- Scholieren.com

advertisement
HFD 1 § 1
Schaalniveaus
Inzoomen: Dichter naar het aardoppervlak, details worden zichtbaarder en
dan kan je die weergeven met een topografische kaart dat is een kaart met
een grote schaal waarop je bijvoorbeeld huizen en wandelpaden kunt vinden.
Uitzoomen: Als je hoger de lucht in gaat zie je een groter gebied. Je bent dan
aan het uitzoomen. Op de kaart wordt de schaal kleiner en zie je minder
details.
=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Opnamen vanuit de ruimte
De aarde heeft van nature één satelliet: de Maan.
De mens heeft ook zelf satellieten gemaakt die worden kunstmannen
genoemd.
Satellieten hangen vanaf 20.000 KM afstand van de aarde in de ruimte.
Ze maken opnamen van het aardoppervlak en sturen deze naar de aarde.
Ook zenden ze signalen uit zodat de plaats op aarde exact kan worden
bepaald.
Satellieten verzamelen informatie over de atmosfeer en zijn onmisbaar voor
onze moderne communicatiemiddelen, zoals internet.
Door het meten van licht of warmte van het aardoppervlak kan een satelliet
informatie geven over wat zich op bepaalde plekken bevindt: bos, water,
bebouwing enz. Dit waarnemen op afstand noem je remote sensing. Deze
informatie wordt door een computer omgezet in beelden.
=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Kaarten op basis van satellietbeelden
Met Google Earth kun je satellietbeelden van de hele wereld bekijken.
Satellietbeelden worden bewaard. Als je beelden van verschillende tijdstippen
met elkaar vergelijkt, kun je veranderingen in het landschap waarnemen.
HFD 1 § 2
De coördinaten op de globe
Met het graadnet kun je heel precies een positie op aarde bepalen. Elk punt
waarop een breedtecirkel en een lengtecirkel elkaar kruisen, is een uniek punt.
Parallellen worden tot 90 Graden genummerd vanaf de evenaar naar het
noorden en naar het zuiden.
De meridianen worden vanaf de nulmeridiaan tot 180 graden naar het oosten
en naar het Westen genummerd.
Om zo exact mogelijk te kunnen zijn, wordt de ruimte tussen twee graden
opgedeeld in 60 minuten. Amsterdam ligt bijvoorbeeld op
52ͦ 27'’N.B. (= 52 graden en 27 minuten) en 4 ͦ 57'’O.L.
=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Navigatie met satellieten
Als je ergens naartoe reist, moet je een route bepalen. Dat noem je navigatie.
Een ontvanger kan met de posities van de satellieten exact aantonen waar je
bent. Zo’n ontvanger werkt met gps: global positioning system. Een
bijvoorbeeld is het navigatie systeem in een auto.
=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Tijdstippen op aarde
Onze aardbol draait 24 uur om zij as. Een deel van het etmaal staat de aarde
naar de zon gekeerd. In het andere deel van het etmaal draait de aarde van
de zon weg en ligt de bolling in de schaduw. Als het op een helft licht is, is het
aan de andere kant van de wereld nacht dus donker.
De zon komt op in het oosten. Gedurende de dag verschuift de positie ten
opzichte van de zon. Om 12 uur staat de zon in het zuiden en aan het einde
van de dag gaat de zin weer onder in get westen.
Als het bij ons de nacht begint, begint in Nieuw-Zeeland de ochtend.
De aarde is daarom verdeeld in verschillende tijdzones. De uren worden
weergegeven ten opzichte van de tijdzone die over Engeland loopt.
Als je naar het westen gaat is het vroeger, naar het oosten is later.
HFD 1 § 3
Informatie op kaarten
Als er verkiezingen in Nederland zijn geweest, weet men precies hoeveel
mensen op welke partij hebben gestemd en ook waar deze mensen wonen.
Je kunt een kaart maken met het stemgedrag in Nederland. Omdat de
gegevens een relatie hebben met een gebied, wordt dit geografische
informatie genoemd. Het voordeel van dit soort gegevens is dat je ze in kaart
kunt brengen. Je ziet dan in één oogopslag hoe de situatie ergens is en welke
Verschillen of overeenkomsten er tussen gebieden zijn.
Het CBS verzamelt allerlei informatie over de bevolking en het land op basis
van tellingen en metingen.
=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Combineren van gegevens
Hangt het stemgedrag af van de leeftijd? Of heeft de hoogte van het inkomen
te maken met de voorkeur voor een politieke partij? Dit soort vragen kunt je
beantwoorden door kaarten naast elkaar te leggen. Een thematische kaart
over vergrijzing in Nederland kunt je naast een kaart over het stemgedrag
leggen. Als blijkt dat in de gebieden met veel vergrijzing een zelfde politieke
voorkeur bestaat, is er dus een relatie. Je kunt dan verder onderzoeken hoe
dat komt.
Zo kun je allerlei combinaties maken. Is er meer criminaliteit in gebieden waar
mensen laagopgeleid zijn, of heeft dit te maken met de leeftijd?
Vragen als Waar komen de mogelijke klanten vandaan? Hoe hoog zijn de
inkomens? Welke andere winkels zijn er al in de omgeving? Zijn belangrijk om
een duidelijk beeld te krijgen. Als je een situatie in kaart hebt, kun he de
plekken aanwijzen waar zo’n winkelcentrum het best zou passen.
Er is een programma voor de computer gemaakt waarmee je een thematische
kaarten over elkaar kunt schuiven en stapelen.
Dit noem je een Geografisch Informatiesysteem (GIS). Zo worden relaties
tussen thema’s en gebieden duidelijk.
Begrippen Hoofdstuk 1.
Les 1:
Inzoomen: Beeld wordt steeds groter. -Groter schaalgetal.
Uitzoomen: Beeld wordt steeds kleiner. -Kleiner schaalgetal.
De Schaal: Een afstand waarop je iets bekijkt. De werkelijkheid is 1 op 1.
GPS: Global positioning system.
Remote sensing: Van grote afstand een foto van de aarde maken.
Kleine schaal: Als je aan het uitzoomen bent wordt de schaal kleiner en zie je
minder details.
Grote schaal: Als je inzoomt ga je dichter naar het aardoppervlak details
worden dan meer zichtbaar. Die kunnen worden weergegeven op een
topografische kaart dat is een kaart met een grote schaal.
Les 2:
GPS: Global positioning system, Een apparaat dat kan bepalen waar je bent
met hulp van satellieten.
Tijdzones: Gebied op aarde met dezelfde tijd.
Globe: Een wereldbol.
Meridiaan: Van de noordpool naar de zuidpool. Er zijn 360 meridianen.
Parellellen: Van het westen naar het oosten. ER zijn 180 Parellellen.
Graden + Minuten: 1 Graden = 60 Minuten = 60’
Les 3:
GIS: Geografisch Informatiesysteem. Een computer programma om
plaatsgebonden gegevens in te voeren, te onderzoeken en te presenteren op
kaarten.
Extra informatie:
Afstand op aarde is afhankelijk van de breedteligging.
Zonsondergang gaat sneller bij de evenaar.
De aarde draait van links naar rechts.
OL is altijd vroeger.
WL is altijd later.
Afstand op aarde is afhankelijk van de breedteligging.
Zonsondergang gaat sneller bij de evenaar.
De aarde draait van links naar rechts.
OL is altijd vroeger.
WL is altijd later.
De aarde staat 23,5 Graden scheef.
23,5 Graden N.B. is de kreeftkeerkring.
23,5 Graden Z.B. is de steenbok keerkring.
66,5 N.B. is de Noordpoolcirkel.
66,5 Z.B. is de Zuidpoolcirkel.
Op de evenaar ligt lage breedte.
Boven 90 Graden liggen de hoge breedtes.
Greenwich is een plaats in Londen.
Halfrond = Half ronde
Breedte = Noorden – Zuiderbreedte.
Download