Reminder aan de beheersing van de pre-analyse voor kwalitatieve resultaten Marc Jacquemin KULeuven Preanalytische fouten HMWK / PK niet-fysiologisch oppervlak XII XIIa XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa V IXa X Va Xa Prothrombin Thrombin (IIa) Fibrinogeen Fibrin remmer Preanalytische fouten HMWK / PK Niet-fysiologisch oppervlak XII XIIa XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa V IXa X Va Xa Prothrombin Thrombin (IIa) Fibrinogeen Fibrin remmer citraat Stollingsfactor binding op fosfolipiden Pratt et al., Nature 2000 hydrofobe residues Stollingsfactor binding op fosfolipiden Pratt et al., Nature 2000 hydrofobe residues FVII, FIX, FX, FII binding op fosfolipiden: Gla domein -OOC COO- C CH CH -carboxy glutaminezuur GLA residue hydrofobe residue lipide membraan FVII, FIX, FX, FII binding op fosfolipiden: Gla domein GLA residue hydrofobe residue lipide membraan Bloedafname voor stollingstesten citraat buisjes 1 volume sodium citraat + 9 volumes bloed reversibele remming van stolling (Ca++ binding) sodium citraat Preanalytische fouten HMWK / PK Niet-fysiologisch oppervlak XII XIIa XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa V IXa X Va Xa Prothrombin Thrombin (IIa) Fibrinogeen Fibrin remmer citraat Bloedafname voor stollingstesten onvolledige vulling van de buisjes! abnormale hematocriet! Onjuiste hoeveelheid citraat in plasma Vulling van de afnamebuisjes Vulling van de afnamebuisjes aanbevolen rode bloed cellen plasma citraat niet conform Vulling van de afnamebuisjes aanbevolen rode bloed cellen plasma citraat niet conform Vulling van de afnamebuis • tubes that are less than 90% filled considered unacceptable for testing … are • tubes that are less than 90% filled considered unacceptable for testing … are • unless local studies … demonstrate acceptability of reduced fill volumes 80 60 APTT 50 40 30 20 10 0 100 90 80 70 60 50 Vullingsgraad (%) 40 30 Stollingstijd (sec) 70 80 APTT 60 PT 50 40 30 20 10 0 100 90 80 70 60 50 Vullingsgraad (%) 40 30 Stollingstijd (sec) 70 Onvoldoende vulling verlenging van de APTT verlenging van de PT 70-80% 70-80% 90% Hematocriet Normaal rode bloed cellen plasma citraat Hoog Hct > 0.55 Hoeveelheiden bloed en citraat aanpassen normaal rode bloed cellen plasma citraat hoge hematocriet Bloed afname in functie van hematocriet Hct (%) bloed* 0.55 0.60 0.65 0.70 0.75 5.50 6.20 7.05 8.25 9.90 *hoeveelheid bloed voor 0,5 ml citraat Preanalytische fouten HMWK / PK Niet-fysiologisch oppervlak XII XIIa XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa V IXa X Va Xa remmer Citraat Prothrombin Thrombin (IIa) EDTA Fibrinogeen Fibrin Volgorde bloedafname Volgorde bloedafname 1. Hemocultuur (om contaminatie te vermijden) 2. natrium citraat minder tijd voor bloedafname (weefsel schade: WF) geen contaminatie door antistollingsreagentia EDTA (heparine, EDTA) 3. Serum buisjes 4. Andere buisjes ‘Discard’ buisje’: als eerst citraat buisje wordt afgenomen? • Geen bewijs van (on)nut van deze praktijk ‘discard’ buisje als vlindernaald inverteer zachtjes 5-10 maal goede menging van natrium citraat Preanalytische fouten HMWK / PK Niet-fysiologisch oppervlak XII XIIa XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa V IXa X Va Xa remmer Citraat Prothrombin Thrombin (IIa) Fibrinogeen Fibrin EDTA heparine Port-a-Cath (portal and catheter) Hemolytische – icterische – lipemische stalen Hemolytische – icterische – lipemische stalen interferentie afhankelijk van: » reagentia » stollingsautomaten • optische • mechanische validatie dossier Meting van de stoltijd: optische methode Meting van de stoltijd: optische methode mAbs stolcurve = absorbantie 10 20 30 40 sec Meting van de stoltijd: optische methode mAbs stolcurve = absorbantie 1ste afgeleide = snelheid 10 20 30 40 sec Meting van de stoltijd: optische methode mAbs stolcurve = absorbantie 1ste afgeleide = snelheid 2de afgeleide = versnelling 10 20 30 40 sec Meting van de stoltijd: optische methode mAbs stolcurve = absorbantie 1ste afgeleide = snelheid 2de afgeleide = versnelling 10 20 30 40 sec stoltijd = tijdstip van de top van de piek van de 2de afgeleide Meting van de stoltijd: mechanische methode Measurement of the clotting time: mechanical method Preanalytische fouten HMWK / PK niet-fysiologisch oppervlak XII XIIa fosfolipiden XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa V IXa X Va Xa Prothrombin Thrombin (IIa) Fibrinogeen Fibrin remmer platelets: fosfolipiden factor Va fibrinogeen Centrifugatie <10.000 plaatjes/µl Preanalytische fouten HMWK / PK XII Stabiliteit van bloedstalen niet-fysiologisch oppervlak XIIa fosfolipiden XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa V IXa X Va Xa Prothrombin Thrombin (IIa) Fibrinogeen Fibrin remmer Stabiliteit van bloedstalen op kamer temperatuur ! FV en FVIII: maximum 3u op kamer temperatuur (Niet op 4°C: precipitatie van het FVIII/VWF complex) Stabiliteit van bloedstalen op kamer temperatuur ! FV en FVIII: maximum 3u op kamer temperatuur (Niet op 4°C: precipitatie van het FVIII/VWF complex) APTT: 48u PT: 48u Fibrinogeen: > 48u D-dimeren: 4u Stabiliteit van plasma op -20°: 2 weken Op -80°C: > 1 jaar Conclusie De preanalytische aspecten van de stollingstesten zijn essentieel om betrouwbare resultaten te bekomen