Splitsen (alle getallen t/m 10)

advertisement
Rekenen 3b Blok 1
Heen en weer tellen t/m 40
31
32
33
34
35
36
10
10
8
38
39
40
16
Splitsen (alle getallen t/m 10)
2
37
6
2+8= 10
8+2= 10
10-2= 8
10-8= 2
Optellen en aftrekken tot en met 10
7+0 ; 0+7 : nulgevallen
9-9 :
verdwijngevallen
8+1 ; 1+8 : de 1-erbij-gevallen en de 1-eraf-gevallen
6+2 ; 2+6 : de erbij-2-gevallen en de eraf-2-gevallen
4+4 ; 8-4 : de dubbele en de halveergevallen
Rekenen op het rekenrek
Pijlentaal (plus en min sommen)
8
-3
5
8–3=5
Geld tellen
1,2 en 5 eurocent, 1 en 2 euro, briefjes van 5
en 10. (aflezen hoeveel geld er ligt en gepast betalen)
Download