Weekwoorden - Voeding - Niveau C Week 1C rauw de cola benauwd de afvalstoffen het project het restaurant de discussie de energie de tafelmanieren de calorie kauwen de chocola de andijvie de sportclub de auto de spijsvertering de eetgewoontes de pauze Week 2C trainen trakteren bewegen sporten zweten kloppen buigen strekken lusten bijten doorzetten smikkelen knoeien groeien kneden verteren hijgen proeven Week 3C de bladeren de cijfers flauw de gehaktballetjes de jus de overbevissing plotseling het product de scharreleieren vegetarisch de wenkbrauwen de broccoli de akkerbouw de fruitteelt de insecten giftig de rijstkorrels smakelijk Week 4C bederven beginnen bestellen betalen bewaren drinken eten genieten invriezen jutten kopen meenemen drijven sjouwen verdienen vertellen vervoeren verzamelen Week 5C de auto's de bananenboom de boterhammen de buurjongetjes de familie de feestdagen de gerechten het horloge de lekkernij de ochtend het ontbijt de pannenkoeken de pindasaus de rechterhand het regenseizoen de rijstschotel de sprinkhaan vluchten