De Grote Broklede Wetenschapsquiz

advertisement
De Grote Broklede Wetenschapsquiz
De quiz bestaat uit 30 (meerkeuze)vragen uit de Natuurkunde, Wiskunde, Biologie en
Scheikunde.
Vraag 1: Als je een schep suiker in cola doet gaat de prik eruit. Maar er zit al suiker in
cola. Hoe verklaar je dat?
A. Het suikergehalte in de cola wordt dan te hoog.
B. Dat komt door de korrelvorm van de suiker.
C. In cola zit een andere soort suiker.
B, dat komt door de korrelvorm van suiker. Hetzelfde gebeurt wanneer je zout of zelfs grint in
cola doet. In cola zit koolstofdioxidegas opgelost. Dat gas wil uit de cola ontsnappen. Dat kan
alleen als het gas belletjes vormt. Deze belletjes vormen zich het liefst rondom een korreltje in
de cola, of een krasje in je glas. Een schep losse suiker geeft meer 'prik' dan een klontje,
omdat er meer korreltjes zijn waaromheen de belletjes zich kunnen vormen. Wanneer je de
suiker eerst oplost in water, en dat bij je cola giet, bruist het niet. Colamakers gebruiken dus
ook geen suikerkorrels om de cola zoet te maken maar suikersiroop, een zoete vloeistof die
gemaakt wordt van suikerbieten.
2. Tot hoever kun je tellen?
a. Tot zover als er woorden voor zijn.
b. Tot oneindig.
c. Tot biljoen maal triljoen maal quadriljoen.
Antwoord: B.
Antwoord A is niet het goede antwoord, want er zijn altijd nieuwe woorden te bedenken.
Antwoord C is ook niet goed, want tot hoe ver je ook telt, je kan er altijd nog één bij optellen.
En dan kun je ook doortellen (plus twee, of plus één miljoen, etc.). Zo kun je altijd doorgaan.
Daarom is het juiste antwoord B, tot oneindig.
Vraag 3: Kan er bij een chemische reactie een mengsel ontstaan?
A. Ja, dat kan.
B. Nee, want bij een chemische reactie ontstaat altijd maar 1 stof.
C. Nee, want reactieproducten zijn altijd zuivere stoffen
A, Als er twee of meer producten ontstaan is er sprake van een mengsel.
4. Kip & ei
Er zijn 4 kippen die gezamenlijk 4 eieren in 4 dagen leggen. Hoeveel eieren leggen 10
kippen gezamenlijk in 10 dagen?
a. 10
b. 25
c. 40
Antwoord: B
De 4 kippen leggen samen 10 eieren in 10 dagen. Dus 10 kippen leggen in 10 dagen 2,5 x 10
= 25 eieren. Of: elke kip legt in 4 dagen 1 ei, of 0,25 ei per dag, etc.
Vraag 5: Waarom kun je vuur met water blussen?
a) Omdat water de vlammen afsluit.
b) Omdat water nat is.
c) Omdat water veel warmte opneemt.
C, Water sluit de vlammen niet af, het is niet een soort deken die je er overheen gooit. Dat het
nat is heeft er ook niets mee te maken. Benzine is ook nat en dat kan je toch beter niet op een
vuurtje gooien. Water kan zo goed blussen, omdat het enorm veel warmte kan opnemen. Hout
bijvoorbeeld gaat bij 273 graden branden. Als je nou bij een bosbrand zoveel warmte
weghaalt dat de temperatuur onder de 273 graden komt, dan houdt de brand op. En die
warmte weghalen kan met water. Water zuigt als het ware de warmte op. En water kan heel
veel warmte opzuigen en vasthouden. Je kunt zelfs water koken in een papieren bakje, zonder
dat het papieren bakje verbrandt!
6. Schurk of ridder?
Stel, je zit op een eiland waar twee typen bewoners zijn: ridders en schurken. Ridders
spreken altijd de waarheid en schurken liegen altijd. Je komt iemand tegen en je vraagt:
Ben je een ridder? Wat is zijn antwoord?
a. ja
b. nee
Antwoord: A
Als ridder, dan antwoord ja. Als schurk, dan antwoord ook ja.
Vraag 7: Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
a) Een zuivere stof bestaat altijd uit 1 molecuulsoort en een mengsel uit meerdere soorten.
b) Een zuivere stof bestaat uit meerdere molecuulsoorten en een mengsel uit 1 soort.
c) Moleculen van een zuivere stof zijn altijd opgebouwd uit identieke atoomsoorten, die van
een mengsel altijd uit verschillende atoomsoorten.
Antwoord is A. Antwoord C is fout, omdat de moleculen van een zuivere stof niet altijd
opgebouwd zijn uit identieke atoomsoorten. Denk maar aan zuiver water: H2O. Water is
opgebouwd uit 2 atomen H en 1 atoom O.
8. Hoeveel euro kost een tennisbal?
a. 1
b. 2
c. 3
Antwoord: B
x + y = 8 en 3x + 2y = 18 geeft y = 6 en dus x = 2 ofwel 2 euro
Vraag 9: Bij verbranding van fossiele brandstoffen wordt zuurstof verbruikt en
kooldioxide geproduceerd. Wat heeft dat wereldwijd op termijn voor gevolg?
a) Door een tekort aan zuurstof zal de ademhaling moeilijker worden.
b) De oceaan zal verzuren tot beneden een pH (zuurgraad) van 7.
c) De bovenkant atmosferische deken (stratosfeer) zal afkoelen.
C, De bovenkant van de atmosferische 'deken?, de stratosfeer, zal afkoelen, terwijl de
onderkant, de troposfeer, warmer zal worden. Wanneer de concentraties broeikasgassen als
methaan en koolzuurgas in de troposfeer toenemen, zal de door de aarde teruggekaatste
straling minder gemakkelijk uit de troposfeer ontsnappen. Daardoor is er minder warmte
beschikbaar voor de rest van de atmosfeer.
Maar de concentratie broeikasgassen in de stratosfeer neemt ook toe, waardoor deze meer
warmte aan de hemelruimte verliest. De straling, afkomstig van het aardse oppervlak wordt
door de atmosfeer geabsorbeerd, waardoor deze aan de onderkant zal opwarmen. Maar aan de
bovenkant overheerst de toegenomen effectiviteit van de warmteuitstraling. Daardoor wordt
de stratosfeer kouder.
Er ontstaat zo een nieuw evenwicht met een lagere temperatuur in de stratosfeer en een hogere
in de troposfeer. Per saldo gaat het om dezelfde hoeveelheid warmte. Deze is alleen minder
gelijk verdeeld over stratosfeer en troposfeer.
Stratosferische afkoeling zou onder andere een sterke bijdrage kunnen leveren aan het dunner
worden van de ozonlaag. Overigens is dit effect een ontdekking van de Nederlandse
Nobelprijswinnaar Paul Crutzen.
10. Waarom plakt kroepoek aan je tong?
a) Kroepoek zuigt heel snel speeksel op.
b) Kroepoek met speeksel wordt plaksel.
c) Het oppervlak van kroepoek is erg ruw.
Antwoord A is goed.
In kroepoek zit zetmeel dat heel snel water van je tong zuigt. Door dat gezuig blijft de
kroepoek aan je tong plakken. De kroepoek komt pas los van je tong als het zetmeel opgelost
is en de kroepoek helemaal slap van het vocht is geworden.
Als je kroepoek in water gooit hoor je het gewoon water opzuigen. Dat gaat zo snel dat de
kroepoek gaat knetteren.
Vraag 11: Als je een fles champagne voorzichtig opent, ontsnapt er vaak een pluimpje
mist. Wat is dat?
a. Most.
b. Water.
c. Koolzuur.
B, Op het moment dat je de fles opent, valt in één keer de koolzuurdruk weg. Het uitzetten
van het uitdijende gas kost energie die aan het gas wordt onttrokken. Het gas koelt daardoor
af, waardoor de waterdamp die in het gas aanwezig is, condenseert. Dat is de mist die je ziet.
In een vliegtuigcabine waar de druk plotseling wegvalt, gebeurt hetzelfde. In de cabine hangt
dan in één keer een dikke mist.
12. Marsmannetjes
Antwoord: D
2G + 3O + 5B = 250, met O = G en B = G+10 geeft dit 5G + 5(G+10) = 250 ofwel: 10G =
200, dus G = 20 en dus 30 blauwe mannetjes .
Vraag 13. Koolstof en zuurstof reageren in de massaverhouding van 3 staat tot 8 met
elkaar. Ik heb 6,4 gram koolstof. Hoeveel gram product CO2 ontstaat er?
a. 17,4 gram CO2.
b. 23,4 gram.
c. 11,0 gram.
B, (8x6,4)/3= 17 gram zuurstof. 17 + 6,4 = 23,4 gram
Vraag 14: Waaruit haalt een boom zijn massa?
a.Uit de bodem.
b. Uit de lucht.
c. Uit het water.
Het goede antwoord is b.
Het lijkt onlogisch: je geeft je planten water, je verpot ze af en toe: dat zullen ze dus wel
nodig hebben om te groeien. Maar bomen en planten groeien omdat ze CO2 omzetten in
bouwstoffen, die voornamelijk uit koolstof bestaan. Die CO2 haalt de boom uit de lucht.
Vraag 15: In de poolzee drijft een enorme ijsberg. Onder invloed van het broeikaseffect
smelt hij. Wat gebeurt er met het zeewaterpeil?
a. Dat stijgt.
b. Dat daalt.
c. Dat blijft gelijk.
Het goede antwoord is c.
Volgens de wet van behoud van volume maakt het niet uit of het water in vaste vorm of als
vloeistom in de zee aanwezig is. Omdat het iedereen zo bang is dat onder invloed van het
broeikaseffect de zeeën zullen stijgen, antwoordt men wellicht dat het waterpeil stijgt. Deze
stijging is echter het gevolg van het smelten van landijs, ijs dat vastzit aan het land en dat als
het smelt in de zee terecht komt, waardoor het waterpeil dus wel stijgt.
16. Mierenloop
Antwoord: E
5 x 12 = 60
Vraag 17: Je wilt graag een zachtgekookt eitje. Moet er iets veranderen aan de kooktijd
van het ei als je geen gewoon kraanwater gebruikt, maar zeewater?
a. Ja, het ei moet korter koken.
b. Ja, het ei moet langer koken.
c. Nee, het ei moet even lang koken.
Het goede antwoord is a.
Zeewater kookt bij een hogere temperatuur dan kraanwater. Dit kan je zien als je water kookt
en er dan een handje zout in gooit: het water stopt met koken. Als je het doorverwarmt begint
het na een vrij korte tijd opnieuw te koken, bij een hogere temperatuur. Het vriespunt van
zeewater ligt op -1,9 graden.
18. papier hier
Antwoord: D
19. Waarom krijg je vaak een slapende voet als je er op zit, maar bijna nooit slapende
billen?
a) Er zitten geen botten in je billen.
b) De zenuwen in je billen zitten heel diep.
c) Je voeten zitten veel verder van je hart af.
Het goede antwoord is b.
Vlak onder de huid van je voet lopen zenuwen. Dat zijn een soort elektriciteitskabels die je
hersenen verbinden met de rest van je lichaam. Door die zenuwkabels lopen stroompjes van
en naar je hersenen. Als je op je voet gaat zitten, knel je die zenuwen af en kan er geen stroom
meer doorheen. Je voet voelt dan een tijdje niets, hij gaat slapen. Als je anders gaat zitten,
houdt het afknellen op. Het duurt dan een tijdje voordat je zenuwen weer goed werken. Dat
veroorzaakt het tintelend gevoel. In je bil zitten ook zenuwen. Je voelt het toch als iemand je
in je bil knijpt? Alleen zitten die zenuwen zo diep onder een laag vlees en vet dat ze niet zo
snel afgekneld raken. Het kan wel. Als je ontzettend lang op je billen blijft zitten, krijg je
uiteindelijk een slapende kont.
20. Als je jezelf terug hoort op een video-opname klinkt je stem anders dan je gewend
bent. De stemmen van anderen klinken wel gewoon. Hoe komt dat?
a) door de stand van je oren
b) door je schedel
c) als je praat, hoor je minder goed
Het goede antwoord is b. Je hoort geluid niet alleen via je oren. Je hoort ook via het bot in je
hoofd, je schedel. Dat heet beengeleiding. Dat kun je bijvoorbeeld merken als je je oren
dichthoudt. Het is dan niet stil, je hoort alsnog wat dof geluid. Als je zelf praat, komt het
grootste deel van je stemgeluid via je schedel bij je gehoor¬orgaan terecht. Niet via de lucht
en je oren. Het bot in je hoofd vervormt je stem. Hij lijkt daardoor wat lager. Als je jezelf op
de video hoort, hoor je je eigen stem ineens wel via de lucht en je oren. Dat klinkt voor jou
anders, maar jouw omgeving hoort jou altijd zo!
21. Waarom wrijft een vlieg in zijn pootjes?
a) hij maakt ze schoon
b) hij is blij
c) hij warmt ze op
Antwoord: Het goede antwoord is a, om ze te wassen. Vliegen houden niet van stof. Ze
wrijven niet alleen met hun pootjes over elkaar, maar ook over hun vleugels en kop om ze
schoon te maken. Ze maken vooral hun harige pootjes goed schoon, omdat daar allerlei
zintuigen zitten. Daar kunnen ze mee voelen en proeven. Als hun pootjes vies worden, werken
de zintuigen veel slechter. Behalve stof, verwijderen de vliegen ook parasieten. Vliegen zijn
gek op vieze dingen, zoals mest en bedorven vlees om van te eten of eitjes in te leggen.
Daardoor zitten ze, ondanks het poetsen, onder de bacteriën en virussen. Dit kunnen er vele
tienduizenden zijn op en in hun lichaam. Vandaar dat vliegen allerlei ziektes kunnen
overbrengen. Dus ondanks het poetsen, zijn het toch niet echt schone beesten.
Vraag 22: Twee fietsers zijn 100 km van elkaar verwijderd. Fietser A fietst 10 km/u. Fietser B
fietst 15 km/u. Ze vertrekken op hetzelfde moment en fietsen dan naar elkaar toe. Op het
moment dat ze vertrekken laat fietser A een duif los. Deze vliegt met 50 km/u richting fietser
B. Is de duif bij fietser B, dan draait hij zich direct om en vliegt hij weer naar fietser A. Zo
blijft hij tussen beide fietsers heen en weer vliegen totdat de fietsers elkaar tegenkomen.
Hoeveel km heeft de duif gevlogen op het moment dat de fietsers bij elkaar komen?
A.
B.
C.
D.
50 km
100 km
200 km
1000 km
Het juiste antwoord is C.
De fietsers doen er 4 uur over om bij elkaar te komen. (ze fietsen samen 25 km/u en de
afstand is 100 km.)
De duif vliegt 50 km/u en hij legt in 4 uur dus 200 km af.
Vraag 23 Het metaal kwik is:
A.
B.
C.
D.
Een van de hardste metalen
Vloeibaar bij kamertemperatuur
Radio-actief
Wordt gebruikt bij de fabricage van vliegtuigen
Het goede antwoord is : B.
Vraag 24 Waarom zijn dinosaurussen uitgestorven?
A.
B.
C.
D.
door infecties ziektes.
door de jacht door de oermens
door klimaatveranderingen
door een meteorietinslag
Het goede antwoord is : D. de meteorietinslag was verantwoordelijk voor het uitstreven van
de dionosaurussen. Hierdoor vonden dramatische klimaatveranderingen plaats waardoor de
dino’s geen voedsle meer konden vinden e.d.
Vraag 25: Wie kent Road Runner niet? Deze bekende tekenfilmfiguur maakt het leven van
een coyote flink moeilijk. Wat is een Roadrunner voor een vogelsoort?
A. Een fazant
B. Een koekoek
C. Een ooievaar
D. Een kalkoen
Het goede antwoord is B. Een Roadrunner behoort tot de familie van de koekoek. Hij kan
slecht vliegen en legt dus geen eieren in een andermans nest zoals de echte koekoek.
Vraag 26: Ieder land heeft een tweeletterig Internet domein, zoals . nl voor Nederland of .ch
voor Zwitserland. Welk land heeft het domein .tv gekregen?
A) Liechtenstein
B) Terra Verde
C) Het Vaticaan
D) Tuvalu
Het antwoord is D. Tuvalu is een polynesische archipel in de ten noorden van Fiji en ten
oosten van de Salomonseilanden. Het is een van de meest afgelegen landen ter wereld en, na
Vaticaanstad, het land met het kleinste inwoneraantal. Het staatshoofd is koningin Elizabeth II
en Tuvalu is lid van het Britse Gemenebest. In April, 2000 the tiny, impoverished South Pacific
nation of Tuvalu garnered an amazing windfall, selling the rights to its Internet domain for $50 million
U.S., spread over 12 years, to be shared among a population of less than 11,000.
Vraag 27: Als je een brok koolstof neemt en daar een grote druk op uitoefent bij een heel
hoge temperatuur wat krijg je dan?
A) Grafiet
B) Een soort glas
C) Kleinere stukken koolstof
D) Een diamant
Antwoord D. Dit proces heeft plaatsgevonden in de aardkorst waardoor natuurlijke
diamanten gevormd werden.
Vraag 28: Wat is de vorm van onze melkweg?
A) Rond, bolvormig
B) Zoals een donut
C) Een pretzel
D) Vlak en spiraalvormig
Het is antwoord D. The Milky Way has four spiral arms radiating out from a central cluster of
stars or "nucleus". Our solar system is located on one of the spiral arms, quite far from the
center.
Vraag 29: Hoe komt het dat er seizoenen zijn op aarde?
a. Doordat de aardas een beetje scheef staat.
b. Doordat de baan van de aarde om de zon geen
cirkel is.
c. Doordat het magnetisch veld van de aarde de
atmosfeer verstoort.
d. Doordat zeestromen warm en koud water
aanvoeren.
Het is antwoord: A. Dat komt door de schuine stand van de aardas t.o.v. het baanvlak rond de
zon (en dus niet doordat de aarde 's winters verder van de zon zou staan: tijdens onze winter
staan we juist het dichtste bij de zon!). 's winters staat de zon minder hoog aan de hemel dan 's
zomers en een invallende bundel zonlicht wordt "dunner" uitgesmeerd over een groter
oppervlak, waardoor de aarde minder opwarmt dan 's zomers. Als het bij ons winter is, staat
op het zuidelijk halfrond de zon juist hoger aan de hemel en is het daar zomer. In veel atlassen
staan mooie plaatjes die dit goed uitleggen.
Vraag 30: Waardoor is plastic lastig te recyclen?
a. Mensen hebben geen zin om plastic te
scheiden.
b. Plastic kan maar één keer in de gewenste
vorm worden gemaakt.
c. Plastic smelt niet.
d. Verschillende soorten gesmolten plastic
mengen niet goed.
Het goede antwoord is A. Het meeste plastic komt tussen het gewone afval terecht.
Consumenten scheiden dit niet omdat de gemeenten ook geen mogelijkheden bieden om
plastic te reclyclen, zoals groenafval e.d.
Download