Project MBO kleuren en kleurenanalyse leerlingen

advertisement
Een persoonlijk kleurenadvies geven door middel van kleurenanalyse
Naam:
Datum:
Klas:
Docent:
1
Inhoud
Inleiding ............................................................................................................................................... 3
Doelen ................................................................................................................................................. 4
De viersprong PGO .................................................................................................................................. 5
Benodigdheden ................................................................................................................................... 6
Deelcasus 2: Kleuren ............................................................................................................................... 7
Waarom nou eigenlijk een kleurenanalyse? ....................................................................................... 9
Wat zijn de beste kleuren voor de cliënt? ........................................................................................... 9
Hier beschreven de vier seizoen typen ............................................................................................. 10
Samenvatting van de vier seizoenstypen: ......................................................................................... 14
Wat je moet weten............................................................................................................................ 16
Tips voor in de praktijk ...................................................................................................................... 17
Haarkleuradviezen............................................................................................................................. 18
Briladviezen ....................................................................................................................................... 20
Accessoiresadviezen .......................................................................................................................... 20
Advieskaart lentetype ....................................................................................................................... 21
Advieskaart Zomertype ..................................................................................................................... 22
Advies kaart Herfsttype ..................................................................................................................... 23
Advieskaart wintertype ..................................................................................................................... 24
Opdrachten kleurenanalyse .............................................................................................................. 25
Stappenplan....................................................................................................................................... 26
Werkwijze kleuren analyse................................................................................................................ 26
2
Inleiding
Hiervoor je ligt het boekje een persoonlijk kleurenadvies doormiddel van een kleurenanalyse. Dit
boekje ga je samen met je docent doornemen. Daarna ga je de geleerde theorie ook in de praktijk
brengen.
Voordat je dit boekje gaat doornemen kijk jullie gezamenlijk een introductie film over
kleurenanalyse.
Wij als docenten wensen je heel veel succes!!
3
Doelen
De leerdoelen die bij de lessen kleuren & kleurenanalyse horen zijn:
- De leerling weet wat spectrale kleuren zijn en kan dit in eigen woorden uitleggen
- De leerling weet wat primaire kleuren zijn en kan dit in eigen woorden uitleggen
- De leerling weet wat secondaire kleuren zijn en kan dit in eigen woorden uitleggen
- De leerling kan na de workshop kleuren zelf een kleurencirkel maken
- De leerling kan na de theorie van de kleurenanalyse in eigen woorden vertellen wat het doel is van
een kleurenanalyse
- De leerling kan na de les kleurenanalyse uitleggen en benoemen met behulp van voorbeelden wat
een lentetype is
- De leerling kan na de les kleurenanalyse uitleggen en benoemen met behulp van voorbeelden wat
een zomertype is
- De leerling kan na de les kleurenanalyse uitleggen en benoemen met behulp van voorbeelden wat
een herfsttype is
- De leerling kan na de les kleurenanalyse uitleggen en benoemen met behulp van voorbeelden wat
een wintertype is
- De leerling kan na de uitleg en de les kleurenanalyse met behulp van het stappen plan een
kleurenanalyse uitvoeren
- De leerling kan naar iemand luisteren en kan iemand uit laten praten
- De leerling kan doormiddel van de instructiekaarten en de uitleg de opdrachten op de juiste manier
uitvoeren
- De leerling kan op haar eigen werk reflecteren door het invullen van het evaluatieformulier
Competenties:
A Beslissen en activiteiten initiëren
G Relaties bouwen en netwerken
K Vakdeskundigheid toepassen
L Materialen en middelen inzetten
M Analyseren
N Onderzoeken
Q Plannen en organiseren
R Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
T Instructies en procedures opvolgen
U Omgaan met verandering en aanpassen
X Ondernemend en commercieel handelen
4
De viersprong
PGO
Hier willen wij u kort uitleg geven over de vierspring. Aan de hand van de viersprong maken de
leerlingen de opdrachten.
1. studietaak
De bedoeling van een studietaak is dat je kennis over een bepaald onderwerp krijgt. Bij deze taak ga
je zelf op zoek naar informatie. Je krijgt een opdracht waarin precies staat wat je moet bestuderen. In
de tutorgroep bespreek je de studietaak eerst om te kijken wat nu precies de opdracht is. Dat maakt
het makkelijker om de goede informatie op te zoeken en te bestuderen. Verder bespreek je in de
groep hoe je in de volgende bijeenkomst de resultaten presenteert. Zorg ervoor dat de presentatie
niet langdradig en slaapverwekkend wordt. Bij de studietaak werk je met de viersprong.
Stappenplan studietaak “de viersprong”
1. Lees de taak. Leg aan elkaar uit wat precies de opdracht is. Bekijk of je misschien nog andere
bronnen nodig hebt dan die in de taak staan. Ga je individueel werken of in groepjes? Hoe ga je
precies studeren? Ga je de antwoorden letterlijk overschrijven of probeer je de antwoorden in je
eigen woorden te formuleren?
2. Spreek met elkaar af hoe je tijdens de volgende bijeenkomst het eindproduct presenteert.
3. Ga de taak uitwerken.
4. Presenteert het eindproduct in de tutorgroep, zoals jullie hebben afgesproken.
2. toepassingstaak
De bedoeling van een toepassingstaak is dat je letterlijk kunt laten zien dat je de leerstof begrepen
hebt. Dit betekent dat je de kennis die in je hoofd of in boeken zit moet kunnen toepassen. Het kan
zijn dat je iets moet maken, bijvoorbeeld een vragenlijst of een fotoreportage. Het kan ook zijn dat je
iets moet doen, zoals het voeren van een gesprek of het ontwikkelen van een kwartetspel voor
blinde kinderen. Natuurlijk heeft de toepassing te maken met je toekomstige beroep. Net als de
studietaak pak je een toepassingstaak aan met de viersprong.
Stappenplan toepassingstaak “de viersprong”
1. Lees de taak. Leg aan elkaar uit wat precies de opdracht is. Bekijk of je misschien nog andere
bronnen nodig hebt dan die in de taak staan. Ga je individueel werken of in groepjes? Bespreek met
elkaar hoe je de opdracht gaat uitwerken?
2. Spreek met elkaar af hoe je tijdens de volgende bijeenkomst het eindproduct presenteert?
3. ga het eindproduct ontwikkelen
4. presenteer het eindproduct in de tutorgroep, zoals jullie hebben afgesproken
Voor meer informatie over de viersprong en PGO (probleem gestuurd onderwijs) verwijzen wij u
door naar het volgende boek:
Hoezo PGO?
- M.A.F. Dekkers
- C.M.T. van Amelsfort
5
- C.M.L. Hogenboom
ISBN: 90-804883-5-6
Benodigdheden
-
Schaar (school)
Lijm (school)
Tijdschriften (minimaal 5 verschillende) (leerlingen laten meenemen)
Kleurkaartjes/staaltjes van verf bij de gamma, praxis, karwei etc. meenemen. (docent en
leerling nemen dit mee)
Wattenschijfjes (leerling)
Wattenstaafjes (leerling)
Reinigingsmelk (leerling)
Foundation voor de handentest (school)
Witte blouse of shirt met lange mouwen (leerling)
witte handdoek klein (leerling)
witte handdoek groot (leerling)
haarnetjes (school)
daglichtlampen (school)
make-up (school & eventueel leerling)
Kleurdoeken (leerling)
Kleurwaaiers (leerling)
Wit A4-papier (school)
6
Deelcasus 2: Kleuren
Op de opleiding zijn jullie aan het onderwerp kleurenanalyse toe. Je bent blij dat dit onderwerp
wordt gegeven. Op stage bij Beauty & Zo heb je namelijk met Marieke meegekeken die
kleurenanalyses bij cliënten toepast. Je vond dit erg leuk en interessant om te zien. Je wilt dit zelf ook
graag leren. De docent leidt het onderwerp in doormiddel van een les kleuren met behulp van een
PowerPoint. Door deze les krijg jij meer inzicht over de verschillende kleuren en de mogelijkheden.
Aan het einde van de les maak je nog een opdracht. De volgende lessen staan in het teken van de
workshop kleurenanalyse. De volgende les krijg je van je docent het boekje Een persoonlijk
kleurenadvies doormiddel van een kleurenanalyse. Voordat de docent met jou het boekje gaat
doornemen laat ze jou een filmpje zien over kleurenanalyse. Daarna ga je het boekje stap voor stap
met je docent doornemen. Daarna ga je de bijbehorende opdrachten maken. De volgende les ga je
de theorie in de praktijk brengen. Je gaat vervolgens de klant installeren en haar huid reinigen. Dit
kun je met behulp van de instructiekaarten doen. Als de hele klas klaar is gaan jullie samen stap voor
stap met de docent de kleurenanalyse bij elkaar afnemen. Je gebruikt hiervoor de instructiekaart
stappenplan werkwijze kleurenanalyse. Je docent kijkt toe en geeft eventuele tips en tops.
Ondertussen vul je steeds de kleurenanalyse kaart van de klant in. Na het afnemen van de
kleurenanalyse wissel je met je medestudent van plaats. Als je klaar bent vul je beiden een
evaluatieformulier in. De vierde les neem je zelf een model mee voor kleurenanalyse. Dit model
beschouw je als een echte cliënt die bij jou in de salon komt. Jou docent gaat hierop ook letten. Je
volgt dezelfde stappen als in de derde les. Na het lezen van deze casus begin je met het schrijven van
een pop en pap. Daarna start de docent met de les kleuren.
7
Opdracht:
De docent legt de opdracht in de les uit. Het einddoel is dat jij bij een cliënt een kleurenanalyse kan
doen.
Werkwijze:
- Je werkt bij deze opdracht volgens de viersprong
- Afhankelijk van de opdracht werk je samen of individueel
Ondersteuning:
- PowerPoint kleuren
- Toelichting van de theorie van kleurenanalyse door de docent
- Stappenplan
- Boek: Hoezo PGO?
Eindproduct:
- Pop
- Pap
- Ingevulde klantenkaarten
- Starrt verslag
- reflectieverslagen van de 1e drie lessen
- Reflectieverslag pop/pap
- Opdrachten die behoren bij kleuren analyse
- Kleurencirkel
- Eindevaluatie kleuren
Toetsing:
Alle onderdelen van het eind product worden in de eindbeoordeling meegenomen.
Studiebelasting: 8 SBU.
8
Waarom nou eigenlijk een kleurenanalyse?


In je eigen kleuren zie je er het beste uit
Omdat jouw kleuren bij elkaar passen, zal als gevolg daarvan al jouw kledingstukken prima te
combineren zijn
Wat zijn de beste kleuren voor de cliënt?
Om dit te kunnen bepalen kijk je naar het haar, de ogen en de huid. Daarbij heb je testdoeken en
daglicht belichting nodig.
Er zijn vier kleurtypen waar iemand bij kan passen.
- Lente
- Zomer
- Herfst
- Winter
9
Hier beschreven de vier seizoen typen
Lente type:
Iemand die een lentetype is heeft een zachte uitstraling, maar is minder breekbaar dan de
zomertypen. Opvallend is dat lentetypen rode wangen krijgen wanneer zij zichzelf opjagen.
De huid van een lentetype heeft altijd een gele ondertoon en is vaak makkelijk te verzorgen. Bij het
bruinen worden ze vaak rood en eventueel verbranden ze door de zon. Lentetypen met licht
rood/rossig haar worden meestal niet bruin en kunnen snel verbranden.
Lentetypen kunnen zomersproeten ontwikkelen met een goudbruine ondertoon
Het haar van de lentetype is meestal blond. Hoewel rood en bruinkleuren ook voorkomen. De rood
harigen hebben praktisch altijd blauwe ogen.
De voorkomende oogkleuren lopen uiteen van blauw, petrol, zeegroen, groen tot goudbruin. Heel
vaak zijn warm kleurige vlekjes in de pupil waarneembaar. Het oogwit is helder wit. De buitenrand
van de iris is scherp waarneembaar, dit noemen ze heldere ogen.
Huid:
Ivoorkleurig
Ivoorkleurig met goudbruine sproeten
Abrikoos/perzik
Lichtbeige
Goudbeige
Haar:
Honingblond
Donkerblond met goudglans
Licht goudblond
Licht rood/rossig
Lichtbruin tot middenbruin
Ogen:
Helder blauw met witte stralen
Helder blauw
Turkoois / petrol blauw
Helder groen met warm kleurige vlekjes
Licht goudbruin met warm kleurige vlekjes
Nooit een witte ring
10
Zomertype:
Zomertypen komen in Nederland veel voor. Ze hebben een breekbaar voorkomen met een blauwe
ondertoon en een grijzige gloed in het haar.
De huid kan heel licht en breekbaar lijken tot licht olijfkleurig. De huid van zomertypen is meestal
dunner dan die van warme lente en herfsttypen. De zomertypen hebben vaker huidproblemen zoals
oneffenheden en overtollig huidvet.
Sproeten hebben altijd een leverbruine of grijsbruine kleur. Zomertypen worden gemakkelijk bruin.
Maar worden nooit goudgeel.
Het haar van jonge zomertypen kan platinablond zijn maar later wordt het donkerder tot zelfs
donkerbruin aan toe. Vrouwen die uit het middellandse zee gebied komen hebben vaak een licht
olijfkleurige huid en hun haar kan in de zon een blauwe gloed krijgen.
Volle bruine ogen komen zeer weinig voor. Meestal zijn de ogen doorschijnend in blauw, groen en
hazelnootbruin. Heel goed zichtbaar is de witte ring om de iris. Het oogwit is meestal melk wit.
Huid:
Bleekbeige
Bleekbeige met roze wangen
Roze
Licht olijfkleurig
Met leverbruine sproeten
Haar:
Platinablond
Asblond
Donker asbruin
Nooit rood
Ogen:
Blauw zacht met witte ring
Blauw (doorschijnend) met witte vlekjes
Grijsgroen zacht met witte vlekjes
Helder lichtblauw
Licht zacht (doorschijnend) zeegroen
Licht zacht (doorschijnend) hazelnootbruin
11
Herfstype:
Herfsttypen hebben een uitgesproken warm voorkomen. Zij kunnen heel intens zijn met
kleurinstellingen maar ze komen nooit hard over.
Herfsttypen hebben meestal weinig zomersproeten. Ook blozen ze minder makkelijk als lentetypen.
De ondertoon is altijd sterk gelig en egaal.
De huid is meestal gemakkelijk te verzorgen en wordt prachtig goudbruin zonder te verbranden.
De haarkleuring gaat van rood tot bruin. Blond komt wel voor maar dan neigend naar donker
goudblond.
De oogkleur loopt sterk uiteen maar (helder) blauw komt niet veel voor. Het zal dan eerder
turkoois/petrol blauw zijn. bruin en groen in alle soorten van schakeringen. Opvallend
waarneembaar zijn de prachtig warm gevlekte iris met een gouden schittering. De rood harigen
hebben praktisch altijd bruine of groene ogen. Het oogwit is soms gelig wit vooral bij de negroïde
bruine huid.
Huid:
Ivoor met rood/bruine sproeten
Warm beige
Goudbeige
Roodbeige
Donker perzik
Lichtbruin
Donkerbruin
Haar:
Goudblond
Roodbruin
Kastanjebruin
Goudbruin
Zeer donkerbruin met goudglans
Ogen:
Goudbruin
Amberbruin (geel goud)
Donkerbruin
Petrol blauw
Helder goed
Turkoois
12
Wintertype:
Wintertypen hebben een sterke uitstraling. Zij zijn de enigen die belang hebben bij ijs- en harde
kleuren en de grootste contrasten. Zij zijn de enigen van de vier seizoentypes die echt mooi
voorkomen in zwarte en/of witte kleding.
De huid kan enorm licht zijn met sterk gekleurd haar en ogen. De wenkbrauwen zijn sterk gekleurd.
De lippen zijn als sterk gekleurd met een scherpe natuurlijke omranding. De huid heeft een sterke
blauwe ondertoon. De karakteristieke “sneeuwitjes” zijn altijd wintertypen. Een zeer blanke huid,
staalblauwe ogen met rode lippen. Wintertypen worden snel bruin, maar de kleur verdwijnt even
snel weer van het gezicht waardoor de handen donkerder zijn.
Sproeten komen niet of nauwelijks voor
Het haar is donker tot zeer donker en nooit blond of rood. Bij beschadigingen aan het haar kunnen
rode punten zichtbaar zijn uit diep liggend pigment. Het haar blijft wel een assige aanblik houden.
De oogkleur is altijd heel helder en intens. Van staalblauw tot donkerblauw, van grijs tot grijsgroen
en van donkerbruin tot bruinzwart. Heel opvallend is de witte ring die aan de buitenkant van de
waarneembaar is. Er zijn soms ook witte vlekjes te zien. Het oogwit is meestal heel helder.
Huid:
Zeer blank
Rozig blank
Roze beige
Olijf
Donker asbruin
Grijszwart
Haar:
Midden asbruin
Donker asbruin
Peper en zout kleur
Blauwzwart
Zwart
Zilver
Nooit licht blond of rood
Ogen:
Donker bruin
Bruinzwart
Grijsbruin
Grijsblauw
Staalblauw
Grijsgroen
13
Samenvatting van de vier seizoenstypen:
Lentetype:
warm
Licht
Helder
Zomertype:
koel
Licht
Zacht
Herfsttype:
warm
Donker
Zacht
Wintertype:
koel
Donker
Helder
Kleurenpalet
Het kleurenpalet gebruik je als basis voor cliënt. Het is een verzameling van de beste kleuren per
type. De persoonlijke kleuren laten zien welke het beste bij je passen.
De juiste kleuren…………..:
-
Laten je gezond, vitaal, fris en energiek overkomen
Laat het gezicht, de ogen en het haar opfrissen
De huidstructuur wordt egaler en oneffenheden verminderen
De schaduwen op de huid verminderen
De lijnen en rimpels vallen minder op
Kleine gebreken worden verdoezeld
Er komt harmonie als geheel, men is in balans
Onjuiste kleuren…………..:
-
Maakt het gezicht gelig
Laat de klant er moe en /of ziek uitzien
Laat de haarkleur er dof uit zien
De ogen worden dof
Donkere kringen worden meer zichtbaar
De oneffenheden in de huid worden geaccentueerd
De huidskleur wordt vlekkerig
De lijnen en kringen zijn dieper
Kleine gebreken worden duidelijker zichtbaar
14
Argumenten om voor een kleuradvies te kiezen:
-
Het geeft de cliënt zekerheid voor het juiste kleurgebruik
Het geeft meer zelfvertrouwen
Het geeft je een goede basisgarderobe
Het vermijd impuls- en miskopen
Het is een éénmalige uitgave
15
Wat je moet weten
Doel: Het doel van de kleurenanalyse is persoonlijk kleuradvies geven door middel van een
kleurenanalyse
-
Analysedoeken:
Goud / zilver:
Zwart haar:
Rood haar:
Blond haar:
indeling in seizoen
indeling warm/koud
nooit zomer/ altijd winter
altijd een warm type
nooit een wintertype
-
Sproetentest:
Leverkleurig = koud
Goudkleurig = warm
-
Handentest (winter)
blauw/roze = koel
Wit / beige = warm
16
Tips voor in de praktijk
Licht:
-
De kleurenanalyse wordt uitgevoerd bij daglicht
Het licht rond om de spiegel moet goed verdeeld zijn
Denk bij daglicht eraan dat de zon in de namiddag het licht geel kleurt
Kleur:
- Houd de werkruimte zo neutraal mogelijk
- Draag een witte jas of blouse tijdens de analyse
- Draag geen sieraden
Stap 1: zorg ervoor dat de huid geheel ontdaan is van make-up of juwelen. Dit kun je tijdens het
maken van de afspraak al bespreken. (dit scheelt tijd)
Stap 2: bedek de kleding met de witte cape en eventueel als de haarkleur sterk afwijkend is van de
eigen kleur met de witte muts
Stap 3: bekijk de huid, het haar en de ogen goed en bespreek met de cliënt wat je waarneemt. De
klacht heeft hier recht op want hij/zij moet weten waar jouw advies op gebaseerd is. Noteer het
eventueel op de cliëntenkaart
Stap 4: start vervolgens met de goud en zilverdoeken. Noteer dit eventueel op de cliëntenkaart
Tip: laat de klant naar het gezicht kijken en niet naar de doeken. Liever nog eens allemaal tonen dan
er lang naar staren.
Stap 5: vervolg dan met de analysedoeken. Eventueel weer noteren
Tip: toon de doeken voor de eerste keer snel en vraag alleen of er verschil is waargenomen. Zoek de
beste uit of de minst slechte.
Stap 6: breng de bijbehorende make-up aan. Bespreek het paspoort en haar gebruiksmogelijkheden.
Het kan voorkomen dat een cliënt in het begin niets waarneemt. Wijs de klant dan op bijvoorbeeld
een kaaklijn die verandert of kringen onder de ogen of andere waargenomen veranderingen. Stel de
cliënt gerust dat het echt goed komt. (tenzij van kleurenblindheid sprake is)
Denk erom de cliënt wil jouw advies. Er moet een wisselwerking bestaan tussen jou en de cliënt. Zodat
de cliënt jouw advies begrijpt en het ook daadwerkelijk in de praktijk kan toepassen.
17
Haarkleuradviezen
Natuurlijke haarkleuren:
zwart
donkerbruin
middelbruin
lichtbruin
donkerblond
middelblond
lichtblond
zeer blond
extra lichtblond
kleurkarakters:
as
asgoud
parel
mokka
goud
beige
extra goud
choco
hazelnoot
koper
kopergoud
extra koper
kopermahonie
koperrood
mahonie
mahonieparel
kastanje
mahoniekoper
mahonierood
mahonieviolet
rood
roodkoper
roodmahonie
extra rood
roodviolet
violet
violet rood
koele kleuren zijn:
as
parel
mahonie
mahonieparel
mahonierood
mahonieviolet
18
rood
roodmahonie
extra rood
roodviolet
violet
violetrood
warme kleuren zijn:
mokka
goud
extra goud
hazelnoot
koper
extra koper
kopermahonie
koperrood
koel en warm:
asgoud
beige
choco
kopermahonie
koperrood
kastanje
mahoniekoper


Lente en herfsttypes adviseer je warme haarkleuren
Zomer en wintertype`s adviseer je koele haarkleuren
19
Briladviezen
Lente en herfstype`s:
Goudkleurig montuur
Wanneer men een kleurrijk montuur uitzoekt dan warme kleuren
adviseren
Zomer en wintertype`s
Zilverkleurig montuur
Wanneer men een kleurrijk montuur uitzoekt, dan de koele kleuren
adviseren
Accessoiresadviezen
Lente en herfstype`s:
goudkleurige sieraden
Wanneer men sjaaltjes of andere accessoires wil gaan dragen, dan de
warme kleuren adviseren
Zomer en wintertype`s:
Zilverkleurige sieraden
Wanneer men sjaaltjes of andere accessoires wil gaan dragen, dan de
koele kleuren adviseren.
20
Advieskaart lentetype
Licht
Warm
Helder
Frisse en bonte tinten
Medium contrast
Haar:
Huid:
Ogen:
honingblond, rossig
licht beige, goud beige
helder, warm, vlekjes
Foundation:
Rouge:
Lipstick:
Oogschaduw:
Mascara:
geelbeige of transparant
van zacht perzik tot warm helder rood, koraal en oranje tinten
perzik, koraal, oranje en oranjerood tinten
dezelfde nuance als de kleding advieskleuren, de kleur van de ogen
bruin
Sieraden:
(geel)goud, brons, ivoor, amber (gele/perzik) parels, turkoois
Bril:
Montuur:
lichte bruine glazen
goudkleurig, lichtbruin, perzik/oranje tinten
21
Advieskaart Zomertype
Licht
Koel
Zacht
Teer en pasteltinten
Licht contrast
Haar:
Huid:
Ogen:
platinablond, asblond, asbruin
blank roze-beige, licht olijf
zacht, grijze ring in iris
Foudation:
Rouge:
Lipstick:
Oogschaduw:
Mascara:
roze-beige of transparant
van zacht roze tot koel rood in zachte tinten
roze, zacht roze rood (niet te donker, maakt de huid te blauw)
dezelfde nuance als de kleding advieskleuren, de kleur van de ogen
donkerblauw
Sieraden:
(wit)goud, titanium, (roze/witte) parels, diamant
Bril:
Montuur:
licht (grijs) blauwe glazen
zilver, blauw, roze of grijs
22
Advies kaart Herfsttype
Donker
Warm
Zacht
Volle aardtinten
Medium contrast
Haar:
Huid:
Ogen:
Goud, blond, bruin, rood
goud, beige, goudbruin
hazelnoot en petrol
Foundation:
Rouge:
Lipstick:
Oogschaduw:
Mascara:
geel-, goud-, tot bruin beige en transparant
perzik/oranje, bruin/licht- en donkerterra
abrikoos, oranje, rood, bruin, oranjebruin, oranjerood
dezelfde nuance als de kleding advieskleuren, de kleur van de ogen
bruin zwart
Sieraden:
(geel)goud, brons, amber, (gele/perzik) parels
Bril:
Montuur:
Bruine of groene glazen
goudkleurige, bruin roest, donkergroen of olijf
23
Advieskaart wintertype
Donker
Koel
Helder
Harde en ijs ijstinten
Sterk contrast
Haar:
Huid:
Ogen:
blauw, zwart, donkerbruin
porselein, aszwart, olijf
bruine, bruinzwarte ring in de iris
Foundation:
Rouge:
Lipstick:
Oogschaduw:
Mascara:
roze-beige of transparant
midden roze, wijnrood, fucia, helder koel en/of donkerrood
diep roze, roze rood, wijnrood, helderrood (vermijd paars dat maakt
de huid te blauw)
Dezelfde nuance als de kleding advieskleuren
blauw, groen of zwart
Sieraden:
(wit) goud, zilver, titanium, witte parels, diamant
Bril:
Montuur:
blauwe glazen
zilver, paars, roze of zwart of dezelfde nuance als de kleding
advieskleuren.
24
Opdrachten kleurenanalyse
Opdracht 1: Verzamel diverse afbeeldingen en verwerk ze in 6 collages:
Warm
Koel
Licht
Donker
Helder
Zacht
Opdracht 2: Maak met behulp van kleurkaartjes de tegenstellingen op één A4-tje
Licht donker
Zacht helder
Warm koel
Opdracht 3:
Maak 4 collages (A4-formaat) van gezichtsafbeeldingen van de verschillende kleurtypen
Lentetype
Zomertype
Herfsttype
Wintertype
http://www.bft-webshop.nl/
25
Stappenplan
Werkwijze kleuren analyse
1. Voorstellen aan de klant
2. uitleggen wat een kleurenanalyse is en wat er precies gedaan wordt
3. reinigen van de huid met reinigingsmelk en wattenschijfjes wanneer er make-up op het gezicht
aanwezig is. (handiger is het om de cliënt zonder make-up te laten komen)
4. haar kleur bepalen: - Geverfd ja of nee
- Wat is de echte kleur?
- Vragen of je in de haargrens mag kijken om de juiste kleur te
bepalen
5. huid:
- Sproeten ja of nee
- Kijken welke kleur de sproeten hebben (eventueel met vergrootglas
kijken)
- teint bepalen van de huid
- Onzuiverheden ja of nee
6. ogen
- Kleur
- Kleur van het oogwit (bv. Waterig)
7. handentest:
- Aan de binnenkant van de pols breng je koele en warme (roze en
beige)
foundation aan en welke foundation het eerste in de huid trekt
bepaalt of de
huid koel of warm is
- Daarna de foundation verwijderen
8. zilver / goud doek:
- Leg de doeken op de tafel en laat de cliënt haar of zijn handen
bovenop de doeken leggen.
- Kijk nu naar het verschil en let daarbij op poriën, kleur van de huid
en oneffenheden
9. zilver / goud doek:
- Leg eerst de gouden doek op de borst tegen de halslijn aan van de
cliënt en daarna de zilveren doek
- Kijk naar het verschil van de neus, kringen onder de ogen, onderkin,
kaaklijn, rimpels bij de gouden en zilverdoek
10. roze doek:
- Na het zilver en gouddoek begin je met de roze doeken. Je start
altijd met de lente, zomer, herfst en als laatste de winterdoek
11. alle doeken:
- Nu alle doeken op de borst tegen de halslijn aan van de cliënt en de
juiste kleuren achteruit leggen in samenwerking met de cliënt.
26
Wanneer je een doek vindt die jij goed bij de cliënt vind passen, vraag
dan aan de cliënt of die het ermee eens is.
12. klantenkaart invullen:
- Nu je alle juiste doeken achteruit hebt gelegd ga je de cliëntenkaart
invullen en bespreken met de klant wat je geconstateerd hebt
13. doeken tellen:
- Je gaat nu eerst alle doeken bekijken en bespreken welke doeken
echt goed staat qua kleur en welke doeken minder mooi staan.
- De doeken die nu zijn overgebleven gaan we tellen en vanuit deze
doeken kun je bepalen wat voor type de cliënt is.
14. Foto maken:
- Maak nu een foto van de juiste kleuren en mail deze naar de cliënt
15. Haar kleuradvies:
- Na aanleiding van de kleurenanalyse kun je nu ook een haar kleur
advies geven.
15. Briladvies:
- Na aanleiding van de kleurenanalyse kun je nu ook een briladvies
qua kleur geven
16. Accessoires:
- Na aanleiding van de kleurenanalyse kun je nu ook advies geven
voor accessoires, zoals sieraden, sjaaltjes, etc.
27
Download