Veel voorkomende ziektes en problemen bij de hond Braken Algemeen Braakklachten bij de hond kunnen veel verschillende oorzaken hebben. De hond kan iets verkeerds gegeten hebben of een maagdarminfectie hebben. Een heftige wormbesmetting kan leiden tot braken. Ook kan braken optreden bij andere ziektes zoals een lever- of nieraandoeningen of bij een blaasovervulling. Een darmafsluiting door bv een opgegeten voorwerp of door een tumor veroorzaakt ernstige braakklachten en een erg zieke hond. Sommige honden gaan gras eten als ze misselijk zijn. Dit bevordert het braken. Eet een hond echter gras uit gewoonte, dan is het beter om dit te verbieden, aangezien het gras dan juist een ongewenste prikkeling van de maag veroorzaakt. Het braaksel kan bestaan uit een gele, schuimige vloeistof, de gal, of uit voer. In het braaksel kunnen soms ook wormen of opgegeten voorwerpen zitten. Braakklachten gaan vaak gepaard met diarree. Wat kunt u zelf doen? -Laat uw hond geen gras eten uit gewoonte. -Hou in de gaten dat uw hond geen vreemde voorwerpen opeet (eikels, steentjes, bal, kapot gekauwd speelgoed etc) -Houd uw hond uit de buurt van de ontlasting van andere honden en katten -Ontworm uw hond minimaal 4 x per jaar (zie ontworming) -Laat uw hond 24 uur vasten bij braakklachten, geef wel steeds kleine beetjes handwarm water of lichte bouillon (zonder vet) -Als het braken over is, geef dan weer een klein beetje lichtverteerbaar voer, verdeeld over meerdere porties Wanneer naar de dierenarts? -Als uw hond al andere ziekteverschijnselen had, voordat het braken begon. Denk aan vermageren, veel drinken/plassen, slomer, koorts -Als de braakklachten langer dan 24 uur aanhouden -Als er bloed bij het braaksel zit -Als het braaksel naar ontlasting ruikt -Als uw hond ook erg sloom wordt -Als uw hond ook buikpijn heeft -Als uw hond niet meer drinkt of geen water binnen kan houden -Als u het vermoeden heeft dat uw hond braakt tengevolge van het eten van een vreemd voorwerp -Als uw hond geen ontlasting meer heeft Diarree Algemeen Diarree kan in veel verschillende vormen voorkomen. Het kan acuut optreden en gepaard gaan met een slechte eetlust, koorts, sloomheid en braken. Oorzaken hiervoor kunnen zijn dat uw hond iets verkeerds gegeten heeft, of een virale of parasitaire (maag)darminfectie heeft. Bacteriële darminfecties komen bij de hond nauwelijks voor. Ook als uw hond een gedeeltelijke darmafsluiting heeft, kan er plotseling diarree optreden. De braakklachten zullen dan echter op de voorgrond treden. Diarree kan ook chronisch zijn, dat wil zeggen dat de klachten lang aanhouden of steeds terugkeren. Honden met chronische diarreeklachten kunnen hierdoor vermageren, maar dat is niet altijd het geval. Deze diarree kan soms ook veroorzaakt worden door bepaalde parasieten. Vaak gaat het echter om voedselovergevoeligheid of om chronische darmontstekingen. Ook kan de functie van de alvleesklier tekort schieten, waardoor voer niet goed verteerd wordt en er diarree ontstaat. Bij oudere honden komen ook darmtumoren voor. Ook kan diarree veroorzaakt worden door andere ziekten zoals bijvoorbeeld lever- of nierfunctiestoornissen. Bij diarree kan de ontlasting variëren van waterdun tot brijachtig. Er kan slijm of bloed bij zitten. Het is mogelijk dat uw hond zijn ontlasting per ongeluk in huis doet, omdat hij een verhoogde aandrang heeft. Vaak doet hij dan verschillende hoopjes en blijft ook nog even zitten napersen. Honden met diarree kunnen ook duidelijk buikpijn hebben of luidruchtige darmgeluiden. Vroeger werd vaak geadviseerd om aan een hond met diarree 24 uur geen voer te geven. Tegenwoordig is het advies om bij diarree zonder braakklachten vooral wel meerdere keren per dag kleine beetjes licht verteerbaar voer te geven. De darmwand heeft namelijk voedingsstoffen nodig om zijn functie te kunnen blijven uitoefenen. Bij vasten wordt de darmbarrière slechter en kunnen schadelijke stoffen en bacteriën (die altijd in de ontlasting voorkomen) het lichaam in. In onze kliniek is speciaal licht verteerbaar en smakelijk darmdieet van Hill’s en van Royal Canin verkrijgbaar. Wat kunt u zelf doen? -Ontworm uw hond regelmatig -Laat uw hond geen ontlasting eten -Geef altijd kwalitatief goed voer en vers drinkwater -Bij acute diarree vaker kleine beetjes licht verteerbaar voer of speciaal darm-dieetvoer geven -Zorg dat er vers drinkwater of lichte bouillon (zonder vet) klaarstaat -Wil uw hond niet eten, probeer dan de eetlust te stimuleren door een klein beetje lichte en lauwe bouillon over de brokjes te gieten, of geef Hill’s I/D blikvoer speciaal voor darmproblemen Wanneer naar de dierenarts? -Als uw hond niet wil drinken of geen drinkwater binnen houdt (zie braken) -Als uw hond heftig braakt en maar weinig ontlasting produceert -Als uw hond langer dan 2 dagen niet wil eten -Als uw hond erg sloom is -Als uw hond een lichaamstemperatuur van meer dan 39.5 graden heeft. -Als er bloed bij de ontlasting zit -Als uw hond langer dan 3 dagen diarree heeft Hartproblemen Algemeen Hartproblemen komen veel voor bij oudere honden. Pups kunnen geboren worden met een hartafwijking. In veel gevallen kan er bij het eerste onderzoek van de pup dan een hartruis gehoord worden. In onze kliniek kan middels röntgenfoto’s van de borstkas en een aanvullende hartecho aangetoond worden om wat voor soort afwijking het gaat. Enkele aangeboren hartafwijkingen kunnen operatief verholpen worden. Dit is heel specialistisch werk en kan maar op een beperkt aantal plaatsen in Nederland gedaan worden. Hartproblemen bij volwassen honden zijn van een heel andere aard dan bij mensen. Een hartinfarct ten gevolge van dichtgeslibde aderen komt bij honden nauwelijks voor. De twee meest voorkomende hartaandoeningen bij volwassen honden zijn de hartklepinsufficientie en de cardiomyopathie. Bij een hartklepinsufficientie sluiten de hartkleppen niet goed, waardoor er bij elke hartslag een beetje bloed de verkeerde kant op stroomt. Dit veroorzaakt een hartruis, die wij hier in de kliniek bij het lichamelijk onderzoek kunnen vaststellen. Een hartklepinsufficientie kan bijvoorbeeld ontstaan als bacteriën uit een ontsteking elders in het lichaam (bv tandvleesontsteking) op de hartkleppen een ontsteking veroorzaken. Ze worden hierdoor dikker, knobbelig en minder soepel, waardoor ze minder goed zullen sluiten. Cardiomyopathie is een aandoening waarbij de hartspier niet goed meer werkt. Bij honden treedt dan meestal een vergroting en een verwijding van het hart op. Deze hartaandoening is vaak erfelijk. Hartklepafwijkingen en cardiomyopathie zijn ook middels echo vast te stellen. Bij beide hartaandoeningen treden er op den duur veranderingen op in de bloeddruk en in de hartfrequentie. In eerste instantie hoeft er verder aan de hond niet veel te merken te zijn, maar uiteindelijk zal het hart steeds verder uitgeput raken en kunnen er problemen ontstaan. Klachten die op kunnen treden in het beginstadium zijn gewichtsverlies, verminderd uithoudingsvermogen, langer blijven hijgen na de wandeling. Dat kan verergeren tot flauwvallen of hoesten na inspanning, een dikke buik, rusteloze nachten, niet willen liggen, continu rochelen of hoesten. Beide hartproblemen zijn niet te genezen, maar als er in een vroeg stadium een hartprobleem vastgesteld is, kan er met medicatie een aanzienlijke verbetering van de levenskwaliteit en een aanzienlijke verlenging van de levensduur behaald worden. Wat kunt u zelf doen? -Laat uw nieuwe pup zo snel mogelijk na aankoop in onze kliniek nakijken. -Heeft uw hond hartklachten, geef dan de medicatie volgens de aanwijzingen op het etiket. -Houdt uw hond met hartklachten rustig, zeker op warme dagen. Wanneer naar de dierenarts? -Als uw hond vermagert, sneller moe is of meer hijgt. -Als uw hond regelmatig hoest. -Bij heftige of langer aanhoudende hoestklachten. -Als uw hond meer hoest of flauwvalt na inspanning. -Als uw hond niet meer durft te gaan liggen of ’s nachts onrustig is. -Als uw hond in korte tijd een dikke buik krijgt. Hoesten Algemeen Hoesten kan optreden door een prikkeling van de voorste luchtwegen, de longen of de longvliezen. Een prikkeling van de voorste luchtwegen (keel en luchtpijp) kan veroorzaakt worden door bv rook, slijm, trekken aan de riem, na verslikken. Een prikkeling van de longen kan veroorzaakt worden door slijm, vocht of ontsteking. Een prikkeling van de longvliezen kan optreden bij vocht of ontstekingsmateriaal of bij pijn. Afhankelijk van de oorzaak is er dus ook veel variatie in de aard van het hoesten. Een hoest kan hard, zacht, plotseling, chronisch, incidenteel, continu, vochtig, droog etc zijn. Hoesten gaat vaak gepaard met andere klachten, zoals een vieze neus, niezen, kortademigheid, minder uithoudingsvermogen en koorts. Bij voorste luchtwegklachten kan er nogal eens een taai wit slijm uitgespuugd worden. Heftige hoestbuien kunnen een enkele keer zelfs leiden tot braken. Wat kunt u zelf doen? -Kucht of hoest uw hond af en toe, terwijl hij verder fit is en een goede eetlust heeft, dan kunt u het twee dagen aankijken. Houdt uw hond dan wel weg bij andere honden om een eventuele besmetting te voorkomen. Wanneer naar de dierenarts? -Als uw hond benauwd is. -Als bij uw hond al eerder hartklachten zijn vastgesteld. -Als uw hond plotseling heel heftig hoest. -Als uw hond vrijwel continu hoest. -Als uw hond ook ziek of sloom is of koorts (>39.5 graden C) heeft. -Als uw hond niet meer wil eten. -Als uw hond ook een snotneus heeft. -Als uw hond ook een verminderd uithoudingsvermogen heeft. Jeuk Algemeen Jeuk is een veelvoorkomend probleem bij honden. Jeuk kan zich uiten door likken , bijten, schuren, krabben en rollen. Hierbij kan uw hond zichzelf in meer of mindere mate beschadigen. Ook kan bijten of likken lijden tot vachtverkleuringen of kaalheid. De plek waar uw hond jeuk heeft, zegt ook iets over de mogelijke oorzaken. Jeuk aan de kop kan veroorzaakt worden door bv oogproblemen, oorproblemen, gebitsproblemen of allergieën. Jeuk aan een pootje kan betekenen dat er iets in het zooltje zit, terwijl jeuk aan alle pootjes kan wijzen op een allergie. Afhankelijk van het seizoen kan uw hond ook bv last hebben van een allergie voor pas gemaaid gras, of juist last hebben van pekel in de winter. Jeuk aan de achterhand kan wijzen op een wormbesmetting, op vlooien of een allergie hiertegen of bv overvulde anaalzakken. Jeuk op de romp komt veel voor bij uitwendige parasieten als vlooien, luizen en mijten, maar ook bij allergieën, schimmelinfecties en bij enkele hormonale stoornissen. Huidparasieten zoals vlooien, luizen en mijten kunnen tegenwoordig het hele jaar door voor veel ongemak zorgen. Vlooien en luizen zijn met het blote oog waarneembaar. Een mijtinfectie is echter alleen vast te stellen door microscopisch onderzoek van haren en huidschilfers. Schimmelinfecties zijn zelfs onder de microscoop niet altijd goed te zien, maar kunnen wel aangetoond worden door een kweek te maken van haren en huidschilfers. Bovenstaande oorzaken voor jeukklachten kunnen meestal goed behandeld worden. Wel kunnen ze ook bij andere dieren of bij gezinsleden klachten geven. Het is ook mogelijk om uw hond preventief te behandelen tegen vlooien, luizen en enkele mijten. Advies hierover kunt u krijgen in onze kliniek. Daarnaast kan jeuk ook het gevolg zijn van een allergie. De klachten beginnen veelal met jeuk aan kop en pootjes en kunnen zich gaandeweg over het hele lichaam uitbreiden. Ook is het mogelijk dat de jeuk op andere plaatsen begint, bijvoorbeeld onder de oksels, in de liezen of op de buik. Door de jeuk kan uw hond zichzelf gaan likken en zelfs bijten, wat tot wondjes en ontstekingen kan lijden. Allergieën zijn in twee groepen te verdelen. Ten eerste kan een hond allergisch zijn voor een of meerdere voedingsmiddelen. Dit noemen we een voedselovergevoeligheid. Ten tweede kan een hond allergisch zijn voor stoffen uit de omgeving. Deze kunnen via huidcontact of via inademing bij uw hond jeukklachten veroorzaken. Dit noemen we een atopie. Voor beide allergieën geldt dat de eerste klachten meestal optreden bij honden tussen 6 maanden en 3 jaar oud, maar ook op oudere leeftijd kan een hond allergisch worden. Het is dus goed mogelijk dat uw hond allergisch gaat reageren op voedingsmiddelen of stoffen uit de omgeving waar hij eerder wel tegen kon. Sommige rassen, zoals de Labrador, de West Highland White terriër en de Duitse Herder, hebben meer aanleg voor allergische aandoeningen. Heeft uw hond langdurig last van jeukklachten en zijn de infectieuze aandoeningen (vlooien, luizen, mijten, schimmels, bacteriën) uitgesloten middels onderzoek en/of behandeling, dan is de kans groot dat er sprake is van een allergie. Allergische klachten kunnen zich soms ook beperken tot een enkel lichaamsdeel, bv de oren of de liezen of de ondervoetjes. Voedselovergevoeligheid Een voedselovergevoeligheid is alleen vast te stellen door uw hond minimaal 6 weken lang met een heel strikt hypoallergeen dieet te voeren. Het belangrijkste van dit hypoallergeen dieetvoer is dat de eiwitten die er in zijn verwerkt door middel van een hydrolyseproces zodanig bewerkt zijn dat ze geen allergische reactie meer kunnen veroorzaken in het lichaam. Deze bewerkte voeders zijn alleen bij dierenartsen te verkrijgen. Via dierenwinkels zijn wel voeders verkrijgbaar op basis van lam en rijst. Vroeger werd gedacht dat honden hier niet allergisch voor zouden zijn, maar dit is al lang achterhaald. Bovendien blijkt vaak dat er in dit soort voeders ook dierlijke bijproducten verwerkt zijn (zie de ingrediënten) die bestaan uit slachtafval van rund, varken of kip. Als uw hond verdacht wordt van een voedselovergevoeligheid, dan is het erg belangrijk dat u zich strikt aan het dieet houdt. Geef uw hond in die 6 weken geen koekjes, kauwbotjes, mergpijpjes, tafelresten etc. en instrueer uw hele gezin en eventueel bezoek of buren dat zij uw hond ook niks geven. Zelfs geen heel klein beetje! Het is namelijk zelfs zo dat als uw hond bijvoorbeeld allergisch is voor rund, hij al jeukklachten kan krijgen als hij een paar druppels runderbouillon oplikt… Blijkt uw hond inderdaad een voedselovergevoeligheid te hebben, dan zal de jeuk drastisch afnemen of zelfs helemaal verdwijnen als u zich strikt aan het dieet houdt. In veel gevallen zal in de eerste week ook medicatie gegeven worden om de huidontsteking en de jeuk te verminderen. Atopie(allergie) Heeft uw hond chronische jeukklachten en is er geen sprake van een voedselovergevoeligheid, dan is het waarschijnlijk dat uw hond allergisch is voor een stof van buitenaf. Door bloedonderzoek kan onderzocht worden of uw hond hier allergisch voor is. Veel voorkomende oorzaken zijn pollen, grassen, bomen, huisstofmijten, kattenhuidschilfers, voermijten en vlooienspeeksel. Blijkt uw hond inderdaad allergisch te zijn voor een of meerdere van de geteste componenten, dan kan uw hond behandeld worden. De behandeling is afgestemd op de individuele patiënt en is succesvol in ongeveer 70 % van de gevallen. Een behandeling met medicijnen om de allergische reactie te onderdrukken is ook mogelijk. Soms is dit de enige behandelingsmogelijkheid als de oorzaak van de jeukklachten niet aangepakt kan worden ,of in uitzonderingsgevallen niet ontdekt wordt. Ook aanvullende maatregelen, zoals bv antihuisstofmijtmaatregelen bij een allergie voor huisstofmijten, zullen de klachten verminderen. Voor meer informatie verwijzen we u graag naar onze kliniek. Wat kunt u zelf doen? -Zorg voor een goede vlooienpreventie. -Zorg voor een goede vachtverzorging. -Geef uw hond kwalitatief goede voeding en varieer niet te veel. -Heeft uw hond jeuk, ga dan voor uzelf na of er iets in de voeding of de omgeving veranderd is (bv nieuw waspoeder, ander kleed, etc). Wanneer naar de dierenarts? -Als het niet lukt om een vlooienplaag onder controle te krijgen. -Bij blijvende jeukklachten, ondanks een goede vlooienbestrijding. -Als de huid van uw hond beschadigd of ontstoken raakt. -Als uw hond anders gaat ruiken.