Samenvatting Verteringsstelsel Mondholte Keelholte Onderdelen Gebit Functie ………………………………….. van voedsel vergroten Verteren van… Speekselklieren Afgeven enzym ……………… Slijm als smeermiddel Neusholte afsluiten bij slikken Zetmeel ……………… Huig ………………………… Slokdarm Luchtpijp afsluiten bij slikken Verplaatsen voedsel van keelholte naar maag met peristaltische bewegingen Tijdelijke opslag van voedsel Maag Maagsapklieren Produceren maagsap (water, zoutzuur, enzym …………………………) Pepsinogeen = inactieve vorm van enzym ……………………. Zoutzuur (pH 1,5 – 3,5) ……………………… in voedsel doden ……………………………… Beschermt maagwand tegen zoutzuur en ………………….. ………………………………. Afgifteplaats van: Kringspier die maag afsluit Gal en alvleessap vermengen met voedselbrij 12-vingerige darm Lever Produceert ………………… Breekt rode bloedcellen aftot …………………….. Afbraak giftige stoffen (bijv. alcohol) Tijdelijke opslag van …………………………….. als ………………………….. Eiwitten ……………………………… …………………………… Opslagplaats van gal Vetten …………………………., zodat enzymen beter kunnen inwerken op groot oppervlakte Alvleesklier Maakt insuline en ………………………. Produceert alvleessap met de enzymen: …………………………. amylase peptidase (o.a. tryptase) Bevat basische stof ……………………………… (pH > 7) Verteringsproducten opnemen in bloed en afvoeren via de …………………………….. Vetten via ………………………….. afgevoerd. Dunne darm Darmwandklieren Darmplooien,- en vlokken Blinde darm Vetten Zetmeel ……………………….. Produceert darmsap met de enzymen: Maltase, …………………………. en sacharase Peptidase Oppervlakte vergroten voor opname in bloed Wormvormig aanhangsel of ……………………… Water en ……………………….. uit voedsel onttrekken Dikke darm Bacteriën (………………….) Helpen afbreken onverteerbare …………………uit voedingsvezels Maken van …………………………. (o.a. voor bloedstolling) Tijdelijke opslagplaats onverteerde voedselresten Anus …………………spier die ontlasting doorlaat Endeldarm …………………………….. Eiwitten