`Soms heb ik zin om écht commerciële muziek te maken`

advertisement
'Soms heb ik zin om écht commerciële muziek te maken'
De Morgen - 22 Mei 2015
Pagina 36
TROUVÉ RETROUVÉ. Schilder, muzikant, videokunstenaar, platenbaas. Rudy Trouvé, bij het grote publiek wellicht nog altijd het
bekendst als de eerste gitarist van dEUS, is het allemaal. Maar centrale gast bij De Canvasconnectie was hij nog niet geweest. Daar
komt nu zondag verandering in.
Rudy Trouvé legt in zijn atelier net de de laatste hand aan een nieuw schilderij wanneer ik bij hem binnenstap. Een goudkleurig
figuurtje contrasteert hard tegen een gitzwarte achtergrond. Het ziet er wat Afrikaans uit, maar tegelijk blijft zijn cartooneske stijl erg
herkenbaar. Het is een rommeltje in die enorme ruimte, achter een anonieme deur op een steenworp van het Antwerpse Sportpaleis.
Dit is sinds anderhalf jaar het nieuwe zenuwcentrum van Trouvé. Tussen de stapels boeken en oude tijdschriften, tussen platen
en cd's, tussen fietsen, camera's en verfpotten werkt de kunstenaar de ene keer aan een nieuw nummer, de andere keer aan een
schilderij, of is hij met videoapparatuur in de weer.
2015 is een goeie periode voor de gewezen gitarist van onder meer dEUS en Dead Man Ray. Hij heeft in Antwerpen net een expo
achter de rug waarvan haast alle werken verkocht werden. En Heaven Hotel, het label dat hij sa-men met Elko Blijweert runt, be-staat
inmiddels twintig jaar, wat gevierd wordt met de compilatie God Owes Us a Swimming Pool én een labelnight in Antwerpen.
Te veel circus
"Heaven Hotel heeft de reputatie een moeilijk, eigenzinnig bedrijfje te zijn", vertelt Trouvé, als we even later in zijn keuken een
fles witte wijn openmaken. "Wat klopt is dat we onze muziek als kunst beschouwen. Als er al eens een plaat tussen zat die ook
verkoopsmatig marcheerde, was het altijd per ongeluk. Of juister: ik wil wel succes, behalve als het zoveel heisa met zich meebrengt
dat er geen tijd meer overblijft om andere leuke dingen te doen. Daarom ben ik bij dEUS weggegaan, en Dead Man Ray begon op den
duur toch ook wat te veel aandacht te vragen.
Ik ben daar wat abnormaal in, besef ik. De meeste mensen be-ginnen met een bandje om precies datgene te verwerven waar ik ga van
lopen. Als ik op tv beelden van rockfestivals zie, heb ik altijd medelijden met die mensen. Het is me veel te veel circus."
Trouvé beseft dat die redenering deels is ingegeven door hoe hij in zijn jeugd naar concerten ging. Vaak reisde hij naar Gent, waar in
de Democrazy undergroundbands voor vijf man en een paardenkop stonden te spelen. "Het leek me graaf om in dat soort kleine clubs
te kunnen optreden. Voor mij verandert muziek als de context errond wijzigt. Intimistische muziek voor een grote massa vind ik heel
griezelig. Noem het elitair gedrag wat mij betreft, maar ik ontleen daar gewoon geen plezier aan."
Heaven Hotel ontstond eigenlijk begin jaren negentig al, toen een aantal kunstzinnige gelijkgezinden een voormalig bordeel betrokken
in de buurt van het Antwerpse De Coninckplein. Het werd een artistieke vrijhaven die gemodelleerd was naar The Factory van Andy
Warhol. Of tenminste: een geromantiseerde versie ervan. "Natuurlijk hebben we al de verhalen van toen in onze verbeelding veel beter
gemaakt. Het zal daar in New York bij momenten ook wel vervelend zijn geweest, met zeer veel ratelende, op speed terende mensen
die elkaar aan het koeioneren waren. Maar wat me vooral aan Warhol fascineert, is dat hij gewoon zijn goesting deed: 'Ik wil films
maken. Kom, we zetten een camera op iemand. Zonder scenario. En dat projecteren we dan vierentwintig uur lang op een muur, en
dan laten we nog iemand met een tamboerijn door het beeld wandelen. Want dat gaat schoon zijn.' Die mentaliteit inspireerde ons om
iets soortgelijks te doen. Warhol heeft sowieso een grote invloed gehad. Hij deed ons be-seffen dat kunst vooral rond perceptie draait.
Zet rommel in een gallerij, en de reacties zijn meteen heel anders."
Dromen waarmaken
Het kunstenaarscollectief rond Trouvé en Blijweert had maar één vuistregel: de eigen dromen waarmaken. "Het enige wat ons boeide
was voortdurend met kunst en muziek bezig zijn. Dus dat deden we. Cassettes maken. Optreden. Videorotzooi uitbrengen. Eens we
wat geld hadden, was het evident dat we ons eigen platenlabel zouden beginnen. Want vanaf het moment dat je van iemand geld krijgt
om een plaat te maken, is het niet onlogisch dat die ook inspraak wil hebben. Met onze eigen firma kochten we onze eigen vrijheid.
"Alleen", lacht Trouvé, "bleek al gauw dat je eigen zin doen minder evident is dan het lijkt. Zeker als je wat succes krijgt. Want dan wil
je misschien schilderen, maar zit je uiteindelijk toch aan een plaat te werken omdat die tegen maandag klaar moet zijn. En er komen
ook dingen bij als de boekhouding bestuderen. Of nadenken over zakelijke dingen, waar we allemaal rotslecht in zijn. Eerlijk gezegd:
het is een wonder dat we de twintigste verjaardag van Heaven Hotel kunnen vieren. Niemand van ons heeft écht zakelijk inzicht, en
we scheuren regelmatig onze broek. De projecten die wél marcheren compenseren de flops. Er zijn wel wat vergissingen geweest:
een plaat die goed liep niet laten bijpersen omdat we iets anders wilden uitbrengen, bijvoorbeeld. Gelukkig zijn we allemaal erg in
popgeschiedenis geïnteresseerd, waardoor we veel valkuilen hebben kunnen vermijden waar andere independents wél zijn ingetrapt.
"Nu, ik geef toe dat we soms heel mooie platen aangeboden krijgen die we niet kunnen uitbrengen. Ik durf nooit echt garanderen of
we met een project winst of verlies hebben gemaakt, en tegenover buitenstaanders is dat een vrij gênante zakelijke houding. Daarom
brengen we vooral artiesten uit die rechtstreeks in onze vriendenkring zitten."
Carnavalshit
Copyright © 2015 gopress. Alle rechten voorbehouden
Wie er de kleine lettertjes op naleest, merkt inderdaad dat veel van de platen die Heaven Hotel uitbrengt, door variabele combinaties
van dezelfde muzikanten worden ingespeeld. Het verklaart wellicht waarom er, ook al is de muziek soms heel divers, toch een lijn
in zit. Het gaat dus vooral om een gedeeld gevoel voor esthetiek. "Klopt", zegt Trouvé. "We gunnen elkaar een plek in het zonlicht.
De meeste muzikanten hebben wel een soort van carrière, maar de ambitie van de bands waar ze in spelen is meestal vrij beperkt.
Soms brengen we gewoon cd-r's op vijfig stuks uit. Dat is voor mij niet minderwaardig. Ik hou van die grilligheid. Daardoor bouw je
wel een reputatie op. Als ik morgen een hitgevoelig nummer schrijf, kan ik het best onder een andere naam uitbrengen, anders zijn de
slaagkansen meteen om zeep. Als ik iets doe, wordt het meestal 'interessant' bevonden. Maar ook niet meer dan dat."
Hij moet er zelf om lachen. Maar dan volgt, zeker uit zijn mond, een verrassende bekentenis. "Soms heb ik zin om heel commercieële
muziek te maken. Als uitdaging. Als gezelschapsspel. Een carnavalshit schrijven bijvoorbeeld. Niks mis mee. Ik vind van mezelf
sowieso dat ik tamelijk toegankelijke popmuziek maak. Er zit emotie in, ik heb iets te melden, én ik werk met fantastische muzikanten.
Zelf speel ik alleen als ik componeer of moet oefenen. Anders raak ik geen gitaar aan."
Kalme demonen
Schilderen is naar eigen zeggen moeilijker. Maar toch blijken de twee onderling nauw verbonden. Waanzin, leegte. En de glamour
van het alledaagse. Dat komt altijd terug, vaak gecombineerd met vrolijke kleuren en klanken. "Kunst bedrijven is een manier om
zin te geven aan het leven. Zolang ik creatief bezig ben, houden mijn demonen zich rustig. Dan denken ze mee. Vandaar mijn hoge
creativiteit. Al is er wel iets veranderd: vroeger was de voldoening heel groot als ik iets moois had gemaakt. Maar het is zoals bij
drugs: na verloop van tijd ebt de kick steeds sneller weg. Je moet weten: ik ben destijds gewoon beginnen schilderen om iets te
hebben om thuis aan mijn eigen muur te kunnen hangen. En toen na verloop van tijd het hele huis vol hing, ben ik er gewoon mee
doorgegaan. Dat ik nu regelmatig een werk verkoop, en er zelfs een inkomsten mee genereer is, zoals bijna alles in mijn leven, per
ongeluk gebeurd."
Rudy Trouvé is zondag de centrale gast in De Canvasconnectie. Op 5 juni is er de labelnight van Heaven Hotel in De Studio
(Maarschalk Gerardstraat 4, Antwerpen). De Heaven Hotel-compilatie God Owes Us a Swimming Pool is verschenen bij Heaven Hotel.
BART STEENHAUT
Copyright © 2015 De Persgroep Publishing. Alle rechten voorbehouden
Copyright © 2015 gopress. Alle rechten voorbehouden
Download