Cosmetica: een wetenschap op zich

advertisement
Cosmetica zijn producten voor de persoonlijke verzorging zoals shampoo,
tandpasta, doucheproducten, deodorant en natuurlijk ook make-up en parfum. Cosmetica worden met zorg samengesteld uit meerdere ingrediënten.
Vaak gaat hieraan jaren van research vooraf. Cosmetica kenmerken zich dan
ook door hun innovatieve karakter. Bij de ontwikkeling staat voor de fabrikant altijd de veiligheid voorop.
In dit boek wordt verteld hoe ons lijf in elkaar zit en hoe cosmetica daarop
inspelen, door te reinigen, verzorgen of mooi te maken.
Het boek is opgebouwd uit drie delen: een deel over de huid, een over de
mond en een over het haar. Ieder deel start met een beschrijving van enkele biologische kenmerken aan de hand van duidelijke illustraties. Daarna
volgt uitleg over de producten: de samenstelling, de functie voor de ingrediënten en hoe het gemaakt wordt. Dit boek biedt meer diepgaande informatie voor lezers met interesse voor de chemie van de producten. Door de
speciale opmaak is het overzichtelijk en handig.
Tevens bevat het boek informatie over de wetgeving voor cosmetica en een
verklaring van de ingrediëntendeclaratie op de verpakking.
Cosmetica: een wetenschap op zich ...
Cosmetica: een wetenschap op zich ...
Cl+
N
COOH
HO
NH2
HO
HO
Cl+
N
Cl+
N
COOH
NH2
Cl+
N
Cl+
N
O
NH
O
n
Kortom een handig boek voor iedereen met belangstelling voor cosmetica
én de wetenschap die daarachter zit!
‘Cosmetica: een wetenschap op zich ...’ is een uitgave van de Nederlandse
Cosmetica Vereniging.
COOH
de brancheorganisatie van fabrikanten en importeurs
van producten voor de persoonlijke verzorging
Postbus 914, 3700 AX Zeist
030 6049480
www.cosmetica.nl
W 030 6049999
Cosmetica:
een wetenschap op zich
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Cosmetica:
een wetenschap op zich
Uitgever:
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Postbus 914, 3700 AX Zeist
www.cosmetica.nl
Auteur:
H. van Yperen – Lumnos, Rotterdam
Met ondersteuning van de Technische Commissie en de producerende leden
van de Nederlandse Cosmetica Vereniging, de heer J. Jansen (DROM
Fragrances International), de heer H. de Jager (Jan Dekker International) en de
heer J. Burfeindt (IKW, Frankfurt)
Vormgeving: L. Budding – Bud Design, Driebergen
Illustraties:
De illustraties op de pagina’s 18, 19, 86, 100, 101, 103 en 104 zijn in bruikleen
van Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart.
L. Budding – Bud Design, Driebergen
Foto’s:
Digital Vision, EyeWire, PhotoDisc
Eindredactie: J. Lagendijk, R. van Welie
Dit boek is met de grootste zorg tot stand gekomen. De Nederlandse Cosmetica Vereniging kan echter geen
aansprakelijkheid aanvaarden voor fouten en/of onvolledigheden met betrekking tot de inhoud. Met suggesties of over onvolkomenheden kunt u contact opnemen met de NCV.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
uitgever.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means
without written permission from the publisher.
© 2003 Nederlandse Cosmetica Vereniging, Zeist
2e herziene druk, februari 2004
ISBN 90-9017329-3
Cosmetica: een wetenschap op zich
‘COSMETICA:
EEN WETENSCHAP OP ZICH’ IS EEN UITGAVE VAN DE
NEDERLANDSE COSMETICA
VERENIGING, DE BRANCHEORGANISATIE VAN FABRIKANTEN EN IMPORTEURS VAN PRODUCTEN VOOR DE
PERSOONLIJKE VERZORGING.
MEER INFORMATIE OVER DE VERENIGING TREFT U AAN OP WWW.COSMETICA.NL
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Cosmetica: een wetenschap op zich …
inhoud
VOORWOORD
1
COSMETICA: EEN WETENSCHAP OP ZICH
4
HUIDCOSMETICA
14
MONDCOSMETICA
82
HAARCOSMETICA
98
STOFFENLIJST (LIJST VAN STOFFEN EN HUN INCI-NAMEN)
128
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Voorwoord
Na je geboorte word je ingesmeerd met babyolie, na je eerste
tandjes word je geleerd deze te poetsen met tandpasta, je mag het
strand niet op zonder anti-zonnebrandmiddel, in je pubertijd begin
je lichaamgeurtjes te maskeren en probeer je ouder te lijken, je
maakt je op voor je eerste “afspraakje” en naarmate je ouder wordt
doe je er alles aan om jonger te lijken. Cosmetica gebruikt iedereen.
Het zal dan ook geen verbazing wekken dat veel mensen zich met
cosmetica bezig houden.
Dagelijks krijgt de Keuringsdienst van Waren diverse en uiteenlopende vragen over cosmetica. Consumenten willen weten wat ze
op hun lichaam smeren, schoonheidsspecialisten en andere professionals willen weten waar ze elke dag mee werken, klagers willen
weten of bepaalde componenten wel zijn toegestaan, (huid)artsen
willen weten of er mogelijke componenten in zitten die bijeffecten
kunnen veroorzaken, importeurs willen weten aan welke wetgeving
ze moeten voldoen, scholieren willen weten hoe een product is
opgebouwd en “hoe het werkt” omdat ze een werkstuk moeten
maken en controleurs willen zich breed verdiepen in hun vakgebied.
Daarnaast wil natuurlijk iedereen weten of een product veilig is.
Dat betekent dat de behoefte aan informatie over cosmetica
groot is. Informatie die natuurlijk altijd wel ergens te vinden is, maar
nooit daar waar je het zoekt. Als je eindelijk de informatie gevonden
hebt, blijkt dat deze moeilijk leesbaar is en ook nog eens verspreid
is over meerdere boeken in uiteenlopende talen. Dit boek brengt
1
Cosmetica: een wetenschap op zich … VOORWOORD
daar verandering in. Het is bedoeld als naslagwerk voor mensen die
iets willen opzoeken over cosmetica.
Het boek laat zich makkelijk lezen door een breed publiek. Dat is
verrassend te noemen, aangezien meerdere deskundigen hebben
meegewerkt aan de totstandkoming van de verschillende hoofdstukken en de onderwerpen niet altijd even makkelijk zijn. De onderwerpen beperken zich niet alleen tot kennis over cosmetica, maar
omvatten ook zaken als werking in of op het lichaam, de bouw van
het menselijk lichaam en de wetgeving die er voor cosmetica is. Per
onderwerp is de tekst helder en algemeen van opbouw, aangevuld
met moeilijker wetenschappelijke informatie. Deze wetenschappelijke informatie is merendeels chemisch van aard, waarbij menigeen
zich zal afvragen of hij of zij niet beter op had moeten letten tijdens
de scheikunde lessen. Maar zelfs zonder deze chemische wetenschap geheel te doorgronden blijft de verhaallijn duidelijk voor
iedereen.
Ik hoop dat dit boek brengt wat u er van verwacht, het antwoord
op een vraag of een verbreding van uw kennis. Een waarschuwing is
hier wel op zijn plaats, indien u nog niet gegrepen bent door de
wetenschap omtrent cosmetica, dan zal daar nu verandering in
komen.
Drs. R.D. van Buuren
VWA / Keuringsdienst van Waren, afdeling non-food chemie
2
3
Cosmetica: een wetenschap op zich …
Cosmetica: een wetenschap op zich
De chemie achter cosmetica
We gebruiken allemaal elke dag cosmetica. Eigenlijk kunnen we onze badkamer
niet meer voorstellen zonder producten voor de persoonlijke verzorging, zoals
zeep, douchegel, shampoo, tandpasta, deodorant, anti-zonnebrandmiddel, bodylotion, eau de toilette, mascara en scheerschuim.
Onder de naam ‘cosmetica’ vallen allerlei producten. De meeste producten voor
de persoonlijke verzorging zijn mengsels van verschillende stoffen, die samen voor
een bepaald resultaat moeten zorgen. Ze moeten onze huid of haar schoonmaken,
een lekker luchtje geven of ons mooi maken. Elk product heeft een eigen doel en is
vaak ook bedoeld voor een speciale groep consumenten. Er is bijvoorbeeld verschil
tussen producten om ons haar mee te wassen en producten om make-up van onze
huid te halen. Er is reinigen en reinigen.
Cosmetica moeten datgene doen waarvoor ze gemaakt zijn en ze moeten dat
goed doen. Dat noemen we de werkzaamheid van het product. Cosmeticaproducten
moeten natuurlijk ook veilig zijn. U moet er blind op kunnen vertrouwen dat cosmetica geen negatieve effecten hebben op uw gezondheid. De producten mogen
niet bederven in de winkel, tijdens gebruik, of als ze bewaard worden nadat de verpakking is geopend. Dat betekent niet alleen dat de stoffen die in het product worden gestopt zuiver moeten zijn, maar ook dat er hygiënisch moet worden gewerkt
in de fabriek en dat de verpakkingen goed moeten zijn ontworpen.
Om cosmetica te kunnen maken is kennis nodig op verschillende wetenschappelijke gebieden. Bij de productie van cosmetica wordt gebruik gemaakt van chemie, microbiologie en milieukunde. Ook is er kennis nodig over de productieprocessen bij het maken van de producten en de arbeidsomstandigheden voor de mensen die de producten maken. In dit boekje komen niet al deze onderwerpen aan de
orde. Dit boekje gaat over de stoffen die in cosmetica zitten en hoe die stoffen zorgen voor de werking van een product. Er wordt ook uitgelegd hoe cosmetica
gemaakt wordt. Kortom, in dit boekje lichten we een tipje van de sluier op van de
chemie achter cosmetica.
Leeswijzer
De cosmeticaproducten zijn ingedeeld in drie hoofdcategorieën. Er is een deel
over cosmetica voor de huid, voor het haar en voor de mond. In elk deel wordt een
4
Nederlandse Cosmetica Vereniging
korte inleiding gegeven over de bijzonderheden van respectievelijk onze huid, haar
of mond. Daarna wordt dieper ingegaan op de producten. Van iedere productgroep
kunt u lezen welke ingrediënten er worden toegepast en waarom. Voor wie meer wil
weten over de chemie, is in de kaders aanvullende informatie te lezen. Achterin
vindt u een verklarende woordenlijst, een trefwoordenregister en een lijst met alle
stoffen die besproken zijn.
Wetgeving voor cosmetica
Cosmetica mogen in Europa niet zomaar op de markt worden gebracht. De
regels waar aan cosmetica moeten voldoen staan in de Europese Cosmetica
Richtlijn (76/768/EEG). In Nederland zijn deze regels overgenomen in de Warenwet
(Warenwetbesluit kosmetische produkten. Staatsblad 519 in 1995).
Wat is cosmetica?
Eén van de belangrijkste bepalingen in de wet is de definitie van cosmetica1.
Daarmee wordt bepaald wat cosmetica is en wat het niet is. De definitie zegt iets
over de functie die het product mag hebben en over de plaats waar het product op
het menselijk lichaam mag worden toegepast.
Plaats van toepassing
Functies
• Huid (alleen op de huid, dus niet eronder)
• Haar (op het hoofd en op de rest van het lichaam)
• Nagels
• Lippen
• Uitwendige geslachtsorganen
• Tanden en kiezen en de mondslijmvliezen
• Reinigen
• Parfumeren
• Het uiterlijk wijzigen
• Lichaamsgeuren corrigeren
• Beschermen
• In goede staat houden
Een product is cosmetica als én de functie én de plaats van gebruik binnen de
definitie in de wet vallen. Shampoo valt binnen de definitie, want het wordt toegepast op het haar én het heeft een reinigende werking. Hondenshampoo reinigt weliswaar ook, maar is niet bedoeld voor gebruik op het menselijk lichaam en valt
daarom buiten de wetgeving voor cosmetica.
Veiligheid
De wet zegt ook heel duidelijk dat cosmetica altijd veilig moeten zijn voor
gebruik2. Het is de verantwoordelijkheid van de fabrikant om hiervoor te zorgen.
Alleen veilige producten mogen in Europa en in Nederland op de markt worden
gebracht. Om er zeker van te zijn dat het product aan alle eisen voldoet, moet de
1
5
Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 1, lid a.
2
Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 3, lid 1.
Cosmetica: een wetenschap op zich …
fabrikant een veiligheidsbeoordeling uitvoeren3. Hierbij moet rekening worden
gehouden met de eigenschappen van alle ingrediënten en met de samenstelling
van het hele product (omdat sommige stoffen mogelijk op elkaar reageren) maar
ook met allerlei andere zaken. Het is bijvoorbeeld belangrijk wie de gebruiker is
(een volwassene of een baby), hoe het product wordt toegepast (spoel je het af of
blijft het op de huid zitten) en of het product bestand is tegen het bewaren in bijvoorbeeld een warme badkamer. Al dit soort zaken moeten van een product worden
getest en vastgelegd. Daar kan de overheid op controleren. In Nederland is het de
Keuringsdienst van Waren die erop toeziet dat cosmetica aan de wet voldoen.
Stoffen die wel en niet gebruikt mogen worden
De Europese Cosmetica Richtlijn heeft een aantal bijlagen. Hierin staan regels
waaraan ingrediënten van cosmetica moeten voldoen. Sommige ingrediënten
mogen nooit worden gebruikt in cosmetica, andere mogen alleen onder bepaalde
voorwaarden worden toegepast, bijvoorbeeld tot een maximale hoeveelheid. Ook
mag slechts een beperkt aantal conserveermiddelen worden gebruikt in cosmetica.
De Nederlandse Warenwet verwijst rechtstreeks naar deze bijlagen (Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten uit 1997).
Actualiteit
De wetgeving voor cosmetica in Nederland is vrijwel altijd up-to-date en voldoet
aan hoge kwaliteitseisen. De wet wordt continu aangepast. Wanneer er nieuwe
wetenschappelijke inzichten zijn over bepaalde ingrediënten, worden de bijlagen
van de Europese Richtlijn gewijzigd. Dit heet een ‘Aanpassing aan de Technische
Vooruitgang’. Deze Aanpassingen gelden dan automatisch ook voor de Nederlandse Warenwet. Aanpassingen aan de Technische Vooruitgang verschijnen gemiddeld
één keer per jaar.
Soms moet de wet ingrijpend worden veranderd. Dan is een zogenaamde Wijziging nodig. Met uitgebreide procedures worden de Europese Cosmetica Richtlijn en
de Nederlandse Warenwet dan veranderd.
Claims op Cosmetica
De verpakking van cosmetica producten en de reclame hierover spreken altijd
een belofte uit, maar doet een product wat het beloofd? De Europese wetgeving
schrijft voor dat bedrijven in hun product dossier de door hen gevoerde claims
onderbouwen. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. De onderbouwing van
cosmetica claims kan variëren van een uitspraak op basis van literatuurstudies tot
paneltesten waarbij gebruik wordt gemaakt van de modernste technieken. Ook
claim onderbouwing is een wetenschap op zich.
3
Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 6, lid 1.
6
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Meer over claim onderbouwing kunt u lezen in de door de NCV uitgegeven brochure ‘Richtlijnen voor de beoordeling van de werkzaamheid van cosmetica’.
Ingrediënten op de verpakking
Elke fabrikant is verplicht op cosmeticaproducten te vermelden uit welke ingrediënten ze zijn samengesteld4. Om verwarring te voorkomen wordt in alle landen in
Europa en de Verenigde Staten gebruik gemaakt van dezelfde namen voor de ingrediënten. Hiervoor is een lijst met meer dan 10.000 namen beschikbaar. Omdat overal dezelfde namen worden gebruikt, kan iedereen zien welke ingrediënten een product bevat, ook als het product uit het buitenland komt.
Op alle cosmetica
U kunt dus op de verpakking de samenstelling van het product terugvinden. Dat
is heel belangrijk als u bijvoorbeeld allergisch of overgevoelig bent voor bepaalde
stoffen. Het is ook handig voor mensen die beroepsmatig met cosmetica werken.
Kappers, schoonheidsspecialisten, huisartsen en dermatologen kunnen hun cliënten en patiënten adviseren over het wel of niet gebruiken van bepaalde cosmetische producten. Er zijn speciale regels waaraan die ingrediëntenvermelding moet
voldoen (zie kader).
Ingewikkelde namen, simpele stoffen
Een etiket kan er soms heel ingewikkeld uitzien, met veel moeilijke namen. Alle
ingrediënten worden namelijk benoemd volgens de zogenaamde International
Nomenclature Cosmetic Ingredients (INCI). De namen noemen we ook wel ‘INCInamen’. INCI-namen zijn vaak in het Engels. Voor de namen van bloemen, planten
en vruchten worden Latijnse namen gebruikt. Ook eenvoudige ingrediënten, zoals
water, bijenwas of ei, worden in het Latijn benoemd.
Om dit boekje in het Nederlands begrijpelijk te laten zijn, wordt hier geen
gebruik gemaakt van de INCI-namen. In de recepten in de diverse hoofdstukken,
leest u steeds de Nederlandse chemische namen van stoffen. Wel is voor de duidelijkheid hier en daar een officiële ingrediëntendeclaratie met INCI-namen naast een
recept met Nederlandse namen gelegd. Tevens kunt u achter in het boek een lijst
vinden waarin van elke stof zowel de chemische als de INCI naam is opgenomen.
INCI-check
Als u meer wil weten over de ingrediëntendeclaratie en allergie, kunt u kijken op
de NCV website (www.cosmetica.nl). Hier staat onder andere een zoekmachine
waarmee u kan nakijken wat de INCI-naam van een bepaald ingrediënt is. Dat is
4
7
Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 4, lid 1, sub i.
Cosmetica: een wetenschap op zich …
handig als u bijvoorbeeld van een dermatoloog een chemische naam heeft gekregen van een ingrediënt waarvoor u allergisch of overgevoelig bent. U kunt daar dan
de INCI-naam bij opzoeken, zodat u vervolgens op de verpakkingen kunt lezen in
welke cosmeticaproducten het ingrediënt zit. Ook staat op deze website actuele
informatie over ingrediënten.
8
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Alles op een rijtje
Ingrediënten
De ingrediëntenvermelding wordt altijd voorafgegaan door het
Nederlandse ‘Ingrediënten’ of het Engelse woord ‘Ingredients’. Dan volgen de verschillende gebruikte stoffen. De lijst begint met de stof met
het hoogste gehalte in het product en gaat verder met de rest met een
steeds lager gehalte. Ingrediënten die voor minder dan 1% voorkomen,
volgen aan het einde in willekeurige volgorde. Tenslotte worden (als ze
gebruikt zijn) ook nog de kleurstoffen genoemd.
INCI-namen
Voor alle gebruikte ingrediënten, meer dan 10.000 in totaal, worden
internationaal dezelfde namen gebruikt: de INCI-namen, waarbij INCI
staat voor International Nomenclature Cosmetic Ingredients.
Melk en honing
In cosmetica worden ook heel ‘alledaagse’ stoffen verwerkt. Deze vertrouwde ingrediënten hebben in cosmetica eveneens INCI-namen.
Bijvoorbeeld:
Water = aqua
Melk = lac
Ei = ovum
Honing = mel
Bijenwas = cera alba
Zeezout = maris sal
Geur en smaak
Als een product geurstoffen bevat, dan leest u parfum op de ingrediëntenvermelding. Staat er aroma op het etiket, dan geeft dit het gebruik
van smaakstoffen aan.
Latijn
Voor planten, vruchten en bloemen (en delen of extracten hiervan) worden de Latijnse namen gebruikt. Bevat een shampoo bijvoorbeeld avocado, dan staat op het etiket ‘persea gratissima’ te lezen.
9
Kan … bevatten
Sommige producten (met name make-up, nagellak, haarkleuringen,
e.d.)
worden samengesteld uit een reeks van kleuren. Om niet voor iedere
nieuwe tint van bijvoorbeeld lippenstift, een apart etiket te hoeven
maken, mogen alle voorkomende kleuren in één ingrediëntenvermelding worden genoemd.
Dit kan worden aangegeven door de zinsnede ‘Kan ... bevatten’ of ‘May
contain ...’ of ‘[+/- ...]’. Dat wil dus niet zeggen dat alle vermelde kleurstoffen in één bepaald product zijn verwerkt.
CI-nummer
Kleurstoffen herkent u aan de kleuren-indexnummers (Color
Indexnumber in het Engels, vandaar de afkorting CI). Bijvoorbeeld:
CI 75300 of CI 69800.
Handje
Er zijn producten waarvan de verpakking zo klein is, dat er
geen ruimte is voor de ingrediëntenvermelding. In dergelijk geval kan het symbool van een handje in een open
boek of een tekstje verwijzen naar deze informatie. De
ingrediënten kunnen dan afgedrukt staan op een aparte kaart of folder
bij het product. Deze moet dan wel in de winkel waar het product verkocht wordt, aanwezig zijn.
10
Nederlandse Cosmetica Vereniging
11
Cosmetica: een wetenschap op zich …
12
Nederlandse Cosmetica Vereniging
13
H U I D CO S M E T I C A
14
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Huidcosmetica
1. De huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
1.1
De opbouw van de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
1.1.1 De opperhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
1.1.2 De lederhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
1.1.3 De onderhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
1.1.4 Bloedvaten en zenuwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
1.1.5 Talgklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
1.1.6 Zweetklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
1.2
De functies van de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
1.2.1 Bescherming tegen uitdroging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
1.2.2 Bescherming tegen bacteriën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
1.2.3 Bescherming tegen UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
1.2.4 Warmteregulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
1.3
Veranderingen in de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
1.3.1 Veroudering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
1.3.2 Verstoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
2. Zeep, bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
2.1
Werkzame stoffen in zeep, bad- en doucheproducten . . . . . . .28
2.1.1 Oppervlakteactieve stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
2.1.2 Terugvetters en hydraterende bestanddelen . . . . . . . . . . . . . .28
2.1.3 Stoffen in cosmetica die bederf tegen gaan . . . . . . . . . . . . . . .29
2.1.4 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
2.2
Natuurlijke zeep en synthetische zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
2.2.1 Samenstelling van natuurlijke zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
2.2.2 Samenstelling van synthetische zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
2.2.3 Soorten zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
2.2.4 Het bereidingsproces van zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
2.3
Bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
2.3.1 Samenstelling van bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . .35
2.3.2 Soorten bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
2.3.3 Het bereidingsproces van bad- en doucheproducten . . . . . . . .37
3. Gezichtsreinigings- en gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . .40
3.1
Werkzame stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
3.1.1 Emulgies en emulgatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
3.2
Gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
3.2.1 Samenstelling van gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . .41
3.2.2 Soorten gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
15
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
3.3
3.3.1
3.3.2
Gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Samenstelling gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . .42
Soorten gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
4. Hand- en voetverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
4.1
Samenstelling van hand- en voetverzorgingsproducten . . . . .48
4.2
Soorten producten voor hand- en voetverzorging . . . . . . . . . .48
5. Anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
5.1
Zonlicht en de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
5.1.1 UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
5.1.2 Reactie van de huid op UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
5.2
De werking van anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . .54
5.2.1 De beschermingsfactor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
5.2.2 Samenstelling van anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . .55
5.2.3 Soorten anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
6. Deodorants en anti-transpiratieproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
6.1
Samenstelling van deodorants en anti-transpiratieproducten 60
6.2
Soorten deodorants en anti-transpiratieproducten . . . . . . . . .61
6.3
Het bereidingsproces van deodorants . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
7. Scheerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
7.1
Producten voor nat en droog scheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
7.1.1 Samenstelling van producten voor nat en droog scheren . . . .66
7.1.2 Soorten producten voor nat en droog scheren . . . . . . . . . . . . .66
7.2
Aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
7.2.1 Samenstelling van aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
7.2.2 Soorten aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
7.3
Het bereidingsproces van scheerproducten . . . . . . . . . . . . . . .68
8. Decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
8.1
Samenstelling van decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . .72
8.1.1 Gezichts- en oogmake-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
8.1.2 Lippenstift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
8.1.3 Nagellak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
8.2
Soorten decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74
8.3
Het bereidingsproces van decoratieve cosmetica . . . . . . . . . .75
9. Parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
9.1
Samenstelling van parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
9.2
Soorten parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
16
17
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
1. DE HUID
Onze huid is de buitenste laag van ons lichaam. Als je de huid zou kunnen uitspreiden, zou hij een oppervlakte hebben van 1 tot bijna 2 vierkante meter. Hij weegt 4
tot 7 kilo, dat is ongeveer 7% van ons totale lichaamsgewicht. De huid heeft allerlei belangrijke functies. Hij beschermt onze organen en spieren tegen stoten en
schaven. Ook beschermt hij ons lichaam tegen uitdroging en regelt hij onze temperatuur. Verder zorgt hij ervoor dat schadelijke bacteriën niet in ons lichaam kunnen
doordringen.
1.1 DE OPBOUW VAN DE HUID
Onze huid is opgebouwd uit verschillende lagen. De buitenste laag wordt de opperhuid genoemd, de tweede laag heet de lederhuid en daaronder ligt de onderhuid.
De huid is op sommige plaatsen heel dun (1 mm), zoals op ons voorhoofd en de
oogleden. Op andere plaatsen, zoals de voetzolen en handpalmen, is onze huid
juist dik (4 mm).
De opbouw van de huid:
1.
hoornlaag
2.
kiemcellenlaag
3.
basaalcellenlaag
4.
haarschede
5.
porie
6.
druklichaampje
7.
warmtelichaampje
8.
lamellairlichaampje
9.
koudelichaampje
10. zenuw
11. zweetklier
12. talgklier
13. bloedvaten
14. onderhuidsvetweefsel
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
15. haarwortel
18
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1.1.1 De opperhuid
De opperhuid bestaat uit huidcellen die in laagjes op elkaar gestapeld liggen.
Nieuwe huidcellen ontstaan onderin de opperhuid en schuiven dan langzaam naar
de oppervlakte. Daar doen ze twee tot vier weken over. Als ze de oppervlakte hebben bereikt, sterven ze af en vormen ze het buitenste laagje van de opperhuid, de
hoornlaag. De hoornlaag heeft een belangrijke taak bij het regelen van het vochtgehalte en de soepelheid van onze huid.
6
1
Opbouw opperhuid:
1.
hoornlaag
2.
heldere laag
3.
korrellaag
4
4.
stekelcellaag
5
5.
basaalcellenlaag
6.
melanosyte
7.
opening zweetklier
8.
kiemcellenlaag
2
3
8
7
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
opbouw opperhuid (epidermis)
Van buiten naar binnen worden aangetroffen:
• stratum corneum (hoornlaag)
• stratum lucidum (heldere laag)
• stratum germinitivum (kiemcellenlaag) dat op zijn beurt bestaat uit:
• stratum granulosum (korrellaag)
• stratum spinosum (stekelcellaag)
• stratum basale (basaalcellenlaag)
DE HOORNLAAG BESTAAT UIT KERATINE EN CELRESTEN (58%), VETTEN, FOSFATIDEN EN ANDERE LIPIDEN (20%), WATEROPLOSBARE STOFFEN (15%) EN WATER (7%). TUSSEN DE HOORNLAAGCELLEN
(CORNEOCYTEN) ZIT CELKIT. DIT IS EEN VETTIGE SUBSTANTIE DIE WERKT ALS CEMENT. CELKIT VERBINDT DE CELLEN ALS STENEN IN EEN MUUR. DAAROM KAN WATER NIET GEMAKKELIJK DE HUID BINNENDRINGEN OF ERUIT VERDAMPEN. CELKIT BESTAAT UIT CHOLESTEROL, VRIJE VETZUREN EN CERAMIDES. TIJDENS DE RIJPING SCHEIDEN DE HUIDCELLEN (KERATINOCYTEN) FOSFOLIPIDEN EN SFINGOMYELINE UIT. DEZE STOFFEN WORDEN IN HET STRATUM GRANULOSUM OMGEZET IN DE STOFFEN DIE DE
CELKIT VORMEN.
19
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
corneocyte
water
celkit
stenen en cementmodel (bricks and mortar model)
Onderin de opperhuid, waar de jonge huidcellen worden aangemaakt, liggen cellen
van ons afweersysteem. Deze cellen beschermen ons tegen het binnendringen van
bijvoorbeeld bacteriën. Onderin de opperhuid liggen ook pigmentcellen. Dat zijn de
cellen die de huidkleurstof melanine maken. Melanine geeft ons onze huidskleur en
beschermt tegen UV-straling. Het zorgt dat we “bruin worden” als we in de zon
komen.
DE KLEURSTOF MELANINE WORDT GEVORMD IN DE PIGMENTCELLEN (MELANOCYTEN) IN DE BASAALCELLENLAAG. DE MELANOCYTEN MAKEN PAKKETJES MELANINE (MELANOSOMEN) EN ‘INJECTEREN’
DEZE IN DE JONGE HUIDCELLEN (KERATINOCYTEN). DE KERATINOCYTEN NEMEN DE KLEURSTOF VERVOLGENS MEE NAAR DE OPPERVLAKTE VAN DE HUID.
WE HEBBEN TWEE SOORTEN MELANINE. DE VERHOUDING WAARIN DEZE TWEE SOORTEN IN ONZE HUID
MENSEN MET EEN BRUINE EN ZWARTE HUID HEBBEN
MEER EUMELANINE, MENSEN MET EEN LICHTE HUID, ROOD HAAR EN SPROETEN HEBBEN VOORAL
PHAEOMELANINE.
AANWEZIG ZIJN, BEPAALT ONZE HUIDKLEUR.
20
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1.1.2 De lederhuid
De tweede laag van de huid heet de lederhuid en bestaat vooral uit elastische
vezels. De vezels worden gemaakt door de cellen die in de lederhuid liggen, en zorgen voor de veerkracht van onze huid. In de lederhuid liggen verder bloedvaatjes,
talgklieren, haarzakjes, huidspiertjes, zenuwen en zweetklieren. Deze worden verderop in dit hoofdstuk besproken. Over haren, die natuurlijk ook op de huid worden
aangetroffen, wordt in het hoofdstuk ‘Haarcosmetica’ meer verteld.
DE CELLEN VAN DE LEDERHUID (DERMIS) HETEN FIBROBLASTEN. ZE MAKEN DRIE SOORTEN VEZELS:
COLLAGEEN VEZELS, DIE VOOR DE STEVIGHEID VAN DE HUID ZORGEN, ELASTISCHE VEZELS, DIE VOOR
DE REKBAARHEID ZORGEN, EN RETICULAIRE VEZELS DIE MET HUN NETACHTIGE STRUCTUUR VOOR STEVIGHEID EN WONDHELING ZORGEN. TUSSEN DE VEZELS HANGEN FIBROBLASTEN EN IMMUUNCELLEN
(GRANULOCYTEN, MESTCELLEN, LYMFOCYTEN). DE CELLEN ZIJN AAN DE VEZELS BEVESTIGD DOOR HET
EIWIT FIBRONECTINE.
DE
FIBROBLASTEN MAKEN OOK DE ZOGENAAMDE GRONDSUBSTANTIE (EXTRACELLULAIRE MATRIX)
WAARIN DE VEZELS ZIJN INGEBED.
DE GRONDSUBSTANTIE BEPAALT DE SPANNINGSTOESTAND VAN DE
HIJ BESTAAT UIT EEN COMPLEX VAN HYALURONZUUR,
PROTEOGLYCANEN EN GLYCOPROTEINEN.
HUID EN WEERSTAND TEGEN DRUK (TURGOR).
1.1.3 De onderhuid
De derde laag is de onderhuid of het onderhuids vetweefsel. Dit is een netwerk van
vezels en vetcellen. De onderhuid is een warmte-isolerende laag en beschermt ons
tegen afkoeling. In de vetcellen wordt het reservevet van ons lichaam opgeslagen,
zodat de onderhuid ook een energie-opslagplaats is. Hij dient verder als stootkussen en beschermt onze spieren en botten tegen stoten van buitenaf.
1.1.4 Bloedvaten en zenuwen
Net als andere delen van het lichaam heeft ook de huid voedingsstoffen nodig.
Deze krijgt hij via de bloedvaatjes die in de lederhuid en de onderhuid lopen. De
huid heeft ook nog een ander soort bloedvaten, die speciaal bedoeld zijn om de
warmte van onze huid te regelen. Hoe dit werkt, wordt uitgelegd in de paragraaf
“Warmteregeling”.
In de huid lopen twee soorten zenuwen. De gevoelszenuwen waarschuwen ons
voor pijn, kou, warmte en aanraking. De andere zenuwen, die onwillekeurige zenuwen worden genoemd, regelen de werking van onze bloedvaten en huidspiertjes.
Deze zenuwen zorgen bijvoorbeeld dat we kippenvel krijgen als we het koud hebben of ergens van schrikken. De haartjes op de huid gaan dan rechtop staan.
21
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
1.1.5 Talgklieren
In de huid vinden we bijna overal talgklieren, alleen op onze handpalmen en voetzolen komen ze niet voor. Op ons gezicht, schouders en rug zitten de meeste talgklieren. Talgklieren maken talg, ook wel huidvet genoemd. Huidvet beschermt de
huid tegen uitdroging en tegen de groei van bacteriën. Als de talgklieren erg actief
zijn, ontstaat een “vette huid”. Als ze juist niet actief zijn, ontstaat een “droge
huid”. Veel mensen hebben een zogenaamde “gemengde huid”, waarbij de huid op
voorhoofd, neus en kin vet is en op de wangen droog. Als talgklieren verstopt raken,
ontstaan er puistjes.
TALG BESTAAT VOORNAMELIJK UIT TRIGLYCERIDE, VETZUREN EN SQUALEEN. OP DE HUID WORDEN DE
TRIGLYCERIDEN DOOR BACTERIËN OP DE HUID (HUIDFLORA) GEHYDROLYSEERD TOT VETZUREN.
Squaleen
O
CH2O C
O
CH O C
O
CH2O C
Triglyceride
TRIGLYCERIDE: GLYCEROL DIENT ALS KAPSTOK VOOR DE DRIE VETZUURKETENS. BACTERIËN ZETTEN DE
TRIGLYCERIDEN OP DE HUID OM IN VETZUREN.
PER DAG MAKEN WE 2 GRAM TALG AAN. DIT IS EERST VLOEIBAAR EN VERVET LATER. IN TALG DIE AAN
DE OPPERVLAKTE VAN DE HUID WORDT UITGESCHEIDEN, ZIT OOK AFVALMATERIAAL VAN CELLEN.
HOEVEEL TALG IEMAND MAAKT IS ERFELIJK BEPAALD. DOOR UV STRALING NEEMT DE TALGPRODUCTIE
AF.
1.1.6 Zweetklieren
Zweetklieren komen bijna overal in de huid voor. Er zijn twee soorten zweetklieren.
De ene soort heet eccriene zweetklieren. Deze maken een waterig zweet dat zich als
een laagje over ons hele lichaam verdeelt, vooral op de handpalmen en voetzolen,
22
Nederlandse Cosmetica Vereniging
het voorhoofd en in de oksels. Dit zweet dient om ons lichaam af te koelen, als we
in een warme omgeving zijn, of als we sporten. Vers zweet is reukloos. Na enige tijd
zetten bacteriën, die op onze huid leven, het zweet om in geurstoffen en treedt de
typische zweetlucht op.
VERS ZWEET BESTAAT UIT 99% WATER, 0,5% ZOUT EN 0,5% “AFVALSTOFFEN” VAN DE HUID. PAS
ALS HUIDBACTERIËN DEZE AFVALSTOFFEN OMZETTEN ONTSTAAT “ZWEETLUCHT”.
De andere soort heet apocriene zweetklieren. Deze vinden we alleen in de oksels,
op de tepels en de geslachtsorganen. Ze maken een ander soort zweet, dat vet
bevat en onze persoonlijke lichaamsgeur bepaalt. Als het vers is, is ook dit zweet
geurloos. De typische “mensen-zweet-lucht” ontstaat als onze huidbacteriën het
zweet omzetten in bepaalde geurstoffen.
Bij mannen komen andere bacteriën op de huid voor dan bij vrouwen. Daarom ruikt
zweet van mannen anders dan van vrouwen.
DE ZWEETLUCHT VAN VROUWEN WORDT VEROORZAAKT DOOR MICROCOCCEN DIE ISOVALERIAANZUUR
BIJ MANNEN WORDEN DOOR CORNEOBACTERIËN DE STOFFEN 5-ALPHA-ANDROSTENON, 5
ALFA-ANDROSTENOL EN 3-METHYL-2-HEXEENZUUR GEMAAKT. DIT MAAKT DAT HET ZWEET VAN MANNEN EN VROUWEN ANDERS RUIKT.
MAKEN.
1.2 DE FUNCTIES VAN DE HUID
1.2.1 Bescherming tegen uitdroging
Onze huid beschermt ons tegen uitdroging van het lichaam. De buitenste laag van
de huid, de hoornlaag, bestaat uit dicht opeengepakte huidcellen die aan elkaar zitten vastgeplakt met zogenaamde celkit. De hoornlaag lijkt wel wat op een muur,
waarbij de stenen (de huidcellen) aan elkaar vastzitten met cement (de celkit). De
hoornlaag kan maar een klein beetje water opnemen of afgeven. Zo kan er niet
teveel vocht uit het lichaam verdwijnen. Andersom kunnen water en andere stoffen
ook niet zomaar de huid binnendringen. Ook dieper in de huid zijn de cellen zo aan
elkaar geplakt dat water niet zomaar door de huid kan heendringen. Daarom kunnen we zwemmen of een bad nemen zonder dat onze huid liters water opzuigt. Dat
de huid wel een beetje water opneemt zien we als we lang in bad zitten. We krijgen
dan rimpelvingers en – tenen omdat de hoornlaag opzwelt. Door het opzwellen van
de hoornlaag wordt de “muur” minder dicht. Er kan dan meer vocht verdampen.
23
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
Daarom droogt onze huid uit als we te lang baden.
CELKIT VORMT EEN BARRIÈRE VOOR WATEROPLOSBARE STOFFEN, MAAR KAN OOK DOOR VETOPLOSBARE STOFFEN MOEILIJK GEPASSEERD WORDEN. OOK IN HET STRATUM LUCIDUM (DE HELDERE LAAG) ZIJN
DE DICHTOPEENGEPAKTE CELLEN VERBONDEN DOOR DIT CEMENT.
Talg en zweet vormen een vetlaagje op onze huid. Dit vetlaagje, dat hydrolipidefilm
heet, is erg belangrijk. Het bevat, net als de hoornlaag eronder, stoffen die de huid
soepel houden. Deze stoffen worden “natuurlijke hydraterende stoffen” genoemd.
Ze zorgen dat de huid een beetje vocht kan opnemen uit de omgeving en soepel
blijft. Omdat het vetlaagje zure stoffen bevat, kunnen schadelijke bacteriën niet op
de huid groeien.
DE HYDROLIPIDEFILM BESTAAT UIT ZWEET, TALG EN VERHOORNINGSPRODUCTEN EN BEVAT KERATINE,
WATEROPLOSBARE ZUREN, ZOUTEN, EN WATER. DE PH WAARDE (ZUURGRAAD) IN DE HYDROLIPIDEFILM LIGT TUSSEN 5 EN 6. STOFFEN MET EEN PH ONDER 7 ZIJN ZUUR (ZOALS AZIJN), STOFFEN MET
EEN PH BOVEN 7 ZIJN BASISCH (ZOALS SODA). DE HYDROLIPIDEFILM IS ZUUR. DIT KOMT DOOR MELKZUUR, DIVERSE AMINOZUREN, VETZUREN UIT TALG EN ZOUTEN. DE STOFFEN IN DE HYDROLIPIDEFILM
KUNNEN ZOWEL ZURE ALS BASISCHE STOFFEN DIE OP DE HUID KOMEN NEUTRALISEREN. DAARDOOR
KUNNEN DE MEESTE STOFFEN DIE OP DE HUID KOMEN DE ZUURGRAAD NIET AANTASTEN.
DE ZURE OMGEVING IS GESCHIKT VOOR DE MICRO-ORGANISMEN DIE VAN NATURE OP DE HUID THUISHOREN. DEZE HUIDBACTERIËN BESCHERMEN HET LICHAAM TEGEN ZIEKMAKENDE MICRO-ORGANISMEN.
NATUURLIJKE HYDRATERENDE STOFFEN (NATURAL MOISTURIZING FACTORS, NMF) ZIJN AMINOZUREN,
AMMONIUMZOUTEN, UREUM, GLUCOSAMINE, MELKZUUR, CITROENZUUR EN HYALURONZUUR.
1.2.2 Bescherming tegen bacteriën
In de opperhuid zitten cellen van ons afweersysteem. Schadelijke bacteriën, die
ondanks het vetlaagje toch in de huid weten door te dringen, worden aangepakt
door deze afweercellen. Dit is een ingewikkeld proces. Er ontstaat bijvoorbeeld een
ontstekingsreactie waarbij allerlei stoffen vrijkomen die de bacteriën onschadelijk
maken.
In het afweerproces gaat soms iets mis. Dan kan er allergie of overgevoeligheid ontstaan. Bij een allergie reageert het afweersysteem heftig op stoffen of micro-organismen. Er ontstaat dan bijvoorbeeld hooikoorts of een andere reactie waar het
hele lichaam aan meedoet.
Overgevoeligheid is niet hetzelfde als allergie. Het is een oppervlakkige irritatie van
24
Nederlandse Cosmetica Vereniging
de huid als daar bepaalde stoffen op komen. Deze stoffen veroorzaken irritatie bij
sommige mensen en bij anderen helemaal niet. Bij de mensen die wel irritatieverschijnselen krijgen, spreken we van overgevoeligheid.
1.2.3 Bescherming tegen UV-straling
Zonlicht is in het algemeen goed voor ons. Door zonlicht op onze huid kan ons
lichaam bijvoorbeeld vitamine D vormen. Maar zonlicht heeft ook een aantal nadelen. Zonlicht bestaat uit UV-straling en dit is schadelijk voor de huid. Door teveel
UV-straling veroudert onze huid sneller dan normaal het geval zou zijn. Ook kunnen
huidziektes en kanker ontstaan. Onze huid heeft een paar mogelijkheden om zichzelf te beschermen tegen UV-straling. Zo kan hij meer pigment maken en huidcellen
sneller laten groeien, zodat de huid wat dikker wordt. Maar deze maatregelen zijn
niet genoeg. In het hoofdstuk over anti-zonnebrandmiddelen wordt hier nader op
ingegaan.
1.2.4 Warmteregeling
Als de bloedvaatjes in de lederhuid wijder worden, neemt de bloedtoevoer toe en
kan ons lichaam overtollige warmte kwijtraken. De huid wordt dan rood. Dit gebeurt
automatisch als iemand in een warme omgeving komt of zich inspant. Het kan ook
gebeuren als iemand zich ongemakkelijk voelt en bloost.
Als de bloedvaatjes nauwer worden, stroomt er minder bloed doorheen. Ons
lichaam gebruikt dit om te voorkomen dat we teveel warmte verliezen, bijvoorbeeld
in een koude omgeving. De huid wordt dan bleek. Dit kan ook gebeuren als iemand
ergens van schrikt.
Ook door te zweten kan de huid gekoeld worden. Zweet vormt een laagje water op
de huid dat langzaam verdampt en zo voor verkoeling zorgt. Via de zweetklieren
kunnen we meerdere liters vocht per dag uitzweten. Onze zweetklieren reageren
niet alleen op warmte en inspanning, maar ook op emoties en scherpe smaken in
het eten.
NORMAAL GESPROKEN IS DE ZWEETPRODUCTIE 0,5 TOT 1 LITER PER DAG, MAAR DEZE KAN BIJ HOGE
INSPANNING TOENEMEN TOT 1,5 TOT 2 LITER PER UUR, IN EXTREME GEVALLEN KAN DIT OPLOPEN TOT
4 LITER PER UUR. DAAROM IS HET BELANGRIJK VOLDOENDE WATER TE DRINKEN.
25
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
1.3 VERANDERINGEN IN DE HUID
1.3.1 Veroudering
Tussen ons 25e en 30e levensjaar begint onze huid te verouderen. De huid verliest
dan langzaam zijn rekbaarheid en soepelheid en er ontstaan rimpels. Dit komt
doordat de elastische vezels hun structuur en normale vorm gaan verliezen. Op den
duur wordt de huid dunner en slapper, kan minder goed water vasthouden en herstelt zich minder goed. De talgproductie neemt af en de huid wordt droger. Op
hogere leeftijd neemt het aantal talg- en zweetklieren in onze huid af. De doorbloeding en vernieuwing van de huid wordt minder. Deze natuurlijke veroudering is niet
te stoppen. Stress, verkeerde voeding, teveel drinken, roken en teveel zonlicht zorgen dat de huid sneller oud wordt dan normaal het geval zou zijn. De invloed van
UV-straling is het grootst.
1.3.2 Verstoring
Een belangrijke verstoring van de huid kan optreden bij wassen. Door wassen met
water en zeep wordt het vetlaagje op de huid weggespoeld. De huid voelt dan
droog en strak aan en er ontstaat jeuk. Het duurt enige tijd voordat de huid het vetlaagje weer heeft opgebouwd. Als de ontvetting heel erg is, kan er zelfs eczeem ontstaan.
In de puberteit verandert de activiteit van de huid. Dit is het gevolg van de veranderingen in de hormonen van het lichaam. Er wordt in de puberteit meer talg aangemaakt, waardoor een vette huid ontstaat. De uitgangen van de talgklieren kunnen verstopt raken, waardoor de afvoer van celafval en talg verstoord raakt. In een
verstopte talgklier kunnen bacteriën groeien, de klier ontsteekt en een puistje is het
gevolg.
Een huidafwijking die vooral bij vrouwen veel voorkomt, is de sinaasappelhuid of
cellulitis. Door veranderingen in de vetcellen ontstaan putjes en bobbeltjes op de
huid van billen en dijen. Het ontstaan van een sinaasappelhuid heeft niet zoveel te
maken met hoe dik iemand is. Er is niet veel tegen te doen, behalve een dieet, massage en lichaamsbeweging.
26
27
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
2. ZEEP, BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN
Zeep en bad- en doucheproducten zijn bedoeld om vuil, huidschilfers en zweet van
onze huid te wassen. Daarnaast verzorgen ze de huid.
2.1 WERKZAME STOFFEN
2.1.1 Oppervlakteactieve stoffen in zeep, bad- en doucheproducten
Met water alleen kunnen we vuil en vet niet goed wegwassen, omdat vet niet oplost
in water. Daarom bevatten reinigingsproducten voor onze huid zogenaamde oppervlakteactieve stoffen. De bekendste oppervlakteactieve stof is zeep.
Oppervlakteactieve stoffen hebben zowel een vetoplosbaar als een wateroplosbaar
deel. Ze hechten met hun ene kant in het vuil en met hun andere kant in water. Zo
zorgen ze ervoor dat vet en vuil van de huid spoelen, met het water mee.
micel
oppervlakte
actieve stof
vettig vuil
WERKING OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN: OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN VERLAGEN DE OPPERVLAKTESPANNING TUSSEN TWEE NIET-MENGBARE FASEN, ZOALS WATER EN VETTIG VUIL. ZE VORMEN MICELLEN.
2.1.2 Terugvetters en hydraterende bestanddelen
Een groot nadeel van oppervlakteactieve stoffen en zeep is dat ze niet alleen vuil,
maar ook gedeeltelijk het natuurlijke vetlaagje van onze huid meenemen. Om dat
tegen te gaan, worden terugvetters en hydraterende stoffen aan de producten toegevoegd.
Terugvetters zijn stoffen die tijdelijk een kunstmatig vetlaagje op de huid aanbrengen, totdat onze huid zijn natuurlijke vetlaagje heeft hersteld.
28
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Met het natuurlijke vetlaagje verdwijnt ook een deel van de natuurlijke hydraterende stoffen, de vochtinbrengers van de huid. Hydraterende bestanddelen in zeep,
bad- en doucheproducten vervangen tijdelijk de natuurlijke vochtinbrengers van de
huid. Ze houden water vast en zorgen dat de huid soepel blijft.
VOORBEELDEN
VAN TERUGVETTERS IN NATUURLIJKE ZEEP ZIJN LANOLINE EN DERIVATEN, VETZUUR,
VETALCOHOL EN LECITHINE.
VOORBEELDEN
GLYCOL.
VAN HYDRATERENDE STOFFEN ZIJN GLYCERINE, GLYCOL, SORBETH EN POLYETHYLENE
2.1.3 Stoffen in Cosmetica die bederf tegen gaan
Cosmetica moeten tegen een stootje kunnen. Ze worden bewaard in vochtige badkamers, worden meegenomen in de auto, liggen in de zon of gaan mee de bergen
in. Bovendien zitten we met onze vingers aan de producten en blijven tubes en potjes ook wel eens zonder dop liggen. Toch mogen cosmetica uiteraard niet bederven.
Daarom worden aan cosmetica speciale stoffen toegevoegd die zorgen dat de producten onder al deze omstandigheden vers blijven en hun werk blijven doen.
1. Conserveermiddelen
Alle producten op waterbasis kunnen bederven als er bacteriën in groeien. Waterin-olie emulsies zijn daar minder gevoelig voor, net als producten die alcohol en
zeep bevatten.
Conserveermiddelen gaan de groei van bacteriën en schimmels tegen. In de
Europese Cosmetica Richtlijn is vastgelegd welke stoffen hiervoor in cosmetica
gebruikt mogen worden. Er worden ook cosmetica zonder conserveermiddelen
gemaakt. Bij deze producten werken de hoge concentraties oppervlakteactieve
stoffen of parfum als conserveermiddel of ze bevatten zo weinig water dat bacteriën
er niet in kunnen groeien.
VOORBEELDEN VAN CONSERVEERMIDDELEN ZIJN BENZOËZUUR, NATRIUMBENZOAAT,
THIMEROSAL, 2-BROOM-2-NITROPROPAAN-1,3-DIOL EN IMIDAZOLIDINYLUREUM.
SALICYLZUUR,
2. Anti-oxidanten
Ook door contact met de buitenlucht kunnen cosmetica bederven. Dit heet oxidatief bederf. Om dit te voorkomen worden zogenaamde anti-oxidanten toegevoegd.
29
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
ANTI-OXIDANTEN VANGEN ZUURSTOFRADICALEN WEG.
VOORBEELDEN VAN ANTI-OXIDANTEN ZIJN VITAMINE E (TOCOFEROL)
ASCORBINEZUUR EN BUTYLHYDROXYANISOL.
EN DIBUTYLHYDROXYTOLUEEN,
3. Complexeringsmiddelen
In de cosmeticaproducten kunnen hele kleine verontreinigingen met zware metaalionen voorkomen. Als dat het geval is, kunnen oxidatief bederf of bacteriegroei nog
sneller optreden dan normaal het geval is. Daarom worden zogenaamde complexeringsmiddelen, ook wel metaal-ionenbinders genoemd, toegevoegd. Deze stoffen
binden aan de eventueel aanwezige zware metaal-ionen en zorgen dat ze geen
schade kunnen aanrichten aan het product.
EEN VOORBEELD VAN EEN METAAL-IONENBINDER IS EDTA
2.1.4 Hulpstoffen
Hulpstoffen die aan zeep en bad- en doucheproducten worden toegevoegd zijn parfum, kleurstoffen, stoffen die zorgen dat het product een bepaalde dikte heeft en
stoffen die zorgen dat de producten niet kunnen bederven.
terugvetter oppervlakte actieve stof schuimvormer/terugvetter terugvetter
INGREDIENTS: Aqua, Decyl glucoside, Cocamidopropyl betaine,
Sodium lauroyl sarcosinate, Hexylene glycol, Silicone quaternium-8, Caprylic/Capric triglyceride, Sodium lauroyl lactylae,
Polyquaternium-7, Glycerin, Tocopheryl acetate, Retinyl palmitate, Anthemis nobilis, Camellis oleifera, Aloe barbardensis, C1215 alkylbenzoate, Prunus amygdalus amara, Pentadecalactone,
Anisaldehyde, Zea mays, Mannitol, Butylene glycol, Propylene
glycol, BHT, DMDM hydantoin, Iodopropynyl butylcarbamate
conserveermiddel
schuimstabilisator
Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie van een reinigende gezichtslotion
30
Nederlandse Cosmetica Vereniging
2.2 NATUURLIJKE ZEEP EN SYNTHETISCHE ZEEP
2.2.1 Samenstelling van natuurlijke zeep
Zeep is een product dat we al eeuwen gebruiken om ons mee te wassen. Het is de
bekendste oppervlakteactieve stof. De ouderwetse, natuurlijke zeep wordt
gemaakt uit dierlijk of plantaardig vet. Daar is een scheikundige reactie voor nodig,
die verzepingsreactie heet. Natuurlijke zeep kan vast zijn of vloeibaar, dat hangt af
van de stoffen die worden gebruikt bij de verzepingsreactie.
a) Verzeping van een vet (triglyceride)
C H 2 OC OR
C H-2OH
C HC OR
C H- OH
+
3 NaOH
3 RC O 2Na +
C H-2OH
C H 2OC OR
Vet
+
Natronloog
Zeep
+
Glycerine
b) Verzeping van vetzuren
RCO2 H
+
Vetzuur +
NaOH
RCO2Na +
H2O
Natronloog
Zeep
Water
+
c) Verzeping van een vetzuurmethylester
RCO2CH 3
+
Vetzuurmethylester +
N aOH
RCO2Na
+
CH3OH
Natronloog
Zeep
+
Methanol
De R in de reacties staat voor een koolstofketen die 12 tot 18 atomen lang is
(R=C12-C18).
EEN VERZEPINGSREACTIE IS EEN REACTIE TUSSEN EEN VET OF VETZUUR EN EEN LOOG (EEN BASISCHE
STOF). ALS UITGANGSSTOF BIJ VERZEPING KAN EEN NEUTRAAL VET (TRIGLYCERIDE) GEBRUIKT WORDEN, EEN VETZUUR OF EEN VETZUURMETHYLESTER. I N DE VERZEPINGSREACTIE VAN EEN NEUTRAAL VET
KOMT GLYCERINE VRIJ, BIJ VERZEPING VAN EEN VETZUURMETHYLESTER KOMT METHANOL VRIJ.
31
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
VOOR HET MAKEN VAN GOEDE ZEEP HEBBEN VETZUREN MET EEN LANGE KETEN (C12-18) DE VOORKEUR. ALS DE ZEEP MOET SCHUIMEN, KAN EEN MENGSEL MET KOKOSOLIE OF PALMKERNOLIE WORDEN
GEBRUIKT. DEZE OLIËN BEVATTEN VEEL LAURINEZUUR, DAT VOOR SCHUIMONTWIKKELING ZORGT.
VOOR HET MAKEN VAN VASTE ZEPEN WORDT NATRONLOOG GEBRUIKT (NAOH), VOOR VLOEIBARE
ZEPEN KALILOOG (KOH).
2.2.2 Samenstelling van synthetische zeep
Synthetische zeep wordt gemaakt van synthetische vetten. Ook deze zepen bevatten oppervlakteactieve stoffen die zorgen dat de huid schoon wordt. In het algemeen reinigen synthetische zepen grondiger dan natuurlijke zepen en ze kunnen in
allerlei milde variaties worden samengesteld.
VOORBEELDEN VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN SYNTHETISCHE ZEPEN ZIJN VETZUUR-ISOTHIONAAT, SULFOSUCCINATEN, VETZUUR-N-METHYLTAURIDE, ZWAVELBARNSTEENZUUR-ALKYL-HALFESTER,
VETALCOHOLSULFAAT EN COCAMIDOPROPYL BETAÏNE. COCAMIDOPROPYL BETAÏNE IS EEN AMFOTERE
OPPERVLAKTEACTIEVE STOF, DAT WIL ZEGGEN DAT HET ZOWEL EEN POSITIEVE ALS EEN NEGATIEVE
LADING HEEFT.
O
CH3
|
CH3– N+–CH2COO|
CH3
+
SO3- Na
Vetalcoholsulfaat
Betaïne
O
C
N
H
CH2–COOH
+
N CH2– COO–
CH2– COOH
N-lauryl-1,3-diaminopropaan-N-tricarboxymethaan
Oppervlakteactieve stoffen in synthetische zepen: een vetalcoholsulfaat en betaïne.
2.2.3 Soorten zeep
Er zijn veel soorten zeep op de markt. Toiletzepen zijn gemaakt met vetzuren uit
kokosolie. Ze bevatten terugvetters en geurstoffen. Meestal bevatten ze ook kleurstoffen.
32
Nederlandse Cosmetica Vereniging
DE
TERUGVETTERS IN TOILETZEPEN BESTAAN UIT VETZUREN ZOALS STEARINEZUUR, UIT LANOLINE,
LECITHINE, PLANTAARDIGE OLIËN ZOALS AVOCADO-OLIE, EN ANDERE VETACHTIGE SUBSTANTIES.
TOILETZEPEN BEVATTEN GLYCERINE OF LACTAAT OM UITDROGING VAN DE ZEEP TEGEN TE GAAN. HET IS
BIJ DEZE ZEPEN MEESTAL NIET NODIG CONSERVERINGSMIDDELEN TOE TE VOEGEN.
VOORBEELDRECEPT TOILETZEEP: MAX. 60% NATRIUMZEEP UIT TALG; MAX. 27% NATRIUMZEEP UIT
KOKOSOLIE; MAX. 3% PARFUM; MAX. 2% GLYCERINE; MAX. 1% NATRIUMCHLORIDE. REST: SPECIFIEKE INGREDIËNTEN, GEUR- EN KLEURSTOFFEN, WATER.
Variaties op toiletzeep zijn luxe-zepen, die veel parfum bevatten, en crèmezepen
die veel terugvetters bevatten. Babyzeep bevat veel terugvetters en bevat weinig
parfum. Deo-zepen remmen de groei van bacteriën die lichaamszweet omzetten en
voor de typische zweetlucht zorgen.
Vloeibare zepen bevatten minder oppervlakteactieve stoffen dan vaste zepen.
Hand- en gezichtswaslotion bevatten een licht parfum en vrijwel geen kleurstoffen.
De producten voor het wassen van handen worden vaak in een pompje verpakt.
VOORBEELDRECEPT VLOEIBARE ZEEP: MAX. 15% KOKOSVETZUUR; MAX. 5% GLYCERINE; MAX. 3%
PARFUM EN KALIUMOLEAAT; MAX. 2% PEG-12 GLYCERYL DISTEARAAT; MAX. 1% GLYCERYLSTEARAAT.
REST: SPECIFIEKE INGREDIËNTEN, COMPLEXEERMIDDELEN, GEUR- EN KLEURSTOFFEN, WATER.
1
2
4
3
33
5
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
2.2.4 Het bereidingsproces van zeep
Voor het maken van zeep zijn drie stappen nodig. De eerste stap is de verzepingsreactie. Dit gebeurt in een grote ketel. Tijdens het verzepen worden de conserveermiddelen en dergelijke al toegevoegd. Aan het einde van deze stap is er een waterige zeepmassa, die gedroogd moet worden.
OM
DE ZEEP BETER VERWERKBAAR TE MAKEN WORDEN HYDRATERENDE STOFFEN (VOCHTVASTHOU-
DERS) TOEGEVOEGD, ZOALS GLYCERINE OF NATRIUMCHLORIDE.
NA DE VERZEPINGSREACTIE BLIJFT ER
32%
WATER BEVAT. DE OVERIGE 5% VAN DE ZEEPMASSA ZIJN HYDRATERENDE STOFFEN EN ANDERE TOEVOEGINGEN.
EEN VLOEIBARE ZEEPMASSA OVER DIE VOOR
63%
UIT GEBONDEN VETZUREN BESTAAT EN
Het drogen, de tweede stap, vindt meestal plaats in een vacuüm getrokken cilinder
(vacuüm wil zeggen dat er geen lucht bij kan komen). De zeepmassa is daarna een
korrelige pap, die granulaat heet. Het granulaat moet 24 uur rusten voor het verder
verwerkt kan worden.
BIJ
VACUÜMDROGING WORDT DE ZEEPMASSA VERHIT IN BUIZEN EN OP DE BINNENWAND VAN EEN
ONDER VACUÜM STAANDE CILINDER GESPROEID.
PROCES BEVAT DE ZEEPMASSA NOG
EEN
DEEL VAN HET WATER VERDAMPT EN NA HET
13% WATER.
De derde stap heet confectioneren. Aan het granulaat worden parfums en kleurstoffen toegevoegd. Dan wordt het granulaat tot een lange sliert gekneed en door
een machine in porties verdeeld. De afzonderlijke stukjes worden in vormen
gedrukt en zien er dan uit zoals de stukken zeep die in de winkel komen. De zeepstukken worden apart verpakt voor de verkoop.
Het confectioneringsproces van natuurlijke zeep:
1. zeepgranulaat in silo; 2. doseerpomp voor kleur- en geurstoffen; 3. mixer; 4. kneedmachine;
5. snijmachine; 6. zeeppers; 7. verpakkingsmachine; 8. verpakkingsmachine; 9. pallet met zeep.
6
7
8
9
34
Nederlandse Cosmetica Vereniging
2.3 BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN
Net als zeep zijn bad- en doucheproducten bedoeld om vet en vuil van de huid te
wassen. Dit moeten ze doen zonder de huid te veel uit te drogen. Ze zijn ook
bedoeld om een fris gevoel te geven en de huid te stimuleren.
2.3.1 Samenstelling van bad-en doucheproducten
Bad- en doucheproducten bevatten oppervlakteactieve stoffen om de huid schoon
te maken. Andere ingrediënten zijn, net als bij zeep, terugvetters en hydraterende
bestanddelen. Verder bevatten ze kleur- en geurstoffen en conserveermiddelen.
VOORBEELDEN VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN BAD EN DOUCHEPRODUCTEN
LAAT, VETALCOHOLETHOXYLAAT EN VETZUURMONOETHANOLAMIDE.
ZIJN CARBOXY-
OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN ALS VETALCOHOLETHERSULFAAT SCHUIMEN HET MEEST.
VOORBEELDEN VAN TERUGVETTERS IN BAD EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN GLUCOSIDE, TRIGLYCERIDE,
VETZUURESTER EN MONO- EN DIGLYCERIDE VAN VETZUUR, ALKANOLAMIDE, VETALCOHOL EN LANOLINE
EN LECITHINE DERIVATEN. BIJ SCHUIMENDE PRODUCTEN WORDT GEËTHOXYLEERD VETZUUR GEBRUIKT
OMDAT DIT DE SCHUIMVORMING NIET BEÏNVLOEDT.
VOORBEELDEN VAN HYDRATERENDE BESTANDDELEN IN BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN AMINOZUREN, GLYCERINE, NATRIUM/KALIUMACETAAT, PYRROLIDONE CARBOXYLIC ACID, MELKZUUR EN
SORBITOL.
Bad- en doucheproducten zijn vloeibaar, maar mogen niet te waterig zijn. Dan zouden ze te snel van de handen of een washandje afspoelen. Ze bevatten daarom verdikkingsmiddelen die voor de stroperigheid zorgen. Verder bevatten bad- en doucheproducten schuimstabilisatoren en parelglans- en vertroebelingsmiddelen.
Deze toevoegingen zijn vooral bedoeld om de producten er mooi uit te laten zien.
VOORBEELDEN VAN VERDIKKINGSMIDDELEN IN BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN VETALCOHOLETHOXYLAAT, CHLORIDEN EN SULFATEN, POLYSACCHARIDE, CARBOXYVINYLPOLYMEER. OOK NATRIUMCHLORIDE IS EEN VERDIKKINGSMIDDEL.
BEPAALDE OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN KUNNEN OOK ALS VERDIKKINGSMIDDELEN WORDEN
GEBRUIKT. ANDERE OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN WORDEN ALS SCHUIMSTABILISATOREN GEBRUIKT,
BIJVOORBEELD ALKANOLAMIDE. DEZE HEBBEN TEVENS EEN TERUGVETTENDE WERKING.
35
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
oppervlakte actieve stof en schuimvormer
terugvetter
verdikkingsmiddel
verdikkingsmiddel
parelglansmiddel
INGREDIENTS: Aqua, Sodium laureth sulfate, Lauramidopropyl betaine,
Cocamide MEA, PEG-7 glyceryl cocoate, Glycol stearate, Aloe vera,
Parfum, Cocoyl sarcosine, PEG-8, Methylparaben, Diazolidinyl urea,
Disodium EDTA, Propylparaben, CI 42053, CI 19140
stabilizator
verdikkingsmiddel
oppervlakte actieve stof en schuimvormer
kleurstof
conserveermiddel
Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie voor een badschuim
2.3.2 Soorten bad- en doucheproducten
Badschuim bevat veel oppervlakteactieve stoffen en is stroperig. Het schuim ontstaat door de oppervlakteactieve stoffen en wordt stevig gehouden door schuimstabilisatoren.
VOORBEELDRECEPT
BADSCHUIM:
MAX. 10% C12-14 VETALCOHOLSULFAAT; MAX. 5% KOKOSVET4% LAURYLALCOHOLCARBOXYLAAT; MAX. 2% KOKOSAMIDEBETAÏNEDIACETAAT, KOKOSMONOETHANOLAMIDE EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEURSTOFFEN EN STOFFEN DIE DE PH REGELEN.
ZUURMONOGLYCERIDE; MAX.
Doucheschuim lijkt op badschuim, maar is vloeibaarder en bevat minder oppervlakteactieve stoffen en parfum. Doucheproducten zijn zuur. Hierdoor tasten ze het
vetlaagje op de huid niet aan.
VOORBEELDRECEPT DOUCHESCHUIM: MAX. 8% C12-14 VETALCOHOLSULFAAT; MAX. 4% C12-14
VETALCOHOLSULFOSUCCINAAT; MAX. 3% KOKOSVETZUURMONOGLYCERIDE; MAX. 2% KOKOSAMIDEBETAÏNE EN GLYCERINE MONOLAURAAT; MAX. 1% EIWITHYDROLYSAAT,POLYETHYLEENGLYCOLDISTEARAAT EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEURSTOFFEN EN STOFFEN OM PH
TE REGELEN
Crèmedouchebaden (ook wel 2 in 1 baden genoemd) zijn een combinatie van een
douche- of schuimbadproduct en een verzorgende lotion. Ze lijken in grote lijnen op
schuimbaden, maar bevatten meer terugvetters en huidverzorgende stoffen.
Badoliën schuimen niet en laten een laagje achter op de huid. Ze beschermen
tegen uitdroging en maken de huid gladder. Badoliën kunnen als een film op het
36
Nederlandse Cosmetica Vereniging
wateroppervlak liggen. Ze zijn meestal geparfumeerd.
VOORBEELDRECEPT BADOLIE: MAX. 25% ISOPROPYLMYRISTAAT; MAX. 20% PARAFFINE-OLIE EN 2OCTYLDODECANOL; MAX. 10% LAURYLALCOHOL EN C8-10 VETZUURTRIGLYCERIDE; MAX. 3% PARFUM. REST: OVERIGE INGREDIËNTEN, KLEURSTOFFEN.
Badkristallen, badparels of –tabletten zijn niet echt bedoeld om de huid schoon te
maken, maar meer om het water kleur en geur te geven. Badtabletten bevatten stoffen die zorgen dat ze uit elkaar vallen. Zodra ze in aanraking komen met water komt
er een beetje kooldioxide of zuurstof vrij en gaan ze bruisen.
EEN KOOLZUURBADTABLET BEVAT NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT EN CITROEN- OF WIJNSTEENZUUR.
KOOLSTOFDIOXIDE KOMT VRIJ DOOR DE REACTIE VAN NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT MET WIJNZUUR
ALS DE TABLET OPLOST IN WATER. EEN ZUURSTOFBADPRODUCT BESTAAT UIT NATRIUMPERBORAAT OF
–PERCARBONAAT MET BARNSTEENZUUR OF ADIPINEZUUR. DOOR DE COMBINATIE VAN PEROXOVERBINDINGEN KOMT BIJ CONTACT MET WATER ZUURSTOF VRIJ.
BADTABLETTEN BEVATTEN ALS BINDMIDDEL TALK, SILICAAT OF ZETMEEL. DE PRODUCTEN VALLEN UIT
ALS “SPRINGMIDDEL”, DAT ERVOOR ZORGT DAT HET
PRODUCT MET KRACHT UIT ELKAAR VALT, WORDEN NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE, GELATINE EN
PECTINE GEBRUIKT.
ELKAAR ALS ZE IN CONTACT MET WATER KOMEN.
2.3.3 Het bereidingsproces van bad- en doucheproducten
De bereiding van bad- en doucheproducten is eenvoudig. De verschillende ingrediënten worden in een ketel door elkaar gemengd met behulp van een industriële
mixer. Meestal is dit een koud proces en hoeft er niet verwarmd te worden.
De volgorde waarin de ingrediënten worden toegevoegd is belangrijk, omdat het
product niet te stroperig mag worden. Sommige verdikkers worden daarom meestal aan het begin van het proces toegevoegd, andere juist aan het eind.
Omdat er oppervlakteactieve stoffen worden toegevoegd bevat het mengsel eerst
altijd lucht. Dit verdwijnt na enige tijd. Daarom laat men het mengsel enkele uren
rusten voordat het in flesjes wordt verpakt.
VERDIKKERS DIE AAN HET BEGIN VAN HET PROCES MOETEN WORDEN TOEGEVOEGD ZIJN XANTHAAN
(EEN NATUURLIJKE VERDIKKER) EN CARBOMER (EEN SYNTHETISCHE VERDIKKER). DIT ZIJN VERDIKKERS
IN POEDERVORM DIE NIET GOED OPLOSSEN ALS ER BEPAALDE ANDERE INGREDIËNTEN AL IN HET MENGSEL AANWEZIG ZIJN. VERDIKKERS DIE AAN HET EIND VAN HET PROCES MOETEN WORDEN TOEGEVOEGD
ZIJN ZOUT EN ETHYLEENGLYCOLETHERS VAN LAURYLALCOHOL (B.V. LAURETH-2).
37
38
39
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
3. GEZICHTSREINIGINGS- EN
GEZICHTSVERZORGINGSPRODUCTEN
3.1 WERKZAME STOFFEN
3.1.1 Emulsies en emulgatoren
In gezichtsreinigingsproducten en gezichtsverzorgingsproducten zitten zowel waterige stoffen als olie-achtige stoffen. Omdat water en olie van nature niet mengen,
zijn de producten vaak een “emulsie”. Dit zijn speciale mengsels waarin deze stoffen toch samen in één product kunnen zitten.
Producten waarbij hele kleine olie-druppeltjes zweven in een waterige substantie
worden olie-in-water (o/w) emulsies genoemd. Producten waarbij waterdruppeltjes
zweven in de olie-achtige basis heten water-in-olie (w/o) emulsies. Mayonaise is
een olie-in-water emulsie, een mengsel van eigeel (waterig) en olijfolie (olie). Om
een emulsie te maken zijn speciale stoffen nodig die emulgatoren heten.
Emulgatoren zijn stoffen met een wateroplosbaar en een vetoplosbaar deel. Ze
trekken daarom met hun ene kant waterige stoffen aan en met de andere kant olieachtige stoffen aan. Ze vormen een brug tussen de twee soorten stoffen. Ze zorgen
dat in een o/w emulsie de vetdruppeltjes in een waterige omgeving kunnen blijven
zweven. In een w/o emulsie zorgen ze juist dat waterdruppeltjes in een olie-achtige omgeving blijven zweven.
VOORBEELDEN
VAN EMULGATOREN ZIJN GLYCERINE MONODISTEARAAT, SORBITAANVETZUREN EN
POLYSORBATEN. I N O/W EMULSIES WORDEN EMULGATOREN GEBRUIKT DIE OVERWEGEND WATEROPLOSBAAR ZIJN, BIJ W/O EMULSIES WORDEN JUIST EMULGATOREN GEBRUIKT DIE OVERWEGEND VETOPLOSBAAR ZIJN.
EIGENLIJK BEPAALT DE EMULGATOR OF EEN EMULSIE EEN W/O OF EEN O/W PRODUCT
WORDT.
VOORBEELDEN VAN EMULGATOREN IN O/W EMULSIES ZIJN ZEPEN, VETALCOHOLEN, PEG-ESTERS VAN
VETZUREN, MONO- EN DIALKYLETHERFOSFAAT. I N W/O EMULSIES WORDEN MEESTAL VETZUURESTERS
VAN POLYGLYCERINE OF
PEG-ESTERS VAN VETZUREN GEBRUIKT, OF CHOLESTEROL EN STEARINEN.
ER BESTAAN OOK O/W/O SYSTEMEN. HIERBIJ IS DE O/W EMULSIE OPNIEUW IN EEN OLIE VERWERKT
(MET BEHULP VAN EEN W/O EMULGATOR). HET PRODUCT HEEFT DAN DRIE FASEN. OP DIE MANIER
KUNNEN OOK W/O/W SYSTEMEN GEMAAKT WORDEN. HET VOORDEEL VAN DRIE-FASEN PRODUCTEN IS
DAT WERKZAME STOFFEN OVER EEN LANGERE TIJD VRIJ KUNNEN KOMEN. OOK KUNNEN OP DEZE
MANIER INGREDIËNTEN IN EEN PRODUCT VERWERKT WORDEN DIE ANDERS ELKAARS WERKING TENIET
ZOUDEN DOEN.
40
Nederlandse Cosmetica Vereniging
3.2 Gezichtsreinigingsproducten
Om onze gezichtshuid goed te verzorgen is het erg belangrijk dat we de huid goed
schoonmaken. Alleen op een schone huid kunnen de verzorgingsproducten hun
werk doen. Met gewone zeep kunnen we vuil en afvalstoffen, zoals talg, niet volledig wegwassen. Daarom zijn er speciale reinigingscrèmes en –melk voor het
gezicht.
In de puberteit neemt de talgproductie toe en wordt onze huid vet. De talgklieren
kunnen verstopt raken, zodat er puistjes ontstaan. Om deze “probleemhuid” te reinigen zijn er speciale producten.
3.2.1 Samenstelling van gezichtsreinigingsproducten
Gezichtstonics bevatten alcohol, plantenextracten, ingrediënten die de huid kalmeren, stoffen die de groei van bacteriën remmen en stoffen die de huid samentrekken en glad maken.
In producten die speciaal zijn bedoeld voor een vette huid met puistjes, zitten synthetische zepen en stoffen die de groei van bacteriën remmen en ontstekingen
tegengaan. Het zijn meestal emulsies op olie-in-water basis of vetvrije gels.
3.2.2 Soorten gezichtsreinigingsproducten
Gezichtsreinigingscrèmes zijn bedoeld voor mensen met een droge huid, en om
zware make-up mee te verwijderen.
Reinigingsmelk kan worden gebruikt bij een normale huid en om lichte make-up
weg te wassen.
VOORBEELDRECEPT
GEZICHTSREINIGINGSPRODUCT: M AX. 12% PARAFINEOLIE; MAX. 8%
; 5% PROPYLEENGLYCOL, GLYCERYLSTEARAAT; MAX. 3% VASELINE; MAX. 2%
LANOLINE ALCOHOL, EIWIT-VETZUUR CONDENSAAT; MAX. 1% POLYACRYLZUUR, TRIETHANOLAMINE,
STEARINE ZUUR. REST: WATER, PARFUM, ANTI-OXIDANTEN, CONSERVERINGSMIDDELEN.
ISOPROPYLSTEARAAT
Er zijn ook gezichtsreinigingsproducten die de huid verzorgen en kalmeren.
Reinigingslotions en -tonics verwijderen make-up resten en stimuleren de opbouw
van het natuurlijke beschermende laagje van de huid.
VOORBEELDRECEPT GEZICHTSTONIC: MAX. 15% ALCOHOL; MAX. 5%
EXTRACT; MAX. 1% PANTHENOL, CAMPHER. REST: WATER, PARFUM.
41
SORBITOL, HAMAMELIS
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
Er bestaan speciale reinigingsproducten voor de probleemhuid.
REINIGINGSPRODUCTEN VOOR DE PROBLEEMHUID HEBBEN EEN LICHT ZURE PH (5) OM DE BACTERIEGROEI TE REMMEN EN DE HUID LICHT UIT TE DROGEN. ZE BEVATTEN VETALCOHOLETHERSULFATEN,
SULFOSUCCINATEN EN BETAÏNEN.
Werkzame stoffen in gezichtreinigingsproducten voor de probleemhuid:
C OOH
S
Cl
O
OH
O
H 2N
OH
NH 2
Cl
Salicylzuur
Zwavel
H 3C
C H3
H 3C
Ureum
H 2N
O
HO
Cl
Triclosan
H
N
H
N
O
N
H
O
CH 3
Alpha-bisabolol
Allantoine
3.3 GEZICHTSVERZORGINGSPRODUCTEN
Gezichtsverzorgingsproducten zijn bedoeld om de huid van het gezicht soepel te
houden. Ze zorgen dat de huid zijn natuurlijke beschermende laagje houdt en brengen vocht in de huid. Ze beschermen de huid tegen weersinvloeden, water en UVstraling. Er zijn speciale producten voor een vette of een droge huid, de rijpere huid
en de gevoelige huid. In producten voor de gevoelige huid zitten bijvoorbeeld geen
parfum en kleurstoffen. Veel crèmes bevatten vitamines, mineralen en UV-filters.
Om de “probleemhuid”, een vette huid met puistjes, te verzorgen zijn er speciale
producten.
3.3.1 Samenstelling van gezichtsverzorgingsproducten
Verzorgende bestanddelen
De verzorgende ingrediënten van huidverzorgingsproducten zijn vaak een mengsel
van olie, vet en was. Ze houden de huid soepel en maken het product smeerbaar.
Nachtcrèmes zijn meestal moeilijker uit te smeren dan dagcrèmes en vormen een
dikker laagje op de huid.
42
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Hydraterende stoffen
Hydraterende bestanddelen zijn stoffen die vocht vasthouden en de huid soepel
houden. Stoffen die van buitenaf op de huid worden aangebracht, werken voornamelijk op de bovenste lagen van de huid. “Huidvoedende” producten bevatten vitamines en hydraterende stoffen.
HYDRATERENDE STOFFEN ZIJN SORBITOL, UREUM OF PYROGLUTAMINEZUUR. DEZE STOFFEN VOORZIEN
DE HUID VAN WATERBINDING TOT MAXIMAAL 5 UUR. HYALURONZUUR EN POLYSACCHARIDEN GAAN EEN
BINDING AAN MET HET KERATINE IN DE HOORNLAAG. H IERDOOR BEWAREN DEZE STOFFEN HUN WERKING VOOR MINSTENS 12 UUR.
Stoffen die de opname door de huid vergemakkelijken
Als de huid wordt afgedekt en warm is, kunnen stoffen beter in de huid worden
opgenomen. Daarom worden sommige producten als “masker” aangebracht en na
enige tijd weer afgespoeld. Aan allerlei cosmetica worden bepaalde stoffen toegevoegd die de opname door de huid verbeteren.
DE
BUITENSTE HUIDLAGEN WORDEN LOSSER ALS ZE MEER WATER BEVATTEN.
HETZELFDE
EFFECT
WORDT BEREIKT DOOR BIJVOORBEELD SALICYLZUUR EN ANDERE STOFFEN DIE DE HOORNLAAG EEN
BEETJE OPLOSSEN.
Liposomen
Liposomen zijn microscopisch kleine bolletjes. Aan de buitenkant bestaan ze uit
vette stoffen en in de kern hebben ze wateroplosbare werkzame stoffen. Ze hechten zich op en een beetje in de buitenste laag van de huid. Dan laten ze de werkzame bestanddelen los. Zo kunnen stoffen in de huid komen die anders zouden worden tegengehouden door de hoornlaag.
OMDAT
DE WATEROPLOSBARE BESTANDDELEN ZITTEN OPGESLOTEN IN DE LIPOSOMEN, KUNNEN ZE
NIET BEDERVEN EN HOEVEN ER GEEN CONSERVEERMIDDELEN TE WORDEN TOEGEVOEGD.
Overige toevoegingen
Aan huidverzorgingsproducten worden allerlei stoffen toegevoegd, zoals bijvoorbeeld UV-filters en anti-oxidanten. Deze stoffen beschermen de huid tegen de
schadelijke invloed van UV-straling. Over UV-straling en de huid wordt meer uitgelegd in het hoofdstuk over anti-zonnebrandmiddelen.
Andere stoffen die worden toegevoegd zijn bijvoorbeeld fruitzuren. Deze verwijderen de losse hoorncellen van de huid en stimuleren de groei van nieuwe huidcellen.
43
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
ANDERE TOEVOEGINGEN ZIJN VITAMINEN DIE DE HUID VERZORGEN, ALLANTOINE (MAAKT EEN RUWE
HUID GLADDER), BISABOLOL (KALMEERT DE HUID) EN PLANTENEXTRACTEN (KUNNEN DE DOORBLOEDING VERBETEREN).
Verder worden conserveermiddelen toegevoegd, stoffen om de zuurgraad te regelen, verdikkingsmiddelen en parfum.
ZUREN
EN BASEN DIE WORDEN GEBRUIKT OM DE ZUURGRAAD VAN HET PRODUCT TE REGELEN
ZIJN CITROENZUUR EN NATRONLOOG.
POLYACRYLAAT, CELLULOSE EN GELATINE ZIJN VERDIKKINGSMID-
DELEN.
emulgator
hydraterend bestanddeel
I NGREDIENTS: Aqua, Glycerin, Cetylpalmitate, Cetylalcohol,
Quaternium-22, Glyceryl hydroxy stearate, Dimethicone, Stearic
acid, Cyclomethicone, Dimethiconol, Steareth-100, Octyldodecyl
myristate, Potassium
hydroxide,
DMDM hydantoin,
Iodopropynyl butylcarbamate, Carbomer, Parfum, Tetrasodium
EDTA, Acrylates/C10-30 alkyl acrylate crosspolymer
conserveermiddel
verdikkingsmiddel
conserveermiddel
Voorbeeld van een ingrediënten declaratie voor een gezichtscrème
3.3.2 Soorten gezichtsverzorgingsproducten
De meeste gezichtsverzorgingsproducten zijn olie-in-water verbindingen. Ze trekken snel in de buitenste huidlaag en kunnen met water worden afgewassen of met
een watje worden afgenomen. Ze zijn geschikt voor de jonge, vette huid en worden
gebruikt in dagcrèmes. Ze bevatten conserveermiddelen.
VOORBEELDRECEPT OLIE-IN-WATER CRÈME: MAX.15% PARAFFINEOLIE; MAX. 4% CAPRYLCAPRINEZUURTRIGLYCERIDE; MAX. 3% CETYLALCOHOL, GLYCERINE EN VASELINE; MAX. 2% GLYCERINE
MONOSTEARAAT, OCTYLDODECANOL, KOKOSVET; MAX. 1% CETYLFOSFAAT REST: WATER, NATRIUMHYDROXIDE, PARFUM, CONSERVEERMIDDELEN.
Water-in-olie producten zijn geschikt voor de droge huid en worden gebruikt als
nachtcrèmes. Ze zijn niet zo gevoelig voor bederf door bacteriën, maar wel voor
bederf aan de lucht; als het potje blijft openstaan zouden ze ranzig kunnen worden.
44
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Om dit te voorkomen bevatten ze anti-oxidanten.
VOORBEELDRECEPT WATER-IN-OLIE CRÈME: MAX. 9% VASELINE; MAX. 5% TRIGLYCERIDE; MAX. 4%
RICINUSOLIE, OZOKERIT EN PARAFFINEOLIE; MAX. 3% BIJENWAS; MAX. 2% GLYCERINE EN LANOLINE;
MAX. 1% MAGNESIUMSULFAAT. REST: WATER, PARFUM, CONSERVEERMIDDELEN.
Verder bestaan er huidverzorgingsoliën, die plantenolie bevatten, zoals amandel
en avocado-olie. Deze producten bevatten geen water. Ze bevatten anti-oxidanten
om te voorkomen dat de producten ranzig worden.
Hydrogels zijn transparant en bestaan uit wateroplosbare ingrediënten en verdikkingsmiddelen. Er bestaan ook hydrogels waaraan vloeibare vetten zijn toegevoegd. Deze producten heten hydrodispersie-gel.
Er bestaan speciale verzorgende crèmes voor de probleemhuid.
IN DE VERZORGINGSPRODUCTEN MOGEN GEEN STOFFEN GEBRUIKT WORDEN DIE HET ONTSTAAN VAN
“MEE-ETERS” STIMULEREN, ZOALS ISOPROPYLMYRISTAAT OF NATRIUMLAURYLSULFAAT. IN PLAATS
DAARVAN BEVATTEN ZE PARAFFINE, SILICONENOLIE, ACETYL- EN STEARYLALCOHOL, GLYCERINE EN PROPYLEENGLYCOL.
45
46
47
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
4. HAND- EN VOETVERZORGINGSPRODUCTEN
De huid van onze handen en voeten heeft het zwaar te verduren. Met onze handen
zitten we vaak in het water, bijvoorbeeld als we afwassen of onze handen wassen.
Onze voeten zitten de hele dag opgesloten in schoenen en sokken. Voor de verzorging van de huid van handen en voeten zijn speciale cosmetische producten op de
markt.
4.1 SAMENSTELLING VAN HAND- EN VOETVERZORGINGSPRODUCTEN
Verzorgingsproducten voor de handen bevatten vette bestanddelen, conserveermiddelen en geurstoffen. Ze moeten snel in de huid trekken en deze glad en soepel
maken, zonder een vettig laagje achter te laten. Ze bevatten meestal zowel waterige als vettige stoffen en zijn daarom vaak verwerkt in een emulsie. In het hoofdstuk
over gezichtsverzorgingsproducten wordt uitgelegd wat een emulsie is.
Verzorgingsproducten voor de voeten reinigen en verfrissen de huid en maken hem
zacht en glad. Op onze voeten en voetzolen hebben we veel zweetklieren. Omdat
voeten meestal opgesloten zitten in sokken en schoenen kunnen bacteriën gemakkelijk groeien. De bacteriën zetten zweet om in geurstoffen en kunnen zo voor voetengeur zorgen. Daarom bevatten veel voetverzorgingsproducten deodorant en
stoffen die de ontwikkeling van zweet tegengaan. Voeten kunnen beter niet met
gewone zeep worden gewassen. Zeep is basisch (het tegenovergestelde van zuur)
en zorgt voor een omgeving waarin bacteriën harder gaan groeien. Verzorgende
producten voor de voeten, zoals voetbaden, zijn daarom licht zuur.
De ontwikkeling van zweet kan geremd worden door stoffen die de huid samentrekken. Voorbeelden zijn aluminiumsulfaat, aluminiumchloorhydraat, natriumchloride, aluin, en magnesiumsulfaat.
Stoffen die de hoornhuid zachter maken zijn natriumwaterstofcarbonaat , natriummetafosfaat en salicylzuur. Stoffen met een antibacteriële werking zijn bijvoorbeeld
cetylpyridinium chloride en ethylparaben.
4.2 SOORTEN PRODUCTEN VOOR HAND- EN VOETVERZORGING
Handcrèmes bevatten veel water en waterbindende stoffen. Verder bevatten ze vetten die een beschermend, maar niet vet laagje achterlaten op de huid.
48
Nederlandse Cosmetica Vereniging
WATERBINDENDE STOFFEN ZIJN GLYCEROL, SORBITOL EN PROPYLEENGLYCOL. BESCHERMENDE VETTE
STOFFEN ZIJN SILICONENOLIE, VETZUREN, VASELINE EN PARAFFINE.
Voor de verzorging van onze voeten bestaan er voetbaden, crèmes, poeder, deodorant en anti-transpiratieproducten. Deodorants en anti-transpiratieproducten voor
de voeten remmen de ontwikkeling van zweet en gaan de omzetting van zweet in
geurstoffen tegen. Voetpoeders doen dit ook.
Voetcrèmes en -balsems verzorgen de huid en kunnen worden gebruikt bij voetmassage. Ze zijn bedoeld om direct na het wassen aan te brengen. Ze beschermen
tegen het ontstaan van blaren en eelt en gaan bacteriegroei tegen. Voetcrèmes
bevatten water, voetbalsems niet.
VOORBEELDRECEPT VOETBALSEM: MAX. 85% VASELINE; MAX. 5% PARAFFINE ; MAX. 3% LANOLINE EN METHYLSALICAAT; MAX. 2% KAMFER; MAX. 1% MENTHOL EN EUCALYPTUSOLIE.
Voetbaden zijn bedoeld voor het reinigen van de huid en het verbeteren van de
doorbloeding. Ze kunnen desinfecterend zijn. Ze zijn licht zuur, reguleren de zweetontwikkeling en maken de huid zachter. Er bestaan ook deo-voetbaden.
VOORBEELDRECEPT VOETBADZOUT: MAX. 40% NATRIUMCARBONAAT; MAX. 30% NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT; MAX. 15% NATRIUMSULFAAT; MAX. 8% KRUIDENEXTRACTEN EN PARFUM; MAX.
5% NATRIUMPERBORAAT; MAX. 2% NATRIUMLAURYLSULFAAT.
Voetpoeder wordt op de voeten aangebracht na het voetbad. Het remt de ontwikkeling van zweet, en zweetgeur. Verder gaat het schimmelinfecties tegen.
Voetpoeder maakt de huid glad en werkt verkoelend.
VOORBEELDRECEPT VOETPOEDER: MAX. 88% TALK; MAX. 8% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX.
3% SILICIUMDIOXIDE; MAX. 2% SALICYLZUUR.
49
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
50
Nederlandse Cosmetica Vereniging
51
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
5. ANTI-ZONNEBRANDMIDDELEN
De zon heeft veel positieve effecten op ons. Van zonlicht worden we vrolijk en krijgen we een kleurtje. Ons lichaam heeft zonlicht nodig om vitamine D aan te maken.
Zonlicht heeft echter ook negatieve effecten. Het bevat UV straling die onze huid
rood en pijnlijk verbrandt en sneller laat verouderen. Teveel UV-licht kan zelfs huidziekten, zoals kanker, veroorzaken. Als we de schadelijke effecten van UV-straling
willen voorkomen moeten we verstandig zonnebaden. Daarnaast hebben we speciale cosmetica nodig, de anti-zonnebrandmiddelen.
5.1 ZONLICHT EN DE HUID
5.1.1 UV-straling
Zonlicht bestaat uit verschillende soorten straling. Onze ogen kunnen alleen straling zien met een golflengte tussen 400 en 800 nm, het zichtbare licht. Het grootste
gedeelte van de zonnestraling heeft een andere golflengte en is onzichtbaar voor
ons. Dit is bijvoorbeeld infraroodstraling en ultraviolette (UV) straling.
ER ZIJN DRIE SOORTEN UV-STRALING, WAARVAN UV-A EN UV-B STRALING VOOR ONS VAN BELANG
ZIJN. UV-A STRALING HEEFT EEN GOLFLENGTE VAN 320 TOT 400 NM, UV-B VAN 280 TOT 320 NM.
ER BESTAAT OOK UV-C STRALING MET EEN GOLFLENGTE VAN 100 TOT 280 NM, MAAR DEZE WORDT
DOOR DE OZONLAAG IN DE ATMOSFEER TEGENGEHOUDEN EN BEREIKT HET AARDOPPERVLAK NIET.
De voor ons onzichtbare UV-B straling zorgt dat we bruin worden en “verbranden”.
Bij een lichte zonnebrand wordt de huid rood, bij een ernstige zonnebrand krijgen
we blaasjes en blaren. Zonnebrand zie je niet meteen terwijl je in de zon ligt, maar
pas na 4 tot 6 uur. Als mensen vaak verbranden, vooral als dat in hun kinderjaren
is gebeurd, hebben ze meer kans huidkanker te krijgen. Dit komt doordat bij zonnebrand een beschadiging optreedt van het erfelijk materiaal (DNA) in de huidcellen. Ook raakt door zonnebrand het immuunsysteem verzwakt.
UV-A straling zorgt voor een snelle veroudering van onze huid, veel sneller dan door
natuurlijke veroudering zou gebeuren.
UV-B
STRALING WORDT DEELS TERUGGEKAATST DOOR DE HOORNLAAG, DEELS OPGENOMEN DOOR
HET HUIDPIGMENT MELANINE EN DEELS VERSPREID IN DE HUID. DE VERSPREIDE STRALING ZORGT DAT
VRIJE RADICALEN ONTSTAAN.
DIT ZIJN REACTIEVE STOFFEN DIE DE STRUCTUREN VAN DE HUID KUNNEN
OOK KUNNEN ZE HET
DNA VAN DE HUIDCELLEN BESCHADIGEN EN KANKER VEROORZAKEN.
BESCHADIGEN.
ZE
ZORGEN VOOR VERVROEGDE VEROUDERING VAN DE HUID.
52
Nederlandse Cosmetica Vereniging
5.1.2 Reactie van de huid op UV-straling
Onze huid kan zich op verschillende manieren beschermen tegen UV-straling. Een
manier is het verdikken van de huid. Door UV-straling gaan de huidcellen zich sneller delen. Op gedeeltes van de huid die veel in de zon komen kan de hoornlaag wel
10 keer zo dik worden als op huiddelen die nooit in de zon komen. Deze verdikking
van de hoornlaag, (“zonne-eelt”) zorgt ervoor dat onze huid op die plekken minder
gevoelig is voor UV-B straling.
Een andere manier waarop de huid zichzelf beschermt tegen UV-straling is het bruin
worden. De pigmentcellen in de huid maken dan meer pigment (melanine). Het pigment wordt meegegeven aan de huidcellen die zich naar de hoornlaag verplaatsen.
Na enkele dagen krijgt onze huid een bruine kleur, die enkele weken blijft zitten.
Deze bruine kleur beschermt ons vooral tegen UV-A straling.
EERST IS HET PIGMENT KLEURLOOS, NA ENKELE DAGEN KLEURT HET BRUIN. DIT HEET INDIRECTE PIGMENTERING. E R BESTAAT IS OOK EEN DIRECTE PIGMENTERING. DE KLEURLOZE VOORLOPERS VAN MELANINE DIE AL IN DE HUID AANWEZIG WAREN, WORDEN DOOR UV-A STRALING OMGEZET IN EEN DONKER PIGMENT. DEZE BRUINE KLEUR ZIE JE AL NA ENKELE MINUTEN IN DE ZON. HET IS EEN TIJDELIJKE
REACTIE DIE ZORGT VOOR EEN KORTDURENDE BRUINHEID. DEZE BRUINE KLEUR VERDWIJNT WEER ALS
WE EEN TIJDJE UIT DE ZON BLIJVEN.
DOOR UV-B-STRALING WORDT HET ENZYM TYROSINASE GEACTIVEERD. TYROSINASE ZORGT ERVOOR
DAT TYROSINE WORDT OMGEZET IN 3-(3,4-DIHYDROXYPHENYL)-ALANINE (DOPA), DAARNA IN
DOPA-CHINON EN VERVOLGENS IN MELANINE.
Omzetting van tyrosine in het pigment melanine
COOH
HO
NH2
HO
HO
COOH
NH2
O
O
NH
n
Tyrosine
3,4-Dihydroxyphenylalanine (DOPA)
Melanine
Onze huid bevat twee soorten melanine, en de verhouding waarin ze aanwezig zijn
bepaalt onze huidkleur. Mensen met een donkere huidkleur hebben meer eumelanine. Eumelanine beschermt tegen UV-straling. Mensen met een lichte huid hebben
meer phaeomelanine. Dit soort melanine beschermt veel minder goed tegen UV-straling. Daarom beschadigt de huid van mensen met een lichte huid eerder door UVstraling, en hebben ze meer kans op het krijgen van huidkanker.
53
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
MELANINE KAN EEN DEEL VAN DE VRIJE RADICALEN WEGVANGEN. DAARNAAST GAAT MELANINE IN DE
DNA LIGGEN EN VERHINDERT ZO DAT DE
UV-STRALING HET DNA DIRECT KAN BEREIKEN EN BESCHADIGEN.
CEL ALS EEN PARASOL BOVEN DE CELKERN MET HET
De natuurlijke beschermingsmechanismen van onze huid zijn belangrijk, maar niet
voldoende om ons te beschermen tegen UV-straling. Zonnebaden moeten we niet
te lang doen en als extra bescherming gebruiken we anti-zonnebrandmiddelen.
Anti-zonnebrandmiddelen moeten we minstens 15 minuten voordat we in de zon
komen opsmeren. Vooral kinderen hebben extra bescherming nodig tegen de zon.
5.2 DE WERKING VAN ANTI-ZONNEBRANDMIDDELEN
5.2.1 De beschermingsfactor
Op de verpakking van anti-zonnebrandmiddelen staat een getal. Dit is de “beschermingsfactor” of SPF (sun protection factor). Dit getal geeft aan hoe sterk het antizonnebrandmiddel het zonlicht wegfiltert. Een SPF van 4 betekent dat we met het
anti-zonnebrandmiddel op onze huid 4 keer langer in de zon kunnen zitten zonder
te verbranden, dan wanneer we zonder zonnebrandmiddel in de zon zouden gaan
zitten.
EEN VOORBEELD: IEMAND DIE ZONDER ANTI-ZONNEBRANDMIDDEL NA EEN HALF UUR IN DE ZON EEN
RODE HUID KRIJGT, KAN, ALS HIJ EEN ANTI-ZONNEBRANDMIDDEL MET EEN SPF VAN 4 GEBRUIKT, TWEE
UUR IN DE ZON ZITTEN VOORDAT HIJ ROOD WORDT.
DE SPF WORDT BEREKEND AAN DE HAND VAN DE MED (MINIMALE ERYTHEMALE DOSIS), DAT IS DE
DE SPF GEEFT IN DE
LAGERE BESCHERMINGSFACTOREN EEN SNELLE STIJGING VAN DE HOEVEELHEID WEGGEVANGEN UVSTRALING TE ZIEN, DIE AFNEEMT BIJ DE HOGERE SPF’S. ZO VANGT EEN MIDDEL MET SPF 2 AL 50%
VAN DE STRALING WEG, MET SPF4 IS DAT 75% EN MET SPF 10 IS HET 90%, SPF 20 VANGT 95%
WEG EN BIJ SPF 50 IS HET 98%.
DOSIS ZONLICHT WAARBIJ EEN RODE VERKLEURING VAN DE HUID OPTREEDT.
Als we een anti-zonnebrandmiddel en een beschermingsfactor kiezen, moeten we
weten hoe gevoelig onze eigen huid is voor zonnebrand. De ene persoon heeft een
anti-zonnebrandproduct met een factor 8 nodig, de ander heeft in dezelfde zon een
factor 12 of misschien zelfs 20 nodig.
Het is daarom belangrijk te weten welk huidtype we hebben. Ook is het belangrijk
of onze huid al gewend is aan de zon en zelf al een bescherming heeft opgebouwd
(door pigment aan te maken en dikker te worden, zoals hierboven is beschreven).
Het is ook vooral belangrijk te weten hoe sterk de zon is. Dat hangt af van waar we
op de wereld zijn en in welk jaargetijde.
54
Nederlandse Cosmetica Vereniging
ALS WE LANGER DAN DRIE UUR IN DE ZON WILLEN ZITTEN, HEBBEN WE EEN HOGERE BESCHERMINGSFACTOR NODIG. ALS WE KORTER IN DE ZON WILLEN ZIJN, KUNNEN WE EEN LAGERE FACTOR GEBRUIKEN.
STEL: HET IS ÉÉN VAN DE EERSTE ZONNIGE DAGEN IN NEDERLAND. DE ZONKRACHT (UV-INDEX) OP
ZO’N DAG IS ONGEVEER 6. WE WILLEN MET ONZE ONGEBRUINDE HUID DRIE UUR IN DE ZON GAAN ZITTEN.
WELKE BESCHERMINGSFACTOR HEBBEN WE DAN NODIG?
Beschermingsfactor voor 3 uur zonnen bij zonkracht 6
Persoonlijke kenmerken
Kinderen (tot 15 jaar), alle huidtypen
Gebruik dan deze
beschermingsfactor
20 – 30
Mensen die zeer snel verbranden en niet bruin
worden, met een zeer lichte huid, vaak met sproeten,
18 – 20
rossig of lichtblond haar en lichte ogen (= huidtype 1)
Mensen die snel verbranden en langzaam bruin
worden, met een lichte huid, blond haar en lichte
10 – 12
ogen (= huidtype 2)
Mensen die zelden verbanden en gemakkelijk bruin
worden, met een licht getinte huid, donker tot bruin
5–7
haar en vrij donkere ogen (= huidtype 3)
Mensen die bijna nooit verbranden en zeer goed
bruinen, met een getinte huid, donker haar en
4–6
donkere ogen (= huidtype 4)
5.2.2 Samenstelling van anti-zonnebrandmiddelen
In anti-zonnebrandmiddelen zitten stoffen die zorgen dat UV-straling de huid niet
bereikt, zoals UV-filters en pigmenten. Ook bevatten ze stoffen die de schadelijke
gevolgen van UV-straling die toch in de huid doordringt, kunnen verminderen.
Verder bevatten anti-zonnebrandmiddelen allerlei hulpstoffen. Ze moeten bestand
zijn tegen hoge temperaturen, bijvoorbeeld in een warme auto of direct in de zon
op het strand. Ook moeten ze tegen lage temperaturen kunnen, bijvoorbeeld bij de
wintersport in de bergen. De producten moeten stabiel zijn, niet klonteren of schiften en ze mogen niet bederven.
UV-filters zijn stoffen die UV-straling opnemen en omzetten in minder schadelijke
straling. De meeste UV-filters beschermen tegen UV-B straling, slechts een aantal
beschermen tegen UV-A. Anti-zonnebrandmiddelen bevatten een mengsel van deze
filters.
55
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
VEEL GEBRUIKTE UV-FILTERS ZIJN: 4-AMINOBENZOIC ACID, 2-FENYLBENZIMADOZOL-5-SULFONZUUR,
2-HYDROXY-4-METHOXYBENZOFENON EN 3-BENZYLIDENE CAMPHOR.
O
OH
C
H2N
O
CH3-O
C
OH
Structuurformules para-aminobenzoezuur en 2-hydroxy-4-methoxybenzofenon
Pigmenten en micropigmenten zijn stoffen die de UV-straling terugkaatsen, zodat
dit niet tot de huid doordringt. Ze nemen ook een beetje UV-straling op. Ze worden
vooral gebruikt in producten die een hoge beschermingsfactor moeten hebben.
VEEL
GEBRUIKTE PIGMENTEN ZIJN TITAANDIOXIDE EN ZINKOXIDE.
OOK MAGNESIUMOXIDE WORDT
PIGMENTEN MET EEN DEELTJESGROOTTE VAN TUSSEN DE 140 EN 200 NM WERKEN TEGEN UV-A EN UV-B STRALING. HOE KLEINER
DE DEELTJES ZIJN, DES TE BETER WERKEN ZE TEGEN UV-B STRALING. E R MOET EEN JUISTE BALANS IN
DE DEELTJESGROOTTE GEVONDEN WORDEN EN DE PIGMENTEN MOGEN NIET SAMENKLONTEREN.
GEBRUIKT. VOOR DE WERKING IS DE DEELTJESGROOTTE VAN BELANG.
Anti-oxidanten
Als UV-straling in onze huid doordringt, ontstaan er stoffen die “vrije radicalen”
heten. Door deze vrije radicalen wordt onze huid rood en verouderd ze. Vrije radicalen spelen ook een rol bij het ontstaan van huidkanker. Onze huid bevat van nature vitamine C en E, die vrije radicalen kunnen wegvangen en onschadelijk kunnen
maken. Deze vitamines worden “anti-oxidanten” genoemd. In anti-zonnebrandproducten zitten extra anti-oxidanten, om onze huid een handje te helpen.
VITAMINE E (TOCOFEROL) REAGEERT MET DE ZUURSTOFRADICALEN, ZODAT DEZE GEEN CELSTRUCTUREN KUNNEN AANTASTEN. VITAMINE E IS IN OLIE OPLOSBAAR. VITAMINE C (ASCORBINEZUUR) DOET
HETZELFDE EN ZORGT BOVENDIEN VOOR DE OMZETTING VAN HET VITAMINE E DAT GEREAGEERD HEEFT
MET ZUURSTOFRADICALEN, IN OPNIEUW BRUIKBAAR VITAMINE E. VITAMINE C IS IN WATER OPLOSBAAR.
5.2.3 Soorten anti-zonnebrandmiddelen
Anti-zonnebrandmiddelen kunnen olie, crème, stiften en sprays zijn. De beschermende factor (SPF) varieert van 2 tot 30. Er zijn ook producten die een SPF van 50
en meer hebben.
56
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Voor anti-zonnebrandoliën worden verschillende soorten olie vermengd met UV-filters en parfumstoffen. De oliën moeten goed vet zijn en goed over de huid te verdelen zijn. Ze mogen niet kleverig zijn, moeten lucht en zweet doorlaten en voor een
zachte huid zorgen.
VEEL GEBRUIKTE OLIËN ZIJN PARAFFINEOLIE EN VETZUURTRIGLYCERIDEN (UIT PINDA, SESAMZAAD OF
AVOCADO), DIE VERMENGD WORDEN MET ISOPROPYLPALMITAAT EN SILICONENOLIE ZOALS POLYDIMETHYLSILOXAAN.
Anti-zonnebrand-milks zijn olie-in-water producten. Ze zijn goed over de huid uit te
smeren, trekken snel in en kleven niet. Ze beschermen de huid tegen uitdrogen
door water, wind en zon. Een nadeel is dat ze bij het zwemmen snel afspoelen. Er
zijn ook water-resistente milks, deze bevatten speciale hulpstoffen. Zonnebrandmilks bevatten meestal verdikkingsmiddelen en stoffen die de hechting van de UVfilters aan de huid verbeteren. Daarnaast bevatten ze conserveermiddelen en antioxidanten.
DE
OLIE- EN VETHOUDENDE COMPONENTEN ZIJN PARAFFINEOLIE, VETZUREN, VETALCOHOL EN VET-
ZUURESTERS.
HET VOCHTHOUDENDE BESTANDDEEL (DE WATERFASE) IS MEESTAL GLYCERINE OF PROALS VERDIKKINGSMIDDELEN WORDEN POLYACRYLATEN, MAGNESIUMALUMINIUMSILICAAT GEBRUIKT. OM DE HECHTING VAN DE UV-FILTERS AAN DE HUID TE VERBETEREN, WORDEN
POLYMEREN, BIJVOORBEELD OP BASIS VAN N-VINYLPYRROLIDON TOEGEVOEGD.
PYLEENGLYCOL.
VOORBEELDRECEPT
ZONNEBRANDMILK OP BASIS VAN EEN OLIE-IN-WATER VERBINDING:
MAX. 5%
ZINKOXIDE EN DIOCTYLETHER; MAX. 4% CAPRYL-/CAPRINEZUUR-TRIGLYCERIDE; MAX. 3% GLYCERYLSTEARAAT, ETHYLHEXYL METHOXYCINNAMATE,
4-METHOXY-KANEELZUUR-ISOAMYLESTER, MINERALE
4-METHYLBENZYLIDEENCAMPHER EN 2-HYDROXY-4-METHOXY-BENZOFENON, MAGNESIUMALUMINIUMSILICAAT, HYDROXYETHYLCELLULOSE. REST: CONSERVEERMIDDELEN, WATER.
OLIE EN GLYCERINE; MAX.
1%
CETEARYLALCOHOLDIMETHYLSILICONE,
Anti-zonnebrand-crèmes zijn water-in-olie verbindingen. Deze zijn wat moeilijker
gelijkmatig op de huid aan te brengen dan milks. Ze zijn vetter en beschermen de
huid beter tegen uitdrogen. Ze zijn waterafstotend en blijven op de huid zitten bij
het zwemmen. Ze bevatten conserveermiddelen en geurstoffen.
DE VETHOUDENDE COMPONENTEN ZIJN DEZELFDE ALS IN ZONNEBRANDOLIE EN –MILKS. DE WATERHOUDENDE COMPONENTEN ZIJN GLYCERINE, PROPYLEENGLYCOL OF SORBITOL. VOOR DE STABILISERING WORDT VAAK MAGNESIUMSULFAAT OF NATRIUMCHLORIDE GEBRUIKT. ALS EMULGATOREN WORDEN GLYCERINESORBITAN-VETZUURESTER, POLYGLYCERINEVETZUURESTER OF CHOLESTEROL GEBRUIKT.
57
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
“Tropicals” zijn producten met weinig of geen stoffen die tegen UV-licht beschermen. Ze zijn bedoeld voor mensen die al erg bruin zijn en niet meer verbranden. Ze
beschermen alleen tegen uitdroging door zon, water en wind. Ze bevatten plantaardige vetten en olie. Het kunnen water-in-olie of olie-in-water producten zijn. Ook
zijn er producten die alleen uit olie bestaan. Tropicals zijn meestal “tropisch” geparfumeerd met een kokos- of vanille-geur.
Producten met een hoge beschermingsfactor zijn bedoeld voor mensen met een
licht getinte huid die langere tijd in de zon verblijven. Deze producten hebben een
SPF van 40 en meer.
Aftersun-producten worden gebruikt na het zonnen. Ze verkoelen en verzorgen de
huid. Het zijn vaak vloeibare olie-in-water emulsies met een beetje vet. Verder
bevatten ze vochtvasthoudende stoffen en stoffen die de huid tot rust brengen.
58
59
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
6. DEODORANTS EN ANTI-TRANSPIRATIEPRODUCTEN
Onze zweetklieren scheiden voortdurend zweet af. In een warme omgeving, of als
we ons inspannen zweten we meer. Vers zweet is reukloos, maar als de bacteriën
die op onze huid leven het zweet omzetten in geurstoffen, ontstaat de typische
zweetlucht. Om te voorkomen dat we naar zweet gaan ruiken, kunnen we deodorants of anti-transpiratieproducten gebruiken.
6.1 SAMENSTELLING VAN DEODORANTS EN
ANTI-TRANSPIRATIEPRODUCTEN
Deodorants werken op verschillende manieren. Ze bevatten stoffen die zich binden
aan zweetgeurstoffen en zo zorgen dat ze niet meer te ruiken zijn. Daarnaast bevatten ze, als ondersteuning, parfums die zweetgeuren afdekken. In deodorants worden ook stoffen gebruikt die de groei van huidbacteriën remmen. Verder kunnen ze
stoffen bevatten die de omzetting van zweet in geurstoffen remmen.
BACTERIEREMMENDE MIDDELEN ZIJN TRICLOSAN, CHLOORHEXIDINE EN 3,4,4’-TRICHLOORCARBANILIDE. OOK VEEL ETHERISCHE OLIËN (MENTHOL, THIJM) HEBBEN BACTERIEREMMENDE EIGENSCHAPPEN.
ANDERE STOFFEN ZIJN FARNESOL EN FENOXYETHANOL. DIGLYCERINEMONOCAPRINAAT WERKT SPECIFIEK OP CORYNEBACTERIËN (DIE VOORAL BIJ MANNEN OP DE HUID LEVEN). E R WORDT VAAK EEN COMBINATIE VAN STOFFEN GEBRUIKT DIE ELKAARS WERKING VERSTERKEN. STOFFEN DIE DE OMZETTING
VAN ZWEET IN GEURSTOFFEN TEGENGAAN, ZIJN ENZYMREMMERS. ZE GRIJPEN VOORAL AAN OP LIPASEENZYMEN, ZONDER DE BACTERIËN TE BESCHADIGEN. VOORBEELDEN ZIJN DIETHYLCITRAAT EN ZINKGLYCINAAT.
Anti-transpiratieproducten werken anders. Deze middelen blokkeren de uitgangen
van de zweetklieren, zodat er minder zweet wordt uitgescheiden. Als er minder
zweet is, kunnen de huidbacteriën minder goed groeien en ontstaat er minder
zweetgeur.
VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE SAMENKLONTEREN EN DE UITGANGEN VAN ZWEETKLIEREN BLOKKEREN ZIJN ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT (ACH) EN ALUMINIUM-ZIRKONIUM-TETRACHLORO-GLYCINE
COMPLEX (ZAG). ACH IS EEN FIJN POEDER DAT GOED IN WATER OPLOST. DE STOF VORMT EEN ZURE
OPLOSSING EN REMT OP DIE MANIER DE GROEI VAN BACTERIËN.
Daarnaast bevatten deodorants en anti-transpiratieproducten hulpstoffen, zoals
stabilisatoren en schuimremmers.
60
Nederlandse Cosmetica Vereniging
6.2 SOORTEN DEODORANTS EN ANTI-TRANSPIRATIEPRODUCTEN
Deosprays zijn deodorants die met een spuitbus of vernevelaar op de oksel worden
aangebracht. De meeste deosprays zijn producten op alcoholbasis. Ze bevatten
terugvetters en stoffen die zorgen dat het product zich op de huid hecht.
DE
DRIJFGASSEN ZIJN MEESTAL PROPAAN, BUTAAN OF ISOBUTAAN.
OOK DIMETHYLETHER WORDT
STOFFEN DIE HET PRODUCT AAN DE HUID FIXEREN ZIJN HOGERE ALCOHOLEN, LANGKETEN
VETZUURESTERS EN GLYCOLEN.
GEBRUIKT.
Schematische voorstelling van de
opbouw van een spuitbus, gevuld met
sproeikop (5)
(4) nevel
n-butaan. Het vloeibare n-butaan (1)
kan, na indrukken van het sproeikopje
(5), uit de houder ontwijken via het
stijgbuisje (3). Direct nadat het n-
(2) houder
butaan de houder verlaat, verdampt
het en gaat over in een fijne nevel (4).
Omdat er vloeistof uit de houder verdwijnt, wordt de kopruimte in de hou-
normaalbutaan (1)
der (2) groter. Een klein deel van het
(3) stijgbuis
vloeibare n-butaan gaat over in gasvorm, waardoor de druk in de houder
gelijk blijft.
VOORBEELDRECEPT DEOSPRAY: MAX. 60% DRIJFGASSEN, MAX. 39% ETHANOL; MAX. 1% FARNESOL, FENOXYETHANOL EN 2-OCTYLDODECANOL
Deodorant in een pompje is meestal een product op water/alcoholbasis.
WATER VERMINDERT
DE OPLOSBAARHEID VAN PARFUM EN WERKZAME STOFFEN.
DAAROM WORDEN
AAN DEZE PRODUCTEN EMULGATOREN TOEGEVOEGD EN STOFFEN DIE DE OPLOSBAARHEID VERBETEREN.
ALS FIXERENDE STOF WORDT GLYCOL GEBRUIKT.
Anti-transpiratieproducten in verstuivers zijn meestal watervrij, maar er zijn ook
anti-transpiratieproducten op waterbasis.
61
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
VOORBEELDRECEPT ANTI-TRANSPIRATIE-POMPSPRAY: MAX. 56% WATER; MAX. 30% ETHANOL;
MAX. 10% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX. 2% POLYETHYLEENGLYCOL; MAX. 1% PARFUM EN
STOFFEN OM OPLOSBAARHEID TE VERGROTEN.
Deodorant-rollers bevatten stoffen die vloeibaar zijn en gemakkelijk op de huid
kunnen worden verdeeld. Vaak worden gel en olie-in-water emulsies gebruikt.
VOORBEELDRECEPT DEOROLLER-GEL: MAX. 55% WATER; MAX. 40% ETHANOL; MAX. 3% STOFFEN
DIE OPLOSBAARHEID VERGROTEN; MAX. 1% PARFUM, FARNESOL EN HYDROXYETHYLCELLULOSE.
VOORBEELDRECEPT DEOROLLER OLIE-IN-WATER EMULSIE: MAX. 70% WATER; MAX. 10% ETHANOL;
MAX. 5% 2-OCTYLDODECANOL EN GLYCERINE; MAX. 4% GLYCERYLSTEARAAT; MAX. 3% CETEARYLALCOHOL; MAX. 1% GLYCERINE MONOLAURAAT, PARFUM EN POLYACRYLAAT.
Anti-transpiratieproducten voor rollers zijn meestal watervrij. De werkzame stoffen zijn dan als een fijn poeder in een drager opgelost. Ze bevatten verdikkers. Antitranspiratieproducten voor rollers die wel water bevatten, zijn gels of olie-in-water
emulsies.
VOORBEELDRECEPT ANTITRANSPIRATIE PRODUCT (WATERVRIJE SUSPENSIE) IN EEN ROLLER: MAX.
20% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX. 77% SILICONENOLIE; MAX. 1% 2-OCTYLDODECANOL, 1%
AEROSIL (KIEZELZUUR) EN PARFUM.
Deosticks zijn deodorants in een vaste vorm. Deze producten worden uitgesmeerd
door ze licht op de huid te drukken.
OM
DEOSTICKS SMEERBAAR TE MAKEN, WORDEN ZEEPGLYCOL-GELS GEBRUIKT.
DEZE
WORDEN
GEVORMD DOOR GLYCERINE TE LATEN REAGEREN MET NATRIUMSTEARAAT TOT EEN TRANSPARANTE GEL
DIE ZOWEL WATER ALS ALCOHOL KAN OPNEMEN.
VOORBEELDRECEPT DEOSTICK: MAX. 50% 1,2-PROPYLEENGLYCOL; MAX. 30% ETHANOL; MAX. 7%
NATRIUMSTEARAAT; MAX. 6% WATER; MAX. 4% STOFFEN DIE DE OPLOSBAARHEID VERGROTEN; MAX.
1% DIGLYCERINEMONOCAPRINAAT EN PARFUM.
Bij anti-transpiratie-sticks zijn de werkzame stoffen opgelost in was-achtige dragers. Ze bevatten oppervlakteactieve stoffen om een betere verdeling te krijgen als
het product in contact komt met huidvocht.
62
Nederlandse Cosmetica Vereniging
6.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN DEODORANTS
Voor deospray worden de ingrediënten gemengd in speciale roertanks en daarna
opgeslagen in roestvrijstalen tanks. De vloeistof wordt in spuitbussen afgevuld.
Vervolgens worden drijfgassen toegevoegd en worden de bussen afgesloten. De
spuitbussen worden in een waterbad van 50ËšC gedompeld om eventuele lekkages
op te sporen.
Bij het maken van deopompspray worden de ingrediënten gemengd, waarna de
vloeistof twee weken moet “rijpen”. Vervolgens wordt de vloeistof bij een temperatuur van 4ËšC gefilterd en verpakt in flesjes, die worden afgesloten met een pompje.
Bij het bereiden van deorollers worden de olie en de waterfase apart gemengd en
daarna samengevoegd. Vervolgens wordt het product in flesjes met een roller verpakt.
Voor het maken van deosticks worden de ingrediënten in een verwarmde ketel
gemengd. De massa is vloeibaar bij 60-70ËšC en wordt in de verpakking gedaan.
Daarna worden de sticks langzaam afgekoeld, waarbij ze ondersteboven hangen
om een mooie top te krijgen.
63
64
65
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
7. SCHEERPRODUCTEN
Scheerproducten worden gebruikt om het gezicht, de benen, oksels en bikinilijn te
ontharen. In dit hoofdstuk gaan we alleen in op scheerproducten die bedoeld zijn
om het gezicht te scheren.
7.1 PRODUCTEN VOOR NAT EN DROOG SCHEREN
Baardharen hebben een dikte van 0,1 tot 0,25 mm en zijn ongeveer twee keer zo dik
als ons hoofdhaar. Bij het scheren worden baard- en snorharen zo dicht mogelijk bij
de gezichtshuid afgeschoren. Met “nat” scheren wordt bedoeld het scheren met
een scheermes, met “droog” scheren bedoelen we het scheren met een elektrisch
scheerapparaat. Bij allebei de methoden wordt cosmetica gebruikt om het scheren
te vergemakkelijken.
7.1.1 Samenstelling van producten voor nat en droog
scheren
Scheerproducten voor nat scheren maken de baardhaartjes zacht, zodat het scheren gemakkelijker gaat. Producten voor nat scheren zijn scheerzeep, scheercrème
en scheerschuim in een spuitbus. Ze worden aangebracht op het natte gezicht.
Haren worden zacht als ze water opnemen. Op de haren ligt een talglaagje en ze
kunnen pas water opnemen als dit laagje weg is. Scheerproducten voor nat scheren
bevatten daarom zeep-achtige stoffen, die het talglaagje verwijderen.
Scheerproducten voor droog scheren worden pre-shaveproducten genoemd. Ze
worden op het droge gezicht aangebracht voordat het met een scheerapparaat
wordt geschoren. Voor droog scheren moeten de baardharen juist droog en stevig
zijn. Daarom bevatten de producten alcohol; dit onttrekt water uit de baardhaar.
Doordat het talglaagje van het haar wordt verwijderd, kan de huid te stroef worden
om te scheren. Daarom worden aan producten voor droog scheren olie-achtige stoffen toegevoegd en stoffen die talg oplossen.
7.1.2 Soorten producten voor nat en droog scheren
Scheerzeep is een mengsel van verschillende zepen en bevat terugvetters. Andere
ingrediënten zijn vochtvasthoudende stoffen, geurstoffen en conserveermiddelen.
HET GROOTSTE DEEL VAN DE VETZUREN IN SCHEERZEEP IS STEARINEZUUR, DAT WORDT GEWONNEN
ALS VOCHTVASTHOUDEND MIDDEL WORDT GLYCERINE GEBRUIKT EN
ALS TERUGVETTER MEESTAL LANOLINE.
UIT KOKOS- EN PALMKERNOLIE.
66
Nederlandse Cosmetica Vereniging
VOORBEELDRECEPT VOOR SCHEERZEEP: MAX. 50% STEARINEZUUR; MAX. 18% KALIUMHYDROXIDE;
MAX. 11% NATRIUMHYDROXIDE; MAX. 9% KOKOSOLIE; MAX. 6% GLYCERINE EN WATER; MAX. 1%
LANOLINE EN PARFUM.
Schuimende scheercrème bevat meer water dan scheerzeep. Verder bevat het desinfecterende middelen en menthol, dat een verkoelend effect geeft.
ALS VETZUUR WORDT MEESTAL STEARINEZUUR GEBRUIKT. OM TE ZORGEN DAT DE CRÈME NIET HARD
WORDT BIJ LAGE TEMPERATUREN, KAN STEARINEZUUR VERVANGEN WORDEN DOOR ISOPALMITINEZUUR. ALS DESINFECTIEMIDDEL WORDT VAAK BOORZUUR GEBRUIKT. ANDERE STOFFEN DIE KUNNEN
WORDEN TOEGEVOEGD ZIJN BORAX (DIT ONTHARDT HET WATER), EN VETZUURISOTHIONAAT OF –TAURIDE (BRENGT KALKZEEP IN OPLOSSING).
Scheerschuim in een spuitbus is eigenlijk een speciaal bewerkte schuimende
scheercrème waar drijfgassen aan zijn toegevoegd. Schuimende scheergels zitten
ook in een spuitbus, maar schuimen pas bij het aanbrengen op de huid. Ze bevatten verdikkingsmiddelen.
AAN
SCHUIMENDE SCHEERGEL WORDEN GEETHOXYLEERDE ALCOHOLEN TOEGEVOEGD.
KINGSMIDDELEN WORDT CARBOXYVINYLPOLYMEER GEBRUIKT.
ANDERE
ALS
VERDIK-
STOFFEN ZIJN POLYVINYLPYR-
ROLIDON IN WATER EN ALCOHOL.
VOORBEELDRECEPT SCHEERSCHUIM: MAX. 79% WATER; MAX. 6% STEARINEZUUR EN
PROPAAN/BUTAAN; MAX. 4% TRIETHANOLAMINE; MAX. 2% MYRISTINEZUUR; MAX. 1% CETYLALCOHOL, PARAFFINEOLIE, GEACETYLEERDE LANOLINE, PROPYLEENGLYCOL EN PARFUM.
Droogscheermiddelen of pre-shaveproducten bevatten alcohol en olie. Ze zijn
bedoeld voor het scheren met een scheerapparaat en worden aangebracht op de
droge huid.
VOORBEELDRECEPT DROOGSCHEERMIDDEL: MAX. 80% ETHANOL; MAX. 2% ISOPROPYLMYRISTAAT
EN CYCLISCH DIMETHYLSILOXAAN; MAX. 1% SILICONENOLIE, POLYVINYLPYRROLIDON EN PARFUM.
REST: WATER, KLEURSTOFFEN, SACCHARINE.
7.2 AFTERSHAVE-PRODUCTEN
Na het scheren worden producten gebruikt die de huid tot rust brengen.
Voorbeelden van deze producten zijn aftershave-lotion, aftershave-gel en aftershave-balsem.
67
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
7.2.1 Samenstelling van aftershave-producten
Aftershave-producten bevatten stoffen om scheerzeep te neutraliseren, terugvetters en stoffen die de groei van bacteriën remmen.
7.2.2 Soorten aftershave-producten
Aftershave-lotion trekt de huid samen en verkoelt.
DE STOFFEN IN AFTERSHAVE LOTION HEBBEN MEERDERE FUNCTIES. GLYCERINE OF POLYETHYLEENGLYCOL BRENGEN VOCHT IN DE HUID. AZULEEN STIMULEERT DE BLOEDCIRCULATIE EN PLANTENEXTRACTEN
DIENEN OM BACTERIEGROEI TE REMMEN. MENTHOL EN CAMPHER ZORGEN VOOR SAMENTREKKING VAN
DE HUID EN VOOR VERKOELING. ANDERE VEEL GEBRUIKTE STOFFEN ZIJN EEN BUFFER BESTAANDE UIT
MELKZUUR EN NATRIUMLACTAAT, HYALURONZUUR, ALCOHOL, BISABOLOL, PANTHENOL, FENOLVERBINDINGEN EN QUATERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN.
VOORBEELDRECEPT AFTERSHAVE-LOTION: MAX. 70%
EN KLEURSTOFFEN.
ALCOHOL; MAX.
2%
PARFUM.
REST: WATER
Aftershave-balsem is een olie-in-water emulsie en bevat dezelfde stoffen als aftershave-lotion. Balsem bevat minder alcohol dan lotion en is speciaal voor na het nat
scheren bedoeld. Aftershave-balsem bevat daarnaast conserveermiddelen.
Aftershave-gel bevat stoffen die langzamer verdampen dan de stoffen in aftershave-lotion. Het verkoelende effect van aftershave-gel is daarom langer. De samenstelling lijkt verder op die van aftershave-lotion.
7.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN SCHEERPRODUCTEN
Scheerzeep wordt bereid door een verzepingsreactie (zie ook het hoofdstuk over
zeep, bad- en doucheproducten). Daarna wordt de zeepmassa gedroogd en worden
de overige ingrediënten toegevoegd. De massa wordt glad gemengd en tot een
cilinder geperst. Daarna wordt het product in de vorm van een stift gesneden of in
een bakje geperst. Soms wordt het product gekoeld om het te laten uitharden.
Bij de verzepingsreactie van schuimende scheercrème is een sterke roermachine
nodig en mogen geen luchtbellen ontstaan. Na toevoegen van de andere ingrediënten ontstaat een crème. Voordat het product in een aluminium tube wordt verpakt, wordt het eerst enkele weken in opslag gehouden, waardoor de stroperigheid
en de glans toeneemt.
68
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Scheerschuim wordt als waterige oplossing in de spuitbus gedaan. Dan worden,
onder vacuümdruk, drijfgassen toegevoegd. De naschuimende scheergel bevat
zijn eigen drijfgassen en wordt met een speciale techniek in bussen verpakt waarbij de drijfgassen niet verloren mogen gaan. Meestal gebeurt dit in drukvaten of in
een koelinstallatie.
Voor het maken van aftershave-lotion worden de ingrediënten vermengd. Daarna
wordt de vloeistof gekoeld, 24 uur opgeslagen en gezeefd. Vervolgens wordt de
lotion verpakt in flessen.
69
70
71
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
8. DECORATIEVE COSMETICA
Mensen gebruiken al eeuwenlang middelen om er mooier uit te zien. We gebruiken
producten om ons gezicht kleur te geven en te verfraaien en om bijvoorbeeld puistjes en moedervlekken te maskeren. Tegenwoordig noemen we die producten makeup of decoratieve cosmetica. Decoratieve cosmetica zijn gekleurde gezichtscrèmes
en make-up, oogschaduw, lippenstift en dergelijke. Ze bevatten kleurstoffen en
stoffen die de huid verzorgen en beschermen.
8.1 SAMENSTELLING VAN DECORATIEVE COSMETICA
8.1.1 Gezichts- en oogmake-up
Gezichtsmake-up is een gekleurde crème of emulsie die zorgt dat onze huid er
egaal uitziet. Er is ook watervrije make-up en make-up op poederbasis. Het bevat
witte en gekleurde pigmenten, UV-filters, stoffen die vocht vasthouden en verzorgende vetten. Verder worden stoffen toegevoegd die zorgen dat de make-up niet
bederft.
IN GEZICHTSMAKE-UP WORDEN WITTE PIGMENTEN EN (AN)ORGANISCHE KLEURSTOFFEN GEBRUIKT.
VOORBEELDEN VAN WITTE PIGMENTEN ZIJN ZINKOXIDE EN TITANIUMDIOXIDE. KLEURPIGMENTEN ZIJN
EEN MENGSEL VAN VOORNAMELIJK IJZEROXIDE EN ORGANISCHE KLEURSTOFFEN.
VOORBEELDEN VAN VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN SORBITOL, GLYCERINE, PROPYLEENGLYCOL
VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN VITAMINEN EN LIPIDEN ZOALS CERAMIDE. ALS VERDIKKINGSMIDDELEN WORDEN NATRIUM-MAGNESIUMSILICAAT, MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN
NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE GEBRUIKT.
EN EIWIT.
IN
GEZICHTSPOEDERS, ROUGE EN OOGSCHADUW ZITTEN BINDMIDDELEN, ZOALS ISOSTEARYLISOSTE-
ARAAT, ISOPROPYLISOSTEARAAT, PARAFFINEOLIE, LANOLINEALCOHOL, CETYLACETAAT EN OCTYLDODECYLSTEAROYLSTEARAAT.
Voor het opmaken van de ogen kunnen we oogschaduw, mascara, eyeliner en oogen wenkbrauwpotloden gebruiken. Deze producten bevatten witte en gekleurde
pigmenten, UV-filters, stoffen die vocht vasthouden en verzorgende bestanddelen.
Verder bevatten ze conserveermiddelen, bindmiddelen en stoffen die zorgen dat
het product waterafstotend is.
72
Nederlandse Cosmetica Vereniging
VERZORGENDE STOFFEN ZIJN BIJENWAS, PARAFFINEWAS, RICINUSOLIE, LANOLINEALCOHOL, PARAFFINE- EN SILICONENOLIE. STOFFEN DIE DE WATERBESTENDIGHEID VERGROTEN, DE ZOGENAAMDE FILMVORMERS, ZIJN VINYLPYRROLIDONCOPOLYMEREN EN POLYACRYLATEN.GEKLEURDE ANORGANISCHE PIGMENTEN ZIJN IJZEROXIDE, ULTRAMARIJN EN MANGAANVIOLET. ANDERE KLEURSTOFFEN ZIJN PARELMOERPIGMENTEN, ZOALS BISMUTOXYCHLORIDE EN MICA’S DIE MET EEN LAAGJE TITANIUMDIOXIDE ZIJN
BEDEKT.
8.1.2 Lippenstift
De huid van onze lippen heeft een dunne hoornlaag. Door de dunne hoornlaag heen
kunnen we de lederhuid zien, daarom zijn onze lippen rozerood van kleur. De lippen
worden vochtig gehouden door het speeksel. Ze hebben geen vetlaagje zoals de
rest van de huid en drogen snel uit door weersinvloeden. Een lippenstift moet daarom verzorgend zijn.
Lippenstift wordt gebruikt om de lippen te kleuren en eventueel de vorm te veranderen. Met lip gloss kan een glimmend laagje aangebracht worden. Lippenstift
bevat verzorgende bestanddelen, kleurstoffen en stoffen die het bederf tegengaan.
LIPPENSTIFT BEVAT BESTANDDELEN DIE ZORGEN VOOR DE STEVIGHEID VAN DE STIFT, ZOALS BIJENWAS,
CARNAUBAWAS, CANDELILLAWAS EN OZOKERIT. ALS BINDMIDDEL WORDT CETYLALCOHOL GEBRUIKT.
ANDERE VEELGEBRUIKTE BESTANDDELEN ZIJN LANOLINE, ISOPROPYLLANOLAAT, CETYLACETAAT EN
MYRISTYLLACTAAT, RICINUSOLIE, PARAFFINEOLIE EN OLEYLALCOHOL. ALS KLEURSTOFFEN WORDEN
ORGANISCHE EN ANORGANISCHE PIGMENTEN, WAARONDER PARELMOERPIGMENTEN, GEBRUIKT.
8.1.3 Nagellak
Onze nagels bestaan uit speciale cellen. Nagels zijn 0,3 tot 0,8 mm dik en groeien
3 tot 4 mm per maand. De nagels van de vingers doen er 5 tot 6 maanden over om
zich te vernieuwen, bij de teennagels duurt dat 7 tot 12 maanden. De nagel zelf is
witgrijs van kleur. Doordat het nagelbed goed doorbloed is en de nagels deels doorzichtig zijn, zien onze nagels er roze uit.
Nagellak wordt gebruikt om de nagels een kleur te geven. Het bevat kleurstoffen,
stoffen die zorgen dat de lak hecht aan de nagel en oplosmiddelen.
VOOR BINDING VAN DE LAK AAN DE NAGEL WORDT EEN COMBINATIE VAN NITROCELLULOSE EN TOLUEENSULFONAMIDE-FORMALDEHYDE GEBRUIKT. TOLUEENSULFONAMIDE ZORGT VOOR DE BINDING AAN
DE NAGEL, NITROCELLULOSE ZORGT VOOR DE GLANS. OM TE ZORGEN DAT DE LAK SOEPEL BLIJFT EN
NIET VAN DE NAGEL AFBREEKT, WORDEN WEEKMAKERS GEBRUIKT (ACETYL TRIBUTYL CITRAAT).
VOORBEELDEN VAN KLEURSTOFFEN ZIJN IJZEROXIDE, TITAANDIOXIDE, ORGANISCHE PIGMENTEN EN
73
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
PARELMOERPIGMENTEN.
ER WORDEN STOFFEN TOEGEVOEGD DIE DE VISCOSITEIT REGELEN EN STOF-
FEN DIE ZORGEN DAT DE INGREDIËNTEN OOK ONDER INVLOED VAN LICHT STABIEL BLIJVEN. ALS OPLOSMIDDELEN WORDEN BUTYL- EN ETHYLACETAAT, ISOPROPYLALCOHOL EN N-BUTYLALCOHOL GEBRUIKT.
8.2 SOORTEN DECORATIEVE COSMETICA
Er bestaat gezichtsmake-up op basis van water en op watervrije basis.
VOORBEELDRECEPT GETINTE DAGCRÈME: MAX. 10% WATER; MAX. 5% GLYCERINE, CETYLSTEARYLOCTANOAAT, PROPYLEENGLYCOL EN PARAFFINEOLIE; MAX. 4% GLYCERINE MONOSTEARAAT EN TALK;
MAX. 3% OCTYLPALMITAAT; MAX. 2% STEARINEZUUR EN TITAANDIOXIDE; MAX. 1% CETYLALCOHOL,
IJZEROXIDE, XANTHAAN, MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN.
VOORBEELDRECEPT WATERVRIJE CRÈME-MAKE-UP: MAX. 15% PARAFFINEOLIE; MAX. 12% TITAANDIOXIDE EN MYRISTYLLACTAAT; MAX. 9% BIJENWAS EN OLEYLALCOHOL; MAX. 7% OZOKERIT; MAX.
5% LANOLINEALCOHOL EN RICINUSOLIE; MAX. 4% CARNAUBAWAS; MAX. 3% IJZEROXIDE, POLYETHOXYSORBITAAN-MONOOLEAAT, SORBITAANOLEAAT; MAX. 1% PARFUM. REST: KAOLINE, CONSERVEERMIDDELEN, ANTI-OXIDANTEN
Gezichtspoeders kunnen los zijn, of geperst. Rouge en oogschaduw zijn voorbeelden van geperste poeders.
VOORBEELDRECEPT LOS GEZICHTSPOEDER: MAX. 15% TALK; MAX. 11% PARELMOERPIGMENTEN;
MAX. 5% KAOLINE; MAX. 2% ZINKSTEARAAT, IJZEROXIDE EN PARFUM. REST: TALK, CONSERVEERMIDDELEN.
VOORBEELDRECEPT ROUGE: MAX. 35% GLITTERENDE STOFFEN; MAX. 22% TALK; MAX. 8% TITAANDIOXIDE; MAX. 5% ZINKSTEARAAT; MAX. 4% GEKLEURDE PIGMENTEN; MAX. 3% LANOLINEALCOHOL,
DIMETHYLPOLYSILOXAAN EN PARAFFINEOLIE; MAX. 1% PARFUM. REST: CONSERVEERMIDDELEN, ANTIOXIDANTEN.
Mascara en eyeliner zijn vloeibare producten. In plaats van eyeliner kan ook een
oogpotlood gebruikt worden. Ook voor de wenkbrauwen zijn er potloden.
VOORBEELDRECEPT MASCARA: MAX. 13% BIJENWAS; MAX. 10% KLEURSTOFFEN; MAX. 6% GLYCERINEMONOSTEARAAT; MAX. 3% CARNAUBAWAS, CANDELILLAWAS EN AMMONIUMACRYLAAT-COPOLYMEER; MAX. 2% STEARINEZUUR EN PROPYLEENGLYCOL; MAX. 1% TOCOFEROLACETAAT EN PANTHENOL. REST: WATER, ANTI-OXIDANTEN, CONSERVEERMIDDELEN.
74
Nederlandse Cosmetica Vereniging
VOORBEELDRECEPT OOGPOTLOOD: MAX. 35% IJZEROXIDE; MAX. 22% PLANTENOLIE; MAX. 14%
STEARINEZUUR; MAX. 12% CARNAUBAWAS; MAX. 8% CETYLPALMITAAT; MAX. 5% TALK EN
PARAFFINEOLIE. REST: CONSERVEERMIDDELEN, ANTI-OXIDANTEN.
Lippenstift kan puur decoratief zijn, of kan daarnaast ook verzorgende bestanddelen bevatten.
VOORBEELDRECEPT LIPPENSTIFT (DECORATIEF): MAX. 12% ISOSTEARINEZUUR-KALIUMISOSTEARAAT;
MAX. 12% KLEURSTOFFEN; MAX. 8% PARELMOERPIGMENTEN/TITAANDIOXIDE; MAX. 6% MYRISTYLLACTAAT EN LANOLINE; MAX. 3% BIJENWAS, CARNAUBAWAS; MAX. 2% CANDELILLAWAS, OZOKERIT
EN PARAFFINEOLIE; MAX. 1% TOCOFEROL EN PARFUM. REST: RICINUSOLIE, CONSERVEERMIDDELEN.
VOORBEELDRECEPT LIPBALM (VERZORGEND): MAX. 10% LANOLINE; MAX. 7% BIJENWAS EN CANDELILLAWAS; MAX. 3% LANOLINEALCOHOL, CARNAUBAWAS EN OZOKERIT; MAX. 2% VITAMINE-EACETAAT; MAX. 1% BISABOLOL, PANTHENOL, PARFUM, VET OPLOSBAAR ALOË-EXTRACT EN
DIMETHICONE COPOLYOL. REST: RICINUSOLIE, ANTI-OXIDANTEN.
Er zijn verschillende soorten producten voor de nagels, zoals lak die onder de
nagellak wordt aangebracht, transparante lak, crème-lak, nagelverharder, parelmoerlak, verzorgende nagelcrème en nagellak-verwijderaar.
VOORBEELDRECEPT NAGELLAK: MAX. 23% BUTYLACETAAT; MAX. 19% NITROCELLULOSE / ISOPROPANOL; MAX. 16% PROPYLACETAAT; MAX. 11% TOLUEENSULFONAMIDE-FORMALDEHYDEHARS; MAX.
10% METHYLACETAAT EN ETHYLACETAAT; MAX. 5% TRIETHYL CITRAAT OF ACETYL TRIETHYL CITRAAT ;
MAX. 2% POLYACRYLAAT; MAX. 1% N-BUTYLALCOHOL, STEARALKONIUMHEKTORIET, TITAANDIOXIDE
EN KLEURSTOFFEN.
VOORBEELDRECEPT NAGELLAK-VERWIJDERAAR: MAX. 53% ACETON;
MAX. 11% WATER; MAX. 1% DI-ISOPROPYLADIPAAT EN PARFUM.
MAX.
35%
ETHYLACETAAT
;
8.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN DECORATIEVE COSMETICA
Voor het maken van dagcrème en emulsie-make-up worden de kleurstoffen
gemengd in de vochtvasthoudende stoffen en water. De hulpstoffen (verdikkers,
conserveermiddelen en oliën) worden apart gemengd. Deze twee mengsels worden
verhit tot 75ËšC en vervolgens bij elkaar gevoegd. Daarna worden de andere (vette)
stoffen toegevoegd en wordt een emulsie gemaakt (een mengsel van waterige en
vette stoffen). De massa wordt vervolgens gekoeld tot 40ËšC. Dan wordt de parfum
75
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
toegevoegd. Als de crème is afgekoeld wordt hij in tubes verpakt.
Voor het bereiden van poeders, rouge en oogschaduw worden de kleurstoffen eerst
gemalen en gemengd met talk. Dan worden de oliën en de stoffen die het bederf
tegengaan toegevoegd. De poeder wordt los in dozen verpakt of in vormpjes
geperst en dan verpakt.
Bij het maken van mascara worden de kleurstoffen in de oliën gemengd en gemalen. Het mengsel wordt verhit tot 75ËšC, en daarna geroerd. Als de massa is afgekoeld tot 40ËšC wordt hij in mascara-flesjes gedaan.
Voor met maken van wenkbrauw- en oogpotloden worden aan de gesmolten was
en olie kleurstoffen toegevoegd. Vervolgens wordt het product glad gemalen. Er
worden dunne stiften van geperst die in houten hulzen worden gebracht om potloden te vormen.
Voor de bereiding van decoratieve lippenstift worden alle kleurstoffen gemalen,
vermengd met olie en verwarmd tot 70ËšC. De andere ingrediënten worden gesmolten bij 80ËšC. De beide mengsels worden bij elkaar gevoegd en gemengd. Daarna
wordt de parfum toegevoegd. Voor lipbalm worden alle ingrediënten, behalve de
parfum, gemengd en verwarmd tot 80 tot 85ËšC. Het product wordt afgekoeld en in
vormpjes gegoten.
De bereiding van de grondstoffen voor nagellak gebeurt in speciale fabrieken.
Nitrocellulose is namelijk een explosieve stof en oplosmiddelen zijn licht ontvlambaar. De meeste cosmeticafabrikanten kopen de grondstoffen als kant en klare
basis en voegen de overige ingrediënten toe. De oplossing moet een nacht rusten
en wordt dan gefiltreerd. Vervolgens worden de kleurstoffen toegevoegd en wordt
de lak in flesjes afgevuld.
76
77
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
9. PARFUMS
In ons dagelijks leven spelen geuren een belangrijke rol. Ons eten proeven we deels
met onze tong, maar voor een belangrijk deel met onze neus. Geur is ook belangrijk in onze contacten met andere mensen. We zijn ons er niet zo van bewust, maar
we gaan in de meeste gevallen af op onze neus om te beslissen of we iemand aardig vinden of niet. Parfums gebruiken we om lekker te ruiken, voor onszelf, maar
ook voor de omgeving.
MENSEN KUNNEN ALLEEN STOFFEN RUIKEN DIE VLUCHTIG ZIJN BIJ KAMERTEMPERATUUR EN EEN MOLECUULMASSA HEBBEN VAN MINDER DAN 300.
9.1 SAMENSTELLING VAN PARFUMS
Er worden ongeveer 3500 geurstoffen gebruikt in parfums. Een eenvoudig parfum,
zoals bijvoorbeeld wordt gebruikt in schoonmaakmiddelen, bevat al 20 tot 30 componenten. Een ingewikkeld parfum kan meer dan 120 ingrediënten bevatten.
Er worden verschillende soorten geurstoffen gebruikt. Er zijn geurstoffen die rechtstreeks uit natuurlijke producten, zoals bloemen, worden gehaald. Er zijn ook synthetische geurstoffen die precies lijken op natuurlijke geurstoffen. Daarnaast zijn er
synthetische geurstoffen die niet lijken op stoffen uit de natuur.
Een klein deel, ongeveer 400 geurstoffen, wordt gemaakt uit planten. Vroeger werden ook wel dierlijke geurstoffen gebruikt, zoals muskus. Tegenwoordig wordt deze
geur nagemaakt door verschillende andere geurstoffen te combineren.
Plantaardige geurstoffen, zoals menthol of citrus, heten etherische oliën. Ze worden op verschillende manieren uit delen van planten gewonnen.
ETHERISCHE OLIËN BEVATTEN TERPENEN (ZOALS MENTHOL) EN AROMATISCHE VERBINDINGEN (ZOALS
VANILLINE).
MENTHOLOLIE EN ROZENOLIE WORDT UIT PLANTEN VERKREGEN DOOR STOOM-DESTILLATIE. DOOR DE
WATERDAMP WORDEN DE ETHERISCHE OLIËN, DIE MEESTAL SLECHTS LICHT WATEROPLOSBAAR ZIJN,
MEEGENOMEN. DE OLIËN WORDEN DAN DOOR CONDENSATIE VAN HET WATER GESCHEIDEN.
CITRUSOLIE KAN OOK OP DEZE MANIER WORDEN GEWONNEN, OF KAN WORDEN VERKREGEN DOOR HET
PERSEN VAN VRUCHTENSCHILLEN. BLOEMENGEUREN WORDEN MET EEN UITGEBREID PROCES VAN
DROGEN, UITLOGEN EN VERSCHILLENDE ANDERE VERWERKINGSSTAPPEN GEWONNEN. EEN VOORBEELD
78
Nederlandse Cosmetica Vereniging
IS EXTRACTIE MET VET (ENFLEURAGE A FROID).
HIERBIJ WORDEN DE BLOEMEN TUSSEN GLASPLATEN
DE VETOPLOSBARE GEURSTOFFEN TREKKEN IN HET VET EN
WORDEN DAAR LATER MET ETHANOL WEER UIT GE-EXTRAHEERD. HARSACHTIGE GEURSTOFFEN WORDEN DOOR MIDDEL VAN OPLOSMIDDEL-EXTRACTIE GEWONNEN. ALS OPLOSMIDDELEN WORDEN BENZEEN, HEPTAAN OF HEXAAN GEBRUIKT. I NSTABIELE GEURSTOFFEN WORDEN MET VLOEIBARE KOOLSTOFDIOXIDE OF BUTAAN GE-EXTRAHEERD.
GEPERST DIE MET VET ZIJN INGESMEERD.
SYNTHETISCHE GEURSTOFFEN KUNNEN WORDEN GEMAAKT UIT PUUR SYNTHETISCHE GRONDSTOFFEN
OF DOOR NATUURLIJKE GEURSTOFFEN TE BEWERKEN.
geur
Parfums worden samengesteld door mensen met een bijzonder goed reukvermogen. Een parfumsamensteller wordt “neus” genoemd. Uit verschillende basisgeuren maakt een neus een nieuwe geur, een parfum.
Een parfum bevat 40 tot 100 bestanddelen. Als we een parfum opbrengen op onze
huid ruiken we al deze geuren niet tegelijkertijd, maar in verschillende fasen. Die
fasen worden “noten” genoemd. Eerst ruiken we de “topnoot” (vaak citrusgeuren),
dan de “hartnoot” (vaak bloemengeuren). De basis van het parfum, de “grondnoot”, bepaalt het karakter van de geur. Vaak zijn dit houtige geuren in een combinatie met synthetische (‘dierlijke’) geurstoffen.
topnoot
hartnoot
grondnoot
tijd
Verandering van geurwaarneming bij verstrijken van de tijd.
PARFUMS
BEVATTEN
3-30%
GEURSTOFFEN DIE IN GEURLOZE ETHANOL ZIJN OPGELOST.
ETHANOL
GEEFT EEN “LIFT” AAN HET PARFUM, DOORDAT DE TOPNOOT WORDT “UITGELICHT”, ZODAT WE HEM
BETER KUNNEN RUIKEN.
79
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
9.2 SOORTEN PARFUMS
Eau de cologne bevat 3 tot 5% geurstoffen, eau de toilette 5 tot 10 % en parfum 15
tot 30%. Eau de parfum is een tussenvorm van parfum en eau de toilette en bevat
10 tot 15% geurstoffen. Dit zijn parfums op basis van alcohol.
Er bestaan ook parfums op basis van olie- of was. Dit zijn parfumoliën of parfumcrèmes.
Parfums worden onderverdeeld naar geursoort en worden “bloemig”, “kruidig-aromatisch”, “oriëntaals”, “aldehyde”, “groen” en “chypre” genoemd.
Bloemige parfums zijn uit geuren samengesteld die uit bloemen zijn gewonnen.
Kruidig-aromatische geuren zijn afkomstig van bijvoorbeeld lavendel en sandelhout. Ze worden vaak voor herengeuren gebruikt. Oriëntaalse geuren zijn zwaar en
zoet en bevatten vaak muskgeurstoffen. Aldehydeparfums ruiken naar bloemen,
maar zijn niet uit bloemen gemaakt. Groene parfums zijn ook fris en meestal
gemaakt uit synthetische geuren in combinatie met natuurlijke plantaardige geurstoffen. Chypre-parfums bevatten citrusgeuren, gecombineerd met kruidige geurstoffen.
Overzicht etherische oliën met omschrijving van de geursoort
Etherische olie
Deel van de plant
Plantennaam
Omschrijving van geur
Rozenolie
Bloemblaadjes
Roos
Bloemig
Jasmijnolie
Jasmijn
Neroli-olie
Patchouli-olie
Sinaasappelboom
Bladeren
Petitgrain-olie
Dennennaalden-olie
Naalden
Patchouli
Bloemig
Sinaasappelboom
Kruidig
Fijn spar
Kruidig
Vetiver
Wortels
Grassoort
Houtig
Anijs-olie
Zaden
Anijs
Aromatisch
Sandelhout-olie
Hout
Cederhout-olie
Sandelboom
Zoet
Amerikaanse Ceder
Houtig - Zoet
Kaneel-olie
Schors
Kaneelboom
Houtig - Zoet
Mirre
Hars
Mirre
Orientaals - Houtig
Schil
Sinaasappelboom
Fruitig - Fris
Vrucht
Vanille
Aromatisch
Galbanum-olie
Sinaasappel-olie
Galbanum
Bergamot-olie
Vanilline
80
Nederlandse Cosmetica Vereniging
81
MONDCOSMETIC A
82
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Mondcosmetica
1. De mond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
1.1
De opbouw van de mondholte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
1.1.1 Mondslijmvlies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
1.1.2 Speekselklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
1.2
De opbouw van tanden en kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
1.2.1 Glazuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
1.2.2 Tandbeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
1.2.3 Tandwortel en parodontium . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
1.2.4 Tandvlees . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
1.3
Veranderingen in het gebit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
1.3.1 Plak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
1.3.2 Tandsteen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
1.3.3 Cariës . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
1.3.4 Gevoelige tanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
2. Tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
2.1
Samenstelling van tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
2.1.1 Polijstmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
2.1.2 Oppervlakteactieve stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
2.1.3 Stoffen tegen tandsteenvorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
2.1.4 Stoffen die de opbouw van glazuur bevorderen . . . . . . . . . . . .91
2.1.5 Fluoride . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
2.1.6 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
2.1.7 Stoffen in whitening tandpasta’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
2.2
Soorten tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
2.3
Het bereidingsproces van tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94
3. Mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95
3.1
Samenstelling van mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95
3.2
Soorten mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95
83
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
1. DE MOND
De mond is een belangrijk onderdeel van ons lichaam. Met onze mond proeven we
ons eten en brengen we de spijsvertering op gang. Onze tanden en kiezen vermalen het eten en zorgen samen met de tong dat we het door kunnen slikken. In de
mond heerst een evenwicht tussen de buitenwereld en de binnenkant van ons
lichaam. De mond en de gezichtsspieren rond de mond zijn verder de lichaamsdelen die het sterkst uitdrukking geven aan onze gevoelens.
1.1 DE OPBOUW VAN DE MONDHOLTE
De mondholte is de ruimte tussen het verhemelte, de wangen en de mondbodem.
Achter de tanden begint de eigenlijke mondholte. De bovenkant van de mondholte
wordt gevormd door het verhemelte, dat achterin de mond overgaat in de huig en
de keelamandelen.
Onze tong zit vast aan de mondbodem. Op de tong hebben we smaakpapillen waarmee we ons eten kunnen proeven. De smaakpapillen zorgen er ook voor dat er
speeksel vrijkomt en dat de maag alvast spijsverteringssappen aanmaakt, nog vóór
we ons eten doorslikken. De tong kan goed voelen wat voor vorm en structuur ons
eten heeft en hoe we het op de juiste manier kunnen doorslikken.
1.1.1 Mondslijmvlies
De mondholte is bekleed met mondslijmvlies. Er zijn drie soorten slijmvlies, die elk
een eigen functie hebben. De ene soort ligt op de kaken, de andere op de lippen,
wangen en mondbodem. De derde soort slijmvlies, waarin smaakpapillen liggen,
vinden we op de tong.
HET MONDSLIJMVLIES (MUCOSA) IS OPGEBOUWD UIT EEN EPITHEELLAAG EN EEN BINDWEEFSELLAAG
(LAMINA PROPRIA MUCOSA), MET DAARTUSSEN EEN BASAALMEMBRAAN. OP DIVERSE PLAATSEN IS ER
OOK EEN LAAG MET VETWEEFSEL, SPEEKSELKLIEREN EN BLOEDVATEN (LAMINA SUBMUCOSA).
1.1.2 Speekselklieren
Ons speeksel zorgt voor een “gezonde” mond. Mensen die weinig speeksel aanmaken, kunnen bijvoorbeeld makkelijker gaatjes (cariës) krijgen.
Overal in de mond zitten grote en kleine speekselklieren. De kleine kliertjes dienen
om de ruimte tussen de wangen en de tanden vochtig te houden. De speekselkliertjes op de tong zorgen dat de smaakstoffen uit ons eten over de smaakpapillen worden gespoeld, zodat we ze kunnen proeven.
84
Nederlandse Cosmetica Vereniging
We hebben aan weerszijden in de mond drie grote speekselklieren. De speekselklieren onder de kaak en onder de tong maken slijmerig speeksel aan. Dit speeksel
ligt als een film over onze tanden en kiezen en beschermt het glazuur tegen zure
stoffen uit ons eten.
HET SPEEKSEL UIT DE KLIEREN ONDER DE KAAK EN ONDER DE TONG IS RIJK AAN EIWITTEN (GLYCOPROTEÏNEN).
De speekselklieren bij de kiezen, ter hoogte van de oren, maken waterig speeksel.
Dit speeksel zorgt voor verdunning van stoffen uit ons eten en voor een snelle
afvoer van onder andere suikers, zodat deze geen tijd krijgen onze tanden aan te
tasten.
HET
SPEEKSEL VAN DE KLIEREN ONDER DE OREN (GLANDULA PAROTIS) BEVAT CALCIUMFOSFAAT,
NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT EN ANORGANISCHE ZUREN.
ZUREN UIT VOEDSEL EN GISTINGSZOUTEN UIT TANDPLAK.
DIT SPEEKSEL NEUTRALISEERT VRIJE
HET SPEEKSEL ZORGT VOOR EEN CONSTAN-
TE ZUURGRAAD IN DE MOND.
’s Nachts maken we veel minder speeksel aan dan overdag. Als we op iets kauwen,
maken we tien tot twintig keer meer speeksel aan dan wanneer we niets in onze
mond hebben.
DE SPEEKSELPRODUCTIE BEDRAAGT ’S NACHTS 20 ML IN 7 TOT 8 UUR. OVERDAG IN RUST WORDT 20
ML PER UUR GEPRODUCEERD. BIJ KAUWEN NEEMT VOORAL DE PRODUCTIE VAN WATERIG SPEEKSEL
TOE; ER WORDT DAN GEMIDDELD 1 ML PER MINUUT UITGESCHEIDEN.
1.2 DE OPBOUW VAN TANDEN EN KIEZEN
Volwassen mensen hebben verschillende soorten tanden en kiezen. Vooraan in het
gebit liggen de vier snijtanden, waarmee we ons eten kunnen afbijten. Naast de
snijtanden ligt aan weerszijden een hoektand. De hoektanden sturen de zijwaartse
beweging van onze kaken. Achter de hoektanden liggen twee soorten kiezen. Aan
elke kant liggen twee kleine kiezen en drie gewone kiezen waarmee we ons eten
vermalen.
Kinderen hebben een melkgebit met minder kiezen. Het melkgebit gaat hoogstens
20 jaar mee. Meestal “wisselen” we al ver voor ons 20e. Het melkgebit valt dan
geleidelijk spontaan uit om plaats te maken voor volwassen tanden en kiezen.
85
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
Onze tanden zijn belangrijk bij het eten. Ze voelen aan hoe hard er gekauwd moet
worden op verschillende etenswaren en sturen de kauwspieren aan.
De opbouw van de tand:
1.
tandkroon
2.
tandhals
3.
tandwortel
4.
glazuur
5.
tandbeen
6.
tandholte met tandmerg
7.
tandvlees
8.
wortelcement
9.
kaak
10. tandbed
11. zenuwen en bloedvaten
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
12. tandgroef
Onze tanden zitten met hun wortels vast in het kaakbot. De kaak en een deel van
onze tanden zijn bekleed met tandvlees. Het zichtbare gedeelte van onze tanden en
kiezen wordt de kroon genoemd.
De buitenste laag van de kroon bestaat uit tandglazuur. Onder het glazuur ligt het
tandbeen en binnenin ligt het tandmerg, waarin de tandzenuw loopt. De glazuurlaag loopt door tot waar de tand omgeven wordt door het tandvlees. Op de overgang van tandkroon naar tandwortel ligt het tandvlees als een ring om de tand
heen. Dit gedeelte heet tandhals. De rest van de tand, de tandwortel, ligt in de kaak
en is niet van buitenaf zichtbaar.
1.2.1 Glazuur
Tandglazuur is het hardste materiaal dat ons lichaam kan maken. Op de kauwvlakken van onze kiezen en op de snijvlakken van de tanden is het glazuur 2 tot 3 mm
dik, op de tandhals is het veel dunner. Het heeft een grijze, blauwe of gele kleur,
maar is voornamelijk doorzichtig. De kleur die onze tanden hebben, is vooral afhankelijk van de kleur van het tandbeen dat onder het glazuur ligt. Tandbeen heeft een
gelige kleur. De kleur kan variëren en daarom heeft de ene persoon van nature wittere tanden dan de ander.
86
Nederlandse Cosmetica Vereniging
GLAZUUR BESTAAT VOOR 95% UIT HYDROXYLAPATIET, VOOR 2% UIT WATER EN VOOR 3% UIT ANORGANISCH MATERIAAL ZOALS NATRIUM, KALIUM, SELENIUM EN FLUOR.
3 Ca 3 (PO 4 ) 2 . Ca(OH) 2
Calciumhydroxylapatit
Ons glazuur slijt en wordt steeds weer opgebouwd. Het speeksel voert hiervoor de
bouwstoffen aan. Er is steeds een uitwisseling van stoffen aan de gang tussen het
speeksel en het glazuur.
ER VINDT EEN CONTINUE UITWISSELING PLAATS VAN CALCIUM-IONEN EN FOSFAAT-IONEN TUSSEN HET
TANDGLAZUUR EN HET SPEEKSEL.
1.2.2 Tandbeen
Tandbeen lijkt op onze botten. Als het bloot zou liggen, zou het snel worden aangetast door zuren en bacteriën. Het wordt daarom bij de tandkroon beschermd door
de glazuurlaag.
TANDBEEN
BESTAAT VOOR
BESTANDDELEN.
OP DE
70%
UIT HYDROXYLAPATIET,
15%
WATER EN
15%
ORGANISCHE
GRENS TUSSEN TANDBEEN EN TANDMERG LIGT EEN CELLAAG VAN ODONTO-
BLASTEN, CELLEN DIE TANDBEEN AANMAKEN.
DE CELLEN LIGGEN IN ZOGENAAMDE DENTINEKANALEN.
1.2.3 Tandwortel en parodontium
De tandwortel wordt vanaf de glazuurgrens tot de wortelpunt bedekt door een laag
die wortelcement heet. Als het wortelcement bloot komt te liggen, bijvoorbeeld
door terugtrekkend tandvlees, kan het worden aangetast door bacteriën en schadelijke stoffen.
De wortel ligt vast verankerd in het kaakbot. De structuren waarmee de wortel in de
kaak vastzit heten samen het parodontium.
HET PARODONTIUM BESTAAT UIT WORTELCEMENT, DE WORTELHUID WAARIN BLOEDVAATJES LOPEN, DE
KAAK ZELF EN HET TANDVLEES.
1.2.4 Tandvlees
Gezond tandvlees ligt in een scherpe hoek tegen onze tand en kiezen aan, is bleekroze en heeft net zulke bobbeltjes als de schil van een sinaasappel. Rond de tand87
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
halzen vormt het tandvlees een dichte ring. Die dichte ring tandvlees voorkomt dat
allerlei bacteriën uit de mondholte in contact komen met de tandwortels en het
wortelcement.
1.3 VERANDERINGEN IN HET GEBIT
Om ons gebit gezond te houden moeten we tenminste tweemaal per dag onze tanden poetsen. Als de tanden niet goed worden schoongehouden, kunnen er problemen en ziektes van het gebit ontstaan.
1.3.1 Plak
Ons speeksel beschermt onze tanden, maar is ook een voedingsbodem voor bacteriën, die in de mond leven. Vooral in de ruimte tussen de tanden en het tandvlees,
en in de kauwgroeven op de kiezen kunnen bacteriën ongestoord groeien. De bacteriën vormen een aanslag op de tanden die tandplak wordt genoemd. Als er teveel
plak op onze tanden zit, kan het speeksel niet meer in contact komen met het tandglazuur en kan er geen uitwisseling van bouwstoffen meer plaatsvinden. Het glazuur wordt dan afgebroken. Als tanden en de ruimten eromheen onvoldoende worden schoongehouden, groeien de bacteriën razendsnel. De plak breidt zich uit, het
glazuur wordt zwakker en er kunnen steeds gemakkelijker gaatjes ontstaan. Als
plak lange tijd niet wordt verwijderd, gaat het tandvlees ontsteken.
EERST BESTAAT DE BACTERIE-POPULATIE VOORNAMELIJK UIT RONDE BACTERIËN (COCCEN), NA ENKELE DAGEN KOMEN ER VOORAL ACTINOMYCETEN, LACTOBACILLEN EN SPIROCHETEN VOOR.
1.3.2 Tandsteen
Tandplak die niet goed wordt weggepoetst, wordt hard en verandert in tandsteen.
Dit proces treedt al snel op. Op tandsteen kan gemakkelijk opnieuw plak ontstaan.
Zo groeit tandsteen steeds verder aan. Door tandsteen kunnen ontstekingen van
het tandvlees en het tandbed ontstaan.
DE OMZETTING VAN PLAK IN TANDSTEEN VINDT PLAATS DOOR MINERALISATIE. DE PLAK RAAKT VERZADIGD MET ANORGANISCHE ZOUTEN, ZOALS CALCIUMSULFAAT, UIT HET SPEEKSEL. DE MEESTE TANDSTEEN WORDT DAN OOK AANGETROFFEN BIJ DE UITGANGEN VAN DE GROTE SPEEKSELKLIEREN, ZOALS
OP DE (BINNENKANT VAN DE) SNIJTANDEN IN DE ONDERKAAK EN DE (BUITENKANT VAN DE) KIEZEN VAN
DE BOVENKAAK.
Tandsteen is niet weg te poetsen met een tandenborstel en moet professioneel
worden verwijderd door de tandarts of mondhygiënist.
88
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1.3.3 Cariës
De bacteriën in tandplak zetten de suikers uit onze voeding om in zuren die het
tandglazuur aantasten. Hierdoor ontstaan gaatjes. Deze aandoening heet cariës.
Gaatjes ontstaan het gemakkelijkst in de ruimten tussen de tanden, op de tandhalzen en in de kauwgroeven op de kiezen.
OP DE GRENS TUSSEN TANDBEEN EN TANDMERG LIGGEN CELLEN DIE TANDBEEN AANMAKEN (ODONTOBLASTEN). DEZE CELLEN LIGGEN IN DENTINEKANALEN. BIJ CARIËS KUNNEN BACTERIËN VIA DEZE
KANALEN TOT IN HET TANDMERG DOORDRINGEN.
Ons tandglazuur is niet gevoelig voor pijn, maar het tandbeen en tandmerg zijn dat
wel. Beginnende gaatjes in het glazuur voelen we daarom eerst niet. Zodra het
tandbeen wordt bereikt krijgen we pijn. Gaatjes moeten worden gevuld door de tandarts, omdat de bacteriën anders de hele tand of kies aantasten.
DE BACTERIËN PRODUCEREN STOFFEN (ENDOTOXINEN) DIE ONTSTEKINGEN
(GINGIVITIS) VEROORZAKEN EN DE STRUCTUREN WAARMEE DE TAND IN DE
(PARODONTITIS). TANDEN EN KIEZEN GAAN LOSZITTEN EN VALLEN UIT.
VAN HET TANDVLEES
KAAK ZIT AANTASTEN
1.3.4 Gevoelige tanden
Ons glazuur en ons tandvlees beschermen het gevoelige deel van onze tanden
tegen invloeden van buitenaf. Als het glazuur wegslijt, of als het tandvlees niet
goed aansluit op de tandhalzen, kunnen prikkels van buiten de tandzenuw bereiken. We krijgen dan pijnscheuten bij koud of warm, zoet en zuur eten. We noemen
dit gevoelige tanden.
89
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
2. TANDPASTA
Om gaatjes en ontstekingen van het tandvlees te voorkomen moeten we minstens
twee maal per dag plak wegpoetsen. Hiervoor gebruiken we water en tandpasta.
Tandpasta zorgt daarnaast voor een schoon gevoel en een frisse adem. Behalve
tandpasta bestaan er ook poeder, gel en vloeibare crème om de tanden mee te
poetsen.
2.1 SAMENSTELLING VAN TANDPASTA
De werkzame stoffen in tandpasta zijn bedoeld om plak te verwijderen en om te zorgen dat er geen tandsteen ontstaat. Verder helpen de stoffen bij de vorming van het
glazuur. Voor mensen met gevoelige tanden zijn er tandpasta’s die een beschermend laagje op de tanden maken zodat er minder pijn optreedt. Verder bevatten
tandpasta’s verschillende hulpstoffen.
2.1.1 Polijstmiddelen
Polijstmiddelen zijn een soort schuurbolletjes. Doordat we met de tandenborstel
poetsbewegingen maken, schuren de polijstmiddelen de plak los. Tandpasta kan
voor 15 tot 60% uit polijstmiddelen bestaan. Polijstmiddelen moeten zo min mogelijk schuren, maar wel zoveel mogelijk plak weghalen.
POLIJSTMIDDELEN
ZIJN ANORGANISCHE STOFFEN, DIE NIET IN WATER OPLOSSEN EN EEN DEELTJES-
GROOTTE HEBBEN VAN
15
MICROMETER.
VOORBEELDEN
ZIJN ALUMINIUMHYDROXIDE, CALCIUM-
CARBONAAT, CALCIUMWATERSTOFFOSFAAT, NATRIUMALUMINIUMSILICAAT EN WATEROPLOSBAAR NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT.
DE LAATSTE STOF LOST LANGZAAM OP IN SPEEKSEL.
2.1.2 Oppervlakteactieve stoffen
Tandpasta bevat oppervlakteactieve (zeepachtige) stoffen die plak oplossen en zorgen dat het met water weggespoeld kan worden. Ze zorgen ook voor de schuimwerking en voor een gelijkmatige verdeling van de tandpasta bij het poetsen.
VOORBEELDEN
VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN ZIJN NATRIUMLAURYLSULFAAT, NATRIUM-N-
LAUROYLSARCOSINAAT, NATRIUMLAURYLSULFOACETAAT, KOKOSVETZUUR-MONOGLYCERIDESULFONAAT
EN BETAÏNES.
90
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Structuurformule natrium-N-lauroylsarcosinaat
O
H23C11
C
N
CH2–COO–
+
Na
H3C
NATRIUM-N-LAUROYLSARCOSINAAT
TANDEN AANTASTEN.
REMT TEVENS DE ENZYMEN WAARMEE TANDPLAKBACTERIËN DE
2.1.3 Stoffen tegen tandsteenvorming
Aan tandpasta worden stoffen toegevoegd die zorgen dat plak minder snel in tandsteen verandert.
STOFFEN
DIE DE VORMING VAN TANDSTEEN TEGENGAAN ZIJN BIJVOORBEELD BIFOSFONATEN,
AZACYCLOHEPTAAN-2,2-DIFOSFONAAT EN BEPAALDE ZINKVERBINDINGEN.
2.1.4 Stoffen die de opbouw van glazuur bevorderen
Er vindt een continue uitwisseling plaats van bouwstoffen tussen ons speeksel en
ons glazuur. Als het tandglazuur een beetje is aangetast door zuren in het eten,
kunnen de stoffen in ons speeksel het glazuur weer herstellen. Dit werkt alleen op
schone tanden. In tandpasta zitten stoffen die zorgen dat het speeksel zijn herstellende werk kan doen. De bekendste van deze stoffen is fluoride.
ANDERE
REMINERALISERENDE STOFFEN ZIJN CALCIUMGLYCERINEFOSFAAT, CALCIUMWATERSTOF-
FOSFAAT EN NATRIUMTRIMETAFOSFAAT.
2.1.5 Fluoride
Aan tandpasta wordt fluoride toegevoegd om het ontstaan van gaatjes te helpen
voorkomen en het glazuur stevig te houden. Tandpasta voor volwassenen mag
maximaal 0,15 % fluoride bevatten. De meeste tandpasta’s bevatten wat minder. In
kindertandpasta moet het gehalte fluoride veel lager zijn, namelijk 0,075-0,05%,
omdat kinderen de neiging hebben tandpasta door te slikken en anders teveel fluoride binnen zouden krijgen.
ER ZIJN AANWIJZINGEN DAT FLUORIDE OP VERSCHILLENDE MANIEREN WERKT. FLUOR-IONEN WORDEN
INGEBOUWD IN TANDGLAZUUR EN MAKEN HET GLAZUUR MINDER GEVOELIG VOOR DE AFBRAAK DOOR
ZUREN.
DAARNAAST
ZORGEN ZE VOOR EEN SNELLE OPBOUW VAN GLAZUUR.
FLUORIDE DE ZUURPRODUCTIE VAN TANDPLAK-BACTERIËN.
91
OOK
VERMINDERT
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
MEESTAL WORDT NATRIUMFLUORIDE
IN TANDPASTA GEBRUIKT.
DIT KAN
NIET IN EEN FORMULERING
WORDEN TOEGEPAST SAMEN MET CALCIUMZOUTEN, OMDAT DAN HET ONWERKZAME CALCIUMFLUORIDE ONTSTAAT. DIT TREEDT BIJVOORBEELD OP ALS DE TANDPASTA POLIJSTMIDDELEN BEVAT DIE UIT CALCIUMCARBONAAT OF CALCIUMWATERSTOFFOSFAAT BESTAAN.
NATRIUMFLUORIDE KAN WEL GEBRUIKT
EEN FLUORIDEVERBINDING DIE WEL
WORDEN IN COMBINATIE MET POLIJSTMIDDELEN VAN KIEZELGEL.
IN COMBINATIE MET VAN POLIJSTMIDDELEN OP BASIS VAN CALCIUM KAN WORDEN GEBRUIKT IS
NATRIUMMONOFLUORFOSFAAT.
OOK AMINFLUORIDE WORDT VEEL TOEGEPAST.
2.1.6 Hulpstoffen
In tandpasta’s worden verschillende hulpstoffen gebruikt. Om de pasta een goede
structuur te geven worden verdikkingsmiddelen gebruikt. Om te voorkomen dat de
tandpasta uitdroogt worden stoffen toegevoegd die vocht kunnen vasthouden.
VOORBEELDEN
XANTHAAN.
VAN VERDIKKINGS- OF BINDMIDDELEN ZIJN ALGINAAT, CARRAGEEN, GUARAN, EN
VOORBEELDEN VAN VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN GLYCERINE, SORBITOL EN XYLITOL.
Aan tandpasta worden verder smaakstoffen toegevoegd om de smaak van de tandpasta te verbeteren en een frisse smaak achter te laten na het poetsen. Kleurstoffen
dienen om het product er mooi uit te laten zien.
ALS ZOETSTOF WORDT MEESTAL SACCHARINE OF ASPARTAAM GEBRUIKT.
O
HOOC
H2C
C H C
C
O
H2 C
N H C
CH3
NH2
H
O
Structuurformule aspartaam
VOORBEELDEN VAN SMAAKSTOFFEN ZIJN PEPERMUNT, ANIJS, EUCALYPTUS EN MENTHOL.
Om te voorkomen dat tandpasta bederft, worden conserveermiddelen toegevoegd.
VOORBEELDEN VAN CONSERVEERMIDDELEN IN TANDPASTA ZIJN DE ESTERS VAN P-HYDROXYBENZOËZUUR), NATRIUMBENZOAAT, SORBINEZUUR, KALIUMSORBAAT EN CHLOORHEXIDINEDIGLUCONAAT.
92
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Structuurformules van sorbinezuur en p-hydroxybenzoëzuur
COOH
HO
COOH
2.1.7 Stoffen in whitening tandpasta’s
Koffie, thee, rode wijn, drop en nicotine kunnen een gekleurde aanslag op de tanden veroorzaken. Om deze verkleuringen weg te poetsen bestaan er speciale “whitening” tandpasta’s. Er bestaan whitening tandpasta’s die geschikt zijn voor dagelijks gebruik en er zijn ook producten die af en toe naast het tandenpoetsen
gebruikt kunnen worden.
Whitening tandpasta’s kunnen op verschillende manieren werken. Sommige producten bevatten extra stevige polijstmiddelen, die meer schuren dan een gewone
tandpasta doet. Andere producten bevatten speciale stoffen die de gekleurde aanslag oplossen, zodat deze gemakkelijker weggepoetst kan worden.
EEN VOORBEELD VAN STOFFEN DIE DE STRUCTUUR VAN DE AANSLAG VERBREKEN EN OPLOSSEN ZIJN
TRIPOLYFOSFATEN.
Met de naam whitening tandpasta, wat letterlijk betekent “witmakende tandpasta”, wordt bedoeld dat deze tandpasta’s zorgen dat de eigen witte kleur van onze
tanden weer tevoorschijn komt. Hoe wit de eigen kleur van onze tanden is, hangt af
van de kleur van het tandbeen, dat onder het glazuur ligt. Whitening tandpasta’s
veranderen de eigen kleur van de tanden niet.
Het is overigens wel mogelijk de basiskleur van de tanden lichter te maken. Tanden
kunnen behandeld worden met een blekende gel.
2.2 SOORTEN TANDPASTA
Normale anti-cariës en anti-tandsteen tandpasta bevat meestal fluoride om het
ontstaan van gaatjes tegen te gaan en de opbouw van glazuur te stimuleren. Verder
bevatten ze stoffen tegen de vorming van tandsteen.
VOORBEELDRECEPT ANTI-CARIËS TANDPASTA: MAX. 38% WATER; MAX. 35% CALCIUMCARBONAAT;
MAX. 20% SORBITOL; MAX. 3% SILICIUMDIOXIDE; MAX. 2% NATRIUMLAURYLSULFAAT EN NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE; MAX. 1% SACCHARINE-NATRIUM, NATRIUMMONOFLUORFOSFAAT EN
AROMA.
93
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
Tandpasta voor gevoelige tanden bevat stoffen die een beschermend laagje om de
tandhalzen vormen, waardoor pijnprikkels de zenuwen van de tanden niet meer
kunnen bereiken.
STOFFEN
DIE EEN BESCHERMEND LAAGJE VORMEN ZIJN ONDER ANDERE KALIUMNITRAAT, KALIUM-
CHLORIDE, STRONTIUMCHLORIDE, STRONTIUMACETAAT, NATRIUMCITRAAT, CITROENZUUR EN HYDROXYLAPATIET.
Tandpasta voor tandvleesproblemen bevat, naast stoffen die effectief tandplak
verwijderen, ook verzorgende stoffen die zorgen dat het tandvlees weer in een
goede conditie komt.
VOORBEELDEN VAN VERZORGENDE STOFFEN ZIJN ONDER ANDERE ALLANTOINE, AZULEEN, CARBAMIDE,
PANTHENOL, VITAMINE A, ZEEZOUT EN PLANTENEXTRACT (ARNICA, MIRRE, SALIE, KAMILLE).
VOORBEELDRECEPT TANDPASTA VOOR TANDVLEESPROBLEMEN: MAX. 45% CALCIUMCARBONAAT;
MAX. 31% WATER; MAX. 15% SORBITOL; MAX. 5% CARBAMIDE; MAX. 1% METHYLCELLULOSE,
SACCHARINE-NATRIUM, NATRIUMBENZOAAT, BISABOLOL, SALIE-EXTRACT, AROMA, METHYLPARABEN.
2.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN TANDPASTA
In een grote tank worden eerst de verschillende vochtvasthoudende stoffen
gemengd. Tijdens het roeren wordt het bindmiddel toegevoegd. Achtereenvolgens
worden water, zoetstoffen, fluorideverbindingen en conserveermiddelen toegevoegd. Het roeren duurt ongeveer 15 minuten.
Vervolgens worden, onder vacuüm, polijstmiddelen en oppervlakteactieve stoffen
toegevoegd. Er wordt voortdurend geroerd. De oppervlakteactieve stoffen worden
zo laat mogelijk toegevoegd omdat deze schuimen. Tenslotte worden smaakstoffen
toegevoegd.
Dan wordt de massa, nog steeds onder vacuüm, glad geroerd. Er wordt een monster uit genomen om te controleren of alle werkzame stoffen in de juiste hoeveelheden aanwezig zijn.
De tandpasta-massa komt in een opslagtank en wordt dan naar de vulmachine
geleid en in tubes geperst.
94
Nederlandse Cosmetica Vereniging
3. MONDWATER
Mondwaters zijn vloeibare producten om de mond mee te spoelen. Mondwater kan
ook de plaatsen waar de tandenborstel niet gemakkelijk komt, bereiken en schoonmaken.
Sommige mondwaters worden gebruikt vóór het tandenpoetsen, andere juist erná.
Er bestaan ook 2-in-1 producten, die een combinatie van tandpasta en mondwater
zijn. Er zijn mondwaters die onverdund worden gebruikt, maar er zijn ook geconcentreerde producten die eerst in water worden opgelost.
De meeste mondwaters verfrissen de mond en gaan een slechte adem tegen.
Gewoon mondwater verwijdert zelf geen plak. Er bestaan ook mondwaters die speciaal werken tegen plak, tandvleesontsteking of cariës.
3.1 SAMENSTELLING VAN MONDWATER
De meeste mondwaters bestaan voor het grootste deel uit water en alcohol. Ze
bevatten daarnaast oppervlakteactieve stoffen. Deze zorgen dat het product
schuimt en dat de aanslag beter van de tanden gepoetst kan worden. Verder bevatten mondwaters een kleine hoeveelheid stoffen die de groei van plakbacteriën remmen. Deze stoffen breken de plak-resten af die na het tandenpoetsen zijn achtergebleven.
VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE DE GROEI VAN PLAKBACTERIËN REMMEN ZIJN
CHLORIDE, CHLOORHEXIDINE, HEXETIDINE, TRICLOSAN EN NATRIUMBENZOAAT.
CETYLPYRIDINIUM-
Mondwaters bevatten verder smaakstoffen en stoffen die zorgen dat het product
prettig aanvoelt in de mond.
3.2 SOORTEN MONDWATER
Mondwater dat vóór het tandenpoetsen wordt gebruikt, zorgt ervoor dat plak zacht
wordt, zodat het gemakkelijker weggepoetst kan worden.
Mondwaters die ná het tandenpoetsen worden gebruikt, remmen de vorming van
nieuwe plak en zorgen voor een frisse adem. Ze bevatten meestal veel alcohol of
isopropanol, etherische olie (menthol, tijm, eucalyptus), vruchtenaroma’s en harsen.
95
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
VOORBEELDRECEPT MONDWATER VOOR FRISSE ADEM: MAX. 80% ETHANOL;
MAX. 4% AROMA; MAX. 1% NATRIUMCYCLAMAAT EN KLEURSTOFFEN.
MAX.
17%
WATER;
Mondwater dat actief de vorming van nieuwe tandplak remt en het glazuur verstevigt, bevat meestal fluoride.
VOORBEELDRECEPT MONDWATER MET FLUORIDE: MAX. 78% WATER; MAX. 12% GLYCERINE; MAX.
7% ETHANOL; MAX. 2% EMULGATOR EN NATRIUMFOSFAAT; MAX. 1% NATRIUMFLUORIDE, SORBINEZUUR, SACCHARINE-NATRIUM, AROMA EN KLEURSTOFFEN.
96
Nederlandse Cosmetica Vereniging
97
H A A R CO S M E T I C A
98
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Haarcosmetica
1. Het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
1.1
De opbouw van de haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
1.1.1 Haarkleur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
1.2
De groei van het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
1.3
Veranderingen in het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .103
2. Shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
2.1
Samenstelling van shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
2.2
Soorten shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .107
2.3
Het bereidingsproces van shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .109
3. Haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110
3.1
Samenstelling van haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . .110
3.2
Soorten haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111
3.3
Het bereidingsproces van haarverzorgingsproducten . . . . . . .111
4. Haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112
4.1
Samenstelling van haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . .112
4.2
Soorten haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .113
4.3
Het bereidingsproces van haarverstevigingsproducten . . . . .114
5. Haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
5.1
Samenstelling van blondeerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
5.1.1 Soorten blondeerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .116
5.2
Samenstelling van haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117
5.2.1 Soorten haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119
6. Producten om het haar te permanenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
6.1
Samenstelling van permanentproducten . . . . . . . . . . . . . . . . .123
6.1.1 Reductiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .123
6.1.2 Oxidatiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
6.1.3 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
6.2
Soorten permanentproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125
6.2.1 Producten voor de reductiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125
6.2.2 Producten voor de oxidatiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .126
99
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
1. HET HAAR
Op ons hele lichaam, behalve op onze lippen, handpalmen en voetzolen, hebben we
haar. Op veel plaatsen zijn het donshaartjes die nauwelijks zichtbaar zijn. De meeste dieren hebben haar om zich te beschermen tegen kou en andere weersinvloeden.
Sommige diersoorten ‘voelen’ met hun haren, zoals bij de snorharen van een kat
het geval is. Bij mensen zijn al die functies verminderd; alleen ons hoofdhaar
beschermt ons tegen kou en UV-straling, en de kleine haartjes in onze neus en oren
zorgen dat er geen stof kan binnendringen.
1.1 DE OPBOUW VAN DE HAAR
Een haar bestaat uit een wortel, die in de huid vast ligt, en een schacht. De schacht
is het zichtbare deel van de haar. De haarwortel zit vast in een haarfollikel, een
soort zakje in de huid. Bij de haar horen talgklieren en spiertjes. De haar ligt schuin
in de huid, en kan door de haarspiertjes rechtop worden gezet, zoals dat gebeurt
als we kippenvel hebben. De haren worden verzorgd door bloedvaten die voedingsstoffen aanvoeren. Zenuwbanen zorgen ervoor dat we voelen dat ons haar
wordt aangeraakt of dat de wind erdoorheen waait.
De opbouw van de haar:
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
1.
haarschacht
2.
hoornlaag
3.
opperhuid (epidermis)
4.
kiemcellenlaag
5.
lederhuid
6.
onderhuid
7.
bloedvaten
8.
haarwortel
9.
talgklier
10. haaroprichtspiertje
DE TALGKLIEREN MAKEN TALG AAN DIE VOOR 32% UIT TRIGLYCERIDEN BESTAAT, VOOR 28% UIT VRIJE
VETZUREN EN 14% UIT WAS.
100
Nederlandse Cosmetica Vereniging
De hele haar (wortel en schacht) is van binnen naar buiten opgebouwd uit merg,
schors en een geschubde laag. Om de haarwortel ligt een wortelschede. Bij de
mens is het haarmerg maar heel dun, de schors is het dikste deel van de haar.
Peptidespiraal
(α-Helix)
Protofibril
Microfibril
Macrofibril
Schors (Cortex)
Geschubde buitenlaag
(Cuticula)
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
Opbouw haarschacht
DE SCHORS (CORTEX) BESTAAT UIT LANGGEREKTE CELLEN DIE STRENGEN VORMEN, DE ZOGENAAMDE
DE FIBRILLEN WORDEN BIJ ELKAAR GEHOUDEN DOOR EEN KITSUBSTANTIE (MATRIX). ZE WORDEN VAN ELKAAR GESCHEIDEN DOOR CELMEMBRANEN. DE GESCHUBDE BUITENSTE LAAG VAN DE HAAR (DE CUTICULA) IS OPGEBOUWD UIT 6 TOT 10 LAGEN DUNNE PLAATACHTIGE CELLEN, CUTICULACELLEN. DE CUTICULA HOUDT DE HAAR BIJ ELKAAR EN IS BESTAND TEGEN
MECHANISCHE INVLOEDEN (BORSTELEN EN KAMMEN) EN TEGEN VELE CHEMISCHE STOFFEN.
CUTICULACELLEN ZIJN 0,5 TOT 1 MICROMETER DIK EN 45 MICROMETER LANG EN BREED. ZE BEVATTEN VEEL CYSTEÏNE.
MACRO- EN MICROFIBRILLEN.
Het haar bestaat vooral uit het eiwit keratine. Het is elastisch en kan water opnemen. Als het haar nat wordt, verandert de structuur tijdelijk. Het haar wordt dan,
zolang het nat is, steiler en langer. Als het haar droogt neemt het weer zijn oorspronkelijke vorm aan.
101
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
KERATINE IS EEN EIWIT DAT VOOR EEN GROOT DEEL IS OPGEBOUWD UIT HET AMINOZUUR CYSTEÏNE.
CYSTEINE BEVAT EEN ZWAVELATOOM. DE ZWAVELATOMEN IN DE KERATINEKETEN VORMEN CHEMISCHE
VERBINDINGEN MET DE ZWAVELATOMEN IN ANDERE KERATINEKETENS. DEZE VERBINDINGEN WORDEN
ZWAVELBRUGGEN GENOEMD. ZIJ GEVEN HET HAAR STRUCTUUR EN FLEXIBILITEIT.
EEN WATERSTOFBRUG IS EEN VERBINDING WAARBIJ KOOLSTOF, WATERSTOF EN STIKSTOF EEN CHEMISCHE VERBINDING AANGAAN MET SOORTGELIJKE MOLECULEN IN DE ANDERE KETENS. ALS HET HAAR
NAT WORD, WORDEN DE WATERSTOFBRUGGEN TIJDELIJK VERBROKEN.
ER BESTAAT α EN β KERATINE. α KERATINE IS SPIRAALVORMIG EN LOOPT PARALLEL AAN DE LENGTERICHTING VAN HET HAAR. BIJ ONTVOUWING DOOR VERBREKING VAN DE WATERSTOFBRUGGEN, ZOUTBINDINGEN EN CYSTEÏNE BINDINGEN VOUWT HET ZICH UIT TOT β KERATINE.
COOH
H2N
C
H
CH2SH
structuurformule cysteine
1.1.1 Haarkleur
In de haarschors zitten kleurstoffen, melanine, die voor de kleur van ons haar zorgen. De kleur wordt onderin de haarwortel gemaakt door pigmentcellen en schuift
met de groei van het haar mee naar buiten. Er zijn twee soorten melanine die in verschillende verhoudingen in het haar voorkomen. Mensen met donker haar hebben
meer eumelanine, mensen met blond of rood haar hebben meer phaeomelanine.
DE PIGMENTEN LIGGEN TUSSEN DE FIBRILLEN IN DE SCHORS.
1.2 DE GROEI VAN HET HAAR
Ons haar groeit en vernieuwt zich voortdurend. Onderin de haarwortel, in de haarpapil, worden steeds nieuwe cellen gevormd. De nieuwe cellen verplaatsen zich
naar de oppervlakte van de huid. Onderweg veranderen ze. Uiteindelijk verhoornen
ze en vormen de haarschacht. De haarschacht, het deel van de haar dat we zien, is
eigenlijk het dode deel van de haar.
Een haar groeit in verschillende fasen. We onderscheiden een groeifase, overgangsfase en een rustfase. Hoe lang elke fase duurt, hangt af van de plek op het
lichaam waar de haar groeit. Zo groeien baardharen sneller dan hoofdhaar.
102
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Wenkbrauwen groeien veel minder snel. De duur van de groeifase van ons hoofdhaar verschilt per persoon en kan variëren van 2 tot 7 jaar. Als we ons haar laten
doorgroeien zal de ene persoon uiteindelijk langer haar krijgen dan de ander. In de
groeifase groeit het haar ongeveer 1 cm per maand. Het overgangsstadium duurt
een paar weken en de rustfase duurt 3 tot 4 maanden.
In de rustfase vormt de haarpapil alweer een nieuwe haar. Na de rustfase gaat de
nieuwe haar over in een groeifase, en wordt de oude haar afgestoten. Oude haren
vallen vanzelf uit.
a)
b)
c)
Groeifasen van een haar:
a)
De anagene fase (groei-
fase) duurt twee tot zes jaar;
in de haarmatrix worden
nieuwe cellen aangemaakt.
b)
De katagene fase (over-
gangsfase) duurt twee
weken; de haar en de haarpapil gaan van elkaar los.
c)
De telogene fase (rust-
fase) duurt drie tot vier
maanden; de haar rust in de
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
follikel.
Van de 100.000 tot 150.000 haren op ons hoofd bevindt zich steeds 10-15% in rustfase. We verliezen normaal gesproken iedere dag 50 tot 80 haren. Hoofdharen
groeien 0,35 mm per dag, baardharen 0,38 mm en wenkbrauwen 0,16 mm.
1.3 VERANDERINGEN IN HET HAAR
Vet haar ontstaat als de talgklieren in de hoofdhuid teveel talg maken en droog haar
ontstaat als de talgklieren juist te weinig talg aanmaken.
Tijdens de zwangerschap veranderen de hormoonspiegels in het lichaam. Hierdoor
blijft elke haar langer op het hoofd. Na de bevalling veranderen de hormoonspiegels weer en gaan veel haren tegelijkertijd over in de rustfase. Hierdoor vallen tijdelijk meer haren tegelijkertijd uit.
Bij het ouder worden neemt de melanineproductie in het haar af en wordt het haar
wit of grijs.
Roos, losse huidschilfers in het haar, ontstaat meestal door een te snelle groei van
een bepaalde gistsoort die bij iedereen op de hoofdhuid voorkomt. Bij mensen met
103
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
roos worden de huidcellen sneller afgestoten dan normaal, waardoor de gist beter
kan groeien. De afgestoten cellen en de gist plakken aan elkaar en vormen schilfers.
Het haar kan beschadigd raken door kammen en borstelen, door de invloed van UVstraling van de zon en door kleuren en permanenten. Beschadigd haar heeft een
onregelmatige geschubde laag en gespleten haarpunten.
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
Oppervlak van een gezonde haar
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
Oppervlak van een sterk beschadigde geschubde laag
104
105
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
2. SHAMPOO
In ons haar komen elke dag vet (talg), huidschilfers, vuil en geuren uit de omgeving
terecht. Om het haar te wassen gebruiken we shampoo. Gewone zeep is daar niet
geschikt voor, omdat het ons haar dof maakt. Een shampoo reinigt en verzorgt het
haar.
2.1 SAMENSTELLING VAN SHAMPOO
Shampoo bevat oppervlakteactieve stoffen die voor de reiniging zorgen, zonder het
haar te veel te ontvetten.
OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN SHAMPOO MOETEN PH NEUTRAAL OF
ALKYLETHERSULFATEN WORDEN HET MEEST GEBRUIKT. ANDERE VOORBEELDEN
EIWIT-VETZUUR-CONDENSAAT EN COCAMIDOPROPYLBETAÏNE.
LICHT ZUUR ZIJN.
ZIJN ALKYLSULFAAT,
Er zitten in shampoo stoffen die de geschubde laag platleggen zodat het haar beter
kambaar is. Shampoo bevat verder verschillende hulpstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld
stoffen die de werking van de oppervlakteactieve stoffen ondersteunen, terugvetters, vochtvasthoudende stoffen en schuimstabilisatoren. Daarnaast bevat shampoo stoffen die de vloeibaarheid regelen. Shampoo mag niet zo dik zijn dat we hem
niet goed over het haar kunnen verdelen, maar ook niet zo dun dat hij meteen wegspoelt.
VOORBEELDEN VAN TERUGVETTERS ZIJN NATUURLIJKE OLIËN, VETZUURESTERS EN ALKANOLAMIDES.
VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN PROPYLEENGLYCOL, GLYCERINE EN SORBITOL. STOFFEN DIE DE
SHAMPOO VERDIKKEN ZIJN NATRIUMCHLORIDE EN NATRIUMSULFAAT OF AMMONIUMCHLORIDE EN
AMMONIUMSULFAAT.
OOK ALKANOLAMIDE, VETALCOHOLEN, ZOALS DIETHYLEEN GLYCOL MONO
(NONYLPHENYL)ETHER EN WORDEN GEBRUIKT. VERDUNNERS ZIJN PROPYLEENGLYCOL EN GLYCERINE.
ALS SCHUIMSTABILISATOREN WORDEN ALKANOLAMIDEN EN ANORGANISCHE FOSFATEN GEBRUIKT.
In shampoo kunnen UV-filters zitten die het product beschermen tegen de invloed
van licht. Daarnaast bevat shampoo parfum, kleurstoffen, (parel)glansmiddelen en
stoffen die bederf tegengaan. Andere ingrediënten zijn stoffen die de zuurgraad
regelen en stoffen, die zorgen dat de ingrediënten goed mengen.
106
Nederlandse Cosmetica Vereniging
oppervlakte actieve stof
terugvetter
terugvetter
verdikkingsmiddel
INGREDIENTS: Aqua, Sodium laureth sulfate, Sodium chloride,
Cocamide DEA, Polyquaternium 11, Parfum, Cocamidopropyl
betaine, Phenoxyethanol, Methylparaben, Ethylparaben,
Propylparaben, Citric acid, Sodium styrene acrylates copolymer,
Trideceth-7, CI 15985
conserveermiddel
pH-regelaar
conserveermiddel
kleurstof
Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie op een shampoo
2.2 SOORTEN SHAMPOO
Er bestaan shampoos die bedoeld zijn voor bepaalde soorten haar, zoals vet haar,
haar met roos en babyhaar.
Shampoos voor normaal haar zijn alleen bedoeld om het haar te reinigen en niet
teveel te ontvetten.
VOORBEELDRECEPT SHAMPOO VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 50% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 3%
EIWITHYDROLYSAAT EN DIETHYLEENGLYCOL LAURYL ETHER; MAX. 1% PROPYLEENGLYCOL. REST:
WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN GEURSTOFFEN, BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN.
Shampoos voor vet haar bevatten speciale oppervlakteactieve stoffen die het haar
reinigen en licht ruw maken. Ze bevatten weinig terugvetters.
VOORBEELDRECEPT SHAMPOO VOOR VET HAAR: MAX. 45% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 5% EIWITABIETINEZUURCONDENSAAT; MAX. 3% EIWITHYDROLYSAAT EN DIETHYLEENGLYCOL LAURYL ETHER;
MAX. 1% PROPYLEENGLYCOL EN KRUIDENEXTRACT. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN
GEURSTOFFEN, BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN.
Shampoos voor droog en beschadigd haar bevatten veel verzorgende bestanddelen en oliën. Ze kunnen het haar niet meer volledig herstellen, maar wel in een betere conditie brengen. Ze bevatten stoffen die het haar beter kambaar maken.
VOORBEELDEN VAN VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN PLANTAARDIGE OLIE, LECITHINE, LANOLINE EN
VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN PANTHENOL, GLYCERINE, SORBITOL EN
PYRROLIDONCARBONZUUR-ZOUTEN.
EIWITHYDROLYSAAT.
107
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
2-in-1 Shampoos bevatten zowel een shampoo als een conditioner, die samen in
een ‘emulsie’ verwerkt zijn. De conditioner zweeft dan als kleine druppeltjes in de
shampoo. Na het wassen blijven deze verzorgende druppeltjes op het haar achter.
Antiroos-shampoo bevat dezelfde bestanddelen als shampoo voor normaal haar,
plus een aantal specifieke werkzame stoffen. Deze toevoegingen gaan de groei
tegen van de gistsoort die roos veroorzaakt.
VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE DE GISTGROEI REMMEN, ZIJN SELENIUMDISULFIDE, ZINKPYRITHION,
CLIMBAZOL EN PIROCTON OLAMINE.
SeS2
Seleniumdisulfide
1-hydroxy-4-methyl-6(2,4,4-trimethyl-2-pyridon)
CH 3
CH3
CH3
|
|
H3C_C_CH2_CH_CH2
|
CH3
H2N_CH2_CH2_OH
N
O
OH
ethanolamine
Structuurformules van Seleniumdisulfide en Pirocton Olamine, actieve stoffen tegen roos.
Piroctone olamine is het ethanolaminezout van 1-Hydroxy-4-methyl-6-(2,4,4-trimethylphenyl)-2(1-H)-pyridon)
VOORBEELDRECEPT ANTIROOS-SHAMPOO: MAX. 50% ALKYLSULFAAT; MAX. 3% EIWITHYDROLYSAAT;
MAX. 2% ALKANOLAMIDE EN ZINKPIRITHION; MAX. 1% MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN HYDROXYPROPYLMETHYLCELLULOSE. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN GEURSTOFFEN,
BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN.
Babyshampoo bevat milde reinigende oppervlakteactieve stoffen en verzorgende
bestanddelen. Ook worden alleen de mildste conserveermiddelen en geur- en
kleurstoffen gekozen.
MILDE OPPERVLAKTE-ACTIEVE STOFFEN ZIJN SORBITAANESTERS.
108
Nederlandse Cosmetica Vereniging
2.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN SHAMPOO
Shampoos worden bereid door de ingrediënten te mengen in een industrieel roervat. Soms worden de stoffen daarbij verwarmd, soms worden ze bij kamertemperatuur gemengd. De stoffen die een poeder- of wasvorm hebben, worden eerst
gesmolten en opgelost in water. De stoffen die de zuurgraad regelen en de geur- en
kleurstoffen worden als laatste toegevoegd.
109
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
3. HAARVERZORGINGSPRODUCTEN
Ons haar raakt gemakkelijk beschadigd door kammen, borstelen, zonlicht, kleuren
en permanenten. Haarverzorgingsproducten beschermen het haar tegen schadelijke invloeden en zorgen ervoor dat het haar niet uitdroogt door het wassen. Er zijn
producten die na het wassen worden aangebracht en meteen weer worden uitgespoeld. Er zijn ook spoelingen, conditioners en haarverzorgingsproducten die na
het wassen worden aangebracht en in het haar blijven. Dit is het geval bij producten die worden gebruikt als voorbehandeling bij permanenten en bij haarwater
tegen roos.
3.1 SAMENSTELLING VAN HAARVERZORGINGSPRODUCTEN
Haarverzorgingsproducten bevatten stoffen die zorgen dat het haar niet statisch
wordt, die het haar beschermen tegen invloeden van buiten, het haar verzorgen of
roos tegengaan. Verder worden plantenextracten en vitaminen toegevoegd. De
belangrijkste verzorgende bestanddelen in haarverzorgingsmiddelen zijn vetten,
wassen, oliën en oplosmiddelen.
DE VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN GEURLOOS, MET UITZONDERING VAN LAURYLALCOHOL. ZE ZIJN
MEESTAL NIET OPLOSBAAR IN WATER, MAAR KUNNEN HIER WEL EEN EMULSIE MEE VORMEN.
CETYLALCOHOL WORDT HET MEEST GEBRUIKT. WAS IS EEN VETZUURESTER. DE BEKENDSTE WASSOORT IS BIJENWAS. VOOR HAARVERZORGINGSPRODUCTEN WORDT MEESTAL SYNTHETISCHE WAS
GEBRUIKT.
SPECIFIEKE WERKZAME STOFFEN ZIJN BIJVOORBEELD QUARTERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN.
DEZE ZORGEN DAT HET HAAR BETER KAMBAAR IS EN NIET STATISCH WORDT.
Voorbeelden van quarternaire ammoniumverbindingen:
CH3
|
—N+—CH3
|
CH3
O
O
O
O
O
O
O
O
O
CLCetrimonium chloride
O
O
O
O
O
O
CH3
|
O—N+—CH3
|
CH3
Trimethyl cellulose ammoniumchloride
110
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Cl+
N
Cl+
N
Cl+
N
Cl+
N
Cl+
N
Poly-(n,n-dimethyl-3,4-methyleenpyrrolidiniumchloride
Er worden stoffen toegevoegd die zorgen dat de ingrediënten beter met elkaar mengen (emulgatoren). Verder bevatten haarverzorgingsproducten verdikkingsmiddelen en geur- en kleurstoffen. Ze bevatten UV-filters om het product te beschermen
tegen de invloed van licht en er worden stoffen toegevoegd die bederf tegengaan.
3.2 SOORTEN HAARVERZORGINGSPRODUCTEN
Haarspoelingen en conditioners zijn olie-in-water emulsies. Ze zijn meestal op
bepaalde haartypen afgestemd (normaal, fijn of droog haar). Ze worden na het wassen aangebracht en vervolgens weer uitgespoeld.
VOORBEELDRECEPT
HAARSPOELING VOOR DROOG HAAR:
QUARTAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN; MAX.
PARFUM.
1%
MAX. 5%
VETALCOHOLEN; MAX.
3%
MINERALE OLIE, EMULGATOREN, PLANTENOLIE EN
REST; WATER, CONSERVERINGSMIDDELEN EN KLEURSTOFFEN
Haarwater wordt gebruikt om het haar te verzorgen en om roos tegen te gaan.
Producten voor de voorbehandeling voor permanenten beschermen het haar tegen
de agressieve permanentvloeistof.
3.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN HAARVERZORGINGSPRODUCTEN
Haarspoelingen worden onder vacuümdruk bereid, bij temperaturen van 70ËšC. De
olie- en de waterfasen worden apart bereid en daarna samengevoegd. De massa
moet voorzichtig worden afgekoeld, zodat hij de goede structuur behoudt.
Bij het maken van voorbehandelproducten voor permanenten en haarwaters worden de ingrediënten door het oplosmiddel geroerd. Daarna wordt het product
gezeefd.
111
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
4. HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN
Haarverstevigingsproducten houden het haar in model. Er zijn schuimverstevigers
en vloeibare verstevigers. Deze worden op het vochtige haar aangebracht om het
beter in model te kunnen brengen, bijvoorbeeld met rollers. Ook crèmes, gels en
pommades werken op die manier. Haarsprays worden op het haar gespoten als het
al in model is gebracht.
4.1 SAMENSTELLING VAN HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN
Vloeibare verstevigers en schuimverstevigers bevatten stoffen die een laagje
(“film”) op het haar vormen. Deze filmvormers zijn microscopisch kleine korreltjes
die als een onregelmatig laagje op het haar gaan liggen. Ze beschadigen het haar
niet, maar maken het “stroef ”, zodat het niet uit model kan glijden. Haarverstevigers bevatten verder hulpstoffen die de werking ondersteunen, parfum om de
geur van de ingrediënten af te dekken en kleurstoffen om het product er mooi uit te
laten zien. Verder kunnen ze UV-filters bevatten om het haar te beschermen tegen
UV-licht.
DE EIGENLIJKE WERKING VAN VERSTEVIGINGSPRODUCTEN BERUST OP HET EFFECT VAN WATER. WATER
ALS HET VOCHTIGE HAAR OP ROLLERS WORDT
GEZET VORMEN DE BRUGGEN ZICH OPNIEUW OP ANDERE PLAATSEN ALS HET HAAR DROOGT.
HAARVERSTEVIGERS VERKORTEN DE DROOGTIJD.
VERBREEKT DE WATERSTOFBRUGGEN IN HET HAAR.
Haarsprays worden op het kapsel gespoten om het tegen zon, wind en vocht te
beschermen en het haar in model te houden. Ze bestaan uit stoffen die zorgen voor
een gelijkmatige verdeling over het haar en uit stoffen die zorgen dat de haarlak
soepel blijft. Ze moeten het haar beschermen tegen vocht, maar ze moeten ook
goed uit het haar te wassen zijn. Haarverstevigingsproducten en haarsprays bevatten verzorgende bestanddelen.
FILMVORMERS ZORGEN VOOR EEN GELIJKMATIGE VERDELING VAN DE LAK OVER HET HAAR. HET ZIJN
POLYMEREN UIT VINYLPYRROLIDON EN VINYLACETAAT OF UIT VINYLACETAAT EN CROTONZUUR, OF
OCTYLACRYLAMIDE EN BUTYLAMINOETHYLMETHACRYLAAT.
WEEKMAKERS ZORGEN DAT DE LAK SOEPEL BLIJFT EN NIET “BROKKELT” OP HET HAAR. VOORBEELDEN
ZIJN POLYETHYLEENGLYCOL, CETRYL TRIMETHYL AMMONIUM CHLORIDE, DISTEARYL DIMETHYL
AMMONIUM CHLORIDE.
112
Nederlandse Cosmetica Vereniging
4.2 SOORTEN HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN
Haarverstevigers zijn onder te verdelen in producten met zwakke, matige of sterke
werking. Daarnaast zijn er haarverstevigingsproducten en haarsprays voor normaal, vet of droog haar. De producten voor vet haar hebben sterke filmvormers die
bij het uitkammen van het haar vet en talg meenemen.
Haarcrèmes zijn olie-in-water of water-in-olie emulsies die bedoeld zijn om het haar
soepel te maken en het kapsel in model te houden. Crèmes, gels en pommades
kunnen op zowel droog als vochtig haar worden gebruikt om het beter in model te
houden. Pommade is een watervrij product.
VOORBEELDRECEPT HAARCRÈME (OLIE-IN-WATER EMULSIE): MAX. 30% WAS, VETZUURESTERS;
MAX. 10% PARAFFINEOLIE EN EMULGATOREN; MAX. 1% CONSERVEERMIDDELEN EN PARFUM. REST:
WATER, KLEURSTOFFEN.
VOORBEELDRECEPT GEL: MAX. 3% FILMVORMERS; MAX. 1% VERDIKKINGSMIDDELEN, STOFFEN DIE
REST: WATER, KLEURSTOFFEN.
DE INGREDIËNTEN IN OPLOSSING HOUDEN, CONSERVEERMIDDELEN, PARFUM.
VOORBEELDRECEPT POMMADE: MAX. 75% VASELINE; MAX. 13% EMULGATOREN; MAX. 7% PARAFFINE; MAX. 4% VETALCOHOL; 1% PARFUM.
Schuimverstevigers bevatten dezelfde ingrediënten als vloeibare verstevigers.
VOORBEELDRECEPT SCHUIMVERSTEVIGER (SPRAY) VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 86% WATER; MAX.
10% PROPAAN/BUTAAN; MAX. 4% PVP/VA; MAX. 1% POLYETHYLEENGLYCOL, CETYLTRIMETHYLAMMONIUMCHLORIDE EN PARFUM.
Haarsprays drogen snel, omdat ze vrijwel geen water bevatten.
VOORBEELDRECEPT HAARSPRAY VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 40%
3% PVP/VA; MAX. 1 % PARFUM. REST: PROPAAN/BUTAAN.
113
OPLOSMIDDELEN; MAX.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
4.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN
Om gels te maken, worden de ingrediënten door het water geroerd totdat de gelvorming plaatsvindt. Daarna moeten de overige stoffen op een speciale manier
door de gel geroerd worden om te voorkomen dat er lucht bellen in het product
komen.
Pommades worden bereid bij 80ËšC. De meeste ingrediënten worden door de vaseline geroerd. De massa wordt afgekoeld tot 60ËšC, waarna de emulgatoren en geurstoffen worden toegevoegd. Als de massa 45ËšC is, moet hij uit de ketel verwijderd
worden, omdat hij anders te hard wordt.
114
Nederlandse Cosmetica Vereniging
5. HAARKLEURMIDDELEN
Onze haarkleur wordt bepaald door de hoeveelheid pigment (melanine) die we van
nature in ons haar hebben. Mensen met donker haar hebben vooral veel eumelanine, mensen met blond en rood haar veel phaeomelanine. We kunnen ons haar kleuren om grijze haren te verbergen, om onze natuurlijke haarkleur te veranderen of
om onze eigen kleur lichter of donkerder te maken.
Met blondeerproducten kunnen we de haarkleur veel lichter maken, met haarkleurmiddelen kunnen we de haarkleur helemaal veranderen.
5.1 SAMENSTELLING VAN BLONDEERPRODUCTEN
Blondeermiddelen zorgen voor een chemische afbraak van het haarpigment. Het
haarpigment ligt onder de schubbenlaag van de haar, in de schors. Blondeerproducten bevatten stoffen die zorgen dat het product bij het haarpigment kan komen,
zoals ammoniak, en stoffen die het haarpigment veranderen.
BLONDEERMIDDELEN BESTAAN UIT WATERSTOFPEROXIDE EN AMMONIAK OF UIT ANDERE ALKALISCHE
STOFFEN ZOALS ETHANOLAMINE, PEROXIDISULFATEN EN PEROXIDEN. OM HET MELANINE TE BEREIKEN
WORDT AMMONIAK GEBRUIKT; AMMONIAK LAAT DE HAARVEZELS OPZWELLEN EN MAAKT ZE TOEGANKELIJK VOOR DE ANDERE INGREDIËNTEN. AMMONIAK ZET DAARNAAST WATERSTOFPEROXIDE OM IN
ACTIEVE ZUURSTOF. DE ACTIEVE ZUURSTOF OXIDEERT HET HAARMELANINE, ZODAT HET KLEURLOOS
WORDT. BLONDEERMIDDELEN WORDEN GESTABILISEERD MET FOSFORZUUR, ACETANILIDE OF EDTA.
ER
ZIJN OOK OXIDERENDE EMULSIES WAARBIJ EMULGATOREN, VETALCOHOLEN, ALKYLSULFAAT EN
ALKYLETHERSULFAAT WORDEN GEBRUIKT.
VOOR
INTENSIEVE BLONDERING WORDEN PEROXYDISULFATEN GEBRUIKT, MET NAME AMMONIUM-
PEROXYDISULFAAT.
BLONDEERMIDDELEN
BEVATTEN MEESTAL AMMONIA OF AMMONIUMZOUTEN EN WORDEN VOOR HET
AANBRENGEN GEMENGD MET EEN WATERSTOFPEROXIDE BEVATTEND PRODUCT.
Tijdens de omzetting van het haarpigment door de blondeerstoffen verandert de
structuur van het haar. Daarom is geblondeerd haar ruwer en moeilijker te kammen.
Het neemt ook gemakkelijker vocht en kleurstoffen op. Blondeermiddelen bevatten
daarom verzorgende stoffen.
VERZORGENDE
STOFFEN ZIJN LANOLINE EN LECITHINE.
CELLULOSE GEBRUIKT.
115
ALS
VERDIKKINGSMIDDEL WORDT VAAK
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
5.1.1 Soorten blondeerproducten
Oplichtende shampoos zijn schuimende shampoos met ammoniak. Ze worden,
voordat ze worden gebruikt, vermengd met een crème-emulsie die waterstofperoxide bevat (de ontwikkelaar).
VOORBEELDRECEPT OPLICHTENDE SHAMPOO: MAX. 80% WATER; MAX. 8% VETALCOHOLEN
(C16/18); MAX. 7% AMMONIAK; MAX. 4% VETALCOHOLEN (C12/14); MAX. 2% LAURYLALCOHOL;
MAX. 1% EDTA EN PARFUM.
SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR (PH 3-4): MAX. 89% WATER; MAX. 12% WATERSTOFPEROXIDE; MAX. 3% HEXADECYLALCOHOL; MAX. 1% VETALCOHOL (C12/18) EN VETALCOHOLSULFAAT (C16/18); MAX. 1% FOSFORZUUR EN ACETANILIDE.
Ook blondeercrèmes worden vlak voor het aanbrengen op het haar vermengd met
een waterstofperoxideoplossing (ontwikkelaar).
VOORBEELDRECEPT BLONDEERCRÈME: MAX. 65% WATER; MAX. 14% VETALCOHOLEN (C12/18);
MAX. 8% AMMONIAK; MAX. 5% EIWITHYDROLYSAAT; MAX. 3% ALKYLGLUCOSIDE C12/20 EN
CETEOLETH-6; MAX. 2% 2-OCTYLDODECANOL; MAX. 1% AMMONIUMCHLORIDE, NITRILOTRIAZIJNZUUR EN PARFUM.
SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR (PH 3-4): MAX. 80% WATER; MAX. 12% WATERSTOFPEROXIDE; MAX. 4% VETALCOHOLEN (C12/18); MAX. 3% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 1% PARAFFINEOLIE, LANOLINEALCOHOL, FOSFORZUUR EN ACETANILIDE.
Blondeerpoeder is bedoeld voor sterke bleking. Vlak voor het aanbrengen wordt
het poeder tot een papje gemengd met een waterstofperoxideoplossing.
BLONDEERPOEDERS BEVATTEN KALIUM-, NATRIUMMAGNESIUMOXIDE. ZE HEBBEN EEN HOGE PH.
OF AMMONIUMPEROXYDISULFAAT, EN SOMS
VOORBEELDRECEPT BLONDEERPOEDER: MAX. 30% AMMONIUMPEROXODISULFAAT EN KALIUMPEROXODISULFAAT; MAX.18% NATRIUMMETASILICAAT; MAX. 10% NATRIUMSTEARAAT; MAX. 8%
MAGNESIUMCARBONAAT; MAX. 3% NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE; MAX. 1% EIWITHYDROLYSAAT EN EDTA
SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR: MAX. 75%
MAX. 1% FOSFORZUUR, ACETANILIDE
WATER; MAX.
12%
WATERSTOFPEROXIDE;
116
Nederlandse Cosmetica Vereniging
5.2 SAMENSTELLING VAN HAARKLEURMIDDELEN
Met haarkleurmiddelen kunnen we onze haarkleur niet alleen lichter maken, maar
ook veranderen. De kleurstoffen in haarkleurmiddelen kunnen uit planten worden
gemaakt, maar meestal zijn ze synthetisch. Synthetische haarkleurmiddelen zijn er
in verschillende soorten.
Tijdelijke haarkleurmiddelen zijn met shampoo uit te wassen. Het zijn lotions op
basis van water en alcohol en ze bevatten soms verzorgende bestanddelen. Ze
brengen een laagje kleur aan op de buitenkant van het haar en dringen niet in de
haar zelf. Voor deze kleurmiddelen worden dezelfde kleurstoffen gebruikt als in de
wol- en textielindustrie.
VOORBEELDEN
VAN TIJDELIJKE KLEURSTOFFEN ZIJN AZO-, TRIFENYLMETHAAN-, ANTHRACHINON-, EN
INDAMINE KLEURSTOFFEN.
Semi-permanente haarkleurmiddelen blijven langer in het haar zitten. Ze worden
in vijf tot zes wasbeurten uitgewassen. De verfstoffen dringen de haar binnen, maar
veranderen de structuur niet. Ze worden gebruikt om de haarkleur te verdiepen en
grijze haren af te dekken.
VOORBEELDEN
VAN SEMI-PERMANENTE VERFSTOFFEN ZIJN NITROAMINOFENOL, AZO- EN
CHINONIMINE KLEURSTOFFEN MET QUARTERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN.
ALS OPLOSMIDDELEN
WORDT GLYCOLETHER OF PROPYLEENGLYCOL GEBRUIKT.
Permanente haarkleurmiddelen kunnen niet worden uitgewassen, maar moeten
uit het haar groeien. Ze zijn bestand tegen de inwerking van licht en shampoo. Deze
haarkleurmiddelen bevatten waterstofperoxide en ammoniak. Dit zijn stoffen die
zorgen dat de verfstoffen in de haar terechtkomen. De verfstoffen worden in de haar
ingebouwd met een aantal chemische reacties.
DOOR AMMONIAK ZWELLEN DE HAARVEZELS OP, ZODAT DE VERFSTOFFEN IN HET HAAR KUNNEN DOORDRINGEN. OXIDERENDE KLEURSTOFFEN HEBBEN IN HUN UITGANGSTOESTAND GEEN KLEUR. DE
ACTIEVE ZUURSTOF DIE VRIJKOMT BIJ DE OMZETTING VAN WATERSTOFPEROXIDE OXIDEERT HET HAARMELANINE EN ZET TEVENS DE KLEURLOZE VOORLOPERS VAN DE VERFSTOFFEN OM IN PIGMENTEN.
ER WORDEN ANTI-OXIDANTEN TOEGEVOEGD OM DE CHEMISCHE REACTIES NIET TE SNEL TE LATEN VERLOPEN.
VOORBEELDEN VAN ANTI-OXIDANTEN ZIJN NATRIUM SULFIET, THIOGLYCOLZUUR, EN ASCORBINEZUUR.
117
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
OXIDERENDE
KLEURSTOFFEN ZIJN AROMATISCHE VERBINDINGEN EN WORDEN VERDEELD IN ONTWIK-
KELAARS EN KOPPELAARS.
VOORBEELDEN
VAN ONTWIKKELAARS ZIJN P-FENYLEENDIAMINE EN
P-AMINOFENOL. EN P-TOLUEENDIAMINE WORDEN HET MEEST GEBRUIKT.
VOORBEELDEN VAN KOPPE-
LAARS ZIJN M-AMINOFENOL EN RESORCINOL.
DE VORMING VAN VERFSTOF VERLOOPT IN TWEE FASEN. DE ONTWIKKELAAR WORDT DOOR OXIDATIE
DEZE
IMINES REAGEREN MET EEN KOPPELAAR TOT EEN DIFENYLAMINE, DAT VERVOLGENS WORDT GEOXIDEERD TOT KLEURSTOF.
MET WATERSTOFPEROXIDE OMGEZET IN EEN CHINON-MONO-IMINE OF EEN CHINON-DI-IMINE.
NH2
H2N
1,4 diaminobenzol
H2O2
(Waterstofperoxide)
NH
HN
Chinodimine (CDI)
NH2
+
OH
+
NH2
NH2
OH
+
p-Phenylene diamine
Resorcinol
H
N
H2N
H
N
H2N
NH2
H2N
OH
H2N
Oxidatie
H
N
+CDI
N
N
H2N
NH
H2N
Blauw
H2N
H2N
Blauwviolet
H
N
NH
OH
Oxidatie
+CDI
H2N
HO
Oxidatie
+CDI
N
H2N
OH
NH2 H2N
H2N
N
N
H
N
H2N
O
Bruin
H2N
O
Rood
HO
Oxidatie
NH2
Polymeerbruin
H2N
O
Rood
N
H
N
HO
O
NH2
Groen
Omzetting van kleurloze voorlopers tot verfstof
Haar dat is gekleurd met permanente haarkleurmiddelen is, net als geblondeerd
haar, ruwer van structuur. Daarom bevatten haarkleurmiddelen verzorgende be-
118
Nederlandse Cosmetica Vereniging
standdelen. Er bestaan ook niet-blekende haarkleurmiddelen die minder of geen
ammoniak bevatten. Deze beschadigen het haar minder.
NIET-BLEKENDE HAARKLEURMIDDELEN BEVATTEN ETHANOLAMINE EN MINDER DAN 3% WATERSTOFPEROXIDE.
Natuurlijke haarkleurmiddelen lijken het meest op semi-permanente haarkleurmiddelen. Henna, kamille en indigo zijn kleurstoffen die veel worden gebruikt. Henna
kan deels uit het haar worden gewassen, maar er blijft altijd een restje achter.
Donker haar wordt kastanjebruin, maar grijs haar wordt oranje als het met henna
wordt gekleurd. De verfstof in indigo zorgt voor een intense donkere kleur, die niet
door wassen kan worden verwijderd. Kamille geeft het haar een gelige tint en is
goed uit te wassen.
DE KLEURSTOF IN HENNA IS 2-HYDROXY-1,4-NAFTOCHINON. DE OPLICHTENDE STOFFEN IN KAMILLE
ZIJN WAARSCHIJNLIJK CHAMAZULEEN EN APIGENINE.
O
H5C2
HO
CH3
OH
O
2-Hydroxy-1,4-naftochinon
CH3
Chamazuleen
OH
O
HO
O
Apigenine
5.2.1 Soorten haarkleurmiddelen
Tijdelijke haarkleurmiddelen kunnen verwerkt worden in bijvoorbeeld shampoo of
haarverstevigers, mousse, of spray.
VOORBEELDRECEPT HAARVERSTEVIGER MET UITWASBARE KLEURSTOF: MAX. 72% WATER; MAX.
25% ETHANOL; MAX. 3% VINYLACETAAT/VINYLPYRROLIDON-COPOLYMER; MAX. 1% KATIONOGEEN
POLYMEER, CETYLTRIMETHYLAMMONIUMCHLORIDE EN KLEURSTOFFEN
119
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
Semi-permanente haarkleurmiddelen kunnen als verzorgende lotion gebruikt
worden.
VOORBEELDRECEPT VERZORGENDE LOTION MET SEMI-PERMANENTE KLEURSTOFFEN: MAX. 4% CETYLTRIMETHYLAMMONIUMCHLORIDE; MAX. 3% CETYLALCOHOL; MAX. 1% PARAFFINEOLIE, RICINUSOLIE,
KLEURSTOFFEN, PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN.
Crèmehaarkleuringen bevatten verzorgende bestanddelen en stoffen die het haar
beter kambaar maken. Ze worden voor het gebruik vermengd met een ontwikkelaaremulsie.
Verzorgende bestanddelen zijn kationogene polymeren of lanolinederivaten.
Stoffen die het haar beter kambaar maken zijn vetalcoholen, vetamiden of plantenolie.
VOORBEELDRECEPT CRÈMEHAARKLEURING MET PERMANENTE KLEURSTOFFEN: MAX. 7% VETALCOHOLEN (C12-18) EN AMMONIAK; MAX. 2% LANOLINE EN VETALCOHOLEN (C12-18); MAX. 1% LANOLINEALCOHOL, KATIONOGENE POLYMEREN, AMMONIUMSULFAAT, NATRIUMSULFIET, EDTA, 2-AMINOMETHYL-4-AMINOFENOL DIHYDROCHLORIDE, 5-AMINO-2-METHYLFENOL, 2,5-DIAMINOTOLUEENSULFAAT, RESORCINOL EN PARFUM.REST: WATER.
Haarkleurgel is een olie-achtige vloeistof met oppervlakteactieve stoffen. Deze
wordt gemengd met waterstofperoxide en vormt dan een gel.
VOORBEELDRECEPT HAARKLEURGEL: MAX. 13% NONOXYNOL-1; MAX. 12% ISOPROPANOL; MAX.
8% 2-AMINO-2-METHYLPROPANOL; MAX. 7% LAURYLALCOHOL; MAX. 6% 1,2-PROPYLEENGLYCOL;
MAX. 5% ALKYLETHERSULFAAT EN EIWITHYDROLYSAAT; MAX. 1% NITRILOTRIAZIJNZUUR, NATRIUMSULFIET, AMMONIUMSULFAAT, 2-AMINOMETHYL-3-AMINO-6-METHOXYPYRIDINEDIHYDROCHLORIDE,
1,4-DIAMINOBENZEEN, RESORCINOL, 4-CHLOORRESORCINOL, 2-METHYLRESORCINOL. REST: WATER.
120
121
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
6. PRODUCTEN OM HET HAAR TE PERMANENTEN
Ons haar is opgebouwd uit het eiwit keratine. Deze stof geeft het haar zijn typische
eigenschappen: ons haar is elastisch en kan water opnemen. De keratine “bouwstenen” zijn met elkaar verbonden door chemische bindingen, die waterstofbruggen en zwavelbruggen worden genoemd.
Als ons haar nat wordt, wordt het tijdelijk steiler en langer. Dat komt doordat de
waterstofbruggen tijdelijk worden verbroken. Zodra ons haar opdroogt, neemt het
weer zijn oorspronkelijke vorm aan. Als we het natte haar op krullers zetten, droogt
het op in een andere vorm, namelijk met krullen. Deze krullen zijn niet blijvend;
zodra het haar vochtig wordt, verdwijnen ze weer.
Om het haar blijvend te vervormen (te permanenten of juist te ontkrullen) moeten
de zwavelbruggen worden verbroken. Daar zijn speciale stoffen voor nodig. De stoffen die voor permanenten worden gebruikt, verbreken de zwavelbruggen en herstellen deze weer op een andere plaats, zodra het haar de gewenste vorm heeft.
DE
ZWAVELBRUGGEN (DISULFIDEBRUGGEN) VERBINDEN
2
CYSTEÏNE MOLECULEN TOT EEN CYSTINE-
MOLECUUL. HET VERBREKEN VAN DISULFIDEBRUGGEN IS EEN REDUCTIE-REACTIE, HET OPBOUWEN EEN
OXIDATIEVE REACTIE.
VOOR HET VERBREKEN WORDT MEESTAL THIOGLYCOLAAT GEBRUIKT, VOOR HET
OPBOUWEN WATERSTOFPEROXIDE.
O
...
H
N
H
C
C
N
H
R
|
C
H
O
...
C
O
CH2
...
Reductie
+ 2HS CH2 CO2-
S
...
C
C
H
H
N
C
O
N
H
...
...
C
...
C
O
+
SH
O
N
H
C
SH
CH 2
R
|
C
H
H
C
R
|
C
H
CH2
+ H2O2
Oxidatie
S
O
H
N
-O2C–CH2–S
|
-O2C–CH2–S
CH 2
C
H
H
N
C
R
|
C
H
...
N
H
O
Het openen en sluiten van disulfidebruggen
122
Nederlandse Cosmetica Vereniging
HET
VOCHTIGE HAAR WORDT OP ROLLERS GEZET EN DOORDRENKT MET REDUCTIEMIDDEL.
BIJ DE
20 TOT 30% VAN DE DISULFIDEBRUGGEN VERBROKEN. HET HAAR ZWELT OP,
WORDT TWEE KEER ZO DIK, EN KRIMPT 2%. DE GEOPENDE BRUGGEN VERSCHUIVEN EN VINDEN NIEUWE “PARTNERS”. HET REDUCTIEMIDDEL WORDT UITGESPOELD MET WATER. VERVOLGENS WORDT HET
HAAR DOORDRENKT MET OXIDATIEMIDDEL. H IERDOOR WORDEN 90% VAN DE GEOPENDE BRUGGEN
WEER GESLOTEN, MET NIEUWE PARTNERS. VERVOLGENS WORDT EEN NABEHANDELVLOEISTOF OP HET
HAAR GEBRACHT. DIT IS EEN ZURE STOF DIE DE CHEMICALIËN NEUTRALISEERT, DE WATERSTOFBRUGGEN HERSTELT EN ALS KERATINEVERHARDER OPTREEDT.
REDUCTIESTAP WORDT
Gepermanent haar staat inwendig onder “spanning” en zal na verloop van tijd zijn
oorspronkelijke vorm weer aan willen nemen. Het permanent wordt losser.
Gepermanent haar neemt ook meer vocht op. Vochtige lucht en vaak wassen versnellen het “uitzakken” van het permanent.
Er bestaan ook producten om kroezend haar te ontkrullen. Deze heten relaxers. Ze
werken in principe op dezelfde manier als producten om juist krullen te maken. Ook
hierbij worden de zwavelbruggen verbroken. Het haar wordt in de gewenste vorm
gestrekt en daarna worden de zwavelbruggen weer opgebouwd.
6.1 SAMENSTELLING VAN PERMANENTPRODUCTEN
Om het haar te permanenten wordt het haar op rollers gewikkeld. Daarna zijn twee
stappen nodig. De eerste heet de reductiestap. Deze is nodig om de zwavelbruggen, die het haar zijn eigen vorm geven, te verbreken. De tweede heet de oxidatieve stap. Deze is nodig om op een nieuwe plek de zwavelbruggen weer te laten ontstaan, zodat het haar in de nieuwe vorm blijft zitten.
6.1.1 Reductiestap
Voor het verbreken van zwavelbruggen wordt een zogenaamde reductieve stof
gebruikt.
ALS
REDUCTIEVE STOF WORDT MEESTAL THIOGLYCOLZUUR GEBRUIKT EN SOMS THIOMELKZUUR,
CYSTEÏNE EN CYSTEAMINE.
HS
CH2 COOH
Thioglycolzuur
OM DE PERMANENTVLOEISTOF ALKALISCH TE MAKEN, WORDT MEESTAL AMMONIAK GEBRUIKT, SOMS
OOK ETHANOLAMINE OF DIGUANIDINIUMCARBONAAT. OM DE PH CONSTANT TE HOUDEN WORDT ALS
BUFFER AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT GEBRUIKT.
123
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
Permanentmiddelen voor de reductiestap bevatten stoffen die zorgen dat de permanentstoffen goed in de haar kunnen doordringen. De stoffen in permanentproducten hebben in het algemeen geen aangename geur, daarom worden geurstoffen
toegevoegd. De producten bevatten oppervlakteactieve stoffen om het haar gelijkmatig te kunnen bevochtigen en stoffen die de kambaarheid van het haar verbeteren. Tot slot bevatten ze troebleermiddelen en kleurstoffen om het product er mooi
uit te laten zien.
OM
DE PERMANENTMIDDELEN IN DE HAARSCHACHT DOOR TE LATEN DRINGEN WORDT UREUM OF
GLYCOLETHER GEBRUIKT.
DE EMULGATOREN DIE ZORGEN DAT DE GEURSTOFFEN IN WATER OPLOSSEN ZIJN MEESTAL VETALCOHOLEN. VERTROEBELINGSMIDDELEN ZIJN WATERIGE POLYMEERDISPERSIES VAN BIJVOORBEELD POLYACRYLATEN EN VINYLACETAAT-ETHYLEEN-COPOLYMEER.
6.1.2 Oxidatiestap
De stoffen die de zwavelbruggen herstellen zodat het haar een nieuwe vorm krijgt,
worden oxidatieve stoffen of fixeermiddelen genoemd. Permanentmiddelen voor de
oxidatiestap bevatten oxidatoren, stabilisatoren en stoffen om de zuurgraad te
regelen. Verder bevatten ze geurstoffen, emulgatoren, kleurstoffen en stoffen die
de kambaarheid van het haar verbeteren.
ALS OXIDATOR WORDT MEESTAL WATERSTOFPEROXIDE GEBRUIKT IN CONCENTRATIES VAN 1 TOT 4%.
DIT TREKT SNEL IN HET HAAR EN GEEFT EEN SNELLE REACTIE. EEN NADEEL IS DAT WATERSTOFPEROXIDE EEN INSTABIELE STOF IS EN ER DUS STABILISATOREN NODIG ZIJN DIE DE PH TUSSEN 2 EN 4 HOUDEN. ALS STABILISATOREN WORDEN FOSFORZUUR, EDTA EN ACETANILIDE GEBRUIKT.
OOK KALIUM- EN NATRIUMBROMAAT KUNNEN ALS OXIDATOR GEBRUIKT WORDEN, IN CONCENTRATIES
6 TOT 12%. EEN NADEEL IS DAT DE STOFFEN LANGZAAM IN HET HAAR TREKKEN EN EEN LANGZAME REACTIE GEVEN. EEN VOORDEEL IS DAT DE STOFFEN STABIEL ZIJN EN HET HAAR NIET BLEKEN.
VAN
6.1.3 Hulpstoffen
Als hulpstoffen in permanentproducten worden kleurstoffen gebruikt om de middelen met verschillende sterkten uit elkaar te kunnen houden. Anders zou per
ongeluk een verkeerd middel kunnen worden gebruikt en het haar beschadigd kunnen raken. Verder worden er geurstoffen, vertroebelingsmiddelen, emulgatoren en
verzorgende stoffen toegevoegd. Ook bevatten de producten stoffen die zorgen dat
het product beter over het haar kan worden verdeeld.
124
Nederlandse Cosmetica Vereniging
6.2 SOORTEN PERMANENTPRODUCTEN
6.2.1 Producten voor de reductiestap
De permanentproducten voor de reductieve stap kunnen zuur, neutraal of alkalisch
(het tegenovergestelde van zuur) zijn. De producten kunnen helder of ondoorzichtig zijn. Ze zijn er in verschillende vormen, zoals gel, crème of schuim in een spuitbus.
Alkalische producten kunnen alleen gebruikt worden bij sterk en gezond haar.
Middelmatig alkalische producten worden het meest gebruikt. Zure en neutrale
producten permanenten minder sterk en kunnen worden gebruikt bij beschadigd
haar.
Er zijn ook sulfiethoudende producten, deze ruiken neutraal. Ze zijn echter alleen
geschikt voor sterk en gezond haar.
ALKALISCHE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 9 TOT 10. ZE BEVATTEN 9% THIOGLYCOLZUUR EN VEEL
AMMONIAK.
MIDDELMATIG ALKALISCHE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 7,5 TOT 9. DE WERKING VAN DEZE PRODUCTEN IS GOED IN DE HAND TE HOUDEN DOOR DE KAPPER, OMDAT ER EEN BUFFERSYSTEEM MET
AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT WORDT GEBRUIKT.
ZURE EN NEUTRALE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 6,5 TOT 7,5. SULFIETHOUDENDE PRODUCTEN
HEBBEN EEN PH ROND DE 7.
Schuimproducten worden met een spuitbus aangebracht. Ze bevatten veel oppervlakteactieve stoffen. De kans op beschadiging van het haar is bij deze producten
wat groter.
VOORBEELDRECEPT
PERMANENTPRODUCT VOOR NORMAAL HAAR:
AMMONIUMTHIOGLYCOLAAT; MAX.
GLYCOL; MAX.
5%
MAX. 77%
WATER; MAX.
AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT; MAX.
2%
14%
PROPYLEEN-
1% AMMONIAK EN PARFUM.
Permanentproducten voor beschadigd haar bevatten dezelfde ingrediënten als die
voor normaal haar, maar in lagere concentraties. Ze bevatten meer water.
Twee-fasen producten worden gebruikt om de haarpunten minder te belasten en
het haar vlakbij de hoofdhuid goed te krullen. Fase 1 is een vloeistof die weinig
reductiemiddel bevat en die voor het rollers indraaien op de haarpunten wordt aan-
125
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
gebracht. Fase 2 is een gel die veel reductiemiddel bevat en die na het zetten van
de rollers alleen op het haar vlak bij de hoofdhuid wordt gebracht.
6.2.2 Producten voor de oxidatiestap
Permanentproducten voor de oxidatie-stap worden fixeermiddelen genoemd.
OXIDATIEVE STOFFEN ZIJN WATERSTOFPEROXIDE OF NATRIUMBROMAAT.
VOORBEELDRECEPT FIXEERMIDDEL OP BASIS VAN WATERSTOFPEROXIDE: MAX. 93% WATER; MAX.
2% WATERSTOFPEROXIDE; MAX. 1% LAURYLALCOHOLSULFAAT, TETRASODIUMETIDRONATE, FOSFORZUUR, EDTA, CETRIMONIUMCHLORIDE, PARFUM
126
Nederlandse Cosmetica Vereniging
127
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
Stofnaam
Naam op product (INCI-naam*)
1,2-propyleenglycol
1,4-diaminobenzeen
2, 2-broom-2-nitropropaan-1,3-diol
2,5-diaminotolueensulfaat
2-amino-2-methylpropanol
2-aminomethyl-3-amino-6-methoxypyridinedihydrochloride
allantoin
p-phenylene diamine /CI 76060
2-bromo-2-nitropropane-1,3-diol
toluene-2,5-diamine sulfate
dimethylamino methyl propanol
6-methoxy-2-methylamino-3-aminopyridine HCL2-aminomethyl4-aminofenol^, dihydrochloride2-aminomethyl-p-aminophenol
HCL
phenylbenzimidazole sulphonic acid
lawsone
benzophenone-3
2-methylresorcinol
octyldodecanol
trichlorocarban
triclocarban
3-benzylidene camphor
PABA
4-chlororesorcinol
isoamyl-p-methoxycinnamate
4-methylbenzylidene camphor
4-amino-2-hydroxytoluene
acetanilid
acetone
acetyl tributyl citrate
acetyl triethyl citrate
adipic acid
silica
alcohol
alginate / algin
Groep condensatie producten van vetalkohol met ethanol amide
vnl. oppervlakte actieve stoffen met ook schuimvormende en verdikkende eigenschappen, vb. cocamide DEA en lauramide MEA.
Belangrijkste groep oppervlakte actieve stoffen met ook schuimvormende eigenschappen, vb. sodiumlaurylethersulfate.
C12-20 alkyl glucoside
Groep stoffen oppervlakte actieve stoffen, die ook in de functie
van emulgator gebruikt kunnen worden. vb. ammonium myristylsulfate en natriumC12-15 alkylsulfate.
allantoin
aloë barbardensis
aluminum sulfate
aluminum chlorohydrate
aluminum hydroxide
aluminum sulfate
2-fenylbenzimadozol-5-sulfonzuur
2-hydroxy-1,4-naftochinon
2-hydroxy-4-methoxybenzofenon
2-methylresorcinol
2-octyldodecanol
3,4,4’-trichloorcarbanilide
3,4,4'-trichloorcarbanilide
3-benzylidene camphor
4-aminobenzoic acid (PABA)
4-chloorresorcinol
4-methoxy-kaneelzuur-isoamylester
4-methylbenzylidene camphor
5-amino-2-methylfenol
acetanilide
aceton
acetyl tributyl citraat
acetyl triethyl citraat
adipinezuur.
aerosil (kiezelzuur)
alcohol
alginaat
alkanolamide
alkylethersulfaat
alkylglucoside C12/20
alkylsulfaat
allantoine
aloë-extract
aluin
aluminiumchloorhydraat (ACH)
aluminiumhydroxide
aluminiumsulfaat
aluminium-zirkonium-tetrachloroglycine complex (ZAG)
aminfluoride
aminozuren
aluminum zirconium tetrachlorohydrex gly
amonium fluoride
Groep stoffen aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten, vb.
cystein en alanin.
128
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam
ammoniak
ammoniumacrylaat-copolymeer
ammoniumchloride
ammoniumperoxydisulfaat
ammoniumsulfaat
ammoniumthioglycolaat
ammoniumwaterstofcarbonaat
ammoniumzouten
Naam op product (INCI-naam*)
ammonia
acrylamide / ammonium acrylate copolymer
ammonium chloride
ammonium persulfate
ammonium sulfate
ammoniumthioglycolate
ammonium bicarbonate
Zouten die ontstaan door de reactie van ammonia met verschillende zuren, vb. ammoniumchloride.
anijs
pimpinella anisum
anorganische fosfaten
Groep van fosfaten, vb. sodiumphosphate.
apartaam
aspartame
arnica
arnica chamissonis of arnica montana
aroma
aroma
ascorbinezuur
sorbic acid
avocado olie
persea gratissima
azacycloheptaan-2,2-difosfonaat (AHP) disodium azacycloheptane diphosphonate
azuleen
azulene
barnsteenzuur
succinic acid
benzoëzuur
benzoic acid
bergamot-olie
citrus aurantium bergamia
betaine
betain
bifosfonaten
Groep stoffen die zorgt o.a. voor het voorkomen van tandsteen.
bijenwas
cera alba
bisabolol
bisabolol
bismutoxychloride
bismuth oxychloride
boorzuur
boric acid
borax
sodium borate
butaan
butane
butylacetaat
butyl acetate
butylhydroxyanisol
BHA
C12-14 vetalcoholsulfaat
oppervlakte actieve stof
C12-14 vetalcoholsulfosuccinaat
oppervlakte actieve stof
C8-10 vetzuurtriglceride
caprylic/capric triglycerides
calciumcarbonaat
calcium carbonate
calciumglycerinefosfaat
calcium glycerophosphate
calciumwaterstoffosfaat
calcium dihydrogen phosphate
campher
camphor
candelillawas
candelilla cera
capryl- /caprinezuur-triglyceride
caprylic/capric triglycerides
carbamide
urea
carbomer
carbomer
carboxylaten
Groep stoffen die in de chemische structuur een carboxylaat
groep bevatten.
carboxyvinylpolymeer
carbomer
carnaubawas
cera carnauba
carrageen
chondrus crispus (carrageenan)
cederhout-olie
cedrus atlantica of juniperus mexicana of juniperus virginiana
cellulose
cellulose
129
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
Stofnaam
Naam op product (INCI-naam*)
ceramide.
cetearyl alcohol
cetoleth-6
cetrimoniumchloride
cetryl trimethyl ammonium chloride
cetylacetaat
cetylalcohol
cetylfosfaat
cetylpalmitaat
cetylpyridinium chloride
cetylstearyloctanoaat
chamazuleen
chloorhexidine
chloorhexidinedigluconaat
cholesterol
citroenzuur
climbazol
cocamidopropylbetaine
crotonzuur
cyclisch dimethylsiloxaan
cysteamine
cysteine
dennennaalden-olie
dialkyletherfosfaat
dibutylhydroxytolueen
diethyl citraat
diethyleen glycol mono
(nonyl-phenyl)ether
diethyleenglycol lauryl ether
diglyceride van vetzuren
ceramide 1a, 2, 3, 4, 5, 6 (II)
cetearyl alcohol
ceteoleth-6
cetrimoniumchloride
cetrimonium chloride
cetyl acetaat
cetyl alcohol
cetyl phosphate
cetyl palmitate
cetylpyridinium chloride
cetearyl ethylhexanoate
chamazulene
chlorhexidine
chlorhexidine digluconate
cholesterol
citric acid
climbazole
cocamidopropylbetaine
crotonic acid
cyclomethicone
cysteamine HCl
cysteine
pinus palustris of pinus pinaster
alkyl phenyl ether phosphate
BHT
diethyl citrate
diglycerinemonocaprinaat
diguanidiniumcarbonaat
di-isopropyladipaat
dimethicone copolyol
dimethylpolysiloxaan
dimethylsilicone
dinatriummonofluorfosfaat
dioctylether
distearyl dimethyl ammonium chloride
EDTA
eiwit
eiwit-abietinezuurcondensaat
eiwithydrolysaat
eiwit-vetzuur-condensaat
nonoxynol-2
laureth-2
Ester van glycerine met op twee OH-plaatsen een vetzuur; deze
vetzuren kunnen verschillend zijn, vb. glyceryldistearate.
polyglyceryl-2-carpylate
guanidine carbonate
diisopropyl adipate
dimethicone copolyol
dimethicone
dimethicone
sodium monofluorophosphate
dicaprylyl ether
distearyldimonium chloride
EDTA
onder andere stofnamen die eindigen op protein
Reactieprodukt van eiwit en abietinezuur, vb. kaliumabietoyl-gehydrolyseerd soja eiwit.
Mengsel van gehydrolyseerde eiwit produkten, vb. gehydrolyseerd caseïne.
Stoffen die onstaan uit de reactie van eiwit met een vetzuur.
130
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam
esters van p-hydroxybenzoezuur
(parabenen)
ethanol
ethanolamine
ethylacetaat
ethylalcohol
ethylhexylmethoxycinnamate
ethylparaben
eucalyptusolie
farnesol
fenolverbindingen
fenoxyethanol
fosforzuur
galbanum-olie
geacetyleerde lanoline
geethoxyleerde alcoholen
geëthoxyleerde vetzuren
gelatine
glucosamine
glucosiden
glycerine
glycerine monodistearaat
glycerine monolauraat
glycerine monostearaat
glycerinesorbitan-vetzuurester
glycerol
glycerylstearaat
glycol
glycolether
guaran
hammamelis extract
henna
hexadecylalcohol
hexetidine
hyaluronzuur
hydroxyethylcellulose
hydroxylapatiet
hydroxypropylmethylcellulose
imidazolidinyl ureum
isobutaan
isopalmitinezuur
isopropanol
isopropylalcohol
isopropylisostearaat
131
Naam op product (INCI-naam*)
ethylparaben, methylparaben, propylparaben, butylparaben
alcohol
ethanolamine
ethyl acetate
alcohol
ethylhexylmethoxycinnamate
ethylparaben
eucalyptus globulus en eucalyptus citriodora
farnesol
Aromatische verbindingen met een OH-groep direct aan de
benzeenring, vb. 6-amino-o-cresol.
phenoxyethanol
phosphoric acid
ferula gabaniflua
acetylated lanolin
Alcoholen waarin een of meer ethoxy groepen zijn ingebouwd, vb.
laureth-9.
Vetzuren waarin een of meer ethoxy groepen zijn ingebouwd.
gelatin
glucosamine
Gucosederivaten met een acetaal groep, vb. ascorbylglucoside.
glycerin
glyceryl distearate
glyceryl laurate
glyceryl stearate
Heterocyclische ether gevormd door dehydratie van sorbitol. Aan
deze ring zijn twee van de de 4 beschikbare plaatsen bezet met
een glycerine- en een vetzuurestergroep, vb. PEG-5 sorbitan
isostearate.
glycerin
glyceryl stearate
glycol
Groep verbindingen met een -O-O- functie.
paullinia cupana
hammamelis virginiana
lawsonia inermis
cetyl alcohol
hexetidine
hyaluronic acid
hydroxyethylcellulose
hydroxyapatite
hydroxypropyl methylcellulose
imidazolidinyl urea
isobutane
isopalmitic acid
isopropyl alcohol
isopropyl alcohol
isopropyl isostearate
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
Stofnaam
Naam op product (INCI-naam*)
isopropyllanolaat
isopropylmyristaat
isopropylpalmitaat
isopropylstearaat
isostearinezuur-kaliumisostearaat
isostearylisostearaat
jasmijnolie
kalium- en natriumbromaat
kaliumchloride
kaliumhydroxide
kaliumnitraat
kaliumoleaat
kaliumperoxydisulfaat
kaliumsorbaat
kamfer
kamille
kaneel-olie
isopropyl lanolate
isopropyl myristate
isopropyl palmitate
isopropyl stearate
isostearic acid / potassium isostearate
isostearyl isostearate
jasminum officinale
sodium bromate potassium bromate
potassium chloride
potassium hydroxide
potassium nitrate
potassium oleate
potassium persulfate
potassium sorbate
camphor
anthemis nobilis
cinnamomum cassia, cinnamomum loureirii of cinnamomum
zeylanicum
kaolin
silica
cocamide DEA
cocos nucifera
cocos nucifera
coconut acid
cocoglycerides
cocomonoglyceride sulfonate
lactate
lanolin
lanolin alcohol
lauryl alcohol
Vetalkoholen met een ingebouwde carboxylgroep, vb. natriumlaureth-14 carboxylaat.
lecithin
magnesium aluminum silicate
CI 77713
magnesium oxide of CI 77711
magnesium sulfaat
m-aminophenol
CI 77742
lactic acid
menthol
menthol
methyl paraben
methyl acetate
methylcellulose
methylsalicylate
Mica is een mengsel van mineralen, meestal silicaten. De verzamelnaam in Mica.
paraffinum liquidum
kaoline
kiezelgel
kokosmonoethanolamide
kokosolie
kokosvet
kokosvetzuur
kokosvetzuurmonoglyceride
kokosvetzuur-monoglyceridesulfonaat
lactaat
lanoline
lanolinealcohol
laurylalcohol
laurylalcoholcarboxylaat
lecithine
magnesium-aluminiumsilicaat
magnesiumcarbonaat
magnesiumoxide
magnesiumsulfaat
m-aminofenol
mangaanviolet
melkzuur
menthol
menthololie
methyl paraben
methylacetaat
methylcellulose
methylsalicaat
mica
minerale olie
132
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam
Naam op product (INCI-naam*)
mirre
monoglyceriden van vetzuren
commiphora myrrha
Ester van glycerine met een vetzuur op één van de drie OH-groepen, dit ter onderscheid van di-glyceriden en tri-glyceriden.
myristic acid
myristyl lactate
sodium acetate
sodium silicoaluminate
sodium benzoate
sodium carbonate
cellulose gum
sodium chloride
sodium citrate
sodium cyclamate
sodium fluoride
sodium phosphate
sodium hydroxide
sodium lactate
sodium lauryl sulfate
sodium lauryl sulfoacetate
sodium magnesium silicate
sodium metaphosphate
sodium metasilicate
sodiummonofluorophosphate
sodium lauroyl sarcosinate
sodium perborate
sodium carbonate peroxide
sodium persulfate
sodium stearate
sodium sulfate
sodium sulfite
sodium trimetaphosphate
sodium bicarbonate
sodium hydroxide
n-butyl alcohol
citrus aurantum amara of citrus aurantum dulcis
nitrilotriacetic acid
2-amino-3-nitrophenol
nonoxynol-1
octyldodecyl stearoyl stearate
ethylhexyl palmitate
oleyl alcohol
ozokerite
p-aminophenol
panthenol
panthenol
paraffin
paraffinum liquidum
paraffin
myristinezuur
myristyllactaat
natriumacetaat
natriumaluminiumsilicaat
natriumbenzoaat
natriumcarbonaat
natriumcarboxymethylcellulose
natriumchloride
natriumcitraat
natriumcyclamaat
natriumfluoride
natriumfosfaat
natriumhydroxide
natriumlactaat
natriumlaurylsulfaat
natriumlaurylsulfoacetaat
natrium-magnesiumsilicaat
natriummetafosfaat
natriummetasilicaat
natriummonofluorfosfaat
natrium-N-lauroylsarcosinaat
natriumperboraat
natriumpercarbonaat
natriumperoxidisulfaat
natriumstearaat
natriumsulfaat
natriumsulfiet
natriumtrimetafosfaat
natriumwaterstofcarbonaat
natronloog
n-butylalcohol
neroli-olie
nitrilotriazijnzuur
nitroaminofenol
nonoxynol-1
octyldodecylstearoylstearaat.
octylpalmitaat
oleylalcohol
ozokerit
p-aminofenol
panthenol
panthenol
paraffine
paraffineolie
paraffinewas
133
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
Stofnaam
Naam op product (INCI-naam*)
patchouli-olie
pectine
PEG-12 glyceryl distearaat
PEG-esters van vetzuren
pepermunt
peroxiden
pogestemon cablin
pectin
PEG-12 glyceryl distearate
Vetzuren met ingebouwd één of meer ethyleenglycol moleculen.
mentha piperita
Groep stoffen die een zuurstof- zuurstof verbinding bevat. Een
dergelijke verbinding is zwak en er ontstaan gemakkelijk radicalen, die kunnen reageren met andere componenten in een mengsel, vb. waterstofperoxide (H202).
Combinatie van peroxide groep met een zuur. Dergelijke stoffen
worden gebruikt in haarkleurmiddelen of huidbleekmiddelen, vb.
natriumpersulfaat.
citrus aurantum amara
p-phenylene diamine
piroctone olamine
Deze stoffen behoren tot de klasse synthetische polymeren.
Synthetische polymeren zijn grote moleculen opgebouwd uit kleinere chemische eenheden, die monomeren genoemd worden.
Tijdens de synthese reageren de monomeren met elkaar tot een
groter molecuul. Wanneer meer dan twee verschillende componenten met elkaar reageren dan wordt dit een polymeer genoemd. Bij een reactie tussen twee verschillende componenten
heet dit een copolymer, vb. ammonium polyacrylate.
polyacrylic acid
Groep van lineaire of cyclische polymeren, waarbij het skelet bestaat uit alternerende silicium en zuurstof atomen. Aan dit skelet
kunnen verschillende zijgroepen worden 'opgehangen', vb.
PEG-8 cetyl dimethicone.
Deze groep stoffen ontstaat door het ethoxyleren van sorbitaan,
aan de sorbitaan zit een oleaat groep als een van de zijketens.
bv. PEG-8
Glycerine samen met een vetzuur vormt een zich herhalende
ester, vandaar de naam poly glycerine vetzuurester, vb. polyglyceryl-4 isostearate.
Groep suikers, die veel voorkomen in planten zoals bijvoorbeeld
sucrose, agrose, echinacin.
Het product van de verestering van sorbitan is een polysorbaat,
vb. polysorbate-20.
PVP
propane
propane/butane
propyl acetate
propylene glycol (PG)
toluene-2,5-diamine
PVP/VA Copolymer
PCA heeft een ringstructuur, met hieraan een -COOH groep, in het
geval van een zout splitst de waterstof af en zijn er positief geladen deeltjes in oplossing die de negatieve lading compenseren,
vb. magnesium PCA.
peroxidisulfaten
petitgrain-olie
p-fenylenediamine
pirocton olamine
polyacrylaten
polyacrylzuur
polydimethylsiloxaan
polyethoxysorbitaan-monooleaat
polyethyleenglycol
polyglycerinevetzuurester
polysacchariden
polysorbaten
polyvinylpyrrolidon
propaan
propaan/butaan
propylacetaat
propyleenglycol
p-toluleendiamine
PVP/VA Copolymeer
pyrrolidoncarbonzuur-zouten
134
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam
pyrrolidone carboxylic acid
quartaire ammoniumverbindingen
Naam op product (INCI-naam*)
PCA
Deze groep stoffen worden ook wel quats genoemd. De algemene
structuur bestaat uit een positief geladen stikstofatoom met
daaraan 4 ketens. Quats zijn altijd positief geladen ongeacht hun
pH, vb. dilaurylmonium chloride en polyquaternium-7
resorcinol
resorcinol
ricinusolie
ricinus communis
rozenolie
rosa canina of rosa centifolia
saccharine
saccharin
saccharine-natrium
sodium saccharin
salicylzuur
salicylic acid
salie
salvia officinalis
sandelhout-olie
amyris balsamifera of fusanus spicatus
seleniumdisulfide
selenium sulfide
silicaat
silica
siliciumdioxide
quartz
siliconenolie
mengsel van verschillende siliconenverbindingen
sinaasappel-olie
citrus aurantium amara of citrus aurantium dulcis
sorbinezuur
sorbic acid
sorbitaanesters
Heterocyclische ether gevormd door dehydratie van sorbitol. Aan
deze ring kunnen 4 groepen van stoffen 'gehangen' worden, vb.
PEG-20 sorbitan cocoate en sorbitan laureate.
sorbitaanoleaat
sorbitan oleate
sorbitol
sorbitol
stearalkoniumhektoriet
stearalkonium hektorite
stearinezuur
stearic acid
stearylacohol
stearyl acohol
strontiumacetaat
strontium acetate
strontiumchloride
strontium chloride
sulfosuccinaten
Barnsteenzuur derivaten met een zwavel atoom ingebouwd, vb.
dinatriumdeceth-6sulfosuccinaat.
talk
talc
thijm
thymus serpillum en thymus citriodorus
thimerosal
thimerosal
thioglycolzuur
thioglycolic acid
thiomelkzuur
thiolactic acid
titaandioxide
titanium dioxide
tocoferolacetaat
tocopheryl acetate
tolueensulfonamide-formaldehyde hars tosylamide / formaldehyde resin
triclosan
triclosan
triethanolamine (TEA)
triethanolamine
triethylcitraat
triethyl citrate
triglyceride
Ester van glycerine met op alle drie OH-plaatsen een vetzuur;
deze vetzuren kunnen verschillend zijn, vb. glyceryltristearaat.
ultramarijn
Complex polysulfide van natriumaluminiumsilicaat. De samenstelling hangt af van de kleurstelling die men wil bereiken.
Variatie in de kleuren blauw, groen, roze, rood en paars zijn mogelijk, vb. CI 77001.
135
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
Stofnaam
Naam op product (INCI-naam*)
ureum
vaniline
vaseline
vaseline
vetalcoholen
ureum
vanilla planifolia
petrolatum
petrolatum
Vetalcoholen onstaan uit olieen en vetten, door de reductie van
het vetzuur. De algemene structuur is R-OH, vb. coconut alcohol
en stearyl alcohol.
vetalcoholethersulfaten
Groep van stoffen die ontstaan door het sulfateren van het geëthoxyleerde vetalcohol. De algemene structuur formule is
R(OCH2CH2)nOSO3- M+, vb. natriumlaurethsulfaat.
vetalcoholethoxylaat
Groep van esters die ontstaan door de reactie tussen een alcohol
met een alkylene oxide (ethyleen- of propyleenoxide), vb.
ceteareth-2, C13-C15 pareth-21.
vetalcoholsulfaat
Afgeleiden van vetzuur, waarbij de waterstof van de OH groep is
omgezet in een SO3- groep. Een gemiddeld vetalcoholsulfaat
molecuul heeft een lengte tussen de 11 en 17 C-atomen, bv.
natriumstearylsulfaat.
vetiver
vetiveria zizanoides
vetzuren
Groep carboxyzuren die door hydrolyse van dierlijke of plantaardige vetten zijn ontstaan. De algemene structuur formule is
R-COOH. Vetzuren kunnen verzadigd zijn, vb. palmitinezuur of
onverzadigd, vb.oliezuur
vetzuuresters
Vetzuuresters zijn afgeleid van carboxyzuren. De structuurformule bestaat uit RCO-OR' , vb. butylacetaat.
vetzuuresters van polyglycerine
Een vetzuurester in combinatie met een polyglycerine levert deze
groepstoffen op, vb. polyglyceryl-10 myristaat.
vetzuur-isothionaat
Natriumzouten van vetzuuresters. Een anionisch tenside bestaat
meestal uit een mengsel van vertzuuresters, die 12 tot 18
C-atomen lang zijn, vb. lauroyl-Isothionaat.
vetzuurmonoethanolamide
Groep condensatie producten van vetzuur met ethanol amide, vb.
cocamide MEA.
vetzuurtriglyceriden
De glyceryl esters van vetzuren, worden gewonnen uit planten of
(uit pinda, sesamzaad of avocado)
dieren. Bestaat uit een mengsel van mono-, di- en triglyceriden
tezamen, bv. peanutglycerides, cocoglycerides.
vinylacetaat
VA of vinyl acetate
vinylacetaat/vinylpyrrolidon-copolymer VP/VA copolymer
vinylacetaat-ethyleen-copolymeer
ethylene/VA copolymer
vinylpyrrolidon copolymeer
van vinylpyrrolidon afgeleide ingredienten
vitamine A
retinol
vitamine C (ascorbinezuur).
ascorbic acid
vitamine E (tocoferol)
tocopherol
vitamine-E-acetaat
tocopheryl acetate
water
aqua
waterstofperoxide
hydrogen peroxide
wijnsteenzuur
tartaric acid
wijnzuur
tartaric acid
xanthaan
xanthan gum
xylitol
xylitol
136
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam
Naam op product (INCI-naam*)
zeezout
zetmeel
zinkglycinaat
zinkoxide
zinkpyrithion
zinkstearaat
zinkverbindingen
maris sal
starch (gevolg door de naam van de plant)
zinc glycinate
zinc oxide
zinc pyrithione
zinc stearate
Meerdere namen mogelijk.
*
137
Voor zover mogelijk zijn de INCI-namen vermeld.
Alle INCI-namen zijn te vinden op Internet.
Voor een toelichting op het gebruik van INCI-namen zie pagina 8.
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Cosmetica: een wetenschap op zich …
Cosmetica zijn producten voor de persoonlijke verzorging zoals shampoo,
tandpasta, doucheproducten, deodorant en natuurlijk ook make-up en parfum. Cosmetica worden met zorg samengesteld uit meerdere ingrediënten.
Vaak gaat hieraan jaren van research vooraf. Cosmetica kenmerken zich dan
ook door hun innovatieve karakter. Bij de ontwikkeling staat voor de fabrikant altijd de veiligheid voorop.
In dit boek wordt verteld hoe ons lijf in elkaar zit en hoe cosmetica daarop
inspelen, door te reinigen, verzorgen of mooi te maken.
Het boek is opgebouwd uit drie delen: een deel over de huid, een over de
mond en een over het haar. Ieder deel start met een beschrijving van enkele biologische kenmerken aan de hand van duidelijke illustraties. Daarna
volgt uitleg over de producten: de samenstelling, de functie voor de ingrediënten en hoe het gemaakt wordt. Dit boek biedt meer diepgaande informatie voor lezers met interesse voor de chemie van de producten. Door de
speciale opmaak is het overzichtelijk en handig.
Tevens bevat het boek informatie over de wetgeving voor cosmetica en een
verklaring van de ingrediëntendeclaratie op de verpakking.
Cosmetica: een wetenschap op zich ...
Cosmetica: een wetenschap op zich ...
Cl+
N
COOH
HO
NH2
HO
HO
Cl+
N
Cl+
N
COOH
NH2
Cl+
N
Cl+
N
O
NH
O
n
Kortom een handig boek voor iedereen met belangstelling voor cosmetica
én de wetenschap die daarachter zit!
‘Cosmetica: een wetenschap op zich ...’ is een uitgave van de Nederlandse
Cosmetica Vereniging.
COOH
de brancheorganisatie van fabrikanten en importeurs
van producten voor de persoonlijke verzorging
Postbus 914, 3700 AX Zeist
030 6049480
www.cosmetica.nl
W 030 6049999
Cosmetica:
een wetenschap op zich
Download