Hyperthyreoïdie bij de kat. Hyperthyreoïdie bij de kat is een aandoening waarbij de schildklier te hard werkt. De schildklier ligt bij de kat in de hals en bestaat uit 2 lobben, één aan iedere kant van de luchtpijp. Wanneer een kat last heeft van hyperthyreoïdie zullen deze lobben meestal ( in 70% van de gevallen) zijn vergroot. Deze vergroting leidt tot overproductie van de schildklierhormonen T3 en T4. Deze hormonen hebben de volgende functies: ze zijn essentieel voor een normale groei van het lichaam, ze helpen bij de regulatie van de stofwisseling van eiwitten, vetten en koolhydraten in het lichaam, ze zijn betrokken bij de regulatie van warmteproductie en zuurstofopname. Kortom, schildklierhormonen spelen een heel belangrijke rol bij het bepalen van de snelheid van zeer veel verschillende stofwisselingsprocessen. Daarom zal een verhoogde productie van deze hormonen van invloed zijn op bijna elk orgaan in het lichaam. Figuur: hals kat 1 - normale schildklier 2 - bijschildklier 3 - bijschildklier 4 - vergrote schildklier Tekenen van hyperthyreoïdie. Hyperthyreoïdie is een aandoening die veel voorkomt bij katten van middelbare en oudere leeftijd ( > 7 jaar oud). Door een verhoogd stofwisseling niveau vragen de lichaamscellen om meer energie. Katten met hyperthyreoïdie zullen dan ook hongerig zijn en meer gaan eten. Vaak is de hoeveelheid energie die nodig is om de stofwisseling op peil te houden zo groot, dat de dagelijkse voeding voor de kat niet meer voldoende is en de kat gaat afvallen. De meest voorkomende klinische symptomen bij een kat met hyperthyreoïdie zijn dan ook gewichtsafname in combinatie met een verhoogde eetlust. Andere symptomen zijn: rusteloosheid snel geïrriteerd raken hijgen door stress slecht verzorgde vacht diarree braken veel plassen veel drinken koele plekjes zoeken om te liggen hoge hartslag 1 Oorzaak van hyperthyreoïdie. Meestal (98%) is er sprake van een goedaardige verandering in de schildklierlobben. Bij deze dieren zal een juiste diagnose en behandeling leiden tot een succesvolle onderdrukking van de ziekte. De kat kan weer een normaal leven leiden. Bij enkele dieren (2%) is de vergroting het gevolg van een kwaadaardige verandering van de schildklier en zullen de symptomen niet goed met medicatie te onderdrukken zijn. Complicaties door hyperthyreoïdie. Hartfalen – het hart wordt door de verhoogde hoeveelheid schildklierhormonen gestimuleerd om sneller en krachtiger te kloppen. Dit kan leiden tot uitputting en oprekking van de hartspier, waardoor het hart niet goed meer kan werken. Hoge bloeddruk – is een andere complicatie van hyperthyreoïdie, het kan op zijn beurt leiden tot beschadiging van organen zoals de ogen, de nieren, het hart en de hersenen. Diagnose. Indien uw kat verdacht is van hyperthyreoïdie, zal de dierenarts eerst een algemeen lichamelijk onderzoek doen. Hier valt meestal onder meer op dat de kat mager is, een hoge pols heeft en wellicht kan de dierenarts een vergrote schildklier voelen. Met een bloedtest wordt er gekeken of het schildklierhormoon (T4) is verhoogd. Vaak wordt er ook nog een aanvullende bloedtest gedaan om te controleren of de kat geen andere ouderdomskwaaltjes heeft, zoals nierfalen. Soms kan er aanvullend onderzoek worden gedaan zoals een technetium scan. Figuur: technetium scan kat Technetium scan. Bij deze techniek wordt er een kleine hoeveelheid radioactieve stof (Technetium) geïnjecteerd in de ader van de kat. Alleen het abnormale schilklierweefsel neemt het stofje op. Dit wordt aangetoond met een speciale camera, een “gamma” camera. Het is een simpele, veilige en eenvoudige test die in sommige gevallen wordt geadviseerd zoals wanneer het bloedonderzoek geen uitsluitsel geeft of er werkelijk sprake is van hyperthyreoïdie. Ook in de gevallen dat er een operatie wordt overwogen is het handig om te weten waar het afwijkende schildklierweefsel zich bevindt; links, rechts of beiderzijds. Voor een technetium scan wordt u doorgestuurd naar de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht. Behandeling. Er zijn 3 manieren om hyperthyreoïdie bij de kat te behandelen. De leeftijd van de kat, de ernst van de vergroting en de mate van complicaties zijn bijvoorbeeld enkele aspecten die de beste manier van behandelen bepalen. Elke methode heeft voordelen en nadelen. 2 Medicijnen. Voor de behandeling van hyperthyreoïdie bij de kat is er maar 1 medicijn in Europa geregistreerd: thiamazole, ofwel handelsnaam Felimazole®. Het medicijn verminderd de productie en afgifte van hormonen door de schildklier. Felimazole® wordt gegeven in de vorm van een tablet, de startdosering is 2 maal daags een tabletje van 2,5 mg. Na 3 weken wordt het bloedonderzoek herhaald. Meestal is de concentratie van schildklier hormonen dan weer naar normale waarden gedaald, soms moet de dosering nog een beetje worden aangepast. De kat komt af en toe terug voor controle. Indien de kat goed op de medicijnen is ingesteld, moet ze levenslang de tabletjes krijgen toegediend. Operatie. Voornamelijk bij jonge katten wordt er soms gekozen voor het operatief verwijderen van het aangetaste schildklier weefsel. Het is over het algemeen een succesvolle procedure welke kan leiden tot permanente genezing van de kat. Het grootste risico van de operatie is het per ongeluk beschadigen van de bijschildklier, welke tegen de schildklier aan ligt. De bijschildklieren spelen een belangrijke rol bij de handhaving van de calcium concentratie in het bloed. Beschadiging kan levensbedreigend zijn. Om het risico op deze complicatie zo klein mogelijk te maken wordt er nooit meer dan een schildklier tegelijkertijd verwijderd. Radioactieve Jodium Therapie. Een andere effectieve manier voor de genezing van hyperthyreoïdie is het gebruik van radioactief jodium. Het jodium wordt via een injectie aan de kat toegediend, vervolgens wordt het opgenomen in alleen het abnormale schildklierweefsel. Er vindt een opeenstapeling plaats van een klein beetje radioactief materiaal in het zieke weefsel. De radioactieve straling vernietigt lokaal het abnormale schildklierweefsel, maar geeft geen beschadiging van het omringende weefsel. De voordelen van deze methode zijn dat het net als chirurgie blijvende genezing kan geven, zonder dat er levenslange behandeling nodig is. De nadelen zijn dat de kat voor deze behandeling wegens stralingsgevaar enkele weken in een speciale kliniek moet worden opgenomen. Soms is de behandeling te krachtig en kan er hypothyreoïdie ontstaan, een te traag werkende schildklier. In dat geval moeten er extra schildklierhormonen worden toegediend. 3