Voedselbanken Een korte notitie met het oog op de discussie over ‘kerken en voedselbanken’ voor de bijeenkomst van de Diaconale Studiekring op 7 februari 2013. Herman Noordegraaf Stichting Voedselbanken Nederland In 2002 werd op initiatief van Clara en Sjaak Sies in Rotterdam de eerste voedselbank in Nederland opgericht. De eerste gedachte daarbij was daarbij om, zoals het Jaarverslag 2012 van de Stichting Voedselbanken Nederland stelt, om mensen in financiële nood een helpende hand toe te steken. Al snel kwam de koppeling met de verspilling van voedsel bij zowel bedrijven als consumenten. Armoede bestrijden met behulp van consumeerbare levensmiddelen die anders vernietig zouden worden. Zo snijdt het mes aan twee kanten: minder verspilling en dus ook minder afval met alle positieve gevolgen van dien (minder CO2 uitstoot, minder zwerfafval enz.) en tegelijkertijd armoede bestrijden.i Het Jaarverslag van de Stichting Voedselbanken Nederland geeft de volgende kerngegevens per ultimo 2012: - Er zijn 134 voedselbanken actief die (indirect) bij Voedselbanken Nederland zijn aangesloten (als het gaat om het aantal voedselbanken, moet dus nog het onbekende aantal voedselbanken dat niet is aangesloten bij de Stichting Voedselbanken erbij opgeteld worden). - Er zijn ruim 6.500 vrijwilligers actief bij de voedselbanken. - Afgerond worden wekelijks 27.000 huishoudens (66.700 personen) geholpen met een voedselpakket. - In 2012 werd naar schatting zo’n 8.000 ton voedsel verdeeld dat anders vernietigd zou worden. Daardoor is ook 6 miljoen ton aan overbodige Co2-uitstoot voorkomen. De voedselbanken merken de effecten van de economische crisis nadrukkelijk: ze staan in het brandpunt van de belangstelling, er is een forse toename van het aantal klanten, er is te weinig voedsel en de paketen zijn verschraald. Daarnaast stelt de omgeving zwaardere eisen aan het geven van voedsel, geld en middelen en hebben voedselbanken behoefte aan goede ondersteuning bij hun bedrijfsvoering. Over haar plaats in de armoedebestrijding stelt het Jaarverslag 2012: ‘De voedselbank kan de armoede niet oplossen. Wij kunnen alleen een klein steentje bijdragen om de zorgen te verlichten en dan alleen nog voor de allerarmsten. Iedereen die onder de armoedegrens leeft of om andere redenen financiële zorgen heeft, zal zich in eerste instantie tot de gemeente moeten wenden om (bijzondere) bijstand of andere hulp aan te vragen. Onze missie als voedselbank is gratis voedsel te verstrekken aan de armste mensen in Nederland. Voedsel dat wij gratis hebben gekregen en dat in het algemeen verspild zou worden, als wij het niet opnieuw bij mensen brengen.’ Toenmalige landelijke overheid De vraag is hoe deze ontwikkelingen zich verhouden tot de opvatting dat het voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan als iemand daar niet zelf in kan voorzien een rechtstaak van de overheid is. Dat was de principiële stap die gezet werd met de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965. Het was dan ook in lijn met deze opvatting, onderschreven door alle politieke partijen, dat de toenmalige staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof (VVD) in een brief aan de Tweede Kamer d.d. 3 maart 2006 stelde: ‘De overheidsverantwoordelijkheid voor de algemene en de bijzondere bijstand staat niet ter discussie. Tegelijk worden veelal lokale initiatieven ontplooid om mensen te helpen voor wie het moeilijk is rond te komen. Een goede samenwerking tussen gemeenten en deze initiatieven kan er toe bijdragen dat de mensen om wie het gaat beter door de gemeenten worden bereikt. De instrumenten van dat beleid – bijvoorbeeld de bijzondere bijstand en minnelijke schuldhulpverlening – zijn primair in handen van de gemeenten.’ Als speerpunten van beleid formuleerde de staatssecretaris het tegengaan van niet-gebruik van voorzieningen, het voorkomen en beperken van problematische schuldsituaties en de aanpak van meervoudige problematiek. Kerken Kerken zijn volop betrokken bij voedselbanken. Volgens het onderzoek Armoede in Nederland 2013 is dat bij bijna 70% van de lokale kerken het geval. Er zijn vele vormen van betrokkenheid: vrijwilligers, 0nanciële ondersteuning, inzameling van goederen , beschikbaar stellen van ruimten voor uitdeelpunten, deelname aan bestuur, wederzijdse verwijzing. Een recente ontwikkeling is dat er volkstuinen benut worden om groente en fruit te telen dat beschikbaar wordt gesteld voor de voedselbanken. Door biologisch te telen wordt r ook aandacht besteed aan het ecologisch aspect, terwijl soms leerlingen van scholen worden ingeschakeld als vorm van diaconaal leren. Recente activiteiten zijn ook het diner dat cliënten van de voedselbanken werd aangeboden in de Laurenskerk in Rotterdam op de derde oecumenische Laurentiusdag. Zij werden bediend door ‘personeel’ dat bestond uit bankiers, consultants, ambtenaren en studenten, leden van serviceclubs en van kerken. Tijdens de maaltijd werden er verbindingen gelegd tussen de bedieners en de eters, bijvoorbeeld om samen een concrete actie te ondernemen voor de wijk waarin ze wonen. Nog andere berichtgeving in kerkelijke bladen informeren over inzamelplekken in kerkgebouwen, waarbij informatie gegeven wordt om zo bij te dragen aan bewustwording van armoede dichtbij. De start van de inzameling gaat gepaard met homilie en voorbeden. Er zijn initiatieven om waardepunten in te zamelen. Jongeren worden ingeschakeld om voedsel in te zamelen. Er zijn sponsorlopen ten bate van de voedselbanken. Deze greep uit berichtgeving laat zien dat het verschijnsel voedselbank leidt tot en scala van activiteiten en heel wat creativiteit losmaakt. Op 21 april 2006 organiseerde de Werkgroep De Arme Kant van Nederland-Eva in samenwerking met Kerk in Actie de conferentie ‘Meer dan voedsel alleen. Kerken, armoede en voedselbanken’ die tot doel had om tot een kerkelijke positiebepaling te komen ten aanzien van de voedselbanken. Dat resulteerde in een verklaring die een ‘Plan tot aanpak’ bevatte op kerken, voedselbanken, maatschappelijke instellingen, landelijke overheid, provincies, gemeentelijke overheden, uitkeringsinstanties en kredietinstellingen.ii Daaraan vooraf ging een positiebepaling. Daaruit citeren we de volgende passages: ‘Wij zien de voedselbanken als een signaal voor de noodzaak van structurele maatregelen ter bestrijding van armoede in Nederland’ ‘..dat voedselbanken nodig zijn in een sociale rechtsstaat druist in tegen de fundamentele principes van die rechtsstaat. Voedselbanken mogen niet meer zijn dan een tijdelijke noodvoorziening waarbij ondertussen gewerkt wordt aan een structurele verbetering van de positie van mensen in armoede. Wij roepen daarom samenleving en politiek op om zich te verplichten tot intensief beleid en maatregelen om verarming tegen te gaan.’ Sociale Alliantie In 2008 publiceerde de Sociale Alliantie en stichting CliP het rapport Armoe de baas!? Het perspectief van voedselbanken.iii Daar worden verschillende opvattingen over voedselbanken weergegeven: - Ze zijn een schande. Ze zouden er niet moeten zijn. - Ze hoeven er niet te zijn als mensen maar beter gebruik zouden maken van aanwezige voorzieningen. - We werken mee aan praktische hulp, maar we doen dat nadrukkelijk onder protest omdat we vinden dat voedselbanken niet passen in een rijk land. - We accepteren voedselbanken als vindplaatsen van mensen die alleen structureel geholpen kunnen worden door de gemeentelijke minimavoorzieningen, schuldhulpverlening en reintegratie. Voor hulpverleners en beleidsmakers formuleerde het rapport de volgende lessen: - Respecteer minima; - Leer elkaar kennen; - Werk samen; - Denk na over dienstverlening. Ook wordt de spiegelfunctie van de voedselbanken benoemd: ‘Voedselbanken houden de samenleving een spiegel voor als het gaat om het produceren van voedsel en de verspilling die daarmee gepaard gaat. Het bestaan en de werkwijzen van voedselbanken geven aan dat de gebruikelijke hulpverlening aan mensen in nood anders kan en deels ook anders moet. Het feit dat veel deelnemers vanwege problematische schulden moeten aankloppen bij de voedselbanken roept vragen op over de omvang en noodzaak van consumeren in onze samenleving. Verder zet het bestaan van voedselbanken aan tot het nadenken over solidariteit. Kunnen we over enkele jaren concluderen dat het sociaal minimum nog steeds toereikend is? Als je er tenminste het voedsel bij optelt dat mensen (kunnen) krijgen bij de voedselbank!’ We zijn inmiddels weer een aantal jaren verder. Hoe is onze opstelling nu? Ter gedachtebepaling en discussie daarover enige stellingen. Stellingen: - De gedachte dat voedselbanken overbodig zullen worden, is een illusie. - Voedselbanken vervullen een belangrijke functie voor de allerarmsten in onze samenleving. - Voedselbanken zullen niet als een normaal verschijnsel gezien mogen worden, maar als iets dat niet nodig zou moeten zijn. Daarom moet het beroep op de voedselbank zo klein - mogelijk gemaakt moeten worden door structurele verbetering van de positie van minima, preventie, verbeterd functioneren maatschappelijke instellingen en uitkeringsinstanties. Voedselbanken zullen zich ook richten op empowerment van haar cliënten onder meer door, indien mogelijk, deze te betrekken bij de activiteiten van de voedselbank Kerken zullen daarom praktische inzet voor voedselbanken moeten combineren met het: - Signaleren van knelpunten, zowel wat betreft sociale zekerheid, sociale voorzieningen als het functioneren van hulpverlening; - Het ondernemen van activiteiten in de sfeer van preventie en ondersteuning, zoals bijvoorbeeld in het schuldhulpmaatjesproject. - Het werken aan bewustwording binnen en buiten kerken over oorzaken en noodzakelijke maatregelen. - Het stimuleren van stads/dorpslandbouw mede ten dienste van de voedselban. - Het uitdragen van een levensstijl die met minder verspilling gepaard gaat dan de huidige. Vraag: - Welke opmerkingen zijn er nog meer te maken over rol en taak van kerken inzake voedselbanken? i Zie www.voedselbanknederland.nl – Jaarverslag 2012. ii Zie voor de conferentie en de verklaring: www.armekanteva.nl/projecten/archiefprojecten/meerdanvoedselalleen iii Raf Jansen, Jetske de Ong, Ria van Nistelrooij, Armoede baas!? Het perspectief van de voedselbank, Utrecht november 2008.