Geologie en Landschap HAVO/VWO 3 2003/2004 Vrije School: Toets periode Geologie en Landschap, klas 9, Datum: Naam: Klas: 1. Al lang geleden, hadden de mensen het vermoeden, dat het aardoppervlak in beweging is. Francis Bacon was de eerste, die meende een bewijs te zien, dat de landmassa’s bewogen waren ten opzichte van elkaar. Later deed von Humboldt hier echt onderzoek naar. Alfred Wegener formuleerde de eerste ‘wereldomvattende’ theorie. Na de 2e wereld oorlog werd echt wetenschappelijk bewijs geleverd, voor zijn theorie. Noem van bovengenoemden de bewijzen of de theorieën. Francis Bacon: vorm afrika en zuid-amerika Von Humboldt: overeenkomsten flora fauna gesteenten formaties op beider kusten. Alfred Wegener: continentendrift pangea Wetenschap na de 2e W.O.: kartering oceaanbodem en dateringen platen 2. In het onderstaande kaartje zijn de plaatgrenzen aangegeven. Het kaartje is een beetje anders dan je gewend bent, omdat Niet Europa, maar Amerika in Het midden staat. Maak op het kaartje de MidOceanische ruggen, rood En maak de Subductiezones blauw 1 Geologie en Landschap HAVO/VWO 3 2003/2004 3. De patronen van de convectie-stromen blijven heel lang op dezelfde plaats in de mantel liggen. Toch weten we, dat er sinds het ontstaan van de aardkorst ook sprake geweest is van andere patronen, waardoor, bijvoorbeeld, platen die nu van elkaar bewegen, juist naar elkaar toe bewogen. Deze andere patronen, zijn te verdelen in een aantal fases, de plooiingsfasen genoemd. Geef van de onderstaande 3 plooiingsfasen aan: welke platen in die periode tegen elkaar botsten noem van elke periode 3 gebergtes die ontstonden / ontstaan geef aan in welke tijd deze plooiingsfase plaatsvond Gebruik hiervoor de kaarten: 174 b,c en e, 171 en verder iedere kaart uit de atlas, die je wilt. Plooiings-fase Botsende platen Naam van de gebergtes In welke tijd ? Alpine Hercynische Caledonische Als de Alpine fase nog een tijd door zet, zal dat gevolgen hebben voor het uiterlijk van de aardkorst. Noem enige gevolgen, die dan voorspelbaar zijn. Middellandse zee verdwijnt, Californië beweegt naar het noorden, Rode Zee wordt nieuwe oceaan enz. Blijkbaar ontstaat er nu in het oosten van Afrika een nieuwe mid-oceanische rug. Dat is te zien aan de lang gerekte rij meren, aan breuklijnen, en aan aardbevingen en vulkanisme in die regio ( kaart 174d ). Wat kan dit op den duur tot gevolg hebben ? Rode Zee nieuwe oceaan. 2 Geologie en Landschap HAVO/VWO 3 2003/2004 4. Soms is een vulkaan hoog en spits, en soms is er alleen maar een ringdijkje met een gat in de bodem(krater). Waar hangt het van af, hoe een vulkaan er uit ziet ? kracht van de eruptie, aard van de lava al dan niet lava in contact met grondwater Mensen wonen vaak tot op de hellingen van vulkanen, in de Eiffel kun je zelfs in de kraters zwemmen. Waarom wonen mensen vaak op de hellingen, of dicht bij een vulkaan, en waarom is dat niet persé gevaarlijk ? grond zeer vruchtbaar, hoge bevolkingsdruk, slapende/dode vulkaan Hoe kunnen vulkaanuitbarstingen het klimaat gedurende een bepaalde tijd beïnvloeden ? Stof in de atmosfeer, verstoring evenwicht broeikas 5. Waardoor ontstaan aardbevingen, en waar komen ze dus het meeste voor ? platen – spanning opbouwen – plotselinge ontlading plaatgrenzen Het aantal doden, en de schade die het gevolg kunnen zijn van een aardbeving, hangt van een aantal factoren af. Noem enige factoren, die van invloed zijn. Kracht, bevolkingsdichtheid, voorzorg, nazorg afhankelijk van ‘welvaart’ Hoe wordt geprobeerd, aardbevingen te voorspellen, en is dat makkelijk ? Gedrag dieren / seismische stilte / zéér moeilijk !! Economische gevolgen van vals alarm enorm. 3 Geologie en Landschap HAVO/VWO 3 2003/2004 Hoe zou men zich kunnen beschermen, tegen de schade van aardbevingen, en waarom is dat niet voor elk land even goed mogelijk ? Aardbeving-bestendig bouwen: kostbaar ! Noem enige landen / streken op de wereld, waar zéér veel aardbevingen / vulkanen voorkomen. Japan , Californië, Turkije enz. In Nederland komen ook af en toe (lichte) aardbevingen voor. De reden daarvan, is in Noord-Nederland heel anders dan in het Zuiden. Wat zijn die verschillende redenen ? noorden: aardgaswinning, dalingsgebied zuiden: breuken 6. In het Azoicum was er nog geen leven op aarde. Hoe zag het aardoppervlak er toen uit ? Kaal, elementen hadden vrijspel. We weten, dat er in het Cambrium leven was op aarde. Hoe weten we dat nu zo zeker ? fossielen Wat zijn gidsfossielen ? Bonusvraag: * Tot ongeveer 400 miljoen jaar geleden was er alleen maar leven in de diepe zeeën en oceanen,en niet op het land. Waarom was er alleen daar leven mogelijk ? geen ozon-laag, geen ‘vrije’ zuurstof in de atmosfeer: 10 meter zeewater werkt als ozonlaag 4 Geologie en Landschap HAVO/VWO 3 2003/2004 * Waarom werd het daarna wel steeds meer mogelijk voor het leven, om uit de zee te kruipen, en op het land te overleven ? opname CO2 in organismen, vrijmaken van O2, vorming van O3 7. In het Carboon was er sprake van een ‘explosie van leven’, op het land. Veel van die enorme bossen zijn in latere periodes bedekt met nieuwe afzettingen. Hoe weten we dat, en wat hebben we daar aan te danken ? steenkoollagen 8. Als je in de ondergrond zandsteen tegenkomt, wat weet je dan van het klimaat van de tijd, waarin dat zand afgezet is ? Extreem: polair of woestijn En als je kalk(steen) in de ondergrond tegen komt, wat weet je dan zeker ? Er was ooit een (warme, ondiepe) zee Onder onze voeten in Brabant, ligt onder een dun laagje bodem ( 0 – 80 cm), een dik pak zand. Hoe is dat zand hier terecht gekomen, en wanneer ? Wind en water, tijdens de ijstijden 9. In het Pleistoceen was er sprake van een aantal ijstijden. De ijskappen op de polen breidden zich dan uit, richting evenaar. Wat gebeurde er dan met het klimaat in Nederland ? Overgang van huidige klimaat naar arctisch 5 Geologie en Landschap HAVO/VWO 3 2003/2004 En wat betekende dat dan voor de flora en fauna ? Verschuiving vegetatiegordels Al lang geleden, had men zich in Nederland verbaasd over de enorme keien, die je in Noord-Nederland aantrof. Toen men ontdekte, dat die uit Scandinavië kwamen, wist men zeker, dat de ijskappen ooit tot Nederland gekomen waren. Waarom wist men dat zeker ? alleen ijs kan zulke blokken verplaatsen In Nederland is sprake van nog een zeer opvallend natuurverschijnsel / landschap, wat zeker met het ijs te maken heeft, en wat aangeeft, tot waar het ijs ooit opgerukt is in Nederland. Wat wordt bedoeld ? de stuwwallen in midden-nederland De lijn op de onderstaande grafiek, geeft de wisselende hoogte van de zeespiegel aan, tussen nu en 150.000 jaar geleden. Je ziet wel op de schaalverdeling rechts van de figuur, dat dat tientallen meters kan schelen ! (schaal van 0 tot –120 meter !) Waar blijft dat zeewater, in een ijstijd ? In de ijskappen , en het totale zeewater ‘krimpt’ 6 Geologie en Landschap HAVO/VWO 3 2003/2004 En hoe komt het, dat de Noordzee dan zelfs droog kan komen staan, in zo’n ijstijd ? Omdat de Noordzee een ondiepe zee is. Je weet, dat de geschiedenis van de aarde, verdeeld is in tijdperken. Het jongste tijdperk noemen we het Holoceen. Dit tijdperk is pas 10.000 jaar geleden begonnen. Wat gebeurde er toen, waardoor men vond dat er sprake was van een nieuw tijdperk ? Einde laatste ijstijd, begin jongste interglaciaal 10. Nederland is een dalingsgebied, tenminste het westelijke en noordelijke deel. Hoe komt het dan, dat dat gedeelte niet al lang 100-den meters onder de zeespiegel ligt ? omdat de rivieren (en de zee) steeds hun last in hun monding dumpen 11. Beschrijf de kringloop van de gesteentes, en gebruik daarbij de begrippen: sedimentatie, erosie, verwering, verstening, metamorfose en opheffing. Opheffing, verwering, erosie, sedimentatie, verstening / metamorfose, opheffing Noem een paar vormen van gebergtevorming. Kreukelzones, subductiezones, vulkanisme enz. 7 Geologie en Landschap HAVO/VWO 3 2003/2004 12. In het tijdperk Jura en Krijt, werd de aarde bevolkt door Saurussen, waarvan sommige soorten enorm groot waren ! En dan sterft het grootste gedeelte van die dieren, en trouwens ook van de planten, plotseling uit ! Hoe kwam dat ? Verstoring klimaat door stof in de atmosfeer, verstoring voedselketens 13. Welke vraag had je nog graag gehad, en wat is daar het antwoord op ? Vraag: Antwoord: 14: Heb je dit proefwerk goed gemaakt ? ja: klaar ! nee, omdat: (maak een rondje zwart, als het van toepassing is) Ik de stof moeilijk vond: O Ik de stof niet interessant vond: O Ik de stof onvoldoende bestudeerd heb: O Ik te weinig opgelet heb / te weinig aantekeningen gemaakt heb: O Andere reden: 8