 4 : 2 = 2 : 1
Dus 2  79,55 g CuO geeft 18,02 g water
50  18
? = 02;50 = 5,7 g H2O
5
d
Massa voor de pijl = 50 + 2,5 = 52,5g
massa na de pijl = 39,9 + 5,7 + massa CO2
massa CO2 = 52,5  39,9  5,7 = 6,9 g
a
b
2Mg (s) + O2 (g) → 2 MgO (s)
M(Mg)= 24,31
M(O2) = 2 • 16,00 = 32,00
Deeltjes verhouding Mg : O2 = 2 : 1
Massaverhouding MgO : O2 = 48,62 : 32,00
Mg
48,62
?
O2
32,00
87
? = Error! = 93,5 g
Ik heb maar 87 g
Dus
? = Error!= 132 g
c
6
a
b
Mg
48,62
142
O2
32,00
?
Ik heb 142 g dus houdt je magnesium over
Er blijft nog 142 – 132 = 10 g Mg over
Er ontstaat dus 132 + 87 = 219 g MgO
CH4 + 2O2  CO2 + 2H2O
M(CH4) = 12,01 + 4  1,008 = 16,04 u
M(O2) = 2  16,00 = 32,00 u
Deeltjes verhouding CH4 : O2 = 1 : 2
Dus 16,04 g CH4 reageert met 2  32,00 g O2
? = Error!= 120 g zuurstof
c
M(CO2) = 12,01 + 2  16,02 = 44,01 u
deeltjesverhouding CH4 : CO2 = 1 : 1
dus 16,04 g CH4 geeft 44,01 g CO2
CH4
16,04
30
d
CO2
44,01
?
? = Error!= 82 g CO2
massa voor de pijl is 30 + 120 = 150 g
massa na de pijl is 82 + massa H2O
massa H2O = 150  82 = 68 g