Aantekening platentektoniek Exogene krachten= Krachten van buiten af Vb. erosie, tornado Lithosfeer (vast): Endogene krachten= krachten van binnenuit vb. vulkanisme, gebergtevorming 1. Continentale korst – graniet – dik, relatief licht 2. Oceanische korst – basalt – dun, relatief zwaar Asthenosfeer (vloeibaar): convectiestromen Warme magma stijgt op, koelt af en daalt Gevolg: aardplaten, aardschollen Er zijn drie plaatbewegingen: 1. Divergentie= uit elkaar 2. Langs elkaar 3. Convergentie= naar elkaar toe Divergentie zones: mid-oceanische rug magma komt omhoog en stolt / zeebodemspreiding Vulkanisme (effusief= uitvloeiend) Aardbevingen (licht) Langs elkaar schuiven: vb. San Andreasbreuk Aardbevingen Convergentie zones: 1. Oceaan – oceaan Vulkanische eilanden vb. Indonesië Subductie= onderduiken van platen Trog= smalle erg diepe kloof in de zeebodem Vulkanisme Aardbevingen (zwaar) 2. Oceaan – continent Bergketen met vulkanen aan de rand van het continent. Vb. Andesgebergte Subductie= onderduiken van platen Trog voor de kust. Vulkanisme Aardbevingen (zwaar) 3. Continent – continent Gebergtevorming vb. Himalaya gebergte Aardbevingen