5vzb lien standaert & robin gilbert. uitvindingen 1ste wereldoorlog uitvindingen uit de 1ste wereldoorlog www.picozone.nl uitvindingen 1ste wereldoorlog dieptebom De eerste keer dat gifgas ´succesvol´ werd gebruikt tijdens een oorlog was op 22 april 1915 bij Ieper. De Duitsers sproeiden chloorgas in grote cilinders waardoor het gas de Franse loopgraven inblies. Korte tijd na deze aanval beschikten ook de geallieerden over chemische wapens. Het gebruik van gas leidde bovendien tot een andere nieuwe uitvinding die kenmerkend werd voor de Eerste Wereldoorlog: het gasmasker. gifgas drones De Duitse onderzeeboten, U-boten, waren een groot gevaar voor de geallieerden in de Eerste Wereldoorlog. Miljoenen tonnen aan vracht gingen verloren door de aanvallen van de onderzeeërs en duizenden zeelieden stierven. Als oplossing voor de onderzeeërs bedachten de geallieerden de zogeheten dieptebom. Deze dieptebommen waren onderwaterbommen die vanuit een schip werden afgevuurd. In 1913 werd het eerste ontwerp voor een dieptebom gemaakt, maar pas op 22 maart 1916 werd de eerste Duitse onderzeeër door een dieptebom vernietigd. De Amerikaanse marine ontwikkelde in 1916-1917 de eerste onbemande drone. Elmer Sperry en Peter Hewitt wilden aanvankelijk een onbemande vliegende bom maken, maar hun drone bleek te onnauwkeurig hiervoor. De drone was voorzien van gyroscopen en barometers om de hoogte te bepalen en werd voor het eerst getest op Long Island op 6 maart 1918. Het besturen van de drone bleek lastiger dan gedacht en na jaren van ontwikkeling besloot de Amerikaanse marine in 1925 het drone-project stop te zetten Door de miljoenen slachtoffers die de oorlog maakte op het slagveld was er grote behoefte aan medische apparatuur in het oorlogsgebied. Röntgenstraling was een relatief nieuwe uitvinding van rond de eeuwwende en de apparatuur waarmee scans gemaakt konden worden waren zwaar en groot. Het was Marie Curie, beter bekend als Madam Curie, die de röntgenapparatuur al vroeg in de oorlog mobiel wist te maken. Ze installeerde de apparatuur in auto’s en kleine vrachtwagens en ging zo langs de frontlinies. Deze wagens werden ook wel petites Curies genoemd. Alhoewel er al eeuwenlang wapens werden gebruik die vuur gooiden werd de moderne vlammenwerper pas echt ingezet in de Eerste Wereldoorlog. In 1901 had de Duitse Richard Fiedler het officiële ontwerp gemaakt en in 1911 werd er voor het eerst geëxperimenteerd met vlammenwerpers. De vlammenwerpers bleken een succesvol wapen in de loopgravenoorlog. Waar granaten de bunkers van de vijand volledig vernietigden, zorgde het vuur wel voor de dood van de vijand maar bleven de schuilplaatsen intact. Dit kwam de Duitsers goed uit omdat deze bunkers daarna door hen gebruikt konden worden. De eerste keer dat de vlammenwerper door Duitse troepen werd ingezet was bij de Slag bij Verdun in februari 1915. Mobiele röntgenapparatuur vuurwerpers lichtspoorkogels hydrofoon Een groot probleem tijdens de Eerste Wereldoorlog was het slechte zicht in de nacht. Beschietingen in de nacht waren veelal mislukkingen, doordat de schutter en zijn doelwit niet kon zien en niet kon zien of zijn kogel iets raakte. Een belangrijke Britse uitvinding bracht een einde aan dit schieten in het niks: de lichtspoorkogel. De kogel werd voorzien van een kleine hoeveelheid ontvlambaar materiaal waardoor er een lichtspoor ontstond wanneer de kogel werd afgeschoten. Bij de eerste experimenten met de lichtspoorkogels in 1915 waren de lichtsporen nog onduidelijk en hielden ze slechts 100 meter aan, maar in 1916 kwam hier verbetering in. De .303 SPG Mark VIIG kogel die in 1916 werd ingezet zorgde voor een scherpe lijn van groen-wit licht. De kogels werden met name populair voor het neerschieten van Duitse zeppelins. Om een dieptebom succesvol in te zetten was het wel nodig om de vijandelijke onderzeeërs te lokaliseren. De hydrofoon bood uitkomst. De eerste versie van de hydrofoon werd gemaakt door de Canadees Reginald Fessenden in 1914, aanvankelijk om ijsbergen te lokaliseren naar aanleiding van het zinken van de Titanic. De Fransman Paul Langevin en de Rus Constantin Chilowsky perfectioneerden de hydrofoon zodat deze zowel de locatie als de richting van onderwaterobjecten kon bepalen. In april 1916 lukte het voor het eerst om met succes een Duitse onderzeeër op te sporen door gebruik van de hydrofoon.