De Wereld van Sport, Bewegen en Gezondheid 2 Hoorcollege 1: Leefstijl 1 - Energiebalans Planning Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Toetsing • Tentamenweek blok 2 • MC tentamen (4 keuze) • 60 vragen • Hoorcolleges • Literatuur • Werkcolleges – Samenvatting Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Terugblik BraVo • SBG blok 1.1 – Hoorcollege – Fysiek (deels) • Sporthart – Test je leefstijl – Supersize me (sportbios)? Vandaag: Energiebalans Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Simpel V Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management B Energie • Energie = De mogelijkheid om arbeid te verrichten. • Eenheid: Kcal Eén calorie is de hoeveelheid energie die nodig is om de temperatuur van één gram water met één graad te laten stijgen. • Diverse vormen van energie – Kinetisch, thermisch, chemisch, elastisch etc Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie inname Voedingsmiddelen Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie inname 1 gram vet levert 9 kcal 1 gram koolhydraat levert 4 kcal 1 gram eiwit levert 4 kcal 1 gram alcohol levert 7 kcal Koolhydraten Vitaminen Eiwitten Vetten Mineralen Water Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Verhouding KEV? 60% - 15% - 25% 50% - 30% - 20% 40% - 40% - 20% ?? Energie inname - Training Verhouding KEV? 60% - 15% - 25% 50% - 30% - 20% 40% - 40% - 20% ?? Trainingsdoel Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie inname Hoge energie inname Koolhydraten & Vetten Opslag in de vorm van Glycogeen In de spieren In de lever Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie opslag: Glycogeen Glycogeen is een polymeer van glucose Glucose Glycogeen Eenvoudig aanspreekbare energie voorraad In het melkzuursysteem wordt ATP gevormd met hulp van glycogeen Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie opslag: Glycogeen Koolhydraten stapelen? Mate van getraindheid Spiermassa Individualiteit Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie opslag: Glycogeen Glycogeen opgeslagen? Hormoon glucagon: • Stimuleert afbraak glycogeen in glucose. • Werkt bloedsuikerspiegel verhogend. Hormoon insuline: • Stimuleert opname van bloedglucose door de cellen • Werkt bloedsuikerspiegel verlagend. Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie opslag: vet Lever en spieren verzadigd met glycogeen? Energie opslag in de vorm van vetten. Vetten: Hoge energiedichtheid Adipocyten Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie opslag: vet • Belangrijke functies – Isolatie – Bescherming – Oplosmiddel vitaminen – Energie Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie opslag: vet Verzadigde vetten Cholesterol (LDL) verhogende werking Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Onverzadigde vetten Cholesterol (LDL) verlagende werking Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie verbruik • Verbranding glycogeen – Melkzuursysteem – Zuurstofsyteem ATP – Snel beschikbaar, niet onuitputtelijk. • Verbranding vetten: energie komt vrij – Vet Glycerol + Vrije vetzuren ATP – Langzaam, is bijna onuitputtelijk Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Vrijgekomen energie BMR – Spijsvertering – Activiteit • BMR: Basal metabolic rate – Hartspier, ademhaling, organen, temperatuur – Beïnvloed door geslacht, leeftijd, lengte, gewicht – Beïnvloed door groei, stress, ziekte • Spijsvertering – Grote invloed, tot 10% toename BMR • Activiteit Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energie verbruik Slapen = 0.95 Kcal/Kg/uur Casus JW 71 kg 8uur slaap Energieverbruik vannacht? 540Kcal Energie verbruik activiteiten Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Energieverbruik - BMR • Formule Harris Benedict • Formule Katch McArdle Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Harris Benedict = de herziene Harris en Benedict- formule van Roza en Shizgal uit 1984 luidt: Mannen (in kcal./dag) • BMR ≈ 88 + (13,4 x gewicht in kg.) + (4,8 x lengte in cm.) – (5,7 x leeftijd in jaren) Vrouwen (in kcal./dag) • BMR ≈ 447 + (9,2 x gewicht in kg.) + (3,1 x lengte in cm.) (4,3 x leeftijd in jaren) • Erik, 50 jaar, 1.88 m, 95 kg BMR = 88 + (13,4 x 95) + (4,8 x 188) – (5,7 x 50) = 88 + 1273 + 902 – 285 = 1978 kcal • N.B. Formule Harris Benedict houdt geen rekening met lichaamsamenstelling. Formule van Katch-McArdle Gaat uit van de Lean Body Mass (FFM) ook wel LBM BMR = 370 + (21,6 x FFM in kg.) René = 100kg en heeft 30% vet FFM = 70 kg BMR = 370 + (21,6 x 70) = 1882 kcal. Rutger = 100kg en heeft 10% vet FFM = 90 kg BMR = 370 + (21,6 x 90) = 2314 kcal. Formule van Katch-McArdle Voorbeeld BMR via Katch-McArdle Erik, 50 jaar, 1.88 m, 95 kg, 15% vet Harris Benedict 1978 kcal/ dag FFM = gewicht – gewicht vetmassa = 95 – (15/100 x 95 kg) = 95 – 14,25 = 80,75 kg BMR = 370 + (21,6 x FFM in kg.) = 370 + (21,6 x 80,75) = 2114 kcal/dag Katch-McArdle is nauwkeuriger!!! FFM is metabool actief Vet is niet metabool actief Energieverbruik - activiteit • Het energieverbruik bovenop je BMR • MET – Metabool equivalent – De hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost ten opzichte van de hoeveelheid benodigde energie in rust. – BMR = 1 MET Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Remember NNGB...Wat is matig intensief? MET= Metabool Equivalent Matig intensief: tussen 4 MET en 6.5 MET (voor volwassenen) ACTIVITEIT METwaarde Rust (liggen, zitten, ontspannen staan, eten,) 1,0 Autorijden, piano spelen, computeren, typen 2,0 Wandelen 4 km/uur 3,0 Wandelen 5 km/uur 4,0 Fietsen 10-12 km/uur 5,0 Fietsen 16 km/uur 6,5 Zwemmen (crawl) 1 km/uur 5,0 Zwemmen (crawl) 3 km/uur 20,0 Rennen/joggen 8,0 “De MET-waarde ofwel het metabool equivalent is een meeteenheid binnen de fysiologie voor de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost ten opzichte van de hoeveelheid benodigde energie in rust” (wiki) Energieverbruik Hoeveel energie verbruik JIJ? 1 MET komt overeen met 1 kilocalorie per kilogram lichaamsgewicht per uur of met 3.5 milliliter zuurstof-opname per kilogram lichaamsgewicht per minuut. Energieverbruik van een activiteit per minuut = MET waarde x 3,5 x gewicht 200 4 x 3,5 x 70 200 ACTIVITEIT METwaarde Rust (liggen, zitten, ontspannen staan, eten,) 1,0 Autorijden, piano spelen, computeren, typen 2,0 Wandelen 4 km/uur 3,0 Wandelen 5 km/uur 4,0 = 4,9 Kcal per min Uurtje wandelen = 300 Kcal BMR en lichamelijk activiteit Referentiewaarden Mannen met actieve leefstijl Vrouwen met een actieve leefstijl leeftijd kJ kcal Leeftijd kJ kcal 1-3 jaar 5000 1200 1-3 jaar 4700 1100 4-8 jaar 7200 1700 4-8 jaar 6500 1500 9-13 jaar 10600 2500 9-13 jaar 9500 2300 14-18 jaar 14000 3300 14-18 jaar 10400 2500 19-30 jaar 12900 3100 19-30 jaar 10200 2400 31-50 jaar 12200 2900 31-50 jaar 9700 2300 51-70 jaar 11000 2600 51-70 jaar 9000 2100 >70 9300 >70 jaar 8000 1900 2200 Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Simpel? Koolhydraten Activiteit Eiwitten MET Kcal Lichaamssamenstelling BMR Glycogeen Vetten ATP Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Voeding Energiebalans Literatuur Brug: Determinanten van overgewicht De Greef: Belang van bewegen. Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management Volgende week • Leefstijl 2 – Roken – Alcohol – Ontspanning/ stress • Literatuur BB Instituut voor Sportstudies: Sport, Gezondheid en Management