Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is… Datum 19/06/1994 Tijd 17.00 Plaats Ichtuskerk Soest Ds. J. Koppelaar Introitus Psalm 65:2 Psalm 6:2 Psalm 6:9 Psalm 130: 1,2,4 Psalm 32:1 Psalm 32: 6 Schriftlezing 2 Kronieken 33: 1-13 Tekst 2 Kronieken 33: 13b 2 Kronieken 33: 1-13 1 Manasse was twaalf jaren oud, als hij koning werd, en regeerde vijf en vijftig jaren te Jeruzalem. 2 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels uit de bezitting verdreven had. 3 Want hij bouwde de hoogten weder op, die zijn vader Jehizkia afgebroken had, en richtte den Baals altaren op, en maakte bossen, en boog zich neder voor al het heir des hemels, en diende ze; 4 En bouwde altaren in het huis des HEEREN, van hetwelk de HEERE gezegd had: Te Jeruzalem zal Mijn Naam zijn tot in eeuwigheid. 5 Daartoe bouwde hij altaren voor al het heir des hemels, in beide de voorhoven van het huis des HEEREN. 6 En hij deed zijn zonen door het vuur gaan, in het dal des zoons van Hinnom, en pleegde guichelarij, en gaf op vogelgeschrei acht, en toverde, en hij stelde waarzeggers en duivelskunstenaren; en hij deed zeer veel kwaads in de ogen des HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken. 7 Hij stelde ook de gelijkenis van een gesneden beeld, die hij gemaakt had, in het huis Gods, van hetwelk God gezegd had tot David en tot zijn zoon Salomo: In dit huis, en te Jeruzalem, dat Ik uit alle stammen van Israël verkoren heb, zal Ik Mijn Naam zetten tot in eeuwigheid. 8 En Ik zal den voet van Israël niet meer doen wijken van het land, dat Ik uw vaderen besteld heb; alleenlijk zo zij waarnemen te doen, al hetgeen Ik hun geboden heb, naar de ganse wet, en inzettingen, en rechten, door de hand van Mozes. 9 Zo deed Manasse Juda en de inwoners te Jeruzalem dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had. 10 De HEERE sprak wel tot Manasse en tot zijn volk; maar zij merkten daar niet op. 11 Daarom bracht de HEERE over hen de krijgsoversten, die de koning van Assyrie had, dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel. 12 En als hij hem benauwde, bad hij het aangezicht des HEEREN, zijns Gods, ernstelijk aan, en vernederde zich zeer voor het aangezicht van den God zijner vaderen, 13 En bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden, en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is. “ Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is “ Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is. Ik moet ik jullie eerst een klein lesje geven in Hebreeuws, jongelui, om die tekst wat meer bij jullie te brengen, en (naar) wij hopen ook bij u. Want voor het woordje ‘erkennen’ staat in het Hebreeuws het woord ‘jada’, dat ‘kennen, weten’betekent. Er kan dus vertaald worden:" Toen wist Manasse". Toen wist hij dat de HEERE God is. En dan maar gelijk met de deur in huis vallend, weet jij dat ook? Weet jij dat de HEERE God is? ‘Ja’, zegt iemand, ‘maar, het is toch niet genoeg als je alleen met je verstand weet dat de HEERE God is, omdat je erbij opgevoed bent, je moet het toch ook gewaar worden, ontdekken, ondervinden, bevinden’? Daar ben ik het helemaal mee eens. En dan gaan we verder met onze Hebreeuwse les, want dat zelfde woord ‘jada’ wat hier staat in de grondtekst, dat kom je ook in Genesis 3 tegen, waar staat van Adam en Eva, dat zij gewaar werden dat zij naakt waren. Gewaar worden....... Je zou bij onze tekst dan ook mogen vertalen: "Toen werd Manasse gewaar dat de HEERE God is". En ik weet niet of jullie thuis in de boekenkast van je ouders ook nog die driedelige Statenvertaling staat of misschien wel die hele dikke pil, die grote Statenbijbel? Dan moet je maar eens kijken vanavond in de kanttekeningen. Daar staat bij deze tekst: "Toen bevond Manasse dat de HEERE God is". Hé, bevinding, dat is een bekend woord onder ons. Bevinding is immers, ondervinden dat het Woord van God waar is. Ondervinden, gewaar worden, weten dat de HEERE God is. Ik denk dat er vandaag de dag veel jongeren in Nederland zijn eigenlijk naar deze bevinding haken, alleen ze vertalen het anders, die zeggen: ‘ Ik wil iets ervaren, ik wil iets beleven, iets meemaken’. Ik heb gehoord, dat ze verwachten dat er volgende week vrijdag middag, zo’n zeventig duizend jongeren naar de Maasvlakte zullen trekken. Aanvankelijk was het cijfer vijfentwintig duizend, maar nu lijkt het al op zeventig duizend aan te gaan. Wat gaat daar gebeuren? Wel, er zal een occult festival georganiseerd worden van house muziek, waarbij het de bedoeling is dat tienduizenden jongeren uit hun dak gaan. Kijk en dat is het nou,...... zonder dat ze dit op deze manier verwoorden, zijn er tienduizenden jongeren in Nederland die haken naar een echte ervaring. Ze zoeken het dan niet (meer) bij de levende God, de bron van alle leven. Ze willen dan geen gewaarwording dat de HEERE God is, maar ze zoeken naar ervaring........, naar een gewaarwording....., ja, wat moet ik nou zeggen? Zeg jij het eens. Als je nou niet zoekt naar een ervaring, dat de HEERE God is, waar zoek je dan naar? Zou het soms kunnen zijn, dat die tienduizenden jongeren, die zich nu al aan het verkneukelen zijn voor dat house muziek festival, ten diepste willen ervaren dat de duivel God is. ‘Nee’, zegt een van de jongeren, ‘ dat hebt u echt mis dominee, u hebt toch gisteren het Reformatorisch Dagblad wel gelezen, waarin staat wat een van de organisatoren van dit grote festival zei, er is helemaal niets occults of duivels aan ons festival, dat is gewoon een vorm van muziek die we kennen en daar zijn we gewoon mee bezig, gaaf voor de mensen, dat is helemaal geen duivels gedoe of duivelsaanbidding of zo’. Ja, maar je hoeft toch geen theoloog te zijn om te weten dat er maar twee mogelijkheden zijn in de wereld. Of je ervaart dat de HEERE God is, of je ervaart dat de duivel God is. Is er nog een tussenweg? Is er een tussenweg tussen het erkennen, beleven, bevinden dat de HEERE God is en dat de satan God is? De Bijbel is er immers duidelijk genoeg over dat de duivel de god van deze ‘aioon’, van deze eeuw, is. Daarmee wordt de periode bedoeld vanaf de eerste komst van Christus waarin we nu leven. De duivel is immers in de Bijbel duidelijk gekentekend als de overste van deze wereld. Een afzichtelijke dictator die met een geweldige repressie probeert de bevolking van de wereld met zijn miljarden in zijn klauwen te krijgen en te houden opdat ze hem als god erkennen . Maar hij is zo sluw, dat hij natuurlijk lang niet alle mensen verleidt tot satanskerkgang en satansaanbidding. Hij geeft de aanbidding van hem andere namen. Dat gebeurde in de dagen van Manasse ook. We zullen daar eerst bij stilstaan om voor onszelf de conclusie te kunnen trekken. Manasse was een jongen die kwam uit een christelijk gezin. Hij had een vader, Hiskia, die een echte christen was. Ja, oudtestamentisch mag je dat eigenlijk niet zeggen, maar u begrijpt wel wat ik bedoel. Manasse’s vader had zijn zwakheden laten zien, zoals hoogmoed: Toen de gezanten uit Babel kwamen heeft Hizkia met al zijn rijkdom gepronkt. Dat zou je toch niet verwachten van een Godvrezende vader. Hiskia werd echter ziek en hij kwam in grote nood. Hij was toen als een echte christen nu, een gewoon mens en dus ook bang.. Bovendien bleek dat Hizkia een echt kind van God was omdat hij als vader bezorgd was over de vervulling van de belofte van God. Want hij dreigde kinderloos te sterven en dan zou de moederbelofte van duizenden jaren terug geen vervulling krijgen in Davids huis, waar eenmaal de Messias uit zou geboren worden. Spurgeon noemt dat een van de belangrijke redenen waarom Hizkia in zijn krankheid zo ernstig tot God bad. Ja Manasse had een vader. Als er toen ‘vaderdag’ bestaan had, dan had Manasse zeker met instemming en met liefde aan zijn vader gedacht voor zijn twaalfde jaar en misschien ook nog wel de eerste jaren daarna. En hij had een moeder waarvan Spurgeon denkt dat het ook een godvrezende vrouw was, want haar naam was Chefsiba. En dat betekent: Mijn welgevallen is aan haar. Uit zo’ n nest (zoals wij dat tegen elkaar zeggen) kwam Manasse. Net zoals vele jongeren die vandaag te dag zich in de disco’s ophouden of op ander wijze, de god van deze eeuw dienen, al is het alleen maar via je walkman terwijl je onderweg bent naar school of naar je werk. En bij Manasse vind je, jongelui, nu exact de redenen waarom hij anders werd als zijn ouders. Manasse kreeg het voorrecht dat hij op zijn twaalfde jaar al koning werd. Toen was iemand met zijn twaalfde jaar een jonge volwassene. Zoon der wet, zelfstandig verantwoordelijk tegenover God. Manasse werd bij de dood van zijn vader koning en hij werd terstond in een keer Vader, herder van Juda en Jeruzalem. En Manasse moet een intelligente knaap geweest zijn, want hij heeft een aantal dingen al snel doorzien. “Mijn vader heeft mij opgevoed in de vreze des Heeren, dat is heel goed geweest, dat heb je meegekregen. Mijn vader heeft mijn opvoeding body gegeven. Hij heeft mij laten zien wat er nodig is om een land te kunnen regeren. En om met de mensen te kunnen omgaan. Hij heeft het voorgedaan, voorgeleefd. Maar ja, wij leven nu in een andere tijd als in de tijd toen vader nog leefde......” En de raadgevers om Manasse heen zullen mensen geweest zijn, die zich niet zomaar met kwade bedoelingen, maar met uiterst goede bedoelingen bemoeid hebben met deze jonge koning. Je ziet het al in je gedachte voor je, hoe zo’n oudere wijzere raadgever zich voorover buigt en tegen Manasse die op zijn troon zit zegt. Koning ik denk dat we in onze tijd eigen keuzes moeten maken. De politieke situatie is totaal anders dan onder uw vader. En het volk is in nood. En Manasse heeft geluisterd. En hij heeft zelf gedacht, doorgedacht. En er is nog eens gepraat en nog eens beraadslaagd. En toen is Manasse tot een conclusie gekomen. "Inderdaad zal ik in mijn tijd, in mijn situatie tot een ander keuze moeten komen als in de situatie van mijn vader Hizkia. Niets ten kwade van de opvoeding van mijn vader. Het was zijn keuze om God te dienen op zijn manier, ik maak een andere keuze". Bovendien, in Assyrie was een imperator aan de macht gekomen, die binnen de kortste keren al degenen die zich tegen hem verzetten onder zijn voeten zou vertrappen, want die man daar in Assyrie was niet misselijk. Wat was er nu verstandiger, dan in een Verenigd Europa, herstel........, in een Verenigd Nabije Oosten je onder die oppermacht van die enige imperator te stellen, waardoor de vrede werd bewerkstelligd in die landen en ook in Israël en Juda. Het leek een heel juiste, eigentijdse keuze : In deze situatie was dit de beste oplossing om de mensen in Juda te vrijwaren voor een nieuwe oorlog, want de oorlog met Sanherib zat hen nog vers in het geheugen. Toen was het land geplunderd en de arme boeren en burgers moesten sappelen om nog een korst brood te kunnen verdienen. Nee, de tijd waarin Manasse leefde gebood, dat hij tot een andere opstelling moest komen, als onder zijn vader Hizkia. Bovendien was het zo dat de mensen van het platteland met name, maar ook wel de steden, dringend behoefte hadden aan iets opbeurends, iets wat ze bemoedigen kon. Het leven was zo zwaar en moeilijk geworden, dat de raadgevers van Manasse hem ongetwijfeld ingefluisterd hebben: “Manasse zorg ervoor dat het volk wat interessants krijgt, anders houden ze het niet vol.” En toen heeft Manasse gedacht aan zijn grootvader Achaz. Hoe had die dat opgelost? Wel Achaz die had de Baäl- en Astartedienst in Israël en ook in Juda ingevoerd. Dat was een godsdienst van vrolijkheid, muziek en dans. Kijk dan kon je de mensen die het zo moeilijk hadden wat afleiding geven. En zo gebeurde het, dat er altaren werden opgericht en bossen gewijd aan die oude afgoderij van de Kanaanieten. En daarmee, met deze eigentijdse keuze ving Manasse twee vliegen in een klap. Want in de eerste plaats was het zo dat hij de mensen in zijn eigen land nu wat gaf: brood en spelen. En in de tweede plaats liet hij daarmee als een wijs koning zien, aan alle omringende volkeren, denk erom, mijn claim op de Heere (JHWH), is niet zodanig dat ik intolerant zou zijn. Ik zie wel degelijk door de bomen het bos. Let erop mensen, vorsten in onze omgeving. Hoewel ik de Heere dien, en behoor bij het verbond met Abraham, Izaak en Jakob, ben ik ook iemand die oog heeft voor andere godsdiensten, andere keuzes en een andere wijze van leven. En dat deed het goed in die dagen. Voelen jullie aan, waar het naar toe gaat in onze tijd ook bij veel kerkmensen. Begint het bij ons niet op dezelfde wijze? En nu eerlijk, “ach dat plaatje of die cd dat kan nog net.” Want sommige ouders die zijn al om. Of, “Natuurlijk, je moet in deze wereld proberen om als gast en vreemdeling te leven, maar je moet toch geen vreemdeling zijn, dus dat alle mensen je maar een vreemde vinden? Je kunt het toch op je werk niet meer maken tegenwoordig, dat je exclusief zegt, dat alleen de Heere, de enige ware God is. Je kunt het toch niet meer maken om tegen de collega’ s uit Joegoslavië of uit Marokko (die je tegen komt in de fabriek) te zeggen, dat Allah een afgod is. Dat is toch niet wijs. Dat is toch niet tolerant. Je moet toch in onze dagen een andere keuze maken als onze vaderen. Oké, vroeger was het anders in Nederland, natuurlijk, maar elke tijd vraagt zijn eigen antwoorden op de eigentijdse vragen.” Maar het grote probleem is, dat als we niet ervaren dat de HEERE God is, dan zorgt de duivel ervoor dat we ervaren dat hij god is.... En daarvoor is hij grensverleggend bezig. Grensverleggend...... Elke keer schuift die grens een klein stukje verder op. Wat eerst nog niet op de Christelijke school kon, kon later wel etc. Weet u wat het grensverleggende in ons tekstgedeelte is? Dat Manasse er niet over gepiekerd heeft toen hij koning werd, om de duivel te gaan aanbidden. Maar toen mensen tegen hem zeiden, “Manasse, besef je wel dat er veel mensen worstelen met de gevolgen van de oorlog onder Sanherib.” En “Ze kunnen toch niet allemaal naar de priester in Jeruzalem reizen om te bidden. Is het nou werkelijk zo verkeerd dat een magnetiseur in Asdod, een keertje strijkt over de plaats waar ze pijn hebben, dat ze daar dus een keertje naar toe gaan om genezen te worden? Want het helpt! Toen had Manasse zoiets van: “Ja, natuurlijk, vader Hizkia wees dat af als toveren, maar we leven nu in een andere tijd.“ “Natuurlijk, de partij van Jesaja in Jeruzalem (want die profeet leefde in Jeruzalem) die boetegezant, die zei dat het goddeloos was en waarzeggerij. Maar als je je horoscoop zou laten trekken door een van de astrologen, die vlak bij de grens spreekuur hield, dan gebeurde er verder helemaal niets met je. Je ging gewoon naar die man toe en je vroeg hem wat voor beslissing je zou moeten nemen en wat de toekomst voor je verborgen hield. Was dat nu echt zo echt verkeerd?” “Ach, Jesaja en dat soort mensen, dat zijn de radikalinski's, dat zijn de mensen van de ouwe hap, dat zijn de mensen die doorgaan met de wereld op dezelfde manier te bekijken zoals dat vroeger gebeurde, maar vroeger is niet nu.” We leven nu in een andere tijd””, zo zegt die organisator van het house muziek festival. “Ach het feit dat er een tovenaar op ons affiche is afgebeeld zegt niks. Nee het gaat ons om de kracht hè, die in die tovenaar zit, dat is een embleem voor ons. Als de mensen uit hun dak gaan, dan worden ze zich bewust van hun potenties, de krachten die ze in zich hebben. Die zijn altijd maar bedekt gehouden en konden zich niet onplooien, met name door het christendom.” Voelt u en voelen jullie aan, hoe een mens steeds meer de grenzen aan het verleggen is. Op het laatst wordt het gekste gewoon. Het meest bizarre, afzichtelijke wordt normaal. Paranormaal wordt normaal. Ook in onze dagen. Ook bij kerkmensen. We lezen ook bij Manasse hoe de grens steeds verder opschuift. Dat het zover komt dat hij bezwijkt voor de verleiding om een geweldig feest te organiseren in het dal Gehinnom bij Jeruzalem. Tijdens dat geweldige feest moest er onder het gestamp van ritmische muziek en onder de invloed van drugs door de priesters een offer gebracht worden aan de god Moloch. Volgens Manasse moest dit kunnen, want dan zouden de volkeren in de buurt weten dat Manasse oog had voor andere culturen. En Manasse deed daar zijn zoon door het vuur gaan, tijdens dat Molochfeest. Een van de meest walgelijke zonden die een mens kan plegen. Zoals vandaag de dag er honderden mensen zijn, die hun kind opofferen aan de Moloch in de abortus provocatus-kliniek. Zo zeggen we in onze tijd ook, dat als de mensen bepaalde dingen te willen, dan moet je er natuurlijk zorgen dat het er is. Dat moet kunnen in onze tijd. En wat is er dan handiger om tegelijkertijd te zorgen dat je politiek veilig gesteld hebt tegenover de grote heerser in Assyrie. “Wat we doen”, zegt Manasse, “wij zullen de goden van de Assyriers in onze godsdienst opnemen; wij zullen hier overgaan tot aanbidding van de god Mardoek en van Nergal, en van de godin Istar. En met de import van deze goden hebben wij een nieuwe cultuur, een eigentijdse beschaving gecreëerd, waarbij wij natuurlijk de Heere, voor zover mensen dat willen, ook nog willen dienen. Want ieder mag dat zelf uitzoeken. En zo ging Manasse steeds verder in het ervaren dat de duivel god was. Alhoewel hij dat nooit zou erkennen als je dat aan hem gevraagd had. En dan komt hij zover dat hij bijna de zonde tegen de Heilige Geest bedrijft, door van de tempeldienst van de Heere een duivelsdienst te maken. Hij plaatst in de tempel een beeld waarvan 2 Koningen 21 zegt, dat het een Asjera was. Dat was een in steen gestileerde naakte vrouw, een godin, die in de tempel werd geplaatst om te aanbidden. De seksualiteit en alle perversie die erbij hoorde was nu normaal. Dat moet kunnen in onze tijd. Wie denkt nu niet aan wat er gebeurt in onze wereld? Beseffen we nog, geliefden, in welk een uiterst gevaarvolle omstandigheden wij met onze kinderen verkeren? Oh, als er mensen zijn die zeggen: “Ik word zo weinig gewaar dat de HEERE God is, en ik bevind zo weinig dat de HEERE mijn God is, ga dan eens eerlijk na: Heeft u soms ook uw grenzen inmiddels al verlegd? Als mensen in het pastoraat tegen mij zeggen: “Dominee, een mens moet bekeerd worden. Dat Dan zeg ik”dat dat waar is. En als ze tegen me zeggen: Maar dat gaat niet zomaar”, dan zeg ik ook dat dat waar is. Vorige week , in het ziekenhuis, zei een vrouw tegen mij: Ïk bid er elke dag om, al veertig jaar, dominee, al veertig jaar; maar er gebeurt niks, en ja de Heere is ook vrij hè, de Heere is soeverein, Hij is vrij, Hij kan het de een geven en Hij onthoudt het de ander.”...... Ik zei tegen haar: “Mevrouw, dus dan is het eigenlijk toch de schuld van God ?” “Nee, nee, nee, het is niet de schuld van God dat ik onbekeerd ben, nee natuurlijk niet.”antwoordde ze. “Maar als het niet de schuld van God is, van wie dan wel? En als u God niet dient, wie dient u dan wel?”zo vroeg ik haar toen. “Ja” zegt ze, “mijn zoon komt straks ook hoor, en dan hoop ik dat hij van de dokter hoort dat ik morgen uit het ziekenhuis mag.” Begrijp je het? Het gaat niet zomaar, dat bekeren. En waarom gaat het niet zomaar? Omdat wij niet willen erkennen, ervaren dat de HEERE God is, want als dat gebeurt in je leven, dan gaat Hij je huis door, dan gaat Hij je privé leven door, dan komt Hij in je hart kijken. En dan zegt Hij: “Oh, oh, zondaar, waarom hebt gij toch de grenzen opgeschoven in de richting van de satan?” En we voelen dat zo maar aankomen hè, we voelen dat en we proberen dat van ons af te houden. Er was een jongeman die tegen mij eerlijk zei: “Dominee, als ik belijdenis ga doen, dan moet ik koning voetbal gedag zeggen en daar ben ik nog niet aan toe. Ik kijk veel te graag naar die wedstrijden op woensdagavond. Ik zeg het u maar eerlijk, daarom kom ik niet naar belijdeniscatechisatie.” Maar hij wilde wel dat zijn kind gedoopt werd. Kijk dat is het nou. Eerlijk, eigentijds onbekeerd zijn en als wij dan nog niet naar een discofestival gaan, ach dan valt het allemaal nog wel mee. Dit is hèt probleem van de bekering. Want de Heere breidt Zijn handen dag en nacht uit, tot een wederhorig kroost en een wederstrevig volk. Daar sta ik en daar zit u. Het probleem zit niet bij God. “Ja maar” zegt iemand, “hoe wordt dat nou opgelost dominee?” Och u hebt het al zo vaak gehoord. Moet ik het vanavond nog een keer herhalen? Natuurlijk. Vanuit deze tekst zullen we het opnieuw zeggen: Manasse komt in druk en in boeien. Hij wordt gedeporteerd naar Babel, komt in de gevangenis terecht. Hieronymus, in de vierde eeuw, schrijft dat Manasse ontzettend gemarteld is geweest, maar of het waar is weten we niet. Een apocrief geschrift beschrijft hoe Manasse in gebed is gegaan en de knieën zijns harten gebogen heeft, toen hij daar in die cel tot zichzelf kwam. We weten het allemaal niet zeker, maar één ding weten we wel zeker. Hoe Manasse bekeerd werd. Er staat: : Als hem benauwde, bad hij het aangezicht des HEEREN, ernstiglijk.” Dus wat moet je nou doen om bekeerd te worden? Dat is ernstig bidden. “Ho, wacht even” zegt iemand, “dominee, hier staat dat Manasse benauwd was; pas als je in de benauwdheid gebracht wordt, dan ga je pas ernstig bidden.” Oh ja? Ik weet niet meer welke oudvader het was die zei: “Het is slecht met u gesteld, als u een Manasse bekering nodig heeft of een Paulus bekering, dat betekent dat u in grote uitbrekende, liederlijke zonden geleefd hebt.”. Verreweg de meeste van Gods kinderen worden zachtkens bekeerd. Allengskens, zegt Brakel. Vader Smytegelt erkent, uit jarenlange pastorale ervaring, dat er mensen zijn die helemaal niet door een grote benauwdheid heen geleid worden. Hij zegt, er zijn, die langs de rand van de hel gaan, maar er zijn ook anderen waar de hemel meteen in het hart valt. Newe, die weg snijd ik voor u af, de weg van: “Ik moet eerst zus en zo benauwd gemaakt zijn, voordat ik ernstig kan bidden.” Dus ernstig bidden, dat is het. |”Ja,” zegt iemand, “maar wie zal nou ernstig bidden? Dat is een werk van de Heilige Geest. Die moet ons leren ernstig te bidden.” En u kijkt me misschien nog triomfantelijk aan want u weet dat u het gelijk van de Bijbel achter u heeft. Het is waar, de Heilige Geest moet ons leren ernstig te bidden, maar heeft u wel eens ernstig om de Heilige Geest gebeden? “Wat zegt u?” Heeft u wel eens ernstig om de Heilige Geest gebeden? Als je op vaderdag je vader een blijk van waardering geeft omdat hij goed voor je zorgt en een vader is., dan moet je eens denken aan God de Vader. Zou die anders zijn? Weet je wat de Heere Jezus van Zijn Vader zegt: Denk je nou werkelijk dat God de Vader zo is, dat als jij, als kind vraagt om een brood, dat Hij je een steen in handen drukt? Daarbij kijkt de Heere Jezus de mensen ernstig aan en zegt als het ware: dat geloof je toch zelf niet. Wel, zegt de Heiland, hoeveel te meer zal Hij de Heilige Geest geven, aan degenen die Hem daarom bidden. Kennelijk is het waar, dat God de Heilige Geest geeft aan mensen die biddeloos zijn en niet kunnen bidden, en Hem toch daarom vragen! Wat is het tweede wat u moet doen om bekeerd te worden? De woorden van God horen en dezelve doen. Aan het eind van de Bergrede, zegt de Heere Jezus niet: Nu heb Ik alles verteld over het Koninkrijk der hemelen en u de grondwet van het Koninkrijk Gods gegeven; mens, die dit hoort, het mocht u geschieden, dat u deel kreeg aan al de woorden die Ik gesproken heb. Dat zegt de Heere Jezus niet. Hij zegt, aan het eind van die magistrale Bergrede: ’Die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, die zal Ik vergelijken bij een man die zijn huis op de rots bouwt’. Wat moet ik dan doen. Wel, hier staat het. U vernederen voor het aangezicht des HEEREN. Vernederen? Isaac da Costa zegt in een preek over deze tekst: Kijk tegenwoordig noemen we dat liever bekeren, maar eigenlijk is het hetzelfde. Verootmoediging en bekering is hetzelfde. Je verootmoedigen voor Gods aangezicht. Dat wil zeggen, uitgepraat raken. Niet meet leven bij conclusies van het verstand. Niet meer zeggen: Heere ik ben gedoopt en dus erken ik dat U God ben. Ik ga aan het Avondmaal en dus word ik gewaar en erken ik dat U God bent. Ik ben ambtsdrager, ik ben predikant en dus is het waar dat U de HEERE mijn God bent. Een ‘en dus’ christendom krijgt vanavond geen kans. Nee het is een ander christendom, dat hier vanavond aan het woord moet komen. Hoort u daar bij? Die mensen zijn uitgepraat. De Bijbel bespreekt hen in die beeldrijke taal als mensen die liggen op het vlakke des velds. Ze zien op zichzelf en ze zeggen: vertreden in mijn bloed, sinds mijn geboorte heb ik nooit anders gedaan als zondigen. Oh God, zo Gij in het recht gaat treden en gadeslaan, mijn verdorven ziel, wie kan bij U bestaan? Heb je dat nu wel eens beleefd, zeg het eens eerlijk. Want als er één bevindelijke waarheid is, als het gaat om de weg der bekering dan is het deze. Wie erkent, wie gewaar word, dat de HEERE God is, komt aan het eind met zichzelf. Dat is een heel proces in het leven van Gods kind, maar het begint een keer. Dat is verootmoediging. Dat is geen zware taal. Dat heeft niet te maken met een bepaalde ligging of zo. Dat is gewoon Bijbels. Dat is erkennen, belijden: gij zijt God en ik ben mens. Dat doe je als in de auto zit naar je werk. Dat doe je als je een stafvergadering meemaakt. Dat doe je als je bij je buurvrouw op de koffie zit. Dan klinkt dat ook door, want als ons gepraat over geloof en christendom is van nul en generlei waarde als we dit niet bevinden.Dan ben je niet meer geneigd om naar die collega te wijzen, die via ellebogen werk probeert hogerop te komen en jouw passeert, terwijl de werkgever eraan mee werkt, Dan laat je jezelf niet van binnen opeten door die onrechtvaardigheid en de woede die in je opwelt als je dat meemaakt. Maar dan zeg je: Oh God, als u met mij in het recht gaat treden dan ben ik slechter dan die man. Wie kan voor U bestaan. Maar niet alleen dat. Er zijn immers mensen die dit wel eens beleven en dan zeggen ze, dat ze al een aardig eind op weg zijn. Nee, dan bent u nog niet een eind op weg. Weet u wanneer u een eind op weg raakt? Als u gelooft wat er in de Bijbel staat over vergeving. Ik zeg bewust als je het gelooft: Bij U is vergeving, altoos bij U geweest. Ik heb van Ds.R.van Kooten vroeger geleerd, toen ik onder zijn catechismusprediking verkeerde: er staat niet in de Catechismus, wat gevoelt u over de vergeving der zonde, maar wat gelooft u over de vergeving der zonde. Dat is een verschil. Die tot God bekeerd wordt en zichzelf leert verootmoedigen voor Gods aangezicht, die wordt er door de Heilige Geest toe aangezet om te geloven dat er vergeving is. En hij kan het niet goed verklaren, maar zijn hart wordt ervoor geopend om de Heere Jezus te zoeken. Er komt een begeerte in de ziel: geef mij Christus of ik sterf. Er komt een verlangen in je hart om gereinigd te worden door het bloed van Christus. Er komt een uitgang uit je ziel omhoog en je gaat ademen naar God. Je gaat Bidden........ Manasse ervoer dat de HEERE God was en is en eeuwig blijft, toen ging hij betrouwen op Gods macht om hem uit te redden, te vergeven en hem te herstellen. En het is gebeurd. Ik besef heel goed dat de Heilige Geest uw hart moet veranderen. Maar toch is het nu buigen of barsten geliefden. Want God spreekt vanavond tot uw hart. Hij spreekt tot uw hart. En Hij zegt, bekeert u en leeft. Leef eeuwig. “Ja” zegt iemand, “ik denk dat u er toch een beetje makkelijk overheen gaat dominee, hoe zondig een mens kan zijn.: Het is vaderdag vandaag. Ik heb dan wel geen incest gepleegd met mijn kinderen, maar u moest eens weten voor welke andere zonden ik schuld moet belijden. Bent u anders? Ook als u niet makkelijk over de zonde denkt en ze juist ernstig neemt, kunt u één voorbeeld in de Bijbel noemen van een mens die tot bekering kwam die een ergelijker, liedelijker zondaar was dan Manasse? Predikers in de afgelopen eeuwen hebben zich beijvert om met deze tekst te zeggen dat de grootste, ellendigste, liederlijkste slechtste van de zondaren kan bekeerd worden. Want hier staat het. Kunt u dan niet bekeerd worden. Hebt u erger gezondigd dan Manasse? Er is geen een zonde te noemen of Manasse heeft hem bedreven. De grofste, de vuilste. Hoe bemoedigend is deze tekst voor Theo Visser uit Utrecht en de jongens die met hem meegaan, om te evangeliseren bij dat house muziek festival: Er is bekering mogelijk voor de discojeugd. Weet je, ik heb helemaal geen zin om met één vinger naar die tienduizenden jongeren te wijzen, want dan wijs ik met drie vingers naar mijzelf. Het is een wonder als de mens eruit getrokken wordt. Uit die satansaanbidding. Maar ze kunnen bekeerd worden. Deze geschiedenis bewijst dat de grofste en de grootste van de zondaren vanavond in de kerk bekeerd kan worden. En daarom herhaal ik. De HEERE spreekt tot u vanavond. Rechtstreeks tot uw hart. Erskine die zegt het zo: “Als God vanaf de kansel tot je spreekt dan spreekt Hij tot je hart.” Welnu, God zegt: Bekeert u en leef! “Hoe moet ik dat doen, HEERE?” Bid ernstig, verootmoedig u.”Ja, maar dat kan ik niet.” Ik weet, m’n kind dat je het niet kan. Ik weet dat je niet in staat bent om goed te doen, niet één ding. Ik weet jongen en meisje dat je hart veel te vol is van de wereld en haar begeerlijkheid. Ik weet het, vrouw, dat u zeer bezorgd bent over uw gezin en dat u vrijdagsavonds denkt: het is straks weer zondag en ik heb de hele week gedraaft en gedraaft. En ik heb nauwelijks aan God gedacht. Ik weet dat er vele dingen in deze wereld zijn die je weerhouden, belemmeren, blokkeren om Mij te zoeken en te leven, dat weet Ik. Laat Mij het nu maar doen. Bekeert u, Ik zal het doen. Bid en verootmoedig u. Gij hebt toch mijn woord gelezen. Jongeman, ja jij die daar ook zit, of u oude van dagen bij de kerktelefoon! Als Manasse bekeerd kan worden dan is er hoop voor u. Bekeert u, zegt de Heere. “Ja maar Heere als u dat gaat doen dan, hoe gaat dat dan?” Laat dat nou maar eens aan Mij over. Ik zal zorgen dat Mijn volk zeer gewillig is op de dag van Mijn heirkracht.. “Ja, maar Heere hoe kan dat dan?” Hebt gij nooit gelezen, dat God Zijn Zoon naar de aarde heeft gezonden, omdat er niemand was die goed was, niet tot één toe. En toen Paulus dat herhaalde was hij vervuld van de Heilige Geest, was hij wedergeboren, vernieuwd, gereinigd en geheiligd. En toch zei hij nog steeds,dat er niemand is, die goed is. Zie daarom op Jezus. Die is goed, heilig, rein, onbesmet. Laat Hem het werk doen. Hoe dat is, als je de Heere Jezus het werk van de bekering laat doen? Oh dat is zo eenvoudig geliefden, dan zeg je, oh God, ik wil mij niet bekeren, ik kan mij niet bekeren. Oh Heere Jezus. Alles wat U zegt is waar. Als het dan in Uw Woord staat, dat U bent gekomen om te zoeken en te zaligen wat verloren is, hier sta ik Heereeen verlorene. Dan ervaart u, dat God niet van u verwacht dat u zichzelf bekeert, maar dat Hij het doet. En dat u alleen maar de woorden van Christus hebt te horen en dezelve hebt te doen. Te bidden om de Heilige Geest, u te vernederen voor de levenden God. Ook al zegt u dat u zo hoogmoedig bent als ik weet niet wat, ook al weet u niet hoe een mens zich in vredesnaam moet vernederen. Is het niet waar, dat zalig worden een paradox is? Een schijnbare tegenstrijdigheid. Vanuit de mens gezien, een schijnbare tegenstrijdigheid. Want die toevluchtnemende zondaar kan er maar nooit bij, dat Christus hem in genade en liefde aanziet en toch doet Christus niet anders. Ja , de Heere Jezus wil niets anders dan de bronwel van Zijn eeuwige liefde laten vloeien in jouw en uw hart. Hij wil niet anders. En u houdt maar tegen en jij houdt maar tegen. De deur van je hart maar dichthouden. Maar het is een schijnbare tegenstrijdigheid. Want die zich verootmoedigt voor God die zal eerdaags gewaar worden, dat de HEERE uw God is. Weet u, het zit vaak vast op het geloof in de vergeving der zonde. Ik ontdek steeds meer in het pastoraat, dat mensen die werkelijk onder overtuiging van zonde leven, vaak niet kunnen komen tot het geloven in de vergeving der zonde, want dat kan niet zomaar: “Dat mag je toch niet zomaar grijpen?” Nee, dat hoeft u ook helemaal niet te grijpen. Dat kunt u ook helemaal niet stelen of zo. Want Christus staat voor ons en toont Zijn doorboorde handen. En spreekt tot ons, woordeloos, met Zijn handen. En ik sta ernaast en zeg, ziende naar u en op Christus: spreken die handen niet van vergeving? Wat heeft Hij er niet allemaal voor gedaan. Zijn ze niet de levende bewijzen, ik zou bijna zeggen sacramenten, dat het u welgaat indien u gelooft in die handen van Christus? En bewijzen, dat de Vader met Zijn Vaderhanden u trekt met koorden van goedertierenheid naar Zijn Christus toe, opdat u Zijn handen ziende zou geloven, in de vergeving der zonde, in de uitdelging van uw schuld? “Ervaar je dan gelijk dat je zonden vergeven zijn?” Ik denk dat het bij vele van Gods kinderen het zo gaat, dat ze pas in de latere oefeningen des geloofs, in het meer wassen en toenemen in Christus ervaren dat hun zonden vergeven zijn. Maar het kan ook terstond. Maar als we er rekening mee houden, dat de Heere niet iedereen terstond dat laat gevoelen, dan geef ik u een vraag mee. Gaat het u om de vergeving der zonde en om de hemel, of om Jezus? Kijk als het om Jezus gaat, dan zeg je, Heere, al zou ik nou nooit gevoelig ervaren dat mijn zonden verzoend zijn, ik kan niet zonder u leven. En ik begeer U te dienen, want u bent al mijn liefde waardig. En welzalig diegenen wiens zonden zijn vergeven, die van de straf voor eeuwig is ontheven. Heere, ik geloof dat het waar is Heere, maar kom mijn ongelovigheid te hulp. Al zal ik het nooit in mijn leven helder en klaar ervaren als ik van die en die gehoord heb, toch Heere, ik geloof het, want vanuit Uw gezegende mond is nog nooit één leugen gekomen. En vanuit Uw boordevol liefde hart is nog nooit één haatgedachte naar mij toe geweest. Want U hebt gedachten des vredes en niet des kwaads. Dat zegt Uw Woord Heere en op Uw Woord heb ik gehoopt Heere, op Uw Woord. Zo stierf die Jood, die op zijn oude dag pas tot bekering kwam. Men dacht bij zijn sterfbed: “Nou zal die man eens gaan vertellen zeg, nou komt er wat los.” Maar hij leefde in zijn laatste uren op het Woord van Christus. En hij ging heen met deze woorden: “Genâ oh God, genade, hoor mijn gebed, hoor hoe een boeteling pleit.” William Gutherie, die beroemde pastorale theoloog onder onze oudvaders in Schotland zei eens: Verreweg de meeste van Gods kinderen komen niet tot die heldere ervaring van de vergeving der zonde in de rechtvaardiging, de bewuste rechtvaardiging dus. Niet, dat ze de rechtvaardiging niet deelachtig zijn, maar - wat sommige mensen drijven- , de bewuste rechtvaardiging in de vierschaar van de conscientie. Daarvan erkenden onze oudvaders dat er maar weinigen zijn die dat zo krachtig te beleven krijgen. Anderen noemden dat wel de verzegeling met de Heilige Geest, anderen gaven er andere namen aan. Nee, voor God is het kleinste geloof goed, dat is rechtvaardigend van aard. Het kleinste geloof, dat zegt op grond van Gods Woord, welzalig Heere, welzalig, wiens zonden zijn vergeven, die van de straf voor eeuwig is ontheven. Niet in de eerste plaats omdat ze van die straf af willen zijn, maar omdat ze Jezus Christus lief hebben, eeuwig en altoos. En omdat ze U dan zullen zien in heerlijkheid en gerechtigheid Heere!, en verzadigd zullen worden met Uw Goddelijk beeld. Het zegt: Och Heere,geef dat ik in de hemel een plaatsje mag krijgen van verre. Laat mij dan maar een dorpelwachter zijn in het huis des hemels, het huis met de vele woningen, als ik U maar mag zien Heere. Dát is het, ervaren dat de HEERE God is. Amen.