Weekwoorden - Voeding - Niveau A Week 1A de voeding het spruitje de pauze scherp rauw de auto kauwen de tafel de brandstof drinken de darm de melk Week 2A gezond de adem hijgen de saus gauw de zuivel de olie de drank het puntje het lammetje het veertje het stofje Week 3A het beestje het beetje de boerderij flauw het graan het vee de restjes het vlees de vruchten het zaadje de stengel het fruit Week 4A de vrachtauto de kassen de druif de rozijn de kassa december juni het verhaal het gedicht het gebak de winkel vervoeren Week 5A de boerenkool de saus het ontbijt de knoflook de sprinkhaan de honger de tocht het tafelkleed het gerecht het brood de worst de azijn