SAMENVATTING WISKUNDE D HOOFDSTUK 1: LIJNEN EN CIRKELS 1.1-LIJN EN VLAK ππ₯ + ππ¦ + ππ§ = π π₯ π π¦ π§ π π + + =1 = vector π π π snijdt assen in (p,0,0), (0,q,0) en (0,0,r) 1.2- AFSTAND TOT EEN LIJN OF VLAK De afstand van punt P (x,y,z) tot een vlak met formule ax+by+cz+d=0 is De afstand van punt P (x,y) tot een lijn met formule ax+by+c=0 is |ππ₯+ππ¦+ππ§+π| √π2 +π2 +π 2 |ππ₯+ππ¦+π| √π2 +π2 1.3 GELIJKE AFSTANDEN Voor de middelloodlijnen van punt a en b geldt |π| = |π| dus a=b of a=-b Voor de deellijnen van lijn l en m geldt dat ook. In de ruimte spreekt men van een bissectricevlak en middelloodvlak 1.4 LOODRECHT Voor lijnen l en m met vergelijkingen ax+by=c en px+qy=r geldt l δΈ m als a*p+b*q=0 Voor l en k met vergelijking mx +n=y geldt m(l)*m(k)=-1 mits beide m’s geen nul zijn 1.5 CIRKEL EN BOL De middelpuntsvergelijking van een cirkel met midden M(a,b) en straal r is (π₯ − π)2 + (π¦ − π)2 = π 2 Die van een bol met midden M(a,b,c) is (π₯ − π)2 + (π¦ − π)2 + (π§ − π)2 = π 2 Om van een formule naar de standaard cirkel vergelijking te gaan moet men de kwadraten afsplitsen HOOFDSTUK 2: KEGELSNEDEN 2.1 VLAK EN KEGEL Als een kegel met halve tophoek α door een vlak wordt gesneden ontstaat een Ellips als de hoek met de as >α Hyperbool als α > hoek met de as Parabool als α = hoek met de as 2.2,3,4 PARABOOL, ELLIPS, HYPERBOOL Naam Vergelijking Toppen Brandpunten Asymptoten of richtlijnen 4ππ¦ = π₯ 2 T(0,0) F(0,c) y=-c 4π(π¦ − π) = (π₯ − π)2 T(p,q) F(p,q+c) y=q-c T(0,b), (0,-b), (c,0), (-c,0) F(-c,0) en F(c,0) Er geldt π 2 + π 2 = π2 T(p,q±b), (p±c,q) F(p±c,q) T (a,0), (-a,0) F(-c,0) (c,0) T(p+a,q), (p-a,q) F(p±c,q) Parabool Verschoven Ellips π₯ 2 π¦2 + =1 π2 π 2 Verschoven (π₯ − π)2 (π¦ − π)2 + =1 π2 π2 Hyperbool π₯ 2 π¦2 − =1 π2 π 2 Verschoven (π₯ − π)2 (π¦ − π)2 − =1 π2 π2 2.5 VERSCHUIVEN EN SPIEGELEN Translatie met vector π π x-m, y-n Spiegelen lijn y=x, verwissel x en y x wordt –x = spiegelen y-as y wordt –y = spiegelen x-as π π¦=± π₯ π π (π¦ − π) = ± (π₯ − π) π