Waterwerk 1 (Uitschenking van waterparels over de in de Sint Jan verzamelde waterzielen.) Een verscholen schepper is de verwekker van het water. Het water is de uiteenzetting van de schepper. Het woord is de oorsprong van het water. Het water is de verhoring van het woord. De substantie is de aarding van het water. Het water is de ontaarding van de substantie. De hemel is het onderdak van het water. Het water is het beneden van de hemel. De zee is de invang van het water. Het water is de uitspan van de zee. De dag is de wakkerheid van het water. Het water is de helderheid van de dag. De nacht is de bedachtzaamheid van het water. Het water is de gedachte van de nacht. De sterren zijn de vergezichten van het water. Het water is de blikvanger van de sterren. De planeten zijn de omloop van het water. Het water is de inloop van de planeten. De maan is de verzilveraar van het water. Het water is de vloeibaarheid van de maan. De maalstroom is de drijver van het water. Het water is de wijzer van de maalstroom. Verandering is de boodschap van het water. Het water is de bode van de verandering. Aanpassing is de constante van het water. Het water is de gedaante van de aanpassing. Het zware is de last van het water. Het water is de verlosser van het zware. Het streven is de noodzaak van het water. Het water is de drijfveer van het streven. De hoogte is het streven van het water. Het water is de wens van de hoogte. De wolk is de lichtheid van het water. Het water is de massa van de wolk. De berg is de aankomst van het water. Het water is de verwachting van de berg. De regen is de verdeeldheid van het water. Het water is de saamhorigheid van de regen. De stroom is de saamhorigheid van het water. Het water is de samenkomst van de stroom. De ader is de bedding van het water. Het water is de graver van de ader. De wind is de beweger van het water. Het water is de belever van de wind. De golf is de bewogenheid van het water. Het water is de ingetogenheid van de golf. Verstarring is de vijand van het water. Het water is de angst van de verstarring. De spiegel is het oppervlak van het water. Het water is de diepte van de spiegel. De diepte is de stilte van het water. Het water is het mysterie van de diepte. Het donkere is de grond van het water. Het water is de flonkering van het donker. De zon is de verwarmer van het water. Het water is de vanger van de zon. De stad is het theater van het water. Het water is de schittering van de stad. De kade is het podium aan het water. Het water is de danser aan de kade. De zwanen zijn de majesteitelijkheid van het water. Het water is de draagbaar van de zwaan. Een verscholen schepper is de verwekker van het water. Het water is de schuilplaats van de schepper. Maar de mensen zijn de rentmeesters van het water. En het water weerspiegelt het ware wezen van de mensen. Jan Graafland, 22 oktober 2009