Cosmetica zijn producten voor de persoonlijke verzorging zoals shampoo, tandpasta, doucheproducten, deodorant en natuurlijk ook make-up en parfum. Cosmetica worden met zorg samengesteld uit meerdere ingrediënten. Vaak gaat hieraan jaren van research vooraf. Cosmetica kenmerken zich dan ook door hun innovatieve karakter. Bij de ontwikkeling staat voor de fabrikant altijd de veiligheid voorop. In dit boek wordt verteld hoe ons lijf in elkaar zit en hoe cosmetica daarop inspelen, door te reinigen, verzorgen of mooi te maken. Het boek is opgebouwd uit drie delen: een deel over de huid, een over de mond en een over het haar. Ieder deel start met een beschrijving van enkele biologische kenmerken aan de hand van duidelijke illustraties. Daarna volgt uitleg over de producten: de samenstelling, de functie voor de ingrediënten en hoe het gemaakt wordt. Dit boek biedt meer diepgaande informatie voor lezers met interesse voor de chemie van de producten. Door de speciale opmaak is het overzichtelijk en handig. Tevens bevat het boek informatie over de wetgeving voor cosmetica en een verklaring van de ingrediëntendeclaratie op de verpakking. Cosmetica: een wetenschap op zich ... Cosmetica: een wetenschap op zich ... Cl+ N COOH HO NH2 HO HO Cl+ N Cl+ N COOH NH2 Cl+ N Cl+ N O NH O n Kortom een handig boek voor iedereen met belangstelling voor cosmetica én de wetenschap die daarachter zit! ‘Cosmetica: een wetenschap op zich ...’ is een uitgave van de Nederlandse Cosmetica Vereniging. COOH de brancheorganisatie van fabrikanten en importeurs van producten voor de persoonlijke verzorging Postbus 914, 3700 AX Zeist 030 6049480 www.cosmetica.nl W 030 6049999 Cosmetica: een wetenschap op zich Nederlandse Cosmetica Vereniging Cosmetica: een wetenschap op zich Uitgever: Nederlandse Cosmetica Vereniging Postbus 914, 3700 AX Zeist www.cosmetica.nl Auteur: H. van Yperen – Lumnos, Rotterdam Met ondersteuning van de Technische Commissie en de producerende leden van de Nederlandse Cosmetica Vereniging, de heer J. Jansen (DROM Fragrances International), de heer H. de Jager (Jan Dekker International) en de heer J. Burfeindt (IKW, Frankfurt) Vormgeving: L. Budding – Bud Design, Driebergen Illustraties: De illustraties op de pagina’s 18, 19, 86, 100, 101, 103 en 104 zijn in bruikleen van Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart. L. Budding – Bud Design, Driebergen Foto’s: Digital Vision, EyeWire, PhotoDisc Eindredactie: J. Lagendijk, R. van Welie Dit boek is met de grootste zorg tot stand gekomen. De Nederlandse Cosmetica Vereniging kan echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor fouten en/of onvolledigheden met betrekking tot de inhoud. Met suggesties of over onvolkomenheden kunt u contact opnemen met de NCV. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. © 2003 Nederlandse Cosmetica Vereniging, Zeist 2e herziene druk, februari 2004 ISBN 90-9017329-3 Cosmetica: een wetenschap op zich ‘COSMETICA: EEN WETENSCHAP OP ZICH’ IS EEN UITGAVE VAN DE NEDERLANDSE COSMETICA VERENIGING, DE BRANCHEORGANISATIE VAN FABRIKANTEN EN IMPORTEURS VAN PRODUCTEN VOOR DE PERSOONLIJKE VERZORGING. MEER INFORMATIE OVER DE VERENIGING TREFT U AAN OP WWW.COSMETICA.NL Nederlandse Cosmetica Vereniging Cosmetica: een wetenschap op zich … inhoud VOORWOORD 1 COSMETICA: EEN WETENSCHAP OP ZICH 4 HUIDCOSMETICA 14 MONDCOSMETICA 82 HAARCOSMETICA 98 STOFFENLIJST (LIJST VAN STOFFEN EN HUN INCI-NAMEN) 128 Nederlandse Cosmetica Vereniging Voorwoord Na je geboorte word je ingesmeerd met babyolie, na je eerste tandjes word je geleerd deze te poetsen met tandpasta, je mag het strand niet op zonder anti-zonnebrandmiddel, in je pubertijd begin je lichaamgeurtjes te maskeren en probeer je ouder te lijken, je maakt je op voor je eerste “afspraakje” en naarmate je ouder wordt doe je er alles aan om jonger te lijken. Cosmetica gebruikt iedereen. Het zal dan ook geen verbazing wekken dat veel mensen zich met cosmetica bezig houden. Dagelijks krijgt de Keuringsdienst van Waren diverse en uiteenlopende vragen over cosmetica. Consumenten willen weten wat ze op hun lichaam smeren, schoonheidsspecialisten en andere professionals willen weten waar ze elke dag mee werken, klagers willen weten of bepaalde componenten wel zijn toegestaan, (huid)artsen willen weten of er mogelijke componenten in zitten die bijeffecten kunnen veroorzaken, importeurs willen weten aan welke wetgeving ze moeten voldoen, scholieren willen weten hoe een product is opgebouwd en “hoe het werkt” omdat ze een werkstuk moeten maken en controleurs willen zich breed verdiepen in hun vakgebied. Daarnaast wil natuurlijk iedereen weten of een product veilig is. Dat betekent dat de behoefte aan informatie over cosmetica groot is. Informatie die natuurlijk altijd wel ergens te vinden is, maar nooit daar waar je het zoekt. Als je eindelijk de informatie gevonden hebt, blijkt dat deze moeilijk leesbaar is en ook nog eens verspreid is over meerdere boeken in uiteenlopende talen. Dit boek brengt 1 Cosmetica: een wetenschap op zich … VOORWOORD daar verandering in. Het is bedoeld als naslagwerk voor mensen die iets willen opzoeken over cosmetica. Het boek laat zich makkelijk lezen door een breed publiek. Dat is verrassend te noemen, aangezien meerdere deskundigen hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de verschillende hoofdstukken en de onderwerpen niet altijd even makkelijk zijn. De onderwerpen beperken zich niet alleen tot kennis over cosmetica, maar omvatten ook zaken als werking in of op het lichaam, de bouw van het menselijk lichaam en de wetgeving die er voor cosmetica is. Per onderwerp is de tekst helder en algemeen van opbouw, aangevuld met moeilijker wetenschappelijke informatie. Deze wetenschappelijke informatie is merendeels chemisch van aard, waarbij menigeen zich zal afvragen of hij of zij niet beter op had moeten letten tijdens de scheikunde lessen. Maar zelfs zonder deze chemische wetenschap geheel te doorgronden blijft de verhaallijn duidelijk voor iedereen. Ik hoop dat dit boek brengt wat u er van verwacht, het antwoord op een vraag of een verbreding van uw kennis. Een waarschuwing is hier wel op zijn plaats, indien u nog niet gegrepen bent door de wetenschap omtrent cosmetica, dan zal daar nu verandering in komen. Drs. R.D. van Buuren VWA / Keuringsdienst van Waren, afdeling non-food chemie 2 3 Cosmetica: een wetenschap op zich … Cosmetica: een wetenschap op zich De chemie achter cosmetica We gebruiken allemaal elke dag cosmetica. Eigenlijk kunnen we onze badkamer niet meer voorstellen zonder producten voor de persoonlijke verzorging, zoals zeep, douchegel, shampoo, tandpasta, deodorant, anti-zonnebrandmiddel, bodylotion, eau de toilette, mascara en scheerschuim. Onder de naam ‘cosmetica’ vallen allerlei producten. De meeste producten voor de persoonlijke verzorging zijn mengsels van verschillende stoffen, die samen voor een bepaald resultaat moeten zorgen. Ze moeten onze huid of haar schoonmaken, een lekker luchtje geven of ons mooi maken. Elk product heeft een eigen doel en is vaak ook bedoeld voor een speciale groep consumenten. Er is bijvoorbeeld verschil tussen producten om ons haar mee te wassen en producten om make-up van onze huid te halen. Er is reinigen en reinigen. Cosmetica moeten datgene doen waarvoor ze gemaakt zijn en ze moeten dat goed doen. Dat noemen we de werkzaamheid van het product. Cosmeticaproducten moeten natuurlijk ook veilig zijn. U moet er blind op kunnen vertrouwen dat cosmetica geen negatieve effecten hebben op uw gezondheid. De producten mogen niet bederven in de winkel, tijdens gebruik, of als ze bewaard worden nadat de verpakking is geopend. Dat betekent niet alleen dat de stoffen die in het product worden gestopt zuiver moeten zijn, maar ook dat er hygiënisch moet worden gewerkt in de fabriek en dat de verpakkingen goed moeten zijn ontworpen. Om cosmetica te kunnen maken is kennis nodig op verschillende wetenschappelijke gebieden. Bij de productie van cosmetica wordt gebruik gemaakt van chemie, microbiologie en milieukunde. Ook is er kennis nodig over de productieprocessen bij het maken van de producten en de arbeidsomstandigheden voor de mensen die de producten maken. In dit boekje komen niet al deze onderwerpen aan de orde. Dit boekje gaat over de stoffen die in cosmetica zitten en hoe die stoffen zorgen voor de werking van een product. Er wordt ook uitgelegd hoe cosmetica gemaakt wordt. Kortom, in dit boekje lichten we een tipje van de sluier op van de chemie achter cosmetica. Leeswijzer De cosmeticaproducten zijn ingedeeld in drie hoofdcategorieën. Er is een deel over cosmetica voor de huid, voor het haar en voor de mond. In elk deel wordt een 4 Nederlandse Cosmetica Vereniging korte inleiding gegeven over de bijzonderheden van respectievelijk onze huid, haar of mond. Daarna wordt dieper ingegaan op de producten. Van iedere productgroep kunt u lezen welke ingrediënten er worden toegepast en waarom. Voor wie meer wil weten over de chemie, is in de kaders aanvullende informatie te lezen. Achterin vindt u een verklarende woordenlijst, een trefwoordenregister en een lijst met alle stoffen die besproken zijn. Wetgeving voor cosmetica Cosmetica mogen in Europa niet zomaar op de markt worden gebracht. De regels waar aan cosmetica moeten voldoen staan in de Europese Cosmetica Richtlijn (76/768/EEG). In Nederland zijn deze regels overgenomen in de Warenwet (Warenwetbesluit kosmetische produkten. Staatsblad 519 in 1995). Wat is cosmetica? Eén van de belangrijkste bepalingen in de wet is de definitie van cosmetica1. Daarmee wordt bepaald wat cosmetica is en wat het niet is. De definitie zegt iets over de functie die het product mag hebben en over de plaats waar het product op het menselijk lichaam mag worden toegepast. Plaats van toepassing Functies • Huid (alleen op de huid, dus niet eronder) • Haar (op het hoofd en op de rest van het lichaam) • Nagels • Lippen • Uitwendige geslachtsorganen • Tanden en kiezen en de mondslijmvliezen • Reinigen • Parfumeren • Het uiterlijk wijzigen • Lichaamsgeuren corrigeren • Beschermen • In goede staat houden Een product is cosmetica als én de functie én de plaats van gebruik binnen de definitie in de wet vallen. Shampoo valt binnen de definitie, want het wordt toegepast op het haar én het heeft een reinigende werking. Hondenshampoo reinigt weliswaar ook, maar is niet bedoeld voor gebruik op het menselijk lichaam en valt daarom buiten de wetgeving voor cosmetica. Veiligheid De wet zegt ook heel duidelijk dat cosmetica altijd veilig moeten zijn voor gebruik2. Het is de verantwoordelijkheid van de fabrikant om hiervoor te zorgen. Alleen veilige producten mogen in Europa en in Nederland op de markt worden gebracht. Om er zeker van te zijn dat het product aan alle eisen voldoet, moet de 1 5 Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 1, lid a. 2 Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 3, lid 1. Cosmetica: een wetenschap op zich … fabrikant een veiligheidsbeoordeling uitvoeren3. Hierbij moet rekening worden gehouden met de eigenschappen van alle ingrediënten en met de samenstelling van het hele product (omdat sommige stoffen mogelijk op elkaar reageren) maar ook met allerlei andere zaken. Het is bijvoorbeeld belangrijk wie de gebruiker is (een volwassene of een baby), hoe het product wordt toegepast (spoel je het af of blijft het op de huid zitten) en of het product bestand is tegen het bewaren in bijvoorbeeld een warme badkamer. Al dit soort zaken moeten van een product worden getest en vastgelegd. Daar kan de overheid op controleren. In Nederland is het de Keuringsdienst van Waren die erop toeziet dat cosmetica aan de wet voldoen. Stoffen die wel en niet gebruikt mogen worden De Europese Cosmetica Richtlijn heeft een aantal bijlagen. Hierin staan regels waaraan ingrediënten van cosmetica moeten voldoen. Sommige ingrediënten mogen nooit worden gebruikt in cosmetica, andere mogen alleen onder bepaalde voorwaarden worden toegepast, bijvoorbeeld tot een maximale hoeveelheid. Ook mag slechts een beperkt aantal conserveermiddelen worden gebruikt in cosmetica. De Nederlandse Warenwet verwijst rechtstreeks naar deze bijlagen (Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten uit 1997). Actualiteit De wetgeving voor cosmetica in Nederland is vrijwel altijd up-to-date en voldoet aan hoge kwaliteitseisen. De wet wordt continu aangepast. Wanneer er nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn over bepaalde ingrediënten, worden de bijlagen van de Europese Richtlijn gewijzigd. Dit heet een ‘Aanpassing aan de Technische Vooruitgang’. Deze Aanpassingen gelden dan automatisch ook voor de Nederlandse Warenwet. Aanpassingen aan de Technische Vooruitgang verschijnen gemiddeld één keer per jaar. Soms moet de wet ingrijpend worden veranderd. Dan is een zogenaamde Wijziging nodig. Met uitgebreide procedures worden de Europese Cosmetica Richtlijn en de Nederlandse Warenwet dan veranderd. Claims op Cosmetica De verpakking van cosmetica producten en de reclame hierover spreken altijd een belofte uit, maar doet een product wat het beloofd? De Europese wetgeving schrijft voor dat bedrijven in hun product dossier de door hen gevoerde claims onderbouwen. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. De onderbouwing van cosmetica claims kan variëren van een uitspraak op basis van literatuurstudies tot paneltesten waarbij gebruik wordt gemaakt van de modernste technieken. Ook claim onderbouwing is een wetenschap op zich. 3 Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 6, lid 1. 6 Nederlandse Cosmetica Vereniging Meer over claim onderbouwing kunt u lezen in de door de NCV uitgegeven brochure ‘Richtlijnen voor de beoordeling van de werkzaamheid van cosmetica’. Ingrediënten op de verpakking Elke fabrikant is verplicht op cosmeticaproducten te vermelden uit welke ingrediënten ze zijn samengesteld4. Om verwarring te voorkomen wordt in alle landen in Europa en de Verenigde Staten gebruik gemaakt van dezelfde namen voor de ingrediënten. Hiervoor is een lijst met meer dan 10.000 namen beschikbaar. Omdat overal dezelfde namen worden gebruikt, kan iedereen zien welke ingrediënten een product bevat, ook als het product uit het buitenland komt. Op alle cosmetica U kunt dus op de verpakking de samenstelling van het product terugvinden. Dat is heel belangrijk als u bijvoorbeeld allergisch of overgevoelig bent voor bepaalde stoffen. Het is ook handig voor mensen die beroepsmatig met cosmetica werken. Kappers, schoonheidsspecialisten, huisartsen en dermatologen kunnen hun cliënten en patiënten adviseren over het wel of niet gebruiken van bepaalde cosmetische producten. Er zijn speciale regels waaraan die ingrediëntenvermelding moet voldoen (zie kader). Ingewikkelde namen, simpele stoffen Een etiket kan er soms heel ingewikkeld uitzien, met veel moeilijke namen. Alle ingrediënten worden namelijk benoemd volgens de zogenaamde International Nomenclature Cosmetic Ingredients (INCI). De namen noemen we ook wel ‘INCInamen’. INCI-namen zijn vaak in het Engels. Voor de namen van bloemen, planten en vruchten worden Latijnse namen gebruikt. Ook eenvoudige ingrediënten, zoals water, bijenwas of ei, worden in het Latijn benoemd. Om dit boekje in het Nederlands begrijpelijk te laten zijn, wordt hier geen gebruik gemaakt van de INCI-namen. In de recepten in de diverse hoofdstukken, leest u steeds de Nederlandse chemische namen van stoffen. Wel is voor de duidelijkheid hier en daar een officiële ingrediëntendeclaratie met INCI-namen naast een recept met Nederlandse namen gelegd. Tevens kunt u achter in het boek een lijst vinden waarin van elke stof zowel de chemische als de INCI naam is opgenomen. INCI-check Als u meer wil weten over de ingrediëntendeclaratie en allergie, kunt u kijken op de NCV website (www.cosmetica.nl). Hier staat onder andere een zoekmachine waarmee u kan nakijken wat de INCI-naam van een bepaald ingrediënt is. Dat is 4 7 Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 4, lid 1, sub i. Cosmetica: een wetenschap op zich … handig als u bijvoorbeeld van een dermatoloog een chemische naam heeft gekregen van een ingrediënt waarvoor u allergisch of overgevoelig bent. U kunt daar dan de INCI-naam bij opzoeken, zodat u vervolgens op de verpakkingen kunt lezen in welke cosmeticaproducten het ingrediënt zit. Ook staat op deze website actuele informatie over ingrediënten. 8 Nederlandse Cosmetica Vereniging Alles op een rijtje Ingrediënten De ingrediëntenvermelding wordt altijd voorafgegaan door het Nederlandse ‘Ingrediënten’ of het Engelse woord ‘Ingredients’. Dan volgen de verschillende gebruikte stoffen. De lijst begint met de stof met het hoogste gehalte in het product en gaat verder met de rest met een steeds lager gehalte. Ingrediënten die voor minder dan 1% voorkomen, volgen aan het einde in willekeurige volgorde. Tenslotte worden (als ze gebruikt zijn) ook nog de kleurstoffen genoemd. INCI-namen Voor alle gebruikte ingrediënten, meer dan 10.000 in totaal, worden internationaal dezelfde namen gebruikt: de INCI-namen, waarbij INCI staat voor International Nomenclature Cosmetic Ingredients. Melk en honing In cosmetica worden ook heel ‘alledaagse’ stoffen verwerkt. Deze vertrouwde ingrediënten hebben in cosmetica eveneens INCI-namen. Bijvoorbeeld: Water = aqua Melk = lac Ei = ovum Honing = mel Bijenwas = cera alba Zeezout = maris sal Geur en smaak Als een product geurstoffen bevat, dan leest u parfum op de ingrediëntenvermelding. Staat er aroma op het etiket, dan geeft dit het gebruik van smaakstoffen aan. Latijn Voor planten, vruchten en bloemen (en delen of extracten hiervan) worden de Latijnse namen gebruikt. Bevat een shampoo bijvoorbeeld avocado, dan staat op het etiket ‘persea gratissima’ te lezen. 9 Kan … bevatten Sommige producten (met name make-up, nagellak, haarkleuringen, e.d.) worden samengesteld uit een reeks van kleuren. Om niet voor iedere nieuwe tint van bijvoorbeeld lippenstift, een apart etiket te hoeven maken, mogen alle voorkomende kleuren in één ingrediëntenvermelding worden genoemd. Dit kan worden aangegeven door de zinsnede ‘Kan ... bevatten’ of ‘May contain ...’ of ‘[+/- ...]’. Dat wil dus niet zeggen dat alle vermelde kleurstoffen in één bepaald product zijn verwerkt. CI-nummer Kleurstoffen herkent u aan de kleuren-indexnummers (Color Indexnumber in het Engels, vandaar de afkorting CI). Bijvoorbeeld: CI 75300 of CI 69800. Handje Er zijn producten waarvan de verpakking zo klein is, dat er geen ruimte is voor de ingrediëntenvermelding. In dergelijk geval kan het symbool van een handje in een open boek of een tekstje verwijzen naar deze informatie. De ingrediënten kunnen dan afgedrukt staan op een aparte kaart of folder bij het product. Deze moet dan wel in de winkel waar het product verkocht wordt, aanwezig zijn. 10 Nederlandse Cosmetica Vereniging 11 Cosmetica: een wetenschap op zich … 12 Nederlandse Cosmetica Vereniging 13 H U I D CO S M E T I C A 14 Nederlandse Cosmetica Vereniging Huidcosmetica 1. De huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 1.1 De opbouw van de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 1.1.1 De opperhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 1.1.2 De lederhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 1.1.3 De onderhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 1.1.4 Bloedvaten en zenuwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 1.1.5 Talgklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 1.1.6 Zweetklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 1.2 De functies van de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 1.2.1 Bescherming tegen uitdroging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 1.2.2 Bescherming tegen bacteriën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 1.2.3 Bescherming tegen UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 1.2.4 Warmteregulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 1.3 Veranderingen in de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 1.3.1 Veroudering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 1.3.2 Verstoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 2. Zeep, bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 2.1 Werkzame stoffen in zeep, bad- en doucheproducten . . . . . . .28 2.1.1 Oppervlakteactieve stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 2.1.2 Terugvetters en hydraterende bestanddelen . . . . . . . . . . . . . .28 2.1.3 Stoffen in cosmetica die bederf tegen gaan . . . . . . . . . . . . . . .29 2.1.4 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 2.2 Natuurlijke zeep en synthetische zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 2.2.1 Samenstelling van natuurlijke zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 2.2.2 Samenstelling van synthetische zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 2.2.3 Soorten zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 2.2.4 Het bereidingsproces van zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 2.3 Bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 2.3.1 Samenstelling van bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . .35 2.3.2 Soorten bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 2.3.3 Het bereidingsproces van bad- en doucheproducten . . . . . . . .37 3. Gezichtsreinigings- en gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . .40 3.1 Werkzame stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 3.1.1 Emulgies en emulgatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 3.2 Gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 3.2.1 Samenstelling van gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . .41 3.2.2 Soorten gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 15 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 3.3 3.3.1 3.3.2 Gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Samenstelling gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . .42 Soorten gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 4. Hand- en voetverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 4.1 Samenstelling van hand- en voetverzorgingsproducten . . . . .48 4.2 Soorten producten voor hand- en voetverzorging . . . . . . . . . .48 5. Anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 5.1 Zonlicht en de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 5.1.1 UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 5.1.2 Reactie van de huid op UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 5.2 De werking van anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . .54 5.2.1 De beschermingsfactor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 5.2.2 Samenstelling van anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . .55 5.2.3 Soorten anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56 6. Deodorants en anti-transpiratieproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60 6.1 Samenstelling van deodorants en anti-transpiratieproducten 60 6.2 Soorten deodorants en anti-transpiratieproducten . . . . . . . . .61 6.3 Het bereidingsproces van deodorants . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63 7. Scheerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66 7.1 Producten voor nat en droog scheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66 7.1.1 Samenstelling van producten voor nat en droog scheren . . . .66 7.1.2 Soorten producten voor nat en droog scheren . . . . . . . . . . . . .66 7.2 Aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67 7.2.1 Samenstelling van aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . .68 7.2.2 Soorten aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68 7.3 Het bereidingsproces van scheerproducten . . . . . . . . . . . . . . .68 8. Decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72 8.1 Samenstelling van decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . .72 8.1.1 Gezichts- en oogmake-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72 8.1.2 Lippenstift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73 8.1.3 Nagellak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73 8.2 Soorten decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74 8.3 Het bereidingsproces van decoratieve cosmetica . . . . . . . . . .75 9. Parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78 9.1 Samenstelling van parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78 9.2 Soorten parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80 16 17 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 1. DE HUID Onze huid is de buitenste laag van ons lichaam. Als je de huid zou kunnen uitspreiden, zou hij een oppervlakte hebben van 1 tot bijna 2 vierkante meter. Hij weegt 4 tot 7 kilo, dat is ongeveer 7% van ons totale lichaamsgewicht. De huid heeft allerlei belangrijke functies. Hij beschermt onze organen en spieren tegen stoten en schaven. Ook beschermt hij ons lichaam tegen uitdroging en regelt hij onze temperatuur. Verder zorgt hij ervoor dat schadelijke bacteriën niet in ons lichaam kunnen doordringen. 1.1 DE OPBOUW VAN DE HUID Onze huid is opgebouwd uit verschillende lagen. De buitenste laag wordt de opperhuid genoemd, de tweede laag heet de lederhuid en daaronder ligt de onderhuid. De huid is op sommige plaatsen heel dun (1 mm), zoals op ons voorhoofd en de oogleden. Op andere plaatsen, zoals de voetzolen en handpalmen, is onze huid juist dik (4 mm). De opbouw van de huid: 1. hoornlaag 2. kiemcellenlaag 3. basaalcellenlaag 4. haarschede 5. porie 6. druklichaampje 7. warmtelichaampje 8. lamellairlichaampje 9. koudelichaampje 10. zenuw 11. zweetklier 12. talgklier 13. bloedvaten 14. onderhuidsvetweefsel © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003 15. haarwortel 18 Nederlandse Cosmetica Vereniging 1.1.1 De opperhuid De opperhuid bestaat uit huidcellen die in laagjes op elkaar gestapeld liggen. Nieuwe huidcellen ontstaan onderin de opperhuid en schuiven dan langzaam naar de oppervlakte. Daar doen ze twee tot vier weken over. Als ze de oppervlakte hebben bereikt, sterven ze af en vormen ze het buitenste laagje van de opperhuid, de hoornlaag. De hoornlaag heeft een belangrijke taak bij het regelen van het vochtgehalte en de soepelheid van onze huid. 6 1 Opbouw opperhuid: 1. hoornlaag 2. heldere laag 3. korrellaag 4 4. stekelcellaag 5 5. basaalcellenlaag 6. melanosyte 7. opening zweetklier 8. kiemcellenlaag 2 3 8 7 © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003 opbouw opperhuid (epidermis) Van buiten naar binnen worden aangetroffen: • stratum corneum (hoornlaag) • stratum lucidum (heldere laag) • stratum germinitivum (kiemcellenlaag) dat op zijn beurt bestaat uit: • stratum granulosum (korrellaag) • stratum spinosum (stekelcellaag) • stratum basale (basaalcellenlaag) DE HOORNLAAG BESTAAT UIT KERATINE EN CELRESTEN (58%), VETTEN, FOSFATIDEN EN ANDERE LIPIDEN (20%), WATEROPLOSBARE STOFFEN (15%) EN WATER (7%). TUSSEN DE HOORNLAAGCELLEN (CORNEOCYTEN) ZIT CELKIT. DIT IS EEN VETTIGE SUBSTANTIE DIE WERKT ALS CEMENT. CELKIT VERBINDT DE CELLEN ALS STENEN IN EEN MUUR. DAAROM KAN WATER NIET GEMAKKELIJK DE HUID BINNENDRINGEN OF ERUIT VERDAMPEN. CELKIT BESTAAT UIT CHOLESTEROL, VRIJE VETZUREN EN CERAMIDES. TIJDENS DE RIJPING SCHEIDEN DE HUIDCELLEN (KERATINOCYTEN) FOSFOLIPIDEN EN SFINGOMYELINE UIT. DEZE STOFFEN WORDEN IN HET STRATUM GRANULOSUM OMGEZET IN DE STOFFEN DIE DE CELKIT VORMEN. 19 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA corneocyte water celkit stenen en cementmodel (bricks and mortar model) Onderin de opperhuid, waar de jonge huidcellen worden aangemaakt, liggen cellen van ons afweersysteem. Deze cellen beschermen ons tegen het binnendringen van bijvoorbeeld bacteriën. Onderin de opperhuid liggen ook pigmentcellen. Dat zijn de cellen die de huidkleurstof melanine maken. Melanine geeft ons onze huidskleur en beschermt tegen UV-straling. Het zorgt dat we “bruin worden” als we in de zon komen. DE KLEURSTOF MELANINE WORDT GEVORMD IN DE PIGMENTCELLEN (MELANOCYTEN) IN DE BASAALCELLENLAAG. DE MELANOCYTEN MAKEN PAKKETJES MELANINE (MELANOSOMEN) EN ‘INJECTEREN’ DEZE IN DE JONGE HUIDCELLEN (KERATINOCYTEN). DE KERATINOCYTEN NEMEN DE KLEURSTOF VERVOLGENS MEE NAAR DE OPPERVLAKTE VAN DE HUID. WE HEBBEN TWEE SOORTEN MELANINE. DE VERHOUDING WAARIN DEZE TWEE SOORTEN IN ONZE HUID MENSEN MET EEN BRUINE EN ZWARTE HUID HEBBEN MEER EUMELANINE, MENSEN MET EEN LICHTE HUID, ROOD HAAR EN SPROETEN HEBBEN VOORAL PHAEOMELANINE. AANWEZIG ZIJN, BEPAALT ONZE HUIDKLEUR. 20 Nederlandse Cosmetica Vereniging 1.1.2 De lederhuid De tweede laag van de huid heet de lederhuid en bestaat vooral uit elastische vezels. De vezels worden gemaakt door de cellen die in de lederhuid liggen, en zorgen voor de veerkracht van onze huid. In de lederhuid liggen verder bloedvaatjes, talgklieren, haarzakjes, huidspiertjes, zenuwen en zweetklieren. Deze worden verderop in dit hoofdstuk besproken. Over haren, die natuurlijk ook op de huid worden aangetroffen, wordt in het hoofdstuk ‘Haarcosmetica’ meer verteld. DE CELLEN VAN DE LEDERHUID (DERMIS) HETEN FIBROBLASTEN. ZE MAKEN DRIE SOORTEN VEZELS: COLLAGEEN VEZELS, DIE VOOR DE STEVIGHEID VAN DE HUID ZORGEN, ELASTISCHE VEZELS, DIE VOOR DE REKBAARHEID ZORGEN, EN RETICULAIRE VEZELS DIE MET HUN NETACHTIGE STRUCTUUR VOOR STEVIGHEID EN WONDHELING ZORGEN. TUSSEN DE VEZELS HANGEN FIBROBLASTEN EN IMMUUNCELLEN (GRANULOCYTEN, MESTCELLEN, LYMFOCYTEN). DE CELLEN ZIJN AAN DE VEZELS BEVESTIGD DOOR HET EIWIT FIBRONECTINE. DE FIBROBLASTEN MAKEN OOK DE ZOGENAAMDE GRONDSUBSTANTIE (EXTRACELLULAIRE MATRIX) WAARIN DE VEZELS ZIJN INGEBED. DE GRONDSUBSTANTIE BEPAALT DE SPANNINGSTOESTAND VAN DE HIJ BESTAAT UIT EEN COMPLEX VAN HYALURONZUUR, PROTEOGLYCANEN EN GLYCOPROTEINEN. HUID EN WEERSTAND TEGEN DRUK (TURGOR). 1.1.3 De onderhuid De derde laag is de onderhuid of het onderhuids vetweefsel. Dit is een netwerk van vezels en vetcellen. De onderhuid is een warmte-isolerende laag en beschermt ons tegen afkoeling. In de vetcellen wordt het reservevet van ons lichaam opgeslagen, zodat de onderhuid ook een energie-opslagplaats is. Hij dient verder als stootkussen en beschermt onze spieren en botten tegen stoten van buitenaf. 1.1.4 Bloedvaten en zenuwen Net als andere delen van het lichaam heeft ook de huid voedingsstoffen nodig. Deze krijgt hij via de bloedvaatjes die in de lederhuid en de onderhuid lopen. De huid heeft ook nog een ander soort bloedvaten, die speciaal bedoeld zijn om de warmte van onze huid te regelen. Hoe dit werkt, wordt uitgelegd in de paragraaf “Warmteregeling”. In de huid lopen twee soorten zenuwen. De gevoelszenuwen waarschuwen ons voor pijn, kou, warmte en aanraking. De andere zenuwen, die onwillekeurige zenuwen worden genoemd, regelen de werking van onze bloedvaten en huidspiertjes. Deze zenuwen zorgen bijvoorbeeld dat we kippenvel krijgen als we het koud hebben of ergens van schrikken. De haartjes op de huid gaan dan rechtop staan. 21 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 1.1.5 Talgklieren In de huid vinden we bijna overal talgklieren, alleen op onze handpalmen en voetzolen komen ze niet voor. Op ons gezicht, schouders en rug zitten de meeste talgklieren. Talgklieren maken talg, ook wel huidvet genoemd. Huidvet beschermt de huid tegen uitdroging en tegen de groei van bacteriën. Als de talgklieren erg actief zijn, ontstaat een “vette huid”. Als ze juist niet actief zijn, ontstaat een “droge huid”. Veel mensen hebben een zogenaamde “gemengde huid”, waarbij de huid op voorhoofd, neus en kin vet is en op de wangen droog. Als talgklieren verstopt raken, ontstaan er puistjes. TALG BESTAAT VOORNAMELIJK UIT TRIGLYCERIDE, VETZUREN EN SQUALEEN. OP DE HUID WORDEN DE TRIGLYCERIDEN DOOR BACTERIËN OP DE HUID (HUIDFLORA) GEHYDROLYSEERD TOT VETZUREN. Squaleen O CH2O C O CH O C O CH2O C Triglyceride TRIGLYCERIDE: GLYCEROL DIENT ALS KAPSTOK VOOR DE DRIE VETZUURKETENS. BACTERIËN ZETTEN DE TRIGLYCERIDEN OP DE HUID OM IN VETZUREN. PER DAG MAKEN WE 2 GRAM TALG AAN. DIT IS EERST VLOEIBAAR EN VERVET LATER. IN TALG DIE AAN DE OPPERVLAKTE VAN DE HUID WORDT UITGESCHEIDEN, ZIT OOK AFVALMATERIAAL VAN CELLEN. HOEVEEL TALG IEMAND MAAKT IS ERFELIJK BEPAALD. DOOR UV STRALING NEEMT DE TALGPRODUCTIE AF. 1.1.6 Zweetklieren Zweetklieren komen bijna overal in de huid voor. Er zijn twee soorten zweetklieren. De ene soort heet eccriene zweetklieren. Deze maken een waterig zweet dat zich als een laagje over ons hele lichaam verdeelt, vooral op de handpalmen en voetzolen, 22 Nederlandse Cosmetica Vereniging het voorhoofd en in de oksels. Dit zweet dient om ons lichaam af te koelen, als we in een warme omgeving zijn, of als we sporten. Vers zweet is reukloos. Na enige tijd zetten bacteriën, die op onze huid leven, het zweet om in geurstoffen en treedt de typische zweetlucht op. VERS ZWEET BESTAAT UIT 99% WATER, 0,5% ZOUT EN 0,5% “AFVALSTOFFEN” VAN DE HUID. PAS ALS HUIDBACTERIËN DEZE AFVALSTOFFEN OMZETTEN ONTSTAAT “ZWEETLUCHT”. De andere soort heet apocriene zweetklieren. Deze vinden we alleen in de oksels, op de tepels en de geslachtsorganen. Ze maken een ander soort zweet, dat vet bevat en onze persoonlijke lichaamsgeur bepaalt. Als het vers is, is ook dit zweet geurloos. De typische “mensen-zweet-lucht” ontstaat als onze huidbacteriën het zweet omzetten in bepaalde geurstoffen. Bij mannen komen andere bacteriën op de huid voor dan bij vrouwen. Daarom ruikt zweet van mannen anders dan van vrouwen. DE ZWEETLUCHT VAN VROUWEN WORDT VEROORZAAKT DOOR MICROCOCCEN DIE ISOVALERIAANZUUR BIJ MANNEN WORDEN DOOR CORNEOBACTERIËN DE STOFFEN 5-ALPHA-ANDROSTENON, 5 ALFA-ANDROSTENOL EN 3-METHYL-2-HEXEENZUUR GEMAAKT. DIT MAAKT DAT HET ZWEET VAN MANNEN EN VROUWEN ANDERS RUIKT. MAKEN. 1.2 DE FUNCTIES VAN DE HUID 1.2.1 Bescherming tegen uitdroging Onze huid beschermt ons tegen uitdroging van het lichaam. De buitenste laag van de huid, de hoornlaag, bestaat uit dicht opeengepakte huidcellen die aan elkaar zitten vastgeplakt met zogenaamde celkit. De hoornlaag lijkt wel wat op een muur, waarbij de stenen (de huidcellen) aan elkaar vastzitten met cement (de celkit). De hoornlaag kan maar een klein beetje water opnemen of afgeven. Zo kan er niet teveel vocht uit het lichaam verdwijnen. Andersom kunnen water en andere stoffen ook niet zomaar de huid binnendringen. Ook dieper in de huid zijn de cellen zo aan elkaar geplakt dat water niet zomaar door de huid kan heendringen. Daarom kunnen we zwemmen of een bad nemen zonder dat onze huid liters water opzuigt. Dat de huid wel een beetje water opneemt zien we als we lang in bad zitten. We krijgen dan rimpelvingers en – tenen omdat de hoornlaag opzwelt. Door het opzwellen van de hoornlaag wordt de “muur” minder dicht. Er kan dan meer vocht verdampen. 23 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA Daarom droogt onze huid uit als we te lang baden. CELKIT VORMT EEN BARRIÈRE VOOR WATEROPLOSBARE STOFFEN, MAAR KAN OOK DOOR VETOPLOSBARE STOFFEN MOEILIJK GEPASSEERD WORDEN. OOK IN HET STRATUM LUCIDUM (DE HELDERE LAAG) ZIJN DE DICHTOPEENGEPAKTE CELLEN VERBONDEN DOOR DIT CEMENT. Talg en zweet vormen een vetlaagje op onze huid. Dit vetlaagje, dat hydrolipidefilm heet, is erg belangrijk. Het bevat, net als de hoornlaag eronder, stoffen die de huid soepel houden. Deze stoffen worden “natuurlijke hydraterende stoffen” genoemd. Ze zorgen dat de huid een beetje vocht kan opnemen uit de omgeving en soepel blijft. Omdat het vetlaagje zure stoffen bevat, kunnen schadelijke bacteriën niet op de huid groeien. DE HYDROLIPIDEFILM BESTAAT UIT ZWEET, TALG EN VERHOORNINGSPRODUCTEN EN BEVAT KERATINE, WATEROPLOSBARE ZUREN, ZOUTEN, EN WATER. DE PH WAARDE (ZUURGRAAD) IN DE HYDROLIPIDEFILM LIGT TUSSEN 5 EN 6. STOFFEN MET EEN PH ONDER 7 ZIJN ZUUR (ZOALS AZIJN), STOFFEN MET EEN PH BOVEN 7 ZIJN BASISCH (ZOALS SODA). DE HYDROLIPIDEFILM IS ZUUR. DIT KOMT DOOR MELKZUUR, DIVERSE AMINOZUREN, VETZUREN UIT TALG EN ZOUTEN. DE STOFFEN IN DE HYDROLIPIDEFILM KUNNEN ZOWEL ZURE ALS BASISCHE STOFFEN DIE OP DE HUID KOMEN NEUTRALISEREN. DAARDOOR KUNNEN DE MEESTE STOFFEN DIE OP DE HUID KOMEN DE ZUURGRAAD NIET AANTASTEN. DE ZURE OMGEVING IS GESCHIKT VOOR DE MICRO-ORGANISMEN DIE VAN NATURE OP DE HUID THUISHOREN. DEZE HUIDBACTERIËN BESCHERMEN HET LICHAAM TEGEN ZIEKMAKENDE MICRO-ORGANISMEN. NATUURLIJKE HYDRATERENDE STOFFEN (NATURAL MOISTURIZING FACTORS, NMF) ZIJN AMINOZUREN, AMMONIUMZOUTEN, UREUM, GLUCOSAMINE, MELKZUUR, CITROENZUUR EN HYALURONZUUR. 1.2.2 Bescherming tegen bacteriën In de opperhuid zitten cellen van ons afweersysteem. Schadelijke bacteriën, die ondanks het vetlaagje toch in de huid weten door te dringen, worden aangepakt door deze afweercellen. Dit is een ingewikkeld proces. Er ontstaat bijvoorbeeld een ontstekingsreactie waarbij allerlei stoffen vrijkomen die de bacteriën onschadelijk maken. In het afweerproces gaat soms iets mis. Dan kan er allergie of overgevoeligheid ontstaan. Bij een allergie reageert het afweersysteem heftig op stoffen of micro-organismen. Er ontstaat dan bijvoorbeeld hooikoorts of een andere reactie waar het hele lichaam aan meedoet. Overgevoeligheid is niet hetzelfde als allergie. Het is een oppervlakkige irritatie van 24 Nederlandse Cosmetica Vereniging de huid als daar bepaalde stoffen op komen. Deze stoffen veroorzaken irritatie bij sommige mensen en bij anderen helemaal niet. Bij de mensen die wel irritatieverschijnselen krijgen, spreken we van overgevoeligheid. 1.2.3 Bescherming tegen UV-straling Zonlicht is in het algemeen goed voor ons. Door zonlicht op onze huid kan ons lichaam bijvoorbeeld vitamine D vormen. Maar zonlicht heeft ook een aantal nadelen. Zonlicht bestaat uit UV-straling en dit is schadelijk voor de huid. Door teveel UV-straling veroudert onze huid sneller dan normaal het geval zou zijn. Ook kunnen huidziektes en kanker ontstaan. Onze huid heeft een paar mogelijkheden om zichzelf te beschermen tegen UV-straling. Zo kan hij meer pigment maken en huidcellen sneller laten groeien, zodat de huid wat dikker wordt. Maar deze maatregelen zijn niet genoeg. In het hoofdstuk over anti-zonnebrandmiddelen wordt hier nader op ingegaan. 1.2.4 Warmteregeling Als de bloedvaatjes in de lederhuid wijder worden, neemt de bloedtoevoer toe en kan ons lichaam overtollige warmte kwijtraken. De huid wordt dan rood. Dit gebeurt automatisch als iemand in een warme omgeving komt of zich inspant. Het kan ook gebeuren als iemand zich ongemakkelijk voelt en bloost. Als de bloedvaatjes nauwer worden, stroomt er minder bloed doorheen. Ons lichaam gebruikt dit om te voorkomen dat we teveel warmte verliezen, bijvoorbeeld in een koude omgeving. De huid wordt dan bleek. Dit kan ook gebeuren als iemand ergens van schrikt. Ook door te zweten kan de huid gekoeld worden. Zweet vormt een laagje water op de huid dat langzaam verdampt en zo voor verkoeling zorgt. Via de zweetklieren kunnen we meerdere liters vocht per dag uitzweten. Onze zweetklieren reageren niet alleen op warmte en inspanning, maar ook op emoties en scherpe smaken in het eten. NORMAAL GESPROKEN IS DE ZWEETPRODUCTIE 0,5 TOT 1 LITER PER DAG, MAAR DEZE KAN BIJ HOGE INSPANNING TOENEMEN TOT 1,5 TOT 2 LITER PER UUR, IN EXTREME GEVALLEN KAN DIT OPLOPEN TOT 4 LITER PER UUR. DAAROM IS HET BELANGRIJK VOLDOENDE WATER TE DRINKEN. 25 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 1.3 VERANDERINGEN IN DE HUID 1.3.1 Veroudering Tussen ons 25e en 30e levensjaar begint onze huid te verouderen. De huid verliest dan langzaam zijn rekbaarheid en soepelheid en er ontstaan rimpels. Dit komt doordat de elastische vezels hun structuur en normale vorm gaan verliezen. Op den duur wordt de huid dunner en slapper, kan minder goed water vasthouden en herstelt zich minder goed. De talgproductie neemt af en de huid wordt droger. Op hogere leeftijd neemt het aantal talg- en zweetklieren in onze huid af. De doorbloeding en vernieuwing van de huid wordt minder. Deze natuurlijke veroudering is niet te stoppen. Stress, verkeerde voeding, teveel drinken, roken en teveel zonlicht zorgen dat de huid sneller oud wordt dan normaal het geval zou zijn. De invloed van UV-straling is het grootst. 1.3.2 Verstoring Een belangrijke verstoring van de huid kan optreden bij wassen. Door wassen met water en zeep wordt het vetlaagje op de huid weggespoeld. De huid voelt dan droog en strak aan en er ontstaat jeuk. Het duurt enige tijd voordat de huid het vetlaagje weer heeft opgebouwd. Als de ontvetting heel erg is, kan er zelfs eczeem ontstaan. In de puberteit verandert de activiteit van de huid. Dit is het gevolg van de veranderingen in de hormonen van het lichaam. Er wordt in de puberteit meer talg aangemaakt, waardoor een vette huid ontstaat. De uitgangen van de talgklieren kunnen verstopt raken, waardoor de afvoer van celafval en talg verstoord raakt. In een verstopte talgklier kunnen bacteriën groeien, de klier ontsteekt en een puistje is het gevolg. Een huidafwijking die vooral bij vrouwen veel voorkomt, is de sinaasappelhuid of cellulitis. Door veranderingen in de vetcellen ontstaan putjes en bobbeltjes op de huid van billen en dijen. Het ontstaan van een sinaasappelhuid heeft niet zoveel te maken met hoe dik iemand is. Er is niet veel tegen te doen, behalve een dieet, massage en lichaamsbeweging. 26 27 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 2. ZEEP, BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN Zeep en bad- en doucheproducten zijn bedoeld om vuil, huidschilfers en zweet van onze huid te wassen. Daarnaast verzorgen ze de huid. 2.1 WERKZAME STOFFEN 2.1.1 Oppervlakteactieve stoffen in zeep, bad- en doucheproducten Met water alleen kunnen we vuil en vet niet goed wegwassen, omdat vet niet oplost in water. Daarom bevatten reinigingsproducten voor onze huid zogenaamde oppervlakteactieve stoffen. De bekendste oppervlakteactieve stof is zeep. Oppervlakteactieve stoffen hebben zowel een vetoplosbaar als een wateroplosbaar deel. Ze hechten met hun ene kant in het vuil en met hun andere kant in water. Zo zorgen ze ervoor dat vet en vuil van de huid spoelen, met het water mee. micel oppervlakte actieve stof vettig vuil WERKING OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN: OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN VERLAGEN DE OPPERVLAKTESPANNING TUSSEN TWEE NIET-MENGBARE FASEN, ZOALS WATER EN VETTIG VUIL. ZE VORMEN MICELLEN. 2.1.2 Terugvetters en hydraterende bestanddelen Een groot nadeel van oppervlakteactieve stoffen en zeep is dat ze niet alleen vuil, maar ook gedeeltelijk het natuurlijke vetlaagje van onze huid meenemen. Om dat tegen te gaan, worden terugvetters en hydraterende stoffen aan de producten toegevoegd. Terugvetters zijn stoffen die tijdelijk een kunstmatig vetlaagje op de huid aanbrengen, totdat onze huid zijn natuurlijke vetlaagje heeft hersteld. 28 Nederlandse Cosmetica Vereniging Met het natuurlijke vetlaagje verdwijnt ook een deel van de natuurlijke hydraterende stoffen, de vochtinbrengers van de huid. Hydraterende bestanddelen in zeep, bad- en doucheproducten vervangen tijdelijk de natuurlijke vochtinbrengers van de huid. Ze houden water vast en zorgen dat de huid soepel blijft. VOORBEELDEN VAN TERUGVETTERS IN NATUURLIJKE ZEEP ZIJN LANOLINE EN DERIVATEN, VETZUUR, VETALCOHOL EN LECITHINE. VOORBEELDEN GLYCOL. VAN HYDRATERENDE STOFFEN ZIJN GLYCERINE, GLYCOL, SORBETH EN POLYETHYLENE 2.1.3 Stoffen in Cosmetica die bederf tegen gaan Cosmetica moeten tegen een stootje kunnen. Ze worden bewaard in vochtige badkamers, worden meegenomen in de auto, liggen in de zon of gaan mee de bergen in. Bovendien zitten we met onze vingers aan de producten en blijven tubes en potjes ook wel eens zonder dop liggen. Toch mogen cosmetica uiteraard niet bederven. Daarom worden aan cosmetica speciale stoffen toegevoegd die zorgen dat de producten onder al deze omstandigheden vers blijven en hun werk blijven doen. 1. Conserveermiddelen Alle producten op waterbasis kunnen bederven als er bacteriën in groeien. Waterin-olie emulsies zijn daar minder gevoelig voor, net als producten die alcohol en zeep bevatten. Conserveermiddelen gaan de groei van bacteriën en schimmels tegen. In de Europese Cosmetica Richtlijn is vastgelegd welke stoffen hiervoor in cosmetica gebruikt mogen worden. Er worden ook cosmetica zonder conserveermiddelen gemaakt. Bij deze producten werken de hoge concentraties oppervlakteactieve stoffen of parfum als conserveermiddel of ze bevatten zo weinig water dat bacteriën er niet in kunnen groeien. VOORBEELDEN VAN CONSERVEERMIDDELEN ZIJN BENZOËZUUR, NATRIUMBENZOAAT, THIMEROSAL, 2-BROOM-2-NITROPROPAAN-1,3-DIOL EN IMIDAZOLIDINYLUREUM. SALICYLZUUR, 2. Anti-oxidanten Ook door contact met de buitenlucht kunnen cosmetica bederven. Dit heet oxidatief bederf. Om dit te voorkomen worden zogenaamde anti-oxidanten toegevoegd. 29 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA ANTI-OXIDANTEN VANGEN ZUURSTOFRADICALEN WEG. VOORBEELDEN VAN ANTI-OXIDANTEN ZIJN VITAMINE E (TOCOFEROL) ASCORBINEZUUR EN BUTYLHYDROXYANISOL. EN DIBUTYLHYDROXYTOLUEEN, 3. Complexeringsmiddelen In de cosmeticaproducten kunnen hele kleine verontreinigingen met zware metaalionen voorkomen. Als dat het geval is, kunnen oxidatief bederf of bacteriegroei nog sneller optreden dan normaal het geval is. Daarom worden zogenaamde complexeringsmiddelen, ook wel metaal-ionenbinders genoemd, toegevoegd. Deze stoffen binden aan de eventueel aanwezige zware metaal-ionen en zorgen dat ze geen schade kunnen aanrichten aan het product. EEN VOORBEELD VAN EEN METAAL-IONENBINDER IS EDTA 2.1.4 Hulpstoffen Hulpstoffen die aan zeep en bad- en doucheproducten worden toegevoegd zijn parfum, kleurstoffen, stoffen die zorgen dat het product een bepaalde dikte heeft en stoffen die zorgen dat de producten niet kunnen bederven. terugvetter oppervlakte actieve stof schuimvormer/terugvetter terugvetter INGREDIENTS: Aqua, Decyl glucoside, Cocamidopropyl betaine, Sodium lauroyl sarcosinate, Hexylene glycol, Silicone quaternium-8, Caprylic/Capric triglyceride, Sodium lauroyl lactylae, Polyquaternium-7, Glycerin, Tocopheryl acetate, Retinyl palmitate, Anthemis nobilis, Camellis oleifera, Aloe barbardensis, C1215 alkylbenzoate, Prunus amygdalus amara, Pentadecalactone, Anisaldehyde, Zea mays, Mannitol, Butylene glycol, Propylene glycol, BHT, DMDM hydantoin, Iodopropynyl butylcarbamate conserveermiddel schuimstabilisator Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie van een reinigende gezichtslotion 30 Nederlandse Cosmetica Vereniging 2.2 NATUURLIJKE ZEEP EN SYNTHETISCHE ZEEP 2.2.1 Samenstelling van natuurlijke zeep Zeep is een product dat we al eeuwen gebruiken om ons mee te wassen. Het is de bekendste oppervlakteactieve stof. De ouderwetse, natuurlijke zeep wordt gemaakt uit dierlijk of plantaardig vet. Daar is een scheikundige reactie voor nodig, die verzepingsreactie heet. Natuurlijke zeep kan vast zijn of vloeibaar, dat hangt af van de stoffen die worden gebruikt bij de verzepingsreactie. a) Verzeping van een vet (triglyceride) C H 2 OC OR C H-2OH C HC OR C H- OH + 3 NaOH 3 RC O 2Na + C H-2OH C H 2OC OR Vet + Natronloog Zeep + Glycerine b) Verzeping van vetzuren RCO2 H + Vetzuur + NaOH RCO2Na + H2O Natronloog Zeep Water + c) Verzeping van een vetzuurmethylester RCO2CH 3 + Vetzuurmethylester + N aOH RCO2Na + CH3OH Natronloog Zeep + Methanol De R in de reacties staat voor een koolstofketen die 12 tot 18 atomen lang is (R=C12-C18). EEN VERZEPINGSREACTIE IS EEN REACTIE TUSSEN EEN VET OF VETZUUR EN EEN LOOG (EEN BASISCHE STOF). ALS UITGANGSSTOF BIJ VERZEPING KAN EEN NEUTRAAL VET (TRIGLYCERIDE) GEBRUIKT WORDEN, EEN VETZUUR OF EEN VETZUURMETHYLESTER. I N DE VERZEPINGSREACTIE VAN EEN NEUTRAAL VET KOMT GLYCERINE VRIJ, BIJ VERZEPING VAN EEN VETZUURMETHYLESTER KOMT METHANOL VRIJ. 31 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA VOOR HET MAKEN VAN GOEDE ZEEP HEBBEN VETZUREN MET EEN LANGE KETEN (C12-18) DE VOORKEUR. ALS DE ZEEP MOET SCHUIMEN, KAN EEN MENGSEL MET KOKOSOLIE OF PALMKERNOLIE WORDEN GEBRUIKT. DEZE OLIËN BEVATTEN VEEL LAURINEZUUR, DAT VOOR SCHUIMONTWIKKELING ZORGT. VOOR HET MAKEN VAN VASTE ZEPEN WORDT NATRONLOOG GEBRUIKT (NAOH), VOOR VLOEIBARE ZEPEN KALILOOG (KOH). 2.2.2 Samenstelling van synthetische zeep Synthetische zeep wordt gemaakt van synthetische vetten. Ook deze zepen bevatten oppervlakteactieve stoffen die zorgen dat de huid schoon wordt. In het algemeen reinigen synthetische zepen grondiger dan natuurlijke zepen en ze kunnen in allerlei milde variaties worden samengesteld. VOORBEELDEN VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN SYNTHETISCHE ZEPEN ZIJN VETZUUR-ISOTHIONAAT, SULFOSUCCINATEN, VETZUUR-N-METHYLTAURIDE, ZWAVELBARNSTEENZUUR-ALKYL-HALFESTER, VETALCOHOLSULFAAT EN COCAMIDOPROPYL BETAÏNE. COCAMIDOPROPYL BETAÏNE IS EEN AMFOTERE OPPERVLAKTEACTIEVE STOF, DAT WIL ZEGGEN DAT HET ZOWEL EEN POSITIEVE ALS EEN NEGATIEVE LADING HEEFT. O CH3 | CH3– N+–CH2COO| CH3 + SO3- Na Vetalcoholsulfaat Betaïne O C N H CH2–COOH + N CH2– COO– CH2– COOH N-lauryl-1,3-diaminopropaan-N-tricarboxymethaan Oppervlakteactieve stoffen in synthetische zepen: een vetalcoholsulfaat en betaïne. 2.2.3 Soorten zeep Er zijn veel soorten zeep op de markt. Toiletzepen zijn gemaakt met vetzuren uit kokosolie. Ze bevatten terugvetters en geurstoffen. Meestal bevatten ze ook kleurstoffen. 32 Nederlandse Cosmetica Vereniging DE TERUGVETTERS IN TOILETZEPEN BESTAAN UIT VETZUREN ZOALS STEARINEZUUR, UIT LANOLINE, LECITHINE, PLANTAARDIGE OLIËN ZOALS AVOCADO-OLIE, EN ANDERE VETACHTIGE SUBSTANTIES. TOILETZEPEN BEVATTEN GLYCERINE OF LACTAAT OM UITDROGING VAN DE ZEEP TEGEN TE GAAN. HET IS BIJ DEZE ZEPEN MEESTAL NIET NODIG CONSERVERINGSMIDDELEN TOE TE VOEGEN. VOORBEELDRECEPT TOILETZEEP: MAX. 60% NATRIUMZEEP UIT TALG; MAX. 27% NATRIUMZEEP UIT KOKOSOLIE; MAX. 3% PARFUM; MAX. 2% GLYCERINE; MAX. 1% NATRIUMCHLORIDE. REST: SPECIFIEKE INGREDIËNTEN, GEUR- EN KLEURSTOFFEN, WATER. Variaties op toiletzeep zijn luxe-zepen, die veel parfum bevatten, en crèmezepen die veel terugvetters bevatten. Babyzeep bevat veel terugvetters en bevat weinig parfum. Deo-zepen remmen de groei van bacteriën die lichaamszweet omzetten en voor de typische zweetlucht zorgen. Vloeibare zepen bevatten minder oppervlakteactieve stoffen dan vaste zepen. Hand- en gezichtswaslotion bevatten een licht parfum en vrijwel geen kleurstoffen. De producten voor het wassen van handen worden vaak in een pompje verpakt. VOORBEELDRECEPT VLOEIBARE ZEEP: MAX. 15% KOKOSVETZUUR; MAX. 5% GLYCERINE; MAX. 3% PARFUM EN KALIUMOLEAAT; MAX. 2% PEG-12 GLYCERYL DISTEARAAT; MAX. 1% GLYCERYLSTEARAAT. REST: SPECIFIEKE INGREDIËNTEN, COMPLEXEERMIDDELEN, GEUR- EN KLEURSTOFFEN, WATER. 1 2 4 3 33 5 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 2.2.4 Het bereidingsproces van zeep Voor het maken van zeep zijn drie stappen nodig. De eerste stap is de verzepingsreactie. Dit gebeurt in een grote ketel. Tijdens het verzepen worden de conserveermiddelen en dergelijke al toegevoegd. Aan het einde van deze stap is er een waterige zeepmassa, die gedroogd moet worden. OM DE ZEEP BETER VERWERKBAAR TE MAKEN WORDEN HYDRATERENDE STOFFEN (VOCHTVASTHOU- DERS) TOEGEVOEGD, ZOALS GLYCERINE OF NATRIUMCHLORIDE. NA DE VERZEPINGSREACTIE BLIJFT ER 32% WATER BEVAT. DE OVERIGE 5% VAN DE ZEEPMASSA ZIJN HYDRATERENDE STOFFEN EN ANDERE TOEVOEGINGEN. EEN VLOEIBARE ZEEPMASSA OVER DIE VOOR 63% UIT GEBONDEN VETZUREN BESTAAT EN Het drogen, de tweede stap, vindt meestal plaats in een vacuüm getrokken cilinder (vacuüm wil zeggen dat er geen lucht bij kan komen). De zeepmassa is daarna een korrelige pap, die granulaat heet. Het granulaat moet 24 uur rusten voor het verder verwerkt kan worden. BIJ VACUÜMDROGING WORDT DE ZEEPMASSA VERHIT IN BUIZEN EN OP DE BINNENWAND VAN EEN ONDER VACUÜM STAANDE CILINDER GESPROEID. PROCES BEVAT DE ZEEPMASSA NOG EEN DEEL VAN HET WATER VERDAMPT EN NA HET 13% WATER. De derde stap heet confectioneren. Aan het granulaat worden parfums en kleurstoffen toegevoegd. Dan wordt het granulaat tot een lange sliert gekneed en door een machine in porties verdeeld. De afzonderlijke stukjes worden in vormen gedrukt en zien er dan uit zoals de stukken zeep die in de winkel komen. De zeepstukken worden apart verpakt voor de verkoop. Het confectioneringsproces van natuurlijke zeep: 1. zeepgranulaat in silo; 2. doseerpomp voor kleur- en geurstoffen; 3. mixer; 4. kneedmachine; 5. snijmachine; 6. zeeppers; 7. verpakkingsmachine; 8. verpakkingsmachine; 9. pallet met zeep. 6 7 8 9 34 Nederlandse Cosmetica Vereniging 2.3 BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN Net als zeep zijn bad- en doucheproducten bedoeld om vet en vuil van de huid te wassen. Dit moeten ze doen zonder de huid te veel uit te drogen. Ze zijn ook bedoeld om een fris gevoel te geven en de huid te stimuleren. 2.3.1 Samenstelling van bad-en doucheproducten Bad- en doucheproducten bevatten oppervlakteactieve stoffen om de huid schoon te maken. Andere ingrediënten zijn, net als bij zeep, terugvetters en hydraterende bestanddelen. Verder bevatten ze kleur- en geurstoffen en conserveermiddelen. VOORBEELDEN VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN BAD EN DOUCHEPRODUCTEN LAAT, VETALCOHOLETHOXYLAAT EN VETZUURMONOETHANOLAMIDE. ZIJN CARBOXY- OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN ALS VETALCOHOLETHERSULFAAT SCHUIMEN HET MEEST. VOORBEELDEN VAN TERUGVETTERS IN BAD EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN GLUCOSIDE, TRIGLYCERIDE, VETZUURESTER EN MONO- EN DIGLYCERIDE VAN VETZUUR, ALKANOLAMIDE, VETALCOHOL EN LANOLINE EN LECITHINE DERIVATEN. BIJ SCHUIMENDE PRODUCTEN WORDT GEËTHOXYLEERD VETZUUR GEBRUIKT OMDAT DIT DE SCHUIMVORMING NIET BEÏNVLOEDT. VOORBEELDEN VAN HYDRATERENDE BESTANDDELEN IN BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN AMINOZUREN, GLYCERINE, NATRIUM/KALIUMACETAAT, PYRROLIDONE CARBOXYLIC ACID, MELKZUUR EN SORBITOL. Bad- en doucheproducten zijn vloeibaar, maar mogen niet te waterig zijn. Dan zouden ze te snel van de handen of een washandje afspoelen. Ze bevatten daarom verdikkingsmiddelen die voor de stroperigheid zorgen. Verder bevatten bad- en doucheproducten schuimstabilisatoren en parelglans- en vertroebelingsmiddelen. Deze toevoegingen zijn vooral bedoeld om de producten er mooi uit te laten zien. VOORBEELDEN VAN VERDIKKINGSMIDDELEN IN BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN VETALCOHOLETHOXYLAAT, CHLORIDEN EN SULFATEN, POLYSACCHARIDE, CARBOXYVINYLPOLYMEER. OOK NATRIUMCHLORIDE IS EEN VERDIKKINGSMIDDEL. BEPAALDE OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN KUNNEN OOK ALS VERDIKKINGSMIDDELEN WORDEN GEBRUIKT. ANDERE OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN WORDEN ALS SCHUIMSTABILISATOREN GEBRUIKT, BIJVOORBEELD ALKANOLAMIDE. DEZE HEBBEN TEVENS EEN TERUGVETTENDE WERKING. 35 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA oppervlakte actieve stof en schuimvormer terugvetter verdikkingsmiddel verdikkingsmiddel parelglansmiddel INGREDIENTS: Aqua, Sodium laureth sulfate, Lauramidopropyl betaine, Cocamide MEA, PEG-7 glyceryl cocoate, Glycol stearate, Aloe vera, Parfum, Cocoyl sarcosine, PEG-8, Methylparaben, Diazolidinyl urea, Disodium EDTA, Propylparaben, CI 42053, CI 19140 stabilizator verdikkingsmiddel oppervlakte actieve stof en schuimvormer kleurstof conserveermiddel Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie voor een badschuim 2.3.2 Soorten bad- en doucheproducten Badschuim bevat veel oppervlakteactieve stoffen en is stroperig. Het schuim ontstaat door de oppervlakteactieve stoffen en wordt stevig gehouden door schuimstabilisatoren. VOORBEELDRECEPT BADSCHUIM: MAX. 10% C12-14 VETALCOHOLSULFAAT; MAX. 5% KOKOSVET4% LAURYLALCOHOLCARBOXYLAAT; MAX. 2% KOKOSAMIDEBETAÏNEDIACETAAT, KOKOSMONOETHANOLAMIDE EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEURSTOFFEN EN STOFFEN DIE DE PH REGELEN. ZUURMONOGLYCERIDE; MAX. Doucheschuim lijkt op badschuim, maar is vloeibaarder en bevat minder oppervlakteactieve stoffen en parfum. Doucheproducten zijn zuur. Hierdoor tasten ze het vetlaagje op de huid niet aan. VOORBEELDRECEPT DOUCHESCHUIM: MAX. 8% C12-14 VETALCOHOLSULFAAT; MAX. 4% C12-14 VETALCOHOLSULFOSUCCINAAT; MAX. 3% KOKOSVETZUURMONOGLYCERIDE; MAX. 2% KOKOSAMIDEBETAÏNE EN GLYCERINE MONOLAURAAT; MAX. 1% EIWITHYDROLYSAAT,POLYETHYLEENGLYCOLDISTEARAAT EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEURSTOFFEN EN STOFFEN OM PH TE REGELEN Crèmedouchebaden (ook wel 2 in 1 baden genoemd) zijn een combinatie van een douche- of schuimbadproduct en een verzorgende lotion. Ze lijken in grote lijnen op schuimbaden, maar bevatten meer terugvetters en huidverzorgende stoffen. Badoliën schuimen niet en laten een laagje achter op de huid. Ze beschermen tegen uitdroging en maken de huid gladder. Badoliën kunnen als een film op het 36 Nederlandse Cosmetica Vereniging wateroppervlak liggen. Ze zijn meestal geparfumeerd. VOORBEELDRECEPT BADOLIE: MAX. 25% ISOPROPYLMYRISTAAT; MAX. 20% PARAFFINE-OLIE EN 2OCTYLDODECANOL; MAX. 10% LAURYLALCOHOL EN C8-10 VETZUURTRIGLYCERIDE; MAX. 3% PARFUM. REST: OVERIGE INGREDIËNTEN, KLEURSTOFFEN. Badkristallen, badparels of –tabletten zijn niet echt bedoeld om de huid schoon te maken, maar meer om het water kleur en geur te geven. Badtabletten bevatten stoffen die zorgen dat ze uit elkaar vallen. Zodra ze in aanraking komen met water komt er een beetje kooldioxide of zuurstof vrij en gaan ze bruisen. EEN KOOLZUURBADTABLET BEVAT NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT EN CITROEN- OF WIJNSTEENZUUR. KOOLSTOFDIOXIDE KOMT VRIJ DOOR DE REACTIE VAN NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT MET WIJNZUUR ALS DE TABLET OPLOST IN WATER. EEN ZUURSTOFBADPRODUCT BESTAAT UIT NATRIUMPERBORAAT OF –PERCARBONAAT MET BARNSTEENZUUR OF ADIPINEZUUR. DOOR DE COMBINATIE VAN PEROXOVERBINDINGEN KOMT BIJ CONTACT MET WATER ZUURSTOF VRIJ. BADTABLETTEN BEVATTEN ALS BINDMIDDEL TALK, SILICAAT OF ZETMEEL. DE PRODUCTEN VALLEN UIT ALS “SPRINGMIDDEL”, DAT ERVOOR ZORGT DAT HET PRODUCT MET KRACHT UIT ELKAAR VALT, WORDEN NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE, GELATINE EN PECTINE GEBRUIKT. ELKAAR ALS ZE IN CONTACT MET WATER KOMEN. 2.3.3 Het bereidingsproces van bad- en doucheproducten De bereiding van bad- en doucheproducten is eenvoudig. De verschillende ingrediënten worden in een ketel door elkaar gemengd met behulp van een industriële mixer. Meestal is dit een koud proces en hoeft er niet verwarmd te worden. De volgorde waarin de ingrediënten worden toegevoegd is belangrijk, omdat het product niet te stroperig mag worden. Sommige verdikkers worden daarom meestal aan het begin van het proces toegevoegd, andere juist aan het eind. Omdat er oppervlakteactieve stoffen worden toegevoegd bevat het mengsel eerst altijd lucht. Dit verdwijnt na enige tijd. Daarom laat men het mengsel enkele uren rusten voordat het in flesjes wordt verpakt. VERDIKKERS DIE AAN HET BEGIN VAN HET PROCES MOETEN WORDEN TOEGEVOEGD ZIJN XANTHAAN (EEN NATUURLIJKE VERDIKKER) EN CARBOMER (EEN SYNTHETISCHE VERDIKKER). DIT ZIJN VERDIKKERS IN POEDERVORM DIE NIET GOED OPLOSSEN ALS ER BEPAALDE ANDERE INGREDIËNTEN AL IN HET MENGSEL AANWEZIG ZIJN. VERDIKKERS DIE AAN HET EIND VAN HET PROCES MOETEN WORDEN TOEGEVOEGD ZIJN ZOUT EN ETHYLEENGLYCOLETHERS VAN LAURYLALCOHOL (B.V. LAURETH-2). 37 38 39 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 3. GEZICHTSREINIGINGS- EN GEZICHTSVERZORGINGSPRODUCTEN 3.1 WERKZAME STOFFEN 3.1.1 Emulsies en emulgatoren In gezichtsreinigingsproducten en gezichtsverzorgingsproducten zitten zowel waterige stoffen als olie-achtige stoffen. Omdat water en olie van nature niet mengen, zijn de producten vaak een “emulsie”. Dit zijn speciale mengsels waarin deze stoffen toch samen in één product kunnen zitten. Producten waarbij hele kleine olie-druppeltjes zweven in een waterige substantie worden olie-in-water (o/w) emulsies genoemd. Producten waarbij waterdruppeltjes zweven in de olie-achtige basis heten water-in-olie (w/o) emulsies. Mayonaise is een olie-in-water emulsie, een mengsel van eigeel (waterig) en olijfolie (olie). Om een emulsie te maken zijn speciale stoffen nodig die emulgatoren heten. Emulgatoren zijn stoffen met een wateroplosbaar en een vetoplosbaar deel. Ze trekken daarom met hun ene kant waterige stoffen aan en met de andere kant olieachtige stoffen aan. Ze vormen een brug tussen de twee soorten stoffen. Ze zorgen dat in een o/w emulsie de vetdruppeltjes in een waterige omgeving kunnen blijven zweven. In een w/o emulsie zorgen ze juist dat waterdruppeltjes in een olie-achtige omgeving blijven zweven. VOORBEELDEN VAN EMULGATOREN ZIJN GLYCERINE MONODISTEARAAT, SORBITAANVETZUREN EN POLYSORBATEN. I N O/W EMULSIES WORDEN EMULGATOREN GEBRUIKT DIE OVERWEGEND WATEROPLOSBAAR ZIJN, BIJ W/O EMULSIES WORDEN JUIST EMULGATOREN GEBRUIKT DIE OVERWEGEND VETOPLOSBAAR ZIJN. EIGENLIJK BEPAALT DE EMULGATOR OF EEN EMULSIE EEN W/O OF EEN O/W PRODUCT WORDT. VOORBEELDEN VAN EMULGATOREN IN O/W EMULSIES ZIJN ZEPEN, VETALCOHOLEN, PEG-ESTERS VAN VETZUREN, MONO- EN DIALKYLETHERFOSFAAT. I N W/O EMULSIES WORDEN MEESTAL VETZUURESTERS VAN POLYGLYCERINE OF PEG-ESTERS VAN VETZUREN GEBRUIKT, OF CHOLESTEROL EN STEARINEN. ER BESTAAN OOK O/W/O SYSTEMEN. HIERBIJ IS DE O/W EMULSIE OPNIEUW IN EEN OLIE VERWERKT (MET BEHULP VAN EEN W/O EMULGATOR). HET PRODUCT HEEFT DAN DRIE FASEN. OP DIE MANIER KUNNEN OOK W/O/W SYSTEMEN GEMAAKT WORDEN. HET VOORDEEL VAN DRIE-FASEN PRODUCTEN IS DAT WERKZAME STOFFEN OVER EEN LANGERE TIJD VRIJ KUNNEN KOMEN. OOK KUNNEN OP DEZE MANIER INGREDIËNTEN IN EEN PRODUCT VERWERKT WORDEN DIE ANDERS ELKAARS WERKING TENIET ZOUDEN DOEN. 40 Nederlandse Cosmetica Vereniging 3.2 Gezichtsreinigingsproducten Om onze gezichtshuid goed te verzorgen is het erg belangrijk dat we de huid goed schoonmaken. Alleen op een schone huid kunnen de verzorgingsproducten hun werk doen. Met gewone zeep kunnen we vuil en afvalstoffen, zoals talg, niet volledig wegwassen. Daarom zijn er speciale reinigingscrèmes en –melk voor het gezicht. In de puberteit neemt de talgproductie toe en wordt onze huid vet. De talgklieren kunnen verstopt raken, zodat er puistjes ontstaan. Om deze “probleemhuid” te reinigen zijn er speciale producten. 3.2.1 Samenstelling van gezichtsreinigingsproducten Gezichtstonics bevatten alcohol, plantenextracten, ingrediënten die de huid kalmeren, stoffen die de groei van bacteriën remmen en stoffen die de huid samentrekken en glad maken. In producten die speciaal zijn bedoeld voor een vette huid met puistjes, zitten synthetische zepen en stoffen die de groei van bacteriën remmen en ontstekingen tegengaan. Het zijn meestal emulsies op olie-in-water basis of vetvrije gels. 3.2.2 Soorten gezichtsreinigingsproducten Gezichtsreinigingscrèmes zijn bedoeld voor mensen met een droge huid, en om zware make-up mee te verwijderen. Reinigingsmelk kan worden gebruikt bij een normale huid en om lichte make-up weg te wassen. VOORBEELDRECEPT GEZICHTSREINIGINGSPRODUCT: M AX. 12% PARAFINEOLIE; MAX. 8% ; 5% PROPYLEENGLYCOL, GLYCERYLSTEARAAT; MAX. 3% VASELINE; MAX. 2% LANOLINE ALCOHOL, EIWIT-VETZUUR CONDENSAAT; MAX. 1% POLYACRYLZUUR, TRIETHANOLAMINE, STEARINE ZUUR. REST: WATER, PARFUM, ANTI-OXIDANTEN, CONSERVERINGSMIDDELEN. ISOPROPYLSTEARAAT Er zijn ook gezichtsreinigingsproducten die de huid verzorgen en kalmeren. Reinigingslotions en -tonics verwijderen make-up resten en stimuleren de opbouw van het natuurlijke beschermende laagje van de huid. VOORBEELDRECEPT GEZICHTSTONIC: MAX. 15% ALCOHOL; MAX. 5% EXTRACT; MAX. 1% PANTHENOL, CAMPHER. REST: WATER, PARFUM. 41 SORBITOL, HAMAMELIS Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA Er bestaan speciale reinigingsproducten voor de probleemhuid. REINIGINGSPRODUCTEN VOOR DE PROBLEEMHUID HEBBEN EEN LICHT ZURE PH (5) OM DE BACTERIEGROEI TE REMMEN EN DE HUID LICHT UIT TE DROGEN. ZE BEVATTEN VETALCOHOLETHERSULFATEN, SULFOSUCCINATEN EN BETAÏNEN. Werkzame stoffen in gezichtreinigingsproducten voor de probleemhuid: C OOH S Cl O OH O H 2N OH NH 2 Cl Salicylzuur Zwavel H 3C C H3 H 3C Ureum H 2N O HO Cl Triclosan H N H N O N H O CH 3 Alpha-bisabolol Allantoine 3.3 GEZICHTSVERZORGINGSPRODUCTEN Gezichtsverzorgingsproducten zijn bedoeld om de huid van het gezicht soepel te houden. Ze zorgen dat de huid zijn natuurlijke beschermende laagje houdt en brengen vocht in de huid. Ze beschermen de huid tegen weersinvloeden, water en UVstraling. Er zijn speciale producten voor een vette of een droge huid, de rijpere huid en de gevoelige huid. In producten voor de gevoelige huid zitten bijvoorbeeld geen parfum en kleurstoffen. Veel crèmes bevatten vitamines, mineralen en UV-filters. Om de “probleemhuid”, een vette huid met puistjes, te verzorgen zijn er speciale producten. 3.3.1 Samenstelling van gezichtsverzorgingsproducten Verzorgende bestanddelen De verzorgende ingrediënten van huidverzorgingsproducten zijn vaak een mengsel van olie, vet en was. Ze houden de huid soepel en maken het product smeerbaar. Nachtcrèmes zijn meestal moeilijker uit te smeren dan dagcrèmes en vormen een dikker laagje op de huid. 42 Nederlandse Cosmetica Vereniging Hydraterende stoffen Hydraterende bestanddelen zijn stoffen die vocht vasthouden en de huid soepel houden. Stoffen die van buitenaf op de huid worden aangebracht, werken voornamelijk op de bovenste lagen van de huid. “Huidvoedende” producten bevatten vitamines en hydraterende stoffen. HYDRATERENDE STOFFEN ZIJN SORBITOL, UREUM OF PYROGLUTAMINEZUUR. DEZE STOFFEN VOORZIEN DE HUID VAN WATERBINDING TOT MAXIMAAL 5 UUR. HYALURONZUUR EN POLYSACCHARIDEN GAAN EEN BINDING AAN MET HET KERATINE IN DE HOORNLAAG. H IERDOOR BEWAREN DEZE STOFFEN HUN WERKING VOOR MINSTENS 12 UUR. Stoffen die de opname door de huid vergemakkelijken Als de huid wordt afgedekt en warm is, kunnen stoffen beter in de huid worden opgenomen. Daarom worden sommige producten als “masker” aangebracht en na enige tijd weer afgespoeld. Aan allerlei cosmetica worden bepaalde stoffen toegevoegd die de opname door de huid verbeteren. DE BUITENSTE HUIDLAGEN WORDEN LOSSER ALS ZE MEER WATER BEVATTEN. HETZELFDE EFFECT WORDT BEREIKT DOOR BIJVOORBEELD SALICYLZUUR EN ANDERE STOFFEN DIE DE HOORNLAAG EEN BEETJE OPLOSSEN. Liposomen Liposomen zijn microscopisch kleine bolletjes. Aan de buitenkant bestaan ze uit vette stoffen en in de kern hebben ze wateroplosbare werkzame stoffen. Ze hechten zich op en een beetje in de buitenste laag van de huid. Dan laten ze de werkzame bestanddelen los. Zo kunnen stoffen in de huid komen die anders zouden worden tegengehouden door de hoornlaag. OMDAT DE WATEROPLOSBARE BESTANDDELEN ZITTEN OPGESLOTEN IN DE LIPOSOMEN, KUNNEN ZE NIET BEDERVEN EN HOEVEN ER GEEN CONSERVEERMIDDELEN TE WORDEN TOEGEVOEGD. Overige toevoegingen Aan huidverzorgingsproducten worden allerlei stoffen toegevoegd, zoals bijvoorbeeld UV-filters en anti-oxidanten. Deze stoffen beschermen de huid tegen de schadelijke invloed van UV-straling. Over UV-straling en de huid wordt meer uitgelegd in het hoofdstuk over anti-zonnebrandmiddelen. Andere stoffen die worden toegevoegd zijn bijvoorbeeld fruitzuren. Deze verwijderen de losse hoorncellen van de huid en stimuleren de groei van nieuwe huidcellen. 43 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA ANDERE TOEVOEGINGEN ZIJN VITAMINEN DIE DE HUID VERZORGEN, ALLANTOINE (MAAKT EEN RUWE HUID GLADDER), BISABOLOL (KALMEERT DE HUID) EN PLANTENEXTRACTEN (KUNNEN DE DOORBLOEDING VERBETEREN). Verder worden conserveermiddelen toegevoegd, stoffen om de zuurgraad te regelen, verdikkingsmiddelen en parfum. ZUREN EN BASEN DIE WORDEN GEBRUIKT OM DE ZUURGRAAD VAN HET PRODUCT TE REGELEN ZIJN CITROENZUUR EN NATRONLOOG. POLYACRYLAAT, CELLULOSE EN GELATINE ZIJN VERDIKKINGSMID- DELEN. emulgator hydraterend bestanddeel I NGREDIENTS: Aqua, Glycerin, Cetylpalmitate, Cetylalcohol, Quaternium-22, Glyceryl hydroxy stearate, Dimethicone, Stearic acid, Cyclomethicone, Dimethiconol, Steareth-100, Octyldodecyl myristate, Potassium hydroxide, DMDM hydantoin, Iodopropynyl butylcarbamate, Carbomer, Parfum, Tetrasodium EDTA, Acrylates/C10-30 alkyl acrylate crosspolymer conserveermiddel verdikkingsmiddel conserveermiddel Voorbeeld van een ingrediënten declaratie voor een gezichtscrème 3.3.2 Soorten gezichtsverzorgingsproducten De meeste gezichtsverzorgingsproducten zijn olie-in-water verbindingen. Ze trekken snel in de buitenste huidlaag en kunnen met water worden afgewassen of met een watje worden afgenomen. Ze zijn geschikt voor de jonge, vette huid en worden gebruikt in dagcrèmes. Ze bevatten conserveermiddelen. VOORBEELDRECEPT OLIE-IN-WATER CRÈME: MAX.15% PARAFFINEOLIE; MAX. 4% CAPRYLCAPRINEZUURTRIGLYCERIDE; MAX. 3% CETYLALCOHOL, GLYCERINE EN VASELINE; MAX. 2% GLYCERINE MONOSTEARAAT, OCTYLDODECANOL, KOKOSVET; MAX. 1% CETYLFOSFAAT REST: WATER, NATRIUMHYDROXIDE, PARFUM, CONSERVEERMIDDELEN. Water-in-olie producten zijn geschikt voor de droge huid en worden gebruikt als nachtcrèmes. Ze zijn niet zo gevoelig voor bederf door bacteriën, maar wel voor bederf aan de lucht; als het potje blijft openstaan zouden ze ranzig kunnen worden. 44 Nederlandse Cosmetica Vereniging Om dit te voorkomen bevatten ze anti-oxidanten. VOORBEELDRECEPT WATER-IN-OLIE CRÈME: MAX. 9% VASELINE; MAX. 5% TRIGLYCERIDE; MAX. 4% RICINUSOLIE, OZOKERIT EN PARAFFINEOLIE; MAX. 3% BIJENWAS; MAX. 2% GLYCERINE EN LANOLINE; MAX. 1% MAGNESIUMSULFAAT. REST: WATER, PARFUM, CONSERVEERMIDDELEN. Verder bestaan er huidverzorgingsoliën, die plantenolie bevatten, zoals amandel en avocado-olie. Deze producten bevatten geen water. Ze bevatten anti-oxidanten om te voorkomen dat de producten ranzig worden. Hydrogels zijn transparant en bestaan uit wateroplosbare ingrediënten en verdikkingsmiddelen. Er bestaan ook hydrogels waaraan vloeibare vetten zijn toegevoegd. Deze producten heten hydrodispersie-gel. Er bestaan speciale verzorgende crèmes voor de probleemhuid. IN DE VERZORGINGSPRODUCTEN MOGEN GEEN STOFFEN GEBRUIKT WORDEN DIE HET ONTSTAAN VAN “MEE-ETERS” STIMULEREN, ZOALS ISOPROPYLMYRISTAAT OF NATRIUMLAURYLSULFAAT. IN PLAATS DAARVAN BEVATTEN ZE PARAFFINE, SILICONENOLIE, ACETYL- EN STEARYLALCOHOL, GLYCERINE EN PROPYLEENGLYCOL. 45 46 47 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 4. HAND- EN VOETVERZORGINGSPRODUCTEN De huid van onze handen en voeten heeft het zwaar te verduren. Met onze handen zitten we vaak in het water, bijvoorbeeld als we afwassen of onze handen wassen. Onze voeten zitten de hele dag opgesloten in schoenen en sokken. Voor de verzorging van de huid van handen en voeten zijn speciale cosmetische producten op de markt. 4.1 SAMENSTELLING VAN HAND- EN VOETVERZORGINGSPRODUCTEN Verzorgingsproducten voor de handen bevatten vette bestanddelen, conserveermiddelen en geurstoffen. Ze moeten snel in de huid trekken en deze glad en soepel maken, zonder een vettig laagje achter te laten. Ze bevatten meestal zowel waterige als vettige stoffen en zijn daarom vaak verwerkt in een emulsie. In het hoofdstuk over gezichtsverzorgingsproducten wordt uitgelegd wat een emulsie is. Verzorgingsproducten voor de voeten reinigen en verfrissen de huid en maken hem zacht en glad. Op onze voeten en voetzolen hebben we veel zweetklieren. Omdat voeten meestal opgesloten zitten in sokken en schoenen kunnen bacteriën gemakkelijk groeien. De bacteriën zetten zweet om in geurstoffen en kunnen zo voor voetengeur zorgen. Daarom bevatten veel voetverzorgingsproducten deodorant en stoffen die de ontwikkeling van zweet tegengaan. Voeten kunnen beter niet met gewone zeep worden gewassen. Zeep is basisch (het tegenovergestelde van zuur) en zorgt voor een omgeving waarin bacteriën harder gaan groeien. Verzorgende producten voor de voeten, zoals voetbaden, zijn daarom licht zuur. De ontwikkeling van zweet kan geremd worden door stoffen die de huid samentrekken. Voorbeelden zijn aluminiumsulfaat, aluminiumchloorhydraat, natriumchloride, aluin, en magnesiumsulfaat. Stoffen die de hoornhuid zachter maken zijn natriumwaterstofcarbonaat , natriummetafosfaat en salicylzuur. Stoffen met een antibacteriële werking zijn bijvoorbeeld cetylpyridinium chloride en ethylparaben. 4.2 SOORTEN PRODUCTEN VOOR HAND- EN VOETVERZORGING Handcrèmes bevatten veel water en waterbindende stoffen. Verder bevatten ze vetten die een beschermend, maar niet vet laagje achterlaten op de huid. 48 Nederlandse Cosmetica Vereniging WATERBINDENDE STOFFEN ZIJN GLYCEROL, SORBITOL EN PROPYLEENGLYCOL. BESCHERMENDE VETTE STOFFEN ZIJN SILICONENOLIE, VETZUREN, VASELINE EN PARAFFINE. Voor de verzorging van onze voeten bestaan er voetbaden, crèmes, poeder, deodorant en anti-transpiratieproducten. Deodorants en anti-transpiratieproducten voor de voeten remmen de ontwikkeling van zweet en gaan de omzetting van zweet in geurstoffen tegen. Voetpoeders doen dit ook. Voetcrèmes en -balsems verzorgen de huid en kunnen worden gebruikt bij voetmassage. Ze zijn bedoeld om direct na het wassen aan te brengen. Ze beschermen tegen het ontstaan van blaren en eelt en gaan bacteriegroei tegen. Voetcrèmes bevatten water, voetbalsems niet. VOORBEELDRECEPT VOETBALSEM: MAX. 85% VASELINE; MAX. 5% PARAFFINE ; MAX. 3% LANOLINE EN METHYLSALICAAT; MAX. 2% KAMFER; MAX. 1% MENTHOL EN EUCALYPTUSOLIE. Voetbaden zijn bedoeld voor het reinigen van de huid en het verbeteren van de doorbloeding. Ze kunnen desinfecterend zijn. Ze zijn licht zuur, reguleren de zweetontwikkeling en maken de huid zachter. Er bestaan ook deo-voetbaden. VOORBEELDRECEPT VOETBADZOUT: MAX. 40% NATRIUMCARBONAAT; MAX. 30% NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT; MAX. 15% NATRIUMSULFAAT; MAX. 8% KRUIDENEXTRACTEN EN PARFUM; MAX. 5% NATRIUMPERBORAAT; MAX. 2% NATRIUMLAURYLSULFAAT. Voetpoeder wordt op de voeten aangebracht na het voetbad. Het remt de ontwikkeling van zweet, en zweetgeur. Verder gaat het schimmelinfecties tegen. Voetpoeder maakt de huid glad en werkt verkoelend. VOORBEELDRECEPT VOETPOEDER: MAX. 88% TALK; MAX. 8% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX. 3% SILICIUMDIOXIDE; MAX. 2% SALICYLZUUR. 49 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 50 Nederlandse Cosmetica Vereniging 51 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 5. ANTI-ZONNEBRANDMIDDELEN De zon heeft veel positieve effecten op ons. Van zonlicht worden we vrolijk en krijgen we een kleurtje. Ons lichaam heeft zonlicht nodig om vitamine D aan te maken. Zonlicht heeft echter ook negatieve effecten. Het bevat UV straling die onze huid rood en pijnlijk verbrandt en sneller laat verouderen. Teveel UV-licht kan zelfs huidziekten, zoals kanker, veroorzaken. Als we de schadelijke effecten van UV-straling willen voorkomen moeten we verstandig zonnebaden. Daarnaast hebben we speciale cosmetica nodig, de anti-zonnebrandmiddelen. 5.1 ZONLICHT EN DE HUID 5.1.1 UV-straling Zonlicht bestaat uit verschillende soorten straling. Onze ogen kunnen alleen straling zien met een golflengte tussen 400 en 800 nm, het zichtbare licht. Het grootste gedeelte van de zonnestraling heeft een andere golflengte en is onzichtbaar voor ons. Dit is bijvoorbeeld infraroodstraling en ultraviolette (UV) straling. ER ZIJN DRIE SOORTEN UV-STRALING, WAARVAN UV-A EN UV-B STRALING VOOR ONS VAN BELANG ZIJN. UV-A STRALING HEEFT EEN GOLFLENGTE VAN 320 TOT 400 NM, UV-B VAN 280 TOT 320 NM. ER BESTAAT OOK UV-C STRALING MET EEN GOLFLENGTE VAN 100 TOT 280 NM, MAAR DEZE WORDT DOOR DE OZONLAAG IN DE ATMOSFEER TEGENGEHOUDEN EN BEREIKT HET AARDOPPERVLAK NIET. De voor ons onzichtbare UV-B straling zorgt dat we bruin worden en “verbranden”. Bij een lichte zonnebrand wordt de huid rood, bij een ernstige zonnebrand krijgen we blaasjes en blaren. Zonnebrand zie je niet meteen terwijl je in de zon ligt, maar pas na 4 tot 6 uur. Als mensen vaak verbranden, vooral als dat in hun kinderjaren is gebeurd, hebben ze meer kans huidkanker te krijgen. Dit komt doordat bij zonnebrand een beschadiging optreedt van het erfelijk materiaal (DNA) in de huidcellen. Ook raakt door zonnebrand het immuunsysteem verzwakt. UV-A straling zorgt voor een snelle veroudering van onze huid, veel sneller dan door natuurlijke veroudering zou gebeuren. UV-B STRALING WORDT DEELS TERUGGEKAATST DOOR DE HOORNLAAG, DEELS OPGENOMEN DOOR HET HUIDPIGMENT MELANINE EN DEELS VERSPREID IN DE HUID. DE VERSPREIDE STRALING ZORGT DAT VRIJE RADICALEN ONTSTAAN. DIT ZIJN REACTIEVE STOFFEN DIE DE STRUCTUREN VAN DE HUID KUNNEN OOK KUNNEN ZE HET DNA VAN DE HUIDCELLEN BESCHADIGEN EN KANKER VEROORZAKEN. BESCHADIGEN. ZE ZORGEN VOOR VERVROEGDE VEROUDERING VAN DE HUID. 52 Nederlandse Cosmetica Vereniging 5.1.2 Reactie van de huid op UV-straling Onze huid kan zich op verschillende manieren beschermen tegen UV-straling. Een manier is het verdikken van de huid. Door UV-straling gaan de huidcellen zich sneller delen. Op gedeeltes van de huid die veel in de zon komen kan de hoornlaag wel 10 keer zo dik worden als op huiddelen die nooit in de zon komen. Deze verdikking van de hoornlaag, (“zonne-eelt”) zorgt ervoor dat onze huid op die plekken minder gevoelig is voor UV-B straling. Een andere manier waarop de huid zichzelf beschermt tegen UV-straling is het bruin worden. De pigmentcellen in de huid maken dan meer pigment (melanine). Het pigment wordt meegegeven aan de huidcellen die zich naar de hoornlaag verplaatsen. Na enkele dagen krijgt onze huid een bruine kleur, die enkele weken blijft zitten. Deze bruine kleur beschermt ons vooral tegen UV-A straling. EERST IS HET PIGMENT KLEURLOOS, NA ENKELE DAGEN KLEURT HET BRUIN. DIT HEET INDIRECTE PIGMENTERING. E R BESTAAT IS OOK EEN DIRECTE PIGMENTERING. DE KLEURLOZE VOORLOPERS VAN MELANINE DIE AL IN DE HUID AANWEZIG WAREN, WORDEN DOOR UV-A STRALING OMGEZET IN EEN DONKER PIGMENT. DEZE BRUINE KLEUR ZIE JE AL NA ENKELE MINUTEN IN DE ZON. HET IS EEN TIJDELIJKE REACTIE DIE ZORGT VOOR EEN KORTDURENDE BRUINHEID. DEZE BRUINE KLEUR VERDWIJNT WEER ALS WE EEN TIJDJE UIT DE ZON BLIJVEN. DOOR UV-B-STRALING WORDT HET ENZYM TYROSINASE GEACTIVEERD. TYROSINASE ZORGT ERVOOR DAT TYROSINE WORDT OMGEZET IN 3-(3,4-DIHYDROXYPHENYL)-ALANINE (DOPA), DAARNA IN DOPA-CHINON EN VERVOLGENS IN MELANINE. Omzetting van tyrosine in het pigment melanine COOH HO NH2 HO HO COOH NH2 O O NH n Tyrosine 3,4-Dihydroxyphenylalanine (DOPA) Melanine Onze huid bevat twee soorten melanine, en de verhouding waarin ze aanwezig zijn bepaalt onze huidkleur. Mensen met een donkere huidkleur hebben meer eumelanine. Eumelanine beschermt tegen UV-straling. Mensen met een lichte huid hebben meer phaeomelanine. Dit soort melanine beschermt veel minder goed tegen UV-straling. Daarom beschadigt de huid van mensen met een lichte huid eerder door UVstraling, en hebben ze meer kans op het krijgen van huidkanker. 53 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA MELANINE KAN EEN DEEL VAN DE VRIJE RADICALEN WEGVANGEN. DAARNAAST GAAT MELANINE IN DE DNA LIGGEN EN VERHINDERT ZO DAT DE UV-STRALING HET DNA DIRECT KAN BEREIKEN EN BESCHADIGEN. CEL ALS EEN PARASOL BOVEN DE CELKERN MET HET De natuurlijke beschermingsmechanismen van onze huid zijn belangrijk, maar niet voldoende om ons te beschermen tegen UV-straling. Zonnebaden moeten we niet te lang doen en als extra bescherming gebruiken we anti-zonnebrandmiddelen. Anti-zonnebrandmiddelen moeten we minstens 15 minuten voordat we in de zon komen opsmeren. Vooral kinderen hebben extra bescherming nodig tegen de zon. 5.2 DE WERKING VAN ANTI-ZONNEBRANDMIDDELEN 5.2.1 De beschermingsfactor Op de verpakking van anti-zonnebrandmiddelen staat een getal. Dit is de “beschermingsfactor” of SPF (sun protection factor). Dit getal geeft aan hoe sterk het antizonnebrandmiddel het zonlicht wegfiltert. Een SPF van 4 betekent dat we met het anti-zonnebrandmiddel op onze huid 4 keer langer in de zon kunnen zitten zonder te verbranden, dan wanneer we zonder zonnebrandmiddel in de zon zouden gaan zitten. EEN VOORBEELD: IEMAND DIE ZONDER ANTI-ZONNEBRANDMIDDEL NA EEN HALF UUR IN DE ZON EEN RODE HUID KRIJGT, KAN, ALS HIJ EEN ANTI-ZONNEBRANDMIDDEL MET EEN SPF VAN 4 GEBRUIKT, TWEE UUR IN DE ZON ZITTEN VOORDAT HIJ ROOD WORDT. DE SPF WORDT BEREKEND AAN DE HAND VAN DE MED (MINIMALE ERYTHEMALE DOSIS), DAT IS DE DE SPF GEEFT IN DE LAGERE BESCHERMINGSFACTOREN EEN SNELLE STIJGING VAN DE HOEVEELHEID WEGGEVANGEN UVSTRALING TE ZIEN, DIE AFNEEMT BIJ DE HOGERE SPF’S. ZO VANGT EEN MIDDEL MET SPF 2 AL 50% VAN DE STRALING WEG, MET SPF4 IS DAT 75% EN MET SPF 10 IS HET 90%, SPF 20 VANGT 95% WEG EN BIJ SPF 50 IS HET 98%. DOSIS ZONLICHT WAARBIJ EEN RODE VERKLEURING VAN DE HUID OPTREEDT. Als we een anti-zonnebrandmiddel en een beschermingsfactor kiezen, moeten we weten hoe gevoelig onze eigen huid is voor zonnebrand. De ene persoon heeft een anti-zonnebrandproduct met een factor 8 nodig, de ander heeft in dezelfde zon een factor 12 of misschien zelfs 20 nodig. Het is daarom belangrijk te weten welk huidtype we hebben. Ook is het belangrijk of onze huid al gewend is aan de zon en zelf al een bescherming heeft opgebouwd (door pigment aan te maken en dikker te worden, zoals hierboven is beschreven). Het is ook vooral belangrijk te weten hoe sterk de zon is. Dat hangt af van waar we op de wereld zijn en in welk jaargetijde. 54 Nederlandse Cosmetica Vereniging ALS WE LANGER DAN DRIE UUR IN DE ZON WILLEN ZITTEN, HEBBEN WE EEN HOGERE BESCHERMINGSFACTOR NODIG. ALS WE KORTER IN DE ZON WILLEN ZIJN, KUNNEN WE EEN LAGERE FACTOR GEBRUIKEN. STEL: HET IS ÉÉN VAN DE EERSTE ZONNIGE DAGEN IN NEDERLAND. DE ZONKRACHT (UV-INDEX) OP ZO’N DAG IS ONGEVEER 6. WE WILLEN MET ONZE ONGEBRUINDE HUID DRIE UUR IN DE ZON GAAN ZITTEN. WELKE BESCHERMINGSFACTOR HEBBEN WE DAN NODIG? Beschermingsfactor voor 3 uur zonnen bij zonkracht 6 Persoonlijke kenmerken Kinderen (tot 15 jaar), alle huidtypen Gebruik dan deze beschermingsfactor 20 – 30 Mensen die zeer snel verbranden en niet bruin worden, met een zeer lichte huid, vaak met sproeten, 18 – 20 rossig of lichtblond haar en lichte ogen (= huidtype 1) Mensen die snel verbranden en langzaam bruin worden, met een lichte huid, blond haar en lichte 10 – 12 ogen (= huidtype 2) Mensen die zelden verbanden en gemakkelijk bruin worden, met een licht getinte huid, donker tot bruin 5–7 haar en vrij donkere ogen (= huidtype 3) Mensen die bijna nooit verbranden en zeer goed bruinen, met een getinte huid, donker haar en 4–6 donkere ogen (= huidtype 4) 5.2.2 Samenstelling van anti-zonnebrandmiddelen In anti-zonnebrandmiddelen zitten stoffen die zorgen dat UV-straling de huid niet bereikt, zoals UV-filters en pigmenten. Ook bevatten ze stoffen die de schadelijke gevolgen van UV-straling die toch in de huid doordringt, kunnen verminderen. Verder bevatten anti-zonnebrandmiddelen allerlei hulpstoffen. Ze moeten bestand zijn tegen hoge temperaturen, bijvoorbeeld in een warme auto of direct in de zon op het strand. Ook moeten ze tegen lage temperaturen kunnen, bijvoorbeeld bij de wintersport in de bergen. De producten moeten stabiel zijn, niet klonteren of schiften en ze mogen niet bederven. UV-filters zijn stoffen die UV-straling opnemen en omzetten in minder schadelijke straling. De meeste UV-filters beschermen tegen UV-B straling, slechts een aantal beschermen tegen UV-A. Anti-zonnebrandmiddelen bevatten een mengsel van deze filters. 55 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA VEEL GEBRUIKTE UV-FILTERS ZIJN: 4-AMINOBENZOIC ACID, 2-FENYLBENZIMADOZOL-5-SULFONZUUR, 2-HYDROXY-4-METHOXYBENZOFENON EN 3-BENZYLIDENE CAMPHOR. O OH C H2N O CH3-O C OH Structuurformules para-aminobenzoezuur en 2-hydroxy-4-methoxybenzofenon Pigmenten en micropigmenten zijn stoffen die de UV-straling terugkaatsen, zodat dit niet tot de huid doordringt. Ze nemen ook een beetje UV-straling op. Ze worden vooral gebruikt in producten die een hoge beschermingsfactor moeten hebben. VEEL GEBRUIKTE PIGMENTEN ZIJN TITAANDIOXIDE EN ZINKOXIDE. OOK MAGNESIUMOXIDE WORDT PIGMENTEN MET EEN DEELTJESGROOTTE VAN TUSSEN DE 140 EN 200 NM WERKEN TEGEN UV-A EN UV-B STRALING. HOE KLEINER DE DEELTJES ZIJN, DES TE BETER WERKEN ZE TEGEN UV-B STRALING. E R MOET EEN JUISTE BALANS IN DE DEELTJESGROOTTE GEVONDEN WORDEN EN DE PIGMENTEN MOGEN NIET SAMENKLONTEREN. GEBRUIKT. VOOR DE WERKING IS DE DEELTJESGROOTTE VAN BELANG. Anti-oxidanten Als UV-straling in onze huid doordringt, ontstaan er stoffen die “vrije radicalen” heten. Door deze vrije radicalen wordt onze huid rood en verouderd ze. Vrije radicalen spelen ook een rol bij het ontstaan van huidkanker. Onze huid bevat van nature vitamine C en E, die vrije radicalen kunnen wegvangen en onschadelijk kunnen maken. Deze vitamines worden “anti-oxidanten” genoemd. In anti-zonnebrandproducten zitten extra anti-oxidanten, om onze huid een handje te helpen. VITAMINE E (TOCOFEROL) REAGEERT MET DE ZUURSTOFRADICALEN, ZODAT DEZE GEEN CELSTRUCTUREN KUNNEN AANTASTEN. VITAMINE E IS IN OLIE OPLOSBAAR. VITAMINE C (ASCORBINEZUUR) DOET HETZELFDE EN ZORGT BOVENDIEN VOOR DE OMZETTING VAN HET VITAMINE E DAT GEREAGEERD HEEFT MET ZUURSTOFRADICALEN, IN OPNIEUW BRUIKBAAR VITAMINE E. VITAMINE C IS IN WATER OPLOSBAAR. 5.2.3 Soorten anti-zonnebrandmiddelen Anti-zonnebrandmiddelen kunnen olie, crème, stiften en sprays zijn. De beschermende factor (SPF) varieert van 2 tot 30. Er zijn ook producten die een SPF van 50 en meer hebben. 56 Nederlandse Cosmetica Vereniging Voor anti-zonnebrandoliën worden verschillende soorten olie vermengd met UV-filters en parfumstoffen. De oliën moeten goed vet zijn en goed over de huid te verdelen zijn. Ze mogen niet kleverig zijn, moeten lucht en zweet doorlaten en voor een zachte huid zorgen. VEEL GEBRUIKTE OLIËN ZIJN PARAFFINEOLIE EN VETZUURTRIGLYCERIDEN (UIT PINDA, SESAMZAAD OF AVOCADO), DIE VERMENGD WORDEN MET ISOPROPYLPALMITAAT EN SILICONENOLIE ZOALS POLYDIMETHYLSILOXAAN. Anti-zonnebrand-milks zijn olie-in-water producten. Ze zijn goed over de huid uit te smeren, trekken snel in en kleven niet. Ze beschermen de huid tegen uitdrogen door water, wind en zon. Een nadeel is dat ze bij het zwemmen snel afspoelen. Er zijn ook water-resistente milks, deze bevatten speciale hulpstoffen. Zonnebrandmilks bevatten meestal verdikkingsmiddelen en stoffen die de hechting van de UVfilters aan de huid verbeteren. Daarnaast bevatten ze conserveermiddelen en antioxidanten. DE OLIE- EN VETHOUDENDE COMPONENTEN ZIJN PARAFFINEOLIE, VETZUREN, VETALCOHOL EN VET- ZUURESTERS. HET VOCHTHOUDENDE BESTANDDEEL (DE WATERFASE) IS MEESTAL GLYCERINE OF PROALS VERDIKKINGSMIDDELEN WORDEN POLYACRYLATEN, MAGNESIUMALUMINIUMSILICAAT GEBRUIKT. OM DE HECHTING VAN DE UV-FILTERS AAN DE HUID TE VERBETEREN, WORDEN POLYMEREN, BIJVOORBEELD OP BASIS VAN N-VINYLPYRROLIDON TOEGEVOEGD. PYLEENGLYCOL. VOORBEELDRECEPT ZONNEBRANDMILK OP BASIS VAN EEN OLIE-IN-WATER VERBINDING: MAX. 5% ZINKOXIDE EN DIOCTYLETHER; MAX. 4% CAPRYL-/CAPRINEZUUR-TRIGLYCERIDE; MAX. 3% GLYCERYLSTEARAAT, ETHYLHEXYL METHOXYCINNAMATE, 4-METHOXY-KANEELZUUR-ISOAMYLESTER, MINERALE 4-METHYLBENZYLIDEENCAMPHER EN 2-HYDROXY-4-METHOXY-BENZOFENON, MAGNESIUMALUMINIUMSILICAAT, HYDROXYETHYLCELLULOSE. REST: CONSERVEERMIDDELEN, WATER. OLIE EN GLYCERINE; MAX. 1% CETEARYLALCOHOLDIMETHYLSILICONE, Anti-zonnebrand-crèmes zijn water-in-olie verbindingen. Deze zijn wat moeilijker gelijkmatig op de huid aan te brengen dan milks. Ze zijn vetter en beschermen de huid beter tegen uitdrogen. Ze zijn waterafstotend en blijven op de huid zitten bij het zwemmen. Ze bevatten conserveermiddelen en geurstoffen. DE VETHOUDENDE COMPONENTEN ZIJN DEZELFDE ALS IN ZONNEBRANDOLIE EN –MILKS. DE WATERHOUDENDE COMPONENTEN ZIJN GLYCERINE, PROPYLEENGLYCOL OF SORBITOL. VOOR DE STABILISERING WORDT VAAK MAGNESIUMSULFAAT OF NATRIUMCHLORIDE GEBRUIKT. ALS EMULGATOREN WORDEN GLYCERINESORBITAN-VETZUURESTER, POLYGLYCERINEVETZUURESTER OF CHOLESTEROL GEBRUIKT. 57 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA “Tropicals” zijn producten met weinig of geen stoffen die tegen UV-licht beschermen. Ze zijn bedoeld voor mensen die al erg bruin zijn en niet meer verbranden. Ze beschermen alleen tegen uitdroging door zon, water en wind. Ze bevatten plantaardige vetten en olie. Het kunnen water-in-olie of olie-in-water producten zijn. Ook zijn er producten die alleen uit olie bestaan. Tropicals zijn meestal “tropisch” geparfumeerd met een kokos- of vanille-geur. Producten met een hoge beschermingsfactor zijn bedoeld voor mensen met een licht getinte huid die langere tijd in de zon verblijven. Deze producten hebben een SPF van 40 en meer. Aftersun-producten worden gebruikt na het zonnen. Ze verkoelen en verzorgen de huid. Het zijn vaak vloeibare olie-in-water emulsies met een beetje vet. Verder bevatten ze vochtvasthoudende stoffen en stoffen die de huid tot rust brengen. 58 59 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 6. DEODORANTS EN ANTI-TRANSPIRATIEPRODUCTEN Onze zweetklieren scheiden voortdurend zweet af. In een warme omgeving, of als we ons inspannen zweten we meer. Vers zweet is reukloos, maar als de bacteriën die op onze huid leven het zweet omzetten in geurstoffen, ontstaat de typische zweetlucht. Om te voorkomen dat we naar zweet gaan ruiken, kunnen we deodorants of anti-transpiratieproducten gebruiken. 6.1 SAMENSTELLING VAN DEODORANTS EN ANTI-TRANSPIRATIEPRODUCTEN Deodorants werken op verschillende manieren. Ze bevatten stoffen die zich binden aan zweetgeurstoffen en zo zorgen dat ze niet meer te ruiken zijn. Daarnaast bevatten ze, als ondersteuning, parfums die zweetgeuren afdekken. In deodorants worden ook stoffen gebruikt die de groei van huidbacteriën remmen. Verder kunnen ze stoffen bevatten die de omzetting van zweet in geurstoffen remmen. BACTERIEREMMENDE MIDDELEN ZIJN TRICLOSAN, CHLOORHEXIDINE EN 3,4,4’-TRICHLOORCARBANILIDE. OOK VEEL ETHERISCHE OLIËN (MENTHOL, THIJM) HEBBEN BACTERIEREMMENDE EIGENSCHAPPEN. ANDERE STOFFEN ZIJN FARNESOL EN FENOXYETHANOL. DIGLYCERINEMONOCAPRINAAT WERKT SPECIFIEK OP CORYNEBACTERIËN (DIE VOORAL BIJ MANNEN OP DE HUID LEVEN). E R WORDT VAAK EEN COMBINATIE VAN STOFFEN GEBRUIKT DIE ELKAARS WERKING VERSTERKEN. STOFFEN DIE DE OMZETTING VAN ZWEET IN GEURSTOFFEN TEGENGAAN, ZIJN ENZYMREMMERS. ZE GRIJPEN VOORAL AAN OP LIPASEENZYMEN, ZONDER DE BACTERIËN TE BESCHADIGEN. VOORBEELDEN ZIJN DIETHYLCITRAAT EN ZINKGLYCINAAT. Anti-transpiratieproducten werken anders. Deze middelen blokkeren de uitgangen van de zweetklieren, zodat er minder zweet wordt uitgescheiden. Als er minder zweet is, kunnen de huidbacteriën minder goed groeien en ontstaat er minder zweetgeur. VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE SAMENKLONTEREN EN DE UITGANGEN VAN ZWEETKLIEREN BLOKKEREN ZIJN ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT (ACH) EN ALUMINIUM-ZIRKONIUM-TETRACHLORO-GLYCINE COMPLEX (ZAG). ACH IS EEN FIJN POEDER DAT GOED IN WATER OPLOST. DE STOF VORMT EEN ZURE OPLOSSING EN REMT OP DIE MANIER DE GROEI VAN BACTERIËN. Daarnaast bevatten deodorants en anti-transpiratieproducten hulpstoffen, zoals stabilisatoren en schuimremmers. 60 Nederlandse Cosmetica Vereniging 6.2 SOORTEN DEODORANTS EN ANTI-TRANSPIRATIEPRODUCTEN Deosprays zijn deodorants die met een spuitbus of vernevelaar op de oksel worden aangebracht. De meeste deosprays zijn producten op alcoholbasis. Ze bevatten terugvetters en stoffen die zorgen dat het product zich op de huid hecht. DE DRIJFGASSEN ZIJN MEESTAL PROPAAN, BUTAAN OF ISOBUTAAN. OOK DIMETHYLETHER WORDT STOFFEN DIE HET PRODUCT AAN DE HUID FIXEREN ZIJN HOGERE ALCOHOLEN, LANGKETEN VETZUURESTERS EN GLYCOLEN. GEBRUIKT. Schematische voorstelling van de opbouw van een spuitbus, gevuld met sproeikop (5) (4) nevel n-butaan. Het vloeibare n-butaan (1) kan, na indrukken van het sproeikopje (5), uit de houder ontwijken via het stijgbuisje (3). Direct nadat het n- (2) houder butaan de houder verlaat, verdampt het en gaat over in een fijne nevel (4). Omdat er vloeistof uit de houder verdwijnt, wordt de kopruimte in de hou- normaalbutaan (1) der (2) groter. Een klein deel van het (3) stijgbuis vloeibare n-butaan gaat over in gasvorm, waardoor de druk in de houder gelijk blijft. VOORBEELDRECEPT DEOSPRAY: MAX. 60% DRIJFGASSEN, MAX. 39% ETHANOL; MAX. 1% FARNESOL, FENOXYETHANOL EN 2-OCTYLDODECANOL Deodorant in een pompje is meestal een product op water/alcoholbasis. WATER VERMINDERT DE OPLOSBAARHEID VAN PARFUM EN WERKZAME STOFFEN. DAAROM WORDEN AAN DEZE PRODUCTEN EMULGATOREN TOEGEVOEGD EN STOFFEN DIE DE OPLOSBAARHEID VERBETEREN. ALS FIXERENDE STOF WORDT GLYCOL GEBRUIKT. Anti-transpiratieproducten in verstuivers zijn meestal watervrij, maar er zijn ook anti-transpiratieproducten op waterbasis. 61 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA VOORBEELDRECEPT ANTI-TRANSPIRATIE-POMPSPRAY: MAX. 56% WATER; MAX. 30% ETHANOL; MAX. 10% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX. 2% POLYETHYLEENGLYCOL; MAX. 1% PARFUM EN STOFFEN OM OPLOSBAARHEID TE VERGROTEN. Deodorant-rollers bevatten stoffen die vloeibaar zijn en gemakkelijk op de huid kunnen worden verdeeld. Vaak worden gel en olie-in-water emulsies gebruikt. VOORBEELDRECEPT DEOROLLER-GEL: MAX. 55% WATER; MAX. 40% ETHANOL; MAX. 3% STOFFEN DIE OPLOSBAARHEID VERGROTEN; MAX. 1% PARFUM, FARNESOL EN HYDROXYETHYLCELLULOSE. VOORBEELDRECEPT DEOROLLER OLIE-IN-WATER EMULSIE: MAX. 70% WATER; MAX. 10% ETHANOL; MAX. 5% 2-OCTYLDODECANOL EN GLYCERINE; MAX. 4% GLYCERYLSTEARAAT; MAX. 3% CETEARYLALCOHOL; MAX. 1% GLYCERINE MONOLAURAAT, PARFUM EN POLYACRYLAAT. Anti-transpiratieproducten voor rollers zijn meestal watervrij. De werkzame stoffen zijn dan als een fijn poeder in een drager opgelost. Ze bevatten verdikkers. Antitranspiratieproducten voor rollers die wel water bevatten, zijn gels of olie-in-water emulsies. VOORBEELDRECEPT ANTITRANSPIRATIE PRODUCT (WATERVRIJE SUSPENSIE) IN EEN ROLLER: MAX. 20% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX. 77% SILICONENOLIE; MAX. 1% 2-OCTYLDODECANOL, 1% AEROSIL (KIEZELZUUR) EN PARFUM. Deosticks zijn deodorants in een vaste vorm. Deze producten worden uitgesmeerd door ze licht op de huid te drukken. OM DEOSTICKS SMEERBAAR TE MAKEN, WORDEN ZEEPGLYCOL-GELS GEBRUIKT. DEZE WORDEN GEVORMD DOOR GLYCERINE TE LATEN REAGEREN MET NATRIUMSTEARAAT TOT EEN TRANSPARANTE GEL DIE ZOWEL WATER ALS ALCOHOL KAN OPNEMEN. VOORBEELDRECEPT DEOSTICK: MAX. 50% 1,2-PROPYLEENGLYCOL; MAX. 30% ETHANOL; MAX. 7% NATRIUMSTEARAAT; MAX. 6% WATER; MAX. 4% STOFFEN DIE DE OPLOSBAARHEID VERGROTEN; MAX. 1% DIGLYCERINEMONOCAPRINAAT EN PARFUM. Bij anti-transpiratie-sticks zijn de werkzame stoffen opgelost in was-achtige dragers. Ze bevatten oppervlakteactieve stoffen om een betere verdeling te krijgen als het product in contact komt met huidvocht. 62 Nederlandse Cosmetica Vereniging 6.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN DEODORANTS Voor deospray worden de ingrediënten gemengd in speciale roertanks en daarna opgeslagen in roestvrijstalen tanks. De vloeistof wordt in spuitbussen afgevuld. Vervolgens worden drijfgassen toegevoegd en worden de bussen afgesloten. De spuitbussen worden in een waterbad van 50ËšC gedompeld om eventuele lekkages op te sporen. Bij het maken van deopompspray worden de ingrediënten gemengd, waarna de vloeistof twee weken moet “rijpen”. Vervolgens wordt de vloeistof bij een temperatuur van 4ËšC gefilterd en verpakt in flesjes, die worden afgesloten met een pompje. Bij het bereiden van deorollers worden de olie en de waterfase apart gemengd en daarna samengevoegd. Vervolgens wordt het product in flesjes met een roller verpakt. Voor het maken van deosticks worden de ingrediënten in een verwarmde ketel gemengd. De massa is vloeibaar bij 60-70ËšC en wordt in de verpakking gedaan. Daarna worden de sticks langzaam afgekoeld, waarbij ze ondersteboven hangen om een mooie top te krijgen. 63 64 65 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 7. SCHEERPRODUCTEN Scheerproducten worden gebruikt om het gezicht, de benen, oksels en bikinilijn te ontharen. In dit hoofdstuk gaan we alleen in op scheerproducten die bedoeld zijn om het gezicht te scheren. 7.1 PRODUCTEN VOOR NAT EN DROOG SCHEREN Baardharen hebben een dikte van 0,1 tot 0,25 mm en zijn ongeveer twee keer zo dik als ons hoofdhaar. Bij het scheren worden baard- en snorharen zo dicht mogelijk bij de gezichtshuid afgeschoren. Met “nat” scheren wordt bedoeld het scheren met een scheermes, met “droog” scheren bedoelen we het scheren met een elektrisch scheerapparaat. Bij allebei de methoden wordt cosmetica gebruikt om het scheren te vergemakkelijken. 7.1.1 Samenstelling van producten voor nat en droog scheren Scheerproducten voor nat scheren maken de baardhaartjes zacht, zodat het scheren gemakkelijker gaat. Producten voor nat scheren zijn scheerzeep, scheercrème en scheerschuim in een spuitbus. Ze worden aangebracht op het natte gezicht. Haren worden zacht als ze water opnemen. Op de haren ligt een talglaagje en ze kunnen pas water opnemen als dit laagje weg is. Scheerproducten voor nat scheren bevatten daarom zeep-achtige stoffen, die het talglaagje verwijderen. Scheerproducten voor droog scheren worden pre-shaveproducten genoemd. Ze worden op het droge gezicht aangebracht voordat het met een scheerapparaat wordt geschoren. Voor droog scheren moeten de baardharen juist droog en stevig zijn. Daarom bevatten de producten alcohol; dit onttrekt water uit de baardhaar. Doordat het talglaagje van het haar wordt verwijderd, kan de huid te stroef worden om te scheren. Daarom worden aan producten voor droog scheren olie-achtige stoffen toegevoegd en stoffen die talg oplossen. 7.1.2 Soorten producten voor nat en droog scheren Scheerzeep is een mengsel van verschillende zepen en bevat terugvetters. Andere ingrediënten zijn vochtvasthoudende stoffen, geurstoffen en conserveermiddelen. HET GROOTSTE DEEL VAN DE VETZUREN IN SCHEERZEEP IS STEARINEZUUR, DAT WORDT GEWONNEN ALS VOCHTVASTHOUDEND MIDDEL WORDT GLYCERINE GEBRUIKT EN ALS TERUGVETTER MEESTAL LANOLINE. UIT KOKOS- EN PALMKERNOLIE. 66 Nederlandse Cosmetica Vereniging VOORBEELDRECEPT VOOR SCHEERZEEP: MAX. 50% STEARINEZUUR; MAX. 18% KALIUMHYDROXIDE; MAX. 11% NATRIUMHYDROXIDE; MAX. 9% KOKOSOLIE; MAX. 6% GLYCERINE EN WATER; MAX. 1% LANOLINE EN PARFUM. Schuimende scheercrème bevat meer water dan scheerzeep. Verder bevat het desinfecterende middelen en menthol, dat een verkoelend effect geeft. ALS VETZUUR WORDT MEESTAL STEARINEZUUR GEBRUIKT. OM TE ZORGEN DAT DE CRÈME NIET HARD WORDT BIJ LAGE TEMPERATUREN, KAN STEARINEZUUR VERVANGEN WORDEN DOOR ISOPALMITINEZUUR. ALS DESINFECTIEMIDDEL WORDT VAAK BOORZUUR GEBRUIKT. ANDERE STOFFEN DIE KUNNEN WORDEN TOEGEVOEGD ZIJN BORAX (DIT ONTHARDT HET WATER), EN VETZUURISOTHIONAAT OF –TAURIDE (BRENGT KALKZEEP IN OPLOSSING). Scheerschuim in een spuitbus is eigenlijk een speciaal bewerkte schuimende scheercrème waar drijfgassen aan zijn toegevoegd. Schuimende scheergels zitten ook in een spuitbus, maar schuimen pas bij het aanbrengen op de huid. Ze bevatten verdikkingsmiddelen. AAN SCHUIMENDE SCHEERGEL WORDEN GEETHOXYLEERDE ALCOHOLEN TOEGEVOEGD. KINGSMIDDELEN WORDT CARBOXYVINYLPOLYMEER GEBRUIKT. ANDERE ALS VERDIK- STOFFEN ZIJN POLYVINYLPYR- ROLIDON IN WATER EN ALCOHOL. VOORBEELDRECEPT SCHEERSCHUIM: MAX. 79% WATER; MAX. 6% STEARINEZUUR EN PROPAAN/BUTAAN; MAX. 4% TRIETHANOLAMINE; MAX. 2% MYRISTINEZUUR; MAX. 1% CETYLALCOHOL, PARAFFINEOLIE, GEACETYLEERDE LANOLINE, PROPYLEENGLYCOL EN PARFUM. Droogscheermiddelen of pre-shaveproducten bevatten alcohol en olie. Ze zijn bedoeld voor het scheren met een scheerapparaat en worden aangebracht op de droge huid. VOORBEELDRECEPT DROOGSCHEERMIDDEL: MAX. 80% ETHANOL; MAX. 2% ISOPROPYLMYRISTAAT EN CYCLISCH DIMETHYLSILOXAAN; MAX. 1% SILICONENOLIE, POLYVINYLPYRROLIDON EN PARFUM. REST: WATER, KLEURSTOFFEN, SACCHARINE. 7.2 AFTERSHAVE-PRODUCTEN Na het scheren worden producten gebruikt die de huid tot rust brengen. Voorbeelden van deze producten zijn aftershave-lotion, aftershave-gel en aftershave-balsem. 67 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 7.2.1 Samenstelling van aftershave-producten Aftershave-producten bevatten stoffen om scheerzeep te neutraliseren, terugvetters en stoffen die de groei van bacteriën remmen. 7.2.2 Soorten aftershave-producten Aftershave-lotion trekt de huid samen en verkoelt. DE STOFFEN IN AFTERSHAVE LOTION HEBBEN MEERDERE FUNCTIES. GLYCERINE OF POLYETHYLEENGLYCOL BRENGEN VOCHT IN DE HUID. AZULEEN STIMULEERT DE BLOEDCIRCULATIE EN PLANTENEXTRACTEN DIENEN OM BACTERIEGROEI TE REMMEN. MENTHOL EN CAMPHER ZORGEN VOOR SAMENTREKKING VAN DE HUID EN VOOR VERKOELING. ANDERE VEEL GEBRUIKTE STOFFEN ZIJN EEN BUFFER BESTAANDE UIT MELKZUUR EN NATRIUMLACTAAT, HYALURONZUUR, ALCOHOL, BISABOLOL, PANTHENOL, FENOLVERBINDINGEN EN QUATERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN. VOORBEELDRECEPT AFTERSHAVE-LOTION: MAX. 70% EN KLEURSTOFFEN. ALCOHOL; MAX. 2% PARFUM. REST: WATER Aftershave-balsem is een olie-in-water emulsie en bevat dezelfde stoffen als aftershave-lotion. Balsem bevat minder alcohol dan lotion en is speciaal voor na het nat scheren bedoeld. Aftershave-balsem bevat daarnaast conserveermiddelen. Aftershave-gel bevat stoffen die langzamer verdampen dan de stoffen in aftershave-lotion. Het verkoelende effect van aftershave-gel is daarom langer. De samenstelling lijkt verder op die van aftershave-lotion. 7.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN SCHEERPRODUCTEN Scheerzeep wordt bereid door een verzepingsreactie (zie ook het hoofdstuk over zeep, bad- en doucheproducten). Daarna wordt de zeepmassa gedroogd en worden de overige ingrediënten toegevoegd. De massa wordt glad gemengd en tot een cilinder geperst. Daarna wordt het product in de vorm van een stift gesneden of in een bakje geperst. Soms wordt het product gekoeld om het te laten uitharden. Bij de verzepingsreactie van schuimende scheercrème is een sterke roermachine nodig en mogen geen luchtbellen ontstaan. Na toevoegen van de andere ingrediënten ontstaat een crème. Voordat het product in een aluminium tube wordt verpakt, wordt het eerst enkele weken in opslag gehouden, waardoor de stroperigheid en de glans toeneemt. 68 Nederlandse Cosmetica Vereniging Scheerschuim wordt als waterige oplossing in de spuitbus gedaan. Dan worden, onder vacuümdruk, drijfgassen toegevoegd. De naschuimende scheergel bevat zijn eigen drijfgassen en wordt met een speciale techniek in bussen verpakt waarbij de drijfgassen niet verloren mogen gaan. Meestal gebeurt dit in drukvaten of in een koelinstallatie. Voor het maken van aftershave-lotion worden de ingrediënten vermengd. Daarna wordt de vloeistof gekoeld, 24 uur opgeslagen en gezeefd. Vervolgens wordt de lotion verpakt in flessen. 69 70 71 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 8. DECORATIEVE COSMETICA Mensen gebruiken al eeuwenlang middelen om er mooier uit te zien. We gebruiken producten om ons gezicht kleur te geven en te verfraaien en om bijvoorbeeld puistjes en moedervlekken te maskeren. Tegenwoordig noemen we die producten makeup of decoratieve cosmetica. Decoratieve cosmetica zijn gekleurde gezichtscrèmes en make-up, oogschaduw, lippenstift en dergelijke. Ze bevatten kleurstoffen en stoffen die de huid verzorgen en beschermen. 8.1 SAMENSTELLING VAN DECORATIEVE COSMETICA 8.1.1 Gezichts- en oogmake-up Gezichtsmake-up is een gekleurde crème of emulsie die zorgt dat onze huid er egaal uitziet. Er is ook watervrije make-up en make-up op poederbasis. Het bevat witte en gekleurde pigmenten, UV-filters, stoffen die vocht vasthouden en verzorgende vetten. Verder worden stoffen toegevoegd die zorgen dat de make-up niet bederft. IN GEZICHTSMAKE-UP WORDEN WITTE PIGMENTEN EN (AN)ORGANISCHE KLEURSTOFFEN GEBRUIKT. VOORBEELDEN VAN WITTE PIGMENTEN ZIJN ZINKOXIDE EN TITANIUMDIOXIDE. KLEURPIGMENTEN ZIJN EEN MENGSEL VAN VOORNAMELIJK IJZEROXIDE EN ORGANISCHE KLEURSTOFFEN. VOORBEELDEN VAN VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN SORBITOL, GLYCERINE, PROPYLEENGLYCOL VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN VITAMINEN EN LIPIDEN ZOALS CERAMIDE. ALS VERDIKKINGSMIDDELEN WORDEN NATRIUM-MAGNESIUMSILICAAT, MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE GEBRUIKT. EN EIWIT. IN GEZICHTSPOEDERS, ROUGE EN OOGSCHADUW ZITTEN BINDMIDDELEN, ZOALS ISOSTEARYLISOSTE- ARAAT, ISOPROPYLISOSTEARAAT, PARAFFINEOLIE, LANOLINEALCOHOL, CETYLACETAAT EN OCTYLDODECYLSTEAROYLSTEARAAT. Voor het opmaken van de ogen kunnen we oogschaduw, mascara, eyeliner en oogen wenkbrauwpotloden gebruiken. Deze producten bevatten witte en gekleurde pigmenten, UV-filters, stoffen die vocht vasthouden en verzorgende bestanddelen. Verder bevatten ze conserveermiddelen, bindmiddelen en stoffen die zorgen dat het product waterafstotend is. 72 Nederlandse Cosmetica Vereniging VERZORGENDE STOFFEN ZIJN BIJENWAS, PARAFFINEWAS, RICINUSOLIE, LANOLINEALCOHOL, PARAFFINE- EN SILICONENOLIE. STOFFEN DIE DE WATERBESTENDIGHEID VERGROTEN, DE ZOGENAAMDE FILMVORMERS, ZIJN VINYLPYRROLIDONCOPOLYMEREN EN POLYACRYLATEN.GEKLEURDE ANORGANISCHE PIGMENTEN ZIJN IJZEROXIDE, ULTRAMARIJN EN MANGAANVIOLET. ANDERE KLEURSTOFFEN ZIJN PARELMOERPIGMENTEN, ZOALS BISMUTOXYCHLORIDE EN MICA’S DIE MET EEN LAAGJE TITANIUMDIOXIDE ZIJN BEDEKT. 8.1.2 Lippenstift De huid van onze lippen heeft een dunne hoornlaag. Door de dunne hoornlaag heen kunnen we de lederhuid zien, daarom zijn onze lippen rozerood van kleur. De lippen worden vochtig gehouden door het speeksel. Ze hebben geen vetlaagje zoals de rest van de huid en drogen snel uit door weersinvloeden. Een lippenstift moet daarom verzorgend zijn. Lippenstift wordt gebruikt om de lippen te kleuren en eventueel de vorm te veranderen. Met lip gloss kan een glimmend laagje aangebracht worden. Lippenstift bevat verzorgende bestanddelen, kleurstoffen en stoffen die het bederf tegengaan. LIPPENSTIFT BEVAT BESTANDDELEN DIE ZORGEN VOOR DE STEVIGHEID VAN DE STIFT, ZOALS BIJENWAS, CARNAUBAWAS, CANDELILLAWAS EN OZOKERIT. ALS BINDMIDDEL WORDT CETYLALCOHOL GEBRUIKT. ANDERE VEELGEBRUIKTE BESTANDDELEN ZIJN LANOLINE, ISOPROPYLLANOLAAT, CETYLACETAAT EN MYRISTYLLACTAAT, RICINUSOLIE, PARAFFINEOLIE EN OLEYLALCOHOL. ALS KLEURSTOFFEN WORDEN ORGANISCHE EN ANORGANISCHE PIGMENTEN, WAARONDER PARELMOERPIGMENTEN, GEBRUIKT. 8.1.3 Nagellak Onze nagels bestaan uit speciale cellen. Nagels zijn 0,3 tot 0,8 mm dik en groeien 3 tot 4 mm per maand. De nagels van de vingers doen er 5 tot 6 maanden over om zich te vernieuwen, bij de teennagels duurt dat 7 tot 12 maanden. De nagel zelf is witgrijs van kleur. Doordat het nagelbed goed doorbloed is en de nagels deels doorzichtig zijn, zien onze nagels er roze uit. Nagellak wordt gebruikt om de nagels een kleur te geven. Het bevat kleurstoffen, stoffen die zorgen dat de lak hecht aan de nagel en oplosmiddelen. VOOR BINDING VAN DE LAK AAN DE NAGEL WORDT EEN COMBINATIE VAN NITROCELLULOSE EN TOLUEENSULFONAMIDE-FORMALDEHYDE GEBRUIKT. TOLUEENSULFONAMIDE ZORGT VOOR DE BINDING AAN DE NAGEL, NITROCELLULOSE ZORGT VOOR DE GLANS. OM TE ZORGEN DAT DE LAK SOEPEL BLIJFT EN NIET VAN DE NAGEL AFBREEKT, WORDEN WEEKMAKERS GEBRUIKT (ACETYL TRIBUTYL CITRAAT). VOORBEELDEN VAN KLEURSTOFFEN ZIJN IJZEROXIDE, TITAANDIOXIDE, ORGANISCHE PIGMENTEN EN 73 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA PARELMOERPIGMENTEN. ER WORDEN STOFFEN TOEGEVOEGD DIE DE VISCOSITEIT REGELEN EN STOF- FEN DIE ZORGEN DAT DE INGREDIËNTEN OOK ONDER INVLOED VAN LICHT STABIEL BLIJVEN. ALS OPLOSMIDDELEN WORDEN BUTYL- EN ETHYLACETAAT, ISOPROPYLALCOHOL EN N-BUTYLALCOHOL GEBRUIKT. 8.2 SOORTEN DECORATIEVE COSMETICA Er bestaat gezichtsmake-up op basis van water en op watervrije basis. VOORBEELDRECEPT GETINTE DAGCRÈME: MAX. 10% WATER; MAX. 5% GLYCERINE, CETYLSTEARYLOCTANOAAT, PROPYLEENGLYCOL EN PARAFFINEOLIE; MAX. 4% GLYCERINE MONOSTEARAAT EN TALK; MAX. 3% OCTYLPALMITAAT; MAX. 2% STEARINEZUUR EN TITAANDIOXIDE; MAX. 1% CETYLALCOHOL, IJZEROXIDE, XANTHAAN, MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN. VOORBEELDRECEPT WATERVRIJE CRÈME-MAKE-UP: MAX. 15% PARAFFINEOLIE; MAX. 12% TITAANDIOXIDE EN MYRISTYLLACTAAT; MAX. 9% BIJENWAS EN OLEYLALCOHOL; MAX. 7% OZOKERIT; MAX. 5% LANOLINEALCOHOL EN RICINUSOLIE; MAX. 4% CARNAUBAWAS; MAX. 3% IJZEROXIDE, POLYETHOXYSORBITAAN-MONOOLEAAT, SORBITAANOLEAAT; MAX. 1% PARFUM. REST: KAOLINE, CONSERVEERMIDDELEN, ANTI-OXIDANTEN Gezichtspoeders kunnen los zijn, of geperst. Rouge en oogschaduw zijn voorbeelden van geperste poeders. VOORBEELDRECEPT LOS GEZICHTSPOEDER: MAX. 15% TALK; MAX. 11% PARELMOERPIGMENTEN; MAX. 5% KAOLINE; MAX. 2% ZINKSTEARAAT, IJZEROXIDE EN PARFUM. REST: TALK, CONSERVEERMIDDELEN. VOORBEELDRECEPT ROUGE: MAX. 35% GLITTERENDE STOFFEN; MAX. 22% TALK; MAX. 8% TITAANDIOXIDE; MAX. 5% ZINKSTEARAAT; MAX. 4% GEKLEURDE PIGMENTEN; MAX. 3% LANOLINEALCOHOL, DIMETHYLPOLYSILOXAAN EN PARAFFINEOLIE; MAX. 1% PARFUM. REST: CONSERVEERMIDDELEN, ANTIOXIDANTEN. Mascara en eyeliner zijn vloeibare producten. In plaats van eyeliner kan ook een oogpotlood gebruikt worden. Ook voor de wenkbrauwen zijn er potloden. VOORBEELDRECEPT MASCARA: MAX. 13% BIJENWAS; MAX. 10% KLEURSTOFFEN; MAX. 6% GLYCERINEMONOSTEARAAT; MAX. 3% CARNAUBAWAS, CANDELILLAWAS EN AMMONIUMACRYLAAT-COPOLYMEER; MAX. 2% STEARINEZUUR EN PROPYLEENGLYCOL; MAX. 1% TOCOFEROLACETAAT EN PANTHENOL. REST: WATER, ANTI-OXIDANTEN, CONSERVEERMIDDELEN. 74 Nederlandse Cosmetica Vereniging VOORBEELDRECEPT OOGPOTLOOD: MAX. 35% IJZEROXIDE; MAX. 22% PLANTENOLIE; MAX. 14% STEARINEZUUR; MAX. 12% CARNAUBAWAS; MAX. 8% CETYLPALMITAAT; MAX. 5% TALK EN PARAFFINEOLIE. REST: CONSERVEERMIDDELEN, ANTI-OXIDANTEN. Lippenstift kan puur decoratief zijn, of kan daarnaast ook verzorgende bestanddelen bevatten. VOORBEELDRECEPT LIPPENSTIFT (DECORATIEF): MAX. 12% ISOSTEARINEZUUR-KALIUMISOSTEARAAT; MAX. 12% KLEURSTOFFEN; MAX. 8% PARELMOERPIGMENTEN/TITAANDIOXIDE; MAX. 6% MYRISTYLLACTAAT EN LANOLINE; MAX. 3% BIJENWAS, CARNAUBAWAS; MAX. 2% CANDELILLAWAS, OZOKERIT EN PARAFFINEOLIE; MAX. 1% TOCOFEROL EN PARFUM. REST: RICINUSOLIE, CONSERVEERMIDDELEN. VOORBEELDRECEPT LIPBALM (VERZORGEND): MAX. 10% LANOLINE; MAX. 7% BIJENWAS EN CANDELILLAWAS; MAX. 3% LANOLINEALCOHOL, CARNAUBAWAS EN OZOKERIT; MAX. 2% VITAMINE-EACETAAT; MAX. 1% BISABOLOL, PANTHENOL, PARFUM, VET OPLOSBAAR ALOË-EXTRACT EN DIMETHICONE COPOLYOL. REST: RICINUSOLIE, ANTI-OXIDANTEN. Er zijn verschillende soorten producten voor de nagels, zoals lak die onder de nagellak wordt aangebracht, transparante lak, crème-lak, nagelverharder, parelmoerlak, verzorgende nagelcrème en nagellak-verwijderaar. VOORBEELDRECEPT NAGELLAK: MAX. 23% BUTYLACETAAT; MAX. 19% NITROCELLULOSE / ISOPROPANOL; MAX. 16% PROPYLACETAAT; MAX. 11% TOLUEENSULFONAMIDE-FORMALDEHYDEHARS; MAX. 10% METHYLACETAAT EN ETHYLACETAAT; MAX. 5% TRIETHYL CITRAAT OF ACETYL TRIETHYL CITRAAT ; MAX. 2% POLYACRYLAAT; MAX. 1% N-BUTYLALCOHOL, STEARALKONIUMHEKTORIET, TITAANDIOXIDE EN KLEURSTOFFEN. VOORBEELDRECEPT NAGELLAK-VERWIJDERAAR: MAX. 53% ACETON; MAX. 11% WATER; MAX. 1% DI-ISOPROPYLADIPAAT EN PARFUM. MAX. 35% ETHYLACETAAT ; 8.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN DECORATIEVE COSMETICA Voor het maken van dagcrème en emulsie-make-up worden de kleurstoffen gemengd in de vochtvasthoudende stoffen en water. De hulpstoffen (verdikkers, conserveermiddelen en oliën) worden apart gemengd. Deze twee mengsels worden verhit tot 75ËšC en vervolgens bij elkaar gevoegd. Daarna worden de andere (vette) stoffen toegevoegd en wordt een emulsie gemaakt (een mengsel van waterige en vette stoffen). De massa wordt vervolgens gekoeld tot 40ËšC. Dan wordt de parfum 75 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA toegevoegd. Als de crème is afgekoeld wordt hij in tubes verpakt. Voor het bereiden van poeders, rouge en oogschaduw worden de kleurstoffen eerst gemalen en gemengd met talk. Dan worden de oliën en de stoffen die het bederf tegengaan toegevoegd. De poeder wordt los in dozen verpakt of in vormpjes geperst en dan verpakt. Bij het maken van mascara worden de kleurstoffen in de oliën gemengd en gemalen. Het mengsel wordt verhit tot 75ËšC, en daarna geroerd. Als de massa is afgekoeld tot 40ËšC wordt hij in mascara-flesjes gedaan. Voor met maken van wenkbrauw- en oogpotloden worden aan de gesmolten was en olie kleurstoffen toegevoegd. Vervolgens wordt het product glad gemalen. Er worden dunne stiften van geperst die in houten hulzen worden gebracht om potloden te vormen. Voor de bereiding van decoratieve lippenstift worden alle kleurstoffen gemalen, vermengd met olie en verwarmd tot 70ËšC. De andere ingrediënten worden gesmolten bij 80ËšC. De beide mengsels worden bij elkaar gevoegd en gemengd. Daarna wordt de parfum toegevoegd. Voor lipbalm worden alle ingrediënten, behalve de parfum, gemengd en verwarmd tot 80 tot 85ËšC. Het product wordt afgekoeld en in vormpjes gegoten. De bereiding van de grondstoffen voor nagellak gebeurt in speciale fabrieken. Nitrocellulose is namelijk een explosieve stof en oplosmiddelen zijn licht ontvlambaar. De meeste cosmeticafabrikanten kopen de grondstoffen als kant en klare basis en voegen de overige ingrediënten toe. De oplossing moet een nacht rusten en wordt dan gefiltreerd. Vervolgens worden de kleurstoffen toegevoegd en wordt de lak in flesjes afgevuld. 76 77 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 9. PARFUMS In ons dagelijks leven spelen geuren een belangrijke rol. Ons eten proeven we deels met onze tong, maar voor een belangrijk deel met onze neus. Geur is ook belangrijk in onze contacten met andere mensen. We zijn ons er niet zo van bewust, maar we gaan in de meeste gevallen af op onze neus om te beslissen of we iemand aardig vinden of niet. Parfums gebruiken we om lekker te ruiken, voor onszelf, maar ook voor de omgeving. MENSEN KUNNEN ALLEEN STOFFEN RUIKEN DIE VLUCHTIG ZIJN BIJ KAMERTEMPERATUUR EN EEN MOLECUULMASSA HEBBEN VAN MINDER DAN 300. 9.1 SAMENSTELLING VAN PARFUMS Er worden ongeveer 3500 geurstoffen gebruikt in parfums. Een eenvoudig parfum, zoals bijvoorbeeld wordt gebruikt in schoonmaakmiddelen, bevat al 20 tot 30 componenten. Een ingewikkeld parfum kan meer dan 120 ingrediënten bevatten. Er worden verschillende soorten geurstoffen gebruikt. Er zijn geurstoffen die rechtstreeks uit natuurlijke producten, zoals bloemen, worden gehaald. Er zijn ook synthetische geurstoffen die precies lijken op natuurlijke geurstoffen. Daarnaast zijn er synthetische geurstoffen die niet lijken op stoffen uit de natuur. Een klein deel, ongeveer 400 geurstoffen, wordt gemaakt uit planten. Vroeger werden ook wel dierlijke geurstoffen gebruikt, zoals muskus. Tegenwoordig wordt deze geur nagemaakt door verschillende andere geurstoffen te combineren. Plantaardige geurstoffen, zoals menthol of citrus, heten etherische oliën. Ze worden op verschillende manieren uit delen van planten gewonnen. ETHERISCHE OLIËN BEVATTEN TERPENEN (ZOALS MENTHOL) EN AROMATISCHE VERBINDINGEN (ZOALS VANILLINE). MENTHOLOLIE EN ROZENOLIE WORDT UIT PLANTEN VERKREGEN DOOR STOOM-DESTILLATIE. DOOR DE WATERDAMP WORDEN DE ETHERISCHE OLIËN, DIE MEESTAL SLECHTS LICHT WATEROPLOSBAAR ZIJN, MEEGENOMEN. DE OLIËN WORDEN DAN DOOR CONDENSATIE VAN HET WATER GESCHEIDEN. CITRUSOLIE KAN OOK OP DEZE MANIER WORDEN GEWONNEN, OF KAN WORDEN VERKREGEN DOOR HET PERSEN VAN VRUCHTENSCHILLEN. BLOEMENGEUREN WORDEN MET EEN UITGEBREID PROCES VAN DROGEN, UITLOGEN EN VERSCHILLENDE ANDERE VERWERKINGSSTAPPEN GEWONNEN. EEN VOORBEELD 78 Nederlandse Cosmetica Vereniging IS EXTRACTIE MET VET (ENFLEURAGE A FROID). HIERBIJ WORDEN DE BLOEMEN TUSSEN GLASPLATEN DE VETOPLOSBARE GEURSTOFFEN TREKKEN IN HET VET EN WORDEN DAAR LATER MET ETHANOL WEER UIT GE-EXTRAHEERD. HARSACHTIGE GEURSTOFFEN WORDEN DOOR MIDDEL VAN OPLOSMIDDEL-EXTRACTIE GEWONNEN. ALS OPLOSMIDDELEN WORDEN BENZEEN, HEPTAAN OF HEXAAN GEBRUIKT. I NSTABIELE GEURSTOFFEN WORDEN MET VLOEIBARE KOOLSTOFDIOXIDE OF BUTAAN GE-EXTRAHEERD. GEPERST DIE MET VET ZIJN INGESMEERD. SYNTHETISCHE GEURSTOFFEN KUNNEN WORDEN GEMAAKT UIT PUUR SYNTHETISCHE GRONDSTOFFEN OF DOOR NATUURLIJKE GEURSTOFFEN TE BEWERKEN. geur Parfums worden samengesteld door mensen met een bijzonder goed reukvermogen. Een parfumsamensteller wordt “neus” genoemd. Uit verschillende basisgeuren maakt een neus een nieuwe geur, een parfum. Een parfum bevat 40 tot 100 bestanddelen. Als we een parfum opbrengen op onze huid ruiken we al deze geuren niet tegelijkertijd, maar in verschillende fasen. Die fasen worden “noten” genoemd. Eerst ruiken we de “topnoot” (vaak citrusgeuren), dan de “hartnoot” (vaak bloemengeuren). De basis van het parfum, de “grondnoot”, bepaalt het karakter van de geur. Vaak zijn dit houtige geuren in een combinatie met synthetische (‘dierlijke’) geurstoffen. topnoot hartnoot grondnoot tijd Verandering van geurwaarneming bij verstrijken van de tijd. PARFUMS BEVATTEN 3-30% GEURSTOFFEN DIE IN GEURLOZE ETHANOL ZIJN OPGELOST. ETHANOL GEEFT EEN “LIFT” AAN HET PARFUM, DOORDAT DE TOPNOOT WORDT “UITGELICHT”, ZODAT WE HEM BETER KUNNEN RUIKEN. 79 Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA 9.2 SOORTEN PARFUMS Eau de cologne bevat 3 tot 5% geurstoffen, eau de toilette 5 tot 10 % en parfum 15 tot 30%. Eau de parfum is een tussenvorm van parfum en eau de toilette en bevat 10 tot 15% geurstoffen. Dit zijn parfums op basis van alcohol. Er bestaan ook parfums op basis van olie- of was. Dit zijn parfumoliën of parfumcrèmes. Parfums worden onderverdeeld naar geursoort en worden “bloemig”, “kruidig-aromatisch”, “oriëntaals”, “aldehyde”, “groen” en “chypre” genoemd. Bloemige parfums zijn uit geuren samengesteld die uit bloemen zijn gewonnen. Kruidig-aromatische geuren zijn afkomstig van bijvoorbeeld lavendel en sandelhout. Ze worden vaak voor herengeuren gebruikt. Oriëntaalse geuren zijn zwaar en zoet en bevatten vaak muskgeurstoffen. Aldehydeparfums ruiken naar bloemen, maar zijn niet uit bloemen gemaakt. Groene parfums zijn ook fris en meestal gemaakt uit synthetische geuren in combinatie met natuurlijke plantaardige geurstoffen. Chypre-parfums bevatten citrusgeuren, gecombineerd met kruidige geurstoffen. Overzicht etherische oliën met omschrijving van de geursoort Etherische olie Deel van de plant Plantennaam Omschrijving van geur Rozenolie Bloemblaadjes Roos Bloemig Jasmijnolie Jasmijn Neroli-olie Patchouli-olie Sinaasappelboom Bladeren Petitgrain-olie Dennennaalden-olie Naalden Patchouli Bloemig Sinaasappelboom Kruidig Fijn spar Kruidig Vetiver Wortels Grassoort Houtig Anijs-olie Zaden Anijs Aromatisch Sandelhout-olie Hout Cederhout-olie Sandelboom Zoet Amerikaanse Ceder Houtig - Zoet Kaneel-olie Schors Kaneelboom Houtig - Zoet Mirre Hars Mirre Orientaals - Houtig Schil Sinaasappelboom Fruitig - Fris Vrucht Vanille Aromatisch Galbanum-olie Sinaasappel-olie Galbanum Bergamot-olie Vanilline 80 Nederlandse Cosmetica Vereniging 81 MONDCOSMETIC A 82 Nederlandse Cosmetica Vereniging Mondcosmetica 1. De mond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84 1.1 De opbouw van de mondholte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84 1.1.1 Mondslijmvlies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84 1.1.2 Speekselklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84 1.2 De opbouw van tanden en kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85 1.2.1 Glazuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86 1.2.2 Tandbeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87 1.2.3 Tandwortel en parodontium . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87 1.2.4 Tandvlees . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87 1.3 Veranderingen in het gebit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 1.3.1 Plak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88 1.3.2 Tandsteen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88 1.3.3 Cariës . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89 1.3.4 Gevoelige tanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89 2. Tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90 2.1 Samenstelling van tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90 2.1.1 Polijstmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90 2.1.2 Oppervlakteactieve stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90 2.1.3 Stoffen tegen tandsteenvorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91 2.1.4 Stoffen die de opbouw van glazuur bevorderen . . . . . . . . . . . .91 2.1.5 Fluoride . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91 2.1.6 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92 2.1.7 Stoffen in whitening tandpasta’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93 2.2 Soorten tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93 2.3 Het bereidingsproces van tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94 3. Mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95 3.1 Samenstelling van mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95 3.2 Soorten mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95 83 Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA 1. DE MOND De mond is een belangrijk onderdeel van ons lichaam. Met onze mond proeven we ons eten en brengen we de spijsvertering op gang. Onze tanden en kiezen vermalen het eten en zorgen samen met de tong dat we het door kunnen slikken. In de mond heerst een evenwicht tussen de buitenwereld en de binnenkant van ons lichaam. De mond en de gezichtsspieren rond de mond zijn verder de lichaamsdelen die het sterkst uitdrukking geven aan onze gevoelens. 1.1 DE OPBOUW VAN DE MONDHOLTE De mondholte is de ruimte tussen het verhemelte, de wangen en de mondbodem. Achter de tanden begint de eigenlijke mondholte. De bovenkant van de mondholte wordt gevormd door het verhemelte, dat achterin de mond overgaat in de huig en de keelamandelen. Onze tong zit vast aan de mondbodem. Op de tong hebben we smaakpapillen waarmee we ons eten kunnen proeven. De smaakpapillen zorgen er ook voor dat er speeksel vrijkomt en dat de maag alvast spijsverteringssappen aanmaakt, nog vóór we ons eten doorslikken. De tong kan goed voelen wat voor vorm en structuur ons eten heeft en hoe we het op de juiste manier kunnen doorslikken. 1.1.1 Mondslijmvlies De mondholte is bekleed met mondslijmvlies. Er zijn drie soorten slijmvlies, die elk een eigen functie hebben. De ene soort ligt op de kaken, de andere op de lippen, wangen en mondbodem. De derde soort slijmvlies, waarin smaakpapillen liggen, vinden we op de tong. HET MONDSLIJMVLIES (MUCOSA) IS OPGEBOUWD UIT EEN EPITHEELLAAG EN EEN BINDWEEFSELLAAG (LAMINA PROPRIA MUCOSA), MET DAARTUSSEN EEN BASAALMEMBRAAN. OP DIVERSE PLAATSEN IS ER OOK EEN LAAG MET VETWEEFSEL, SPEEKSELKLIEREN EN BLOEDVATEN (LAMINA SUBMUCOSA). 1.1.2 Speekselklieren Ons speeksel zorgt voor een “gezonde” mond. Mensen die weinig speeksel aanmaken, kunnen bijvoorbeeld makkelijker gaatjes (cariës) krijgen. Overal in de mond zitten grote en kleine speekselklieren. De kleine kliertjes dienen om de ruimte tussen de wangen en de tanden vochtig te houden. De speekselkliertjes op de tong zorgen dat de smaakstoffen uit ons eten over de smaakpapillen worden gespoeld, zodat we ze kunnen proeven. 84 Nederlandse Cosmetica Vereniging We hebben aan weerszijden in de mond drie grote speekselklieren. De speekselklieren onder de kaak en onder de tong maken slijmerig speeksel aan. Dit speeksel ligt als een film over onze tanden en kiezen en beschermt het glazuur tegen zure stoffen uit ons eten. HET SPEEKSEL UIT DE KLIEREN ONDER DE KAAK EN ONDER DE TONG IS RIJK AAN EIWITTEN (GLYCOPROTEÏNEN). De speekselklieren bij de kiezen, ter hoogte van de oren, maken waterig speeksel. Dit speeksel zorgt voor verdunning van stoffen uit ons eten en voor een snelle afvoer van onder andere suikers, zodat deze geen tijd krijgen onze tanden aan te tasten. HET SPEEKSEL VAN DE KLIEREN ONDER DE OREN (GLANDULA PAROTIS) BEVAT CALCIUMFOSFAAT, NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT EN ANORGANISCHE ZUREN. ZUREN UIT VOEDSEL EN GISTINGSZOUTEN UIT TANDPLAK. DIT SPEEKSEL NEUTRALISEERT VRIJE HET SPEEKSEL ZORGT VOOR EEN CONSTAN- TE ZUURGRAAD IN DE MOND. ’s Nachts maken we veel minder speeksel aan dan overdag. Als we op iets kauwen, maken we tien tot twintig keer meer speeksel aan dan wanneer we niets in onze mond hebben. DE SPEEKSELPRODUCTIE BEDRAAGT ’S NACHTS 20 ML IN 7 TOT 8 UUR. OVERDAG IN RUST WORDT 20 ML PER UUR GEPRODUCEERD. BIJ KAUWEN NEEMT VOORAL DE PRODUCTIE VAN WATERIG SPEEKSEL TOE; ER WORDT DAN GEMIDDELD 1 ML PER MINUUT UITGESCHEIDEN. 1.2 DE OPBOUW VAN TANDEN EN KIEZEN Volwassen mensen hebben verschillende soorten tanden en kiezen. Vooraan in het gebit liggen de vier snijtanden, waarmee we ons eten kunnen afbijten. Naast de snijtanden ligt aan weerszijden een hoektand. De hoektanden sturen de zijwaartse beweging van onze kaken. Achter de hoektanden liggen twee soorten kiezen. Aan elke kant liggen twee kleine kiezen en drie gewone kiezen waarmee we ons eten vermalen. Kinderen hebben een melkgebit met minder kiezen. Het melkgebit gaat hoogstens 20 jaar mee. Meestal “wisselen” we al ver voor ons 20e. Het melkgebit valt dan geleidelijk spontaan uit om plaats te maken voor volwassen tanden en kiezen. 85 Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA Onze tanden zijn belangrijk bij het eten. Ze voelen aan hoe hard er gekauwd moet worden op verschillende etenswaren en sturen de kauwspieren aan. De opbouw van de tand: 1. tandkroon 2. tandhals 3. tandwortel 4. glazuur 5. tandbeen 6. tandholte met tandmerg 7. tandvlees 8. wortelcement 9. kaak 10. tandbed 11. zenuwen en bloedvaten © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003 12. tandgroef Onze tanden zitten met hun wortels vast in het kaakbot. De kaak en een deel van onze tanden zijn bekleed met tandvlees. Het zichtbare gedeelte van onze tanden en kiezen wordt de kroon genoemd. De buitenste laag van de kroon bestaat uit tandglazuur. Onder het glazuur ligt het tandbeen en binnenin ligt het tandmerg, waarin de tandzenuw loopt. De glazuurlaag loopt door tot waar de tand omgeven wordt door het tandvlees. Op de overgang van tandkroon naar tandwortel ligt het tandvlees als een ring om de tand heen. Dit gedeelte heet tandhals. De rest van de tand, de tandwortel, ligt in de kaak en is niet van buitenaf zichtbaar. 1.2.1 Glazuur Tandglazuur is het hardste materiaal dat ons lichaam kan maken. Op de kauwvlakken van onze kiezen en op de snijvlakken van de tanden is het glazuur 2 tot 3 mm dik, op de tandhals is het veel dunner. Het heeft een grijze, blauwe of gele kleur, maar is voornamelijk doorzichtig. De kleur die onze tanden hebben, is vooral afhankelijk van de kleur van het tandbeen dat onder het glazuur ligt. Tandbeen heeft een gelige kleur. De kleur kan variëren en daarom heeft de ene persoon van nature wittere tanden dan de ander. 86 Nederlandse Cosmetica Vereniging GLAZUUR BESTAAT VOOR 95% UIT HYDROXYLAPATIET, VOOR 2% UIT WATER EN VOOR 3% UIT ANORGANISCH MATERIAAL ZOALS NATRIUM, KALIUM, SELENIUM EN FLUOR. 3 Ca 3 (PO 4 ) 2 . Ca(OH) 2 Calciumhydroxylapatit Ons glazuur slijt en wordt steeds weer opgebouwd. Het speeksel voert hiervoor de bouwstoffen aan. Er is steeds een uitwisseling van stoffen aan de gang tussen het speeksel en het glazuur. ER VINDT EEN CONTINUE UITWISSELING PLAATS VAN CALCIUM-IONEN EN FOSFAAT-IONEN TUSSEN HET TANDGLAZUUR EN HET SPEEKSEL. 1.2.2 Tandbeen Tandbeen lijkt op onze botten. Als het bloot zou liggen, zou het snel worden aangetast door zuren en bacteriën. Het wordt daarom bij de tandkroon beschermd door de glazuurlaag. TANDBEEN BESTAAT VOOR BESTANDDELEN. OP DE 70% UIT HYDROXYLAPATIET, 15% WATER EN 15% ORGANISCHE GRENS TUSSEN TANDBEEN EN TANDMERG LIGT EEN CELLAAG VAN ODONTO- BLASTEN, CELLEN DIE TANDBEEN AANMAKEN. DE CELLEN LIGGEN IN ZOGENAAMDE DENTINEKANALEN. 1.2.3 Tandwortel en parodontium De tandwortel wordt vanaf de glazuurgrens tot de wortelpunt bedekt door een laag die wortelcement heet. Als het wortelcement bloot komt te liggen, bijvoorbeeld door terugtrekkend tandvlees, kan het worden aangetast door bacteriën en schadelijke stoffen. De wortel ligt vast verankerd in het kaakbot. De structuren waarmee de wortel in de kaak vastzit heten samen het parodontium. HET PARODONTIUM BESTAAT UIT WORTELCEMENT, DE WORTELHUID WAARIN BLOEDVAATJES LOPEN, DE KAAK ZELF EN HET TANDVLEES. 1.2.4 Tandvlees Gezond tandvlees ligt in een scherpe hoek tegen onze tand en kiezen aan, is bleekroze en heeft net zulke bobbeltjes als de schil van een sinaasappel. Rond de tand87 Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA halzen vormt het tandvlees een dichte ring. Die dichte ring tandvlees voorkomt dat allerlei bacteriën uit de mondholte in contact komen met de tandwortels en het wortelcement. 1.3 VERANDERINGEN IN HET GEBIT Om ons gebit gezond te houden moeten we tenminste tweemaal per dag onze tanden poetsen. Als de tanden niet goed worden schoongehouden, kunnen er problemen en ziektes van het gebit ontstaan. 1.3.1 Plak Ons speeksel beschermt onze tanden, maar is ook een voedingsbodem voor bacteriën, die in de mond leven. Vooral in de ruimte tussen de tanden en het tandvlees, en in de kauwgroeven op de kiezen kunnen bacteriën ongestoord groeien. De bacteriën vormen een aanslag op de tanden die tandplak wordt genoemd. Als er teveel plak op onze tanden zit, kan het speeksel niet meer in contact komen met het tandglazuur en kan er geen uitwisseling van bouwstoffen meer plaatsvinden. Het glazuur wordt dan afgebroken. Als tanden en de ruimten eromheen onvoldoende worden schoongehouden, groeien de bacteriën razendsnel. De plak breidt zich uit, het glazuur wordt zwakker en er kunnen steeds gemakkelijker gaatjes ontstaan. Als plak lange tijd niet wordt verwijderd, gaat het tandvlees ontsteken. EERST BESTAAT DE BACTERIE-POPULATIE VOORNAMELIJK UIT RONDE BACTERIËN (COCCEN), NA ENKELE DAGEN KOMEN ER VOORAL ACTINOMYCETEN, LACTOBACILLEN EN SPIROCHETEN VOOR. 1.3.2 Tandsteen Tandplak die niet goed wordt weggepoetst, wordt hard en verandert in tandsteen. Dit proces treedt al snel op. Op tandsteen kan gemakkelijk opnieuw plak ontstaan. Zo groeit tandsteen steeds verder aan. Door tandsteen kunnen ontstekingen van het tandvlees en het tandbed ontstaan. DE OMZETTING VAN PLAK IN TANDSTEEN VINDT PLAATS DOOR MINERALISATIE. DE PLAK RAAKT VERZADIGD MET ANORGANISCHE ZOUTEN, ZOALS CALCIUMSULFAAT, UIT HET SPEEKSEL. DE MEESTE TANDSTEEN WORDT DAN OOK AANGETROFFEN BIJ DE UITGANGEN VAN DE GROTE SPEEKSELKLIEREN, ZOALS OP DE (BINNENKANT VAN DE) SNIJTANDEN IN DE ONDERKAAK EN DE (BUITENKANT VAN DE) KIEZEN VAN DE BOVENKAAK. Tandsteen is niet weg te poetsen met een tandenborstel en moet professioneel worden verwijderd door de tandarts of mondhygiënist. 88 Nederlandse Cosmetica Vereniging 1.3.3 Cariës De bacteriën in tandplak zetten de suikers uit onze voeding om in zuren die het tandglazuur aantasten. Hierdoor ontstaan gaatjes. Deze aandoening heet cariës. Gaatjes ontstaan het gemakkelijkst in de ruimten tussen de tanden, op de tandhalzen en in de kauwgroeven op de kiezen. OP DE GRENS TUSSEN TANDBEEN EN TANDMERG LIGGEN CELLEN DIE TANDBEEN AANMAKEN (ODONTOBLASTEN). DEZE CELLEN LIGGEN IN DENTINEKANALEN. BIJ CARIËS KUNNEN BACTERIËN VIA DEZE KANALEN TOT IN HET TANDMERG DOORDRINGEN. Ons tandglazuur is niet gevoelig voor pijn, maar het tandbeen en tandmerg zijn dat wel. Beginnende gaatjes in het glazuur voelen we daarom eerst niet. Zodra het tandbeen wordt bereikt krijgen we pijn. Gaatjes moeten worden gevuld door de tandarts, omdat de bacteriën anders de hele tand of kies aantasten. DE BACTERIËN PRODUCEREN STOFFEN (ENDOTOXINEN) DIE ONTSTEKINGEN (GINGIVITIS) VEROORZAKEN EN DE STRUCTUREN WAARMEE DE TAND IN DE (PARODONTITIS). TANDEN EN KIEZEN GAAN LOSZITTEN EN VALLEN UIT. VAN HET TANDVLEES KAAK ZIT AANTASTEN 1.3.4 Gevoelige tanden Ons glazuur en ons tandvlees beschermen het gevoelige deel van onze tanden tegen invloeden van buitenaf. Als het glazuur wegslijt, of als het tandvlees niet goed aansluit op de tandhalzen, kunnen prikkels van buiten de tandzenuw bereiken. We krijgen dan pijnscheuten bij koud of warm, zoet en zuur eten. We noemen dit gevoelige tanden. 89 Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA 2. TANDPASTA Om gaatjes en ontstekingen van het tandvlees te voorkomen moeten we minstens twee maal per dag plak wegpoetsen. Hiervoor gebruiken we water en tandpasta. Tandpasta zorgt daarnaast voor een schoon gevoel en een frisse adem. Behalve tandpasta bestaan er ook poeder, gel en vloeibare crème om de tanden mee te poetsen. 2.1 SAMENSTELLING VAN TANDPASTA De werkzame stoffen in tandpasta zijn bedoeld om plak te verwijderen en om te zorgen dat er geen tandsteen ontstaat. Verder helpen de stoffen bij de vorming van het glazuur. Voor mensen met gevoelige tanden zijn er tandpasta’s die een beschermend laagje op de tanden maken zodat er minder pijn optreedt. Verder bevatten tandpasta’s verschillende hulpstoffen. 2.1.1 Polijstmiddelen Polijstmiddelen zijn een soort schuurbolletjes. Doordat we met de tandenborstel poetsbewegingen maken, schuren de polijstmiddelen de plak los. Tandpasta kan voor 15 tot 60% uit polijstmiddelen bestaan. Polijstmiddelen moeten zo min mogelijk schuren, maar wel zoveel mogelijk plak weghalen. POLIJSTMIDDELEN ZIJN ANORGANISCHE STOFFEN, DIE NIET IN WATER OPLOSSEN EN EEN DEELTJES- GROOTTE HEBBEN VAN 15 MICROMETER. VOORBEELDEN ZIJN ALUMINIUMHYDROXIDE, CALCIUM- CARBONAAT, CALCIUMWATERSTOFFOSFAAT, NATRIUMALUMINIUMSILICAAT EN WATEROPLOSBAAR NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT. DE LAATSTE STOF LOST LANGZAAM OP IN SPEEKSEL. 2.1.2 Oppervlakteactieve stoffen Tandpasta bevat oppervlakteactieve (zeepachtige) stoffen die plak oplossen en zorgen dat het met water weggespoeld kan worden. Ze zorgen ook voor de schuimwerking en voor een gelijkmatige verdeling van de tandpasta bij het poetsen. VOORBEELDEN VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN ZIJN NATRIUMLAURYLSULFAAT, NATRIUM-N- LAUROYLSARCOSINAAT, NATRIUMLAURYLSULFOACETAAT, KOKOSVETZUUR-MONOGLYCERIDESULFONAAT EN BETAÏNES. 90 Nederlandse Cosmetica Vereniging Structuurformule natrium-N-lauroylsarcosinaat O H23C11 C N CH2–COO– + Na H3C NATRIUM-N-LAUROYLSARCOSINAAT TANDEN AANTASTEN. REMT TEVENS DE ENZYMEN WAARMEE TANDPLAKBACTERIËN DE 2.1.3 Stoffen tegen tandsteenvorming Aan tandpasta worden stoffen toegevoegd die zorgen dat plak minder snel in tandsteen verandert. STOFFEN DIE DE VORMING VAN TANDSTEEN TEGENGAAN ZIJN BIJVOORBEELD BIFOSFONATEN, AZACYCLOHEPTAAN-2,2-DIFOSFONAAT EN BEPAALDE ZINKVERBINDINGEN. 2.1.4 Stoffen die de opbouw van glazuur bevorderen Er vindt een continue uitwisseling plaats van bouwstoffen tussen ons speeksel en ons glazuur. Als het tandglazuur een beetje is aangetast door zuren in het eten, kunnen de stoffen in ons speeksel het glazuur weer herstellen. Dit werkt alleen op schone tanden. In tandpasta zitten stoffen die zorgen dat het speeksel zijn herstellende werk kan doen. De bekendste van deze stoffen is fluoride. ANDERE REMINERALISERENDE STOFFEN ZIJN CALCIUMGLYCERINEFOSFAAT, CALCIUMWATERSTOF- FOSFAAT EN NATRIUMTRIMETAFOSFAAT. 2.1.5 Fluoride Aan tandpasta wordt fluoride toegevoegd om het ontstaan van gaatjes te helpen voorkomen en het glazuur stevig te houden. Tandpasta voor volwassenen mag maximaal 0,15 % fluoride bevatten. De meeste tandpasta’s bevatten wat minder. In kindertandpasta moet het gehalte fluoride veel lager zijn, namelijk 0,075-0,05%, omdat kinderen de neiging hebben tandpasta door te slikken en anders teveel fluoride binnen zouden krijgen. ER ZIJN AANWIJZINGEN DAT FLUORIDE OP VERSCHILLENDE MANIEREN WERKT. FLUOR-IONEN WORDEN INGEBOUWD IN TANDGLAZUUR EN MAKEN HET GLAZUUR MINDER GEVOELIG VOOR DE AFBRAAK DOOR ZUREN. DAARNAAST ZORGEN ZE VOOR EEN SNELLE OPBOUW VAN GLAZUUR. FLUORIDE DE ZUURPRODUCTIE VAN TANDPLAK-BACTERIËN. 91 OOK VERMINDERT Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA MEESTAL WORDT NATRIUMFLUORIDE IN TANDPASTA GEBRUIKT. DIT KAN NIET IN EEN FORMULERING WORDEN TOEGEPAST SAMEN MET CALCIUMZOUTEN, OMDAT DAN HET ONWERKZAME CALCIUMFLUORIDE ONTSTAAT. DIT TREEDT BIJVOORBEELD OP ALS DE TANDPASTA POLIJSTMIDDELEN BEVAT DIE UIT CALCIUMCARBONAAT OF CALCIUMWATERSTOFFOSFAAT BESTAAN. NATRIUMFLUORIDE KAN WEL GEBRUIKT EEN FLUORIDEVERBINDING DIE WEL WORDEN IN COMBINATIE MET POLIJSTMIDDELEN VAN KIEZELGEL. IN COMBINATIE MET VAN POLIJSTMIDDELEN OP BASIS VAN CALCIUM KAN WORDEN GEBRUIKT IS NATRIUMMONOFLUORFOSFAAT. OOK AMINFLUORIDE WORDT VEEL TOEGEPAST. 2.1.6 Hulpstoffen In tandpasta’s worden verschillende hulpstoffen gebruikt. Om de pasta een goede structuur te geven worden verdikkingsmiddelen gebruikt. Om te voorkomen dat de tandpasta uitdroogt worden stoffen toegevoegd die vocht kunnen vasthouden. VOORBEELDEN XANTHAAN. VAN VERDIKKINGS- OF BINDMIDDELEN ZIJN ALGINAAT, CARRAGEEN, GUARAN, EN VOORBEELDEN VAN VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN GLYCERINE, SORBITOL EN XYLITOL. Aan tandpasta worden verder smaakstoffen toegevoegd om de smaak van de tandpasta te verbeteren en een frisse smaak achter te laten na het poetsen. Kleurstoffen dienen om het product er mooi uit te laten zien. ALS ZOETSTOF WORDT MEESTAL SACCHARINE OF ASPARTAAM GEBRUIKT. O HOOC H2C C H C C O H2 C N H C CH3 NH2 H O Structuurformule aspartaam VOORBEELDEN VAN SMAAKSTOFFEN ZIJN PEPERMUNT, ANIJS, EUCALYPTUS EN MENTHOL. Om te voorkomen dat tandpasta bederft, worden conserveermiddelen toegevoegd. VOORBEELDEN VAN CONSERVEERMIDDELEN IN TANDPASTA ZIJN DE ESTERS VAN P-HYDROXYBENZOËZUUR), NATRIUMBENZOAAT, SORBINEZUUR, KALIUMSORBAAT EN CHLOORHEXIDINEDIGLUCONAAT. 92 Nederlandse Cosmetica Vereniging Structuurformules van sorbinezuur en p-hydroxybenzoëzuur COOH HO COOH 2.1.7 Stoffen in whitening tandpasta’s Koffie, thee, rode wijn, drop en nicotine kunnen een gekleurde aanslag op de tanden veroorzaken. Om deze verkleuringen weg te poetsen bestaan er speciale “whitening” tandpasta’s. Er bestaan whitening tandpasta’s die geschikt zijn voor dagelijks gebruik en er zijn ook producten die af en toe naast het tandenpoetsen gebruikt kunnen worden. Whitening tandpasta’s kunnen op verschillende manieren werken. Sommige producten bevatten extra stevige polijstmiddelen, die meer schuren dan een gewone tandpasta doet. Andere producten bevatten speciale stoffen die de gekleurde aanslag oplossen, zodat deze gemakkelijker weggepoetst kan worden. EEN VOORBEELD VAN STOFFEN DIE DE STRUCTUUR VAN DE AANSLAG VERBREKEN EN OPLOSSEN ZIJN TRIPOLYFOSFATEN. Met de naam whitening tandpasta, wat letterlijk betekent “witmakende tandpasta”, wordt bedoeld dat deze tandpasta’s zorgen dat de eigen witte kleur van onze tanden weer tevoorschijn komt. Hoe wit de eigen kleur van onze tanden is, hangt af van de kleur van het tandbeen, dat onder het glazuur ligt. Whitening tandpasta’s veranderen de eigen kleur van de tanden niet. Het is overigens wel mogelijk de basiskleur van de tanden lichter te maken. Tanden kunnen behandeld worden met een blekende gel. 2.2 SOORTEN TANDPASTA Normale anti-cariës en anti-tandsteen tandpasta bevat meestal fluoride om het ontstaan van gaatjes tegen te gaan en de opbouw van glazuur te stimuleren. Verder bevatten ze stoffen tegen de vorming van tandsteen. VOORBEELDRECEPT ANTI-CARIËS TANDPASTA: MAX. 38% WATER; MAX. 35% CALCIUMCARBONAAT; MAX. 20% SORBITOL; MAX. 3% SILICIUMDIOXIDE; MAX. 2% NATRIUMLAURYLSULFAAT EN NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE; MAX. 1% SACCHARINE-NATRIUM, NATRIUMMONOFLUORFOSFAAT EN AROMA. 93 Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA Tandpasta voor gevoelige tanden bevat stoffen die een beschermend laagje om de tandhalzen vormen, waardoor pijnprikkels de zenuwen van de tanden niet meer kunnen bereiken. STOFFEN DIE EEN BESCHERMEND LAAGJE VORMEN ZIJN ONDER ANDERE KALIUMNITRAAT, KALIUM- CHLORIDE, STRONTIUMCHLORIDE, STRONTIUMACETAAT, NATRIUMCITRAAT, CITROENZUUR EN HYDROXYLAPATIET. Tandpasta voor tandvleesproblemen bevat, naast stoffen die effectief tandplak verwijderen, ook verzorgende stoffen die zorgen dat het tandvlees weer in een goede conditie komt. VOORBEELDEN VAN VERZORGENDE STOFFEN ZIJN ONDER ANDERE ALLANTOINE, AZULEEN, CARBAMIDE, PANTHENOL, VITAMINE A, ZEEZOUT EN PLANTENEXTRACT (ARNICA, MIRRE, SALIE, KAMILLE). VOORBEELDRECEPT TANDPASTA VOOR TANDVLEESPROBLEMEN: MAX. 45% CALCIUMCARBONAAT; MAX. 31% WATER; MAX. 15% SORBITOL; MAX. 5% CARBAMIDE; MAX. 1% METHYLCELLULOSE, SACCHARINE-NATRIUM, NATRIUMBENZOAAT, BISABOLOL, SALIE-EXTRACT, AROMA, METHYLPARABEN. 2.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN TANDPASTA In een grote tank worden eerst de verschillende vochtvasthoudende stoffen gemengd. Tijdens het roeren wordt het bindmiddel toegevoegd. Achtereenvolgens worden water, zoetstoffen, fluorideverbindingen en conserveermiddelen toegevoegd. Het roeren duurt ongeveer 15 minuten. Vervolgens worden, onder vacuüm, polijstmiddelen en oppervlakteactieve stoffen toegevoegd. Er wordt voortdurend geroerd. De oppervlakteactieve stoffen worden zo laat mogelijk toegevoegd omdat deze schuimen. Tenslotte worden smaakstoffen toegevoegd. Dan wordt de massa, nog steeds onder vacuüm, glad geroerd. Er wordt een monster uit genomen om te controleren of alle werkzame stoffen in de juiste hoeveelheden aanwezig zijn. De tandpasta-massa komt in een opslagtank en wordt dan naar de vulmachine geleid en in tubes geperst. 94 Nederlandse Cosmetica Vereniging 3. MONDWATER Mondwaters zijn vloeibare producten om de mond mee te spoelen. Mondwater kan ook de plaatsen waar de tandenborstel niet gemakkelijk komt, bereiken en schoonmaken. Sommige mondwaters worden gebruikt vóór het tandenpoetsen, andere juist erná. Er bestaan ook 2-in-1 producten, die een combinatie van tandpasta en mondwater zijn. Er zijn mondwaters die onverdund worden gebruikt, maar er zijn ook geconcentreerde producten die eerst in water worden opgelost. De meeste mondwaters verfrissen de mond en gaan een slechte adem tegen. Gewoon mondwater verwijdert zelf geen plak. Er bestaan ook mondwaters die speciaal werken tegen plak, tandvleesontsteking of cariës. 3.1 SAMENSTELLING VAN MONDWATER De meeste mondwaters bestaan voor het grootste deel uit water en alcohol. Ze bevatten daarnaast oppervlakteactieve stoffen. Deze zorgen dat het product schuimt en dat de aanslag beter van de tanden gepoetst kan worden. Verder bevatten mondwaters een kleine hoeveelheid stoffen die de groei van plakbacteriën remmen. Deze stoffen breken de plak-resten af die na het tandenpoetsen zijn achtergebleven. VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE DE GROEI VAN PLAKBACTERIËN REMMEN ZIJN CHLORIDE, CHLOORHEXIDINE, HEXETIDINE, TRICLOSAN EN NATRIUMBENZOAAT. CETYLPYRIDINIUM- Mondwaters bevatten verder smaakstoffen en stoffen die zorgen dat het product prettig aanvoelt in de mond. 3.2 SOORTEN MONDWATER Mondwater dat vóór het tandenpoetsen wordt gebruikt, zorgt ervoor dat plak zacht wordt, zodat het gemakkelijker weggepoetst kan worden. Mondwaters die ná het tandenpoetsen worden gebruikt, remmen de vorming van nieuwe plak en zorgen voor een frisse adem. Ze bevatten meestal veel alcohol of isopropanol, etherische olie (menthol, tijm, eucalyptus), vruchtenaroma’s en harsen. 95 Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA VOORBEELDRECEPT MONDWATER VOOR FRISSE ADEM: MAX. 80% ETHANOL; MAX. 4% AROMA; MAX. 1% NATRIUMCYCLAMAAT EN KLEURSTOFFEN. MAX. 17% WATER; Mondwater dat actief de vorming van nieuwe tandplak remt en het glazuur verstevigt, bevat meestal fluoride. VOORBEELDRECEPT MONDWATER MET FLUORIDE: MAX. 78% WATER; MAX. 12% GLYCERINE; MAX. 7% ETHANOL; MAX. 2% EMULGATOR EN NATRIUMFOSFAAT; MAX. 1% NATRIUMFLUORIDE, SORBINEZUUR, SACCHARINE-NATRIUM, AROMA EN KLEURSTOFFEN. 96 Nederlandse Cosmetica Vereniging 97 H A A R CO S M E T I C A 98 Nederlandse Cosmetica Vereniging Haarcosmetica 1. Het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100 1.1 De opbouw van de haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100 1.1.1 Haarkleur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102 1.2 De groei van het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102 1.3 Veranderingen in het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .103 2. Shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106 2.1 Samenstelling van shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106 2.2 Soorten shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .107 2.3 Het bereidingsproces van shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .109 3. Haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110 3.1 Samenstelling van haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . .110 3.2 Soorten haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111 3.3 Het bereidingsproces van haarverzorgingsproducten . . . . . . .111 4. Haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112 4.1 Samenstelling van haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . .112 4.2 Soorten haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .113 4.3 Het bereidingsproces van haarverstevigingsproducten . . . . .114 5. Haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115 5.1 Samenstelling van blondeerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115 5.1.1 Soorten blondeerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .116 5.2 Samenstelling van haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117 5.2.1 Soorten haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119 6. Producten om het haar te permanenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122 6.1 Samenstelling van permanentproducten . . . . . . . . . . . . . . . . .123 6.1.1 Reductiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .123 6.1.2 Oxidatiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124 6.1.3 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124 6.2 Soorten permanentproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125 6.2.1 Producten voor de reductiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125 6.2.2 Producten voor de oxidatiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .126 99 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA 1. HET HAAR Op ons hele lichaam, behalve op onze lippen, handpalmen en voetzolen, hebben we haar. Op veel plaatsen zijn het donshaartjes die nauwelijks zichtbaar zijn. De meeste dieren hebben haar om zich te beschermen tegen kou en andere weersinvloeden. Sommige diersoorten ‘voelen’ met hun haren, zoals bij de snorharen van een kat het geval is. Bij mensen zijn al die functies verminderd; alleen ons hoofdhaar beschermt ons tegen kou en UV-straling, en de kleine haartjes in onze neus en oren zorgen dat er geen stof kan binnendringen. 1.1 DE OPBOUW VAN DE HAAR Een haar bestaat uit een wortel, die in de huid vast ligt, en een schacht. De schacht is het zichtbare deel van de haar. De haarwortel zit vast in een haarfollikel, een soort zakje in de huid. Bij de haar horen talgklieren en spiertjes. De haar ligt schuin in de huid, en kan door de haarspiertjes rechtop worden gezet, zoals dat gebeurt als we kippenvel hebben. De haren worden verzorgd door bloedvaten die voedingsstoffen aanvoeren. Zenuwbanen zorgen ervoor dat we voelen dat ons haar wordt aangeraakt of dat de wind erdoorheen waait. De opbouw van de haar: © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003 1. haarschacht 2. hoornlaag 3. opperhuid (epidermis) 4. kiemcellenlaag 5. lederhuid 6. onderhuid 7. bloedvaten 8. haarwortel 9. talgklier 10. haaroprichtspiertje DE TALGKLIEREN MAKEN TALG AAN DIE VOOR 32% UIT TRIGLYCERIDEN BESTAAT, VOOR 28% UIT VRIJE VETZUREN EN 14% UIT WAS. 100 Nederlandse Cosmetica Vereniging De hele haar (wortel en schacht) is van binnen naar buiten opgebouwd uit merg, schors en een geschubde laag. Om de haarwortel ligt een wortelschede. Bij de mens is het haarmerg maar heel dun, de schors is het dikste deel van de haar. Peptidespiraal (α-Helix) Protofibril Microfibril Macrofibril Schors (Cortex) Geschubde buitenlaag (Cuticula) © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003 Opbouw haarschacht DE SCHORS (CORTEX) BESTAAT UIT LANGGEREKTE CELLEN DIE STRENGEN VORMEN, DE ZOGENAAMDE DE FIBRILLEN WORDEN BIJ ELKAAR GEHOUDEN DOOR EEN KITSUBSTANTIE (MATRIX). ZE WORDEN VAN ELKAAR GESCHEIDEN DOOR CELMEMBRANEN. DE GESCHUBDE BUITENSTE LAAG VAN DE HAAR (DE CUTICULA) IS OPGEBOUWD UIT 6 TOT 10 LAGEN DUNNE PLAATACHTIGE CELLEN, CUTICULACELLEN. DE CUTICULA HOUDT DE HAAR BIJ ELKAAR EN IS BESTAND TEGEN MECHANISCHE INVLOEDEN (BORSTELEN EN KAMMEN) EN TEGEN VELE CHEMISCHE STOFFEN. CUTICULACELLEN ZIJN 0,5 TOT 1 MICROMETER DIK EN 45 MICROMETER LANG EN BREED. ZE BEVATTEN VEEL CYSTEÏNE. MACRO- EN MICROFIBRILLEN. Het haar bestaat vooral uit het eiwit keratine. Het is elastisch en kan water opnemen. Als het haar nat wordt, verandert de structuur tijdelijk. Het haar wordt dan, zolang het nat is, steiler en langer. Als het haar droogt neemt het weer zijn oorspronkelijke vorm aan. 101 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA KERATINE IS EEN EIWIT DAT VOOR EEN GROOT DEEL IS OPGEBOUWD UIT HET AMINOZUUR CYSTEÏNE. CYSTEINE BEVAT EEN ZWAVELATOOM. DE ZWAVELATOMEN IN DE KERATINEKETEN VORMEN CHEMISCHE VERBINDINGEN MET DE ZWAVELATOMEN IN ANDERE KERATINEKETENS. DEZE VERBINDINGEN WORDEN ZWAVELBRUGGEN GENOEMD. ZIJ GEVEN HET HAAR STRUCTUUR EN FLEXIBILITEIT. EEN WATERSTOFBRUG IS EEN VERBINDING WAARBIJ KOOLSTOF, WATERSTOF EN STIKSTOF EEN CHEMISCHE VERBINDING AANGAAN MET SOORTGELIJKE MOLECULEN IN DE ANDERE KETENS. ALS HET HAAR NAT WORD, WORDEN DE WATERSTOFBRUGGEN TIJDELIJK VERBROKEN. ER BESTAAT α EN β KERATINE. α KERATINE IS SPIRAALVORMIG EN LOOPT PARALLEL AAN DE LENGTERICHTING VAN HET HAAR. BIJ ONTVOUWING DOOR VERBREKING VAN DE WATERSTOFBRUGGEN, ZOUTBINDINGEN EN CYSTEÏNE BINDINGEN VOUWT HET ZICH UIT TOT β KERATINE. COOH H2N C H CH2SH structuurformule cysteine 1.1.1 Haarkleur In de haarschors zitten kleurstoffen, melanine, die voor de kleur van ons haar zorgen. De kleur wordt onderin de haarwortel gemaakt door pigmentcellen en schuift met de groei van het haar mee naar buiten. Er zijn twee soorten melanine die in verschillende verhoudingen in het haar voorkomen. Mensen met donker haar hebben meer eumelanine, mensen met blond of rood haar hebben meer phaeomelanine. DE PIGMENTEN LIGGEN TUSSEN DE FIBRILLEN IN DE SCHORS. 1.2 DE GROEI VAN HET HAAR Ons haar groeit en vernieuwt zich voortdurend. Onderin de haarwortel, in de haarpapil, worden steeds nieuwe cellen gevormd. De nieuwe cellen verplaatsen zich naar de oppervlakte van de huid. Onderweg veranderen ze. Uiteindelijk verhoornen ze en vormen de haarschacht. De haarschacht, het deel van de haar dat we zien, is eigenlijk het dode deel van de haar. Een haar groeit in verschillende fasen. We onderscheiden een groeifase, overgangsfase en een rustfase. Hoe lang elke fase duurt, hangt af van de plek op het lichaam waar de haar groeit. Zo groeien baardharen sneller dan hoofdhaar. 102 Nederlandse Cosmetica Vereniging Wenkbrauwen groeien veel minder snel. De duur van de groeifase van ons hoofdhaar verschilt per persoon en kan variëren van 2 tot 7 jaar. Als we ons haar laten doorgroeien zal de ene persoon uiteindelijk langer haar krijgen dan de ander. In de groeifase groeit het haar ongeveer 1 cm per maand. Het overgangsstadium duurt een paar weken en de rustfase duurt 3 tot 4 maanden. In de rustfase vormt de haarpapil alweer een nieuwe haar. Na de rustfase gaat de nieuwe haar over in een groeifase, en wordt de oude haar afgestoten. Oude haren vallen vanzelf uit. a) b) c) Groeifasen van een haar: a) De anagene fase (groei- fase) duurt twee tot zes jaar; in de haarmatrix worden nieuwe cellen aangemaakt. b) De katagene fase (over- gangsfase) duurt twee weken; de haar en de haarpapil gaan van elkaar los. c) De telogene fase (rust- fase) duurt drie tot vier maanden; de haar rust in de © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003 follikel. Van de 100.000 tot 150.000 haren op ons hoofd bevindt zich steeds 10-15% in rustfase. We verliezen normaal gesproken iedere dag 50 tot 80 haren. Hoofdharen groeien 0,35 mm per dag, baardharen 0,38 mm en wenkbrauwen 0,16 mm. 1.3 VERANDERINGEN IN HET HAAR Vet haar ontstaat als de talgklieren in de hoofdhuid teveel talg maken en droog haar ontstaat als de talgklieren juist te weinig talg aanmaken. Tijdens de zwangerschap veranderen de hormoonspiegels in het lichaam. Hierdoor blijft elke haar langer op het hoofd. Na de bevalling veranderen de hormoonspiegels weer en gaan veel haren tegelijkertijd over in de rustfase. Hierdoor vallen tijdelijk meer haren tegelijkertijd uit. Bij het ouder worden neemt de melanineproductie in het haar af en wordt het haar wit of grijs. Roos, losse huidschilfers in het haar, ontstaat meestal door een te snelle groei van een bepaalde gistsoort die bij iedereen op de hoofdhuid voorkomt. Bij mensen met 103 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA roos worden de huidcellen sneller afgestoten dan normaal, waardoor de gist beter kan groeien. De afgestoten cellen en de gist plakken aan elkaar en vormen schilfers. Het haar kan beschadigd raken door kammen en borstelen, door de invloed van UVstraling van de zon en door kleuren en permanenten. Beschadigd haar heeft een onregelmatige geschubde laag en gespleten haarpunten. © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003 Oppervlak van een gezonde haar © Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003 Oppervlak van een sterk beschadigde geschubde laag 104 105 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA 2. SHAMPOO In ons haar komen elke dag vet (talg), huidschilfers, vuil en geuren uit de omgeving terecht. Om het haar te wassen gebruiken we shampoo. Gewone zeep is daar niet geschikt voor, omdat het ons haar dof maakt. Een shampoo reinigt en verzorgt het haar. 2.1 SAMENSTELLING VAN SHAMPOO Shampoo bevat oppervlakteactieve stoffen die voor de reiniging zorgen, zonder het haar te veel te ontvetten. OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN SHAMPOO MOETEN PH NEUTRAAL OF ALKYLETHERSULFATEN WORDEN HET MEEST GEBRUIKT. ANDERE VOORBEELDEN EIWIT-VETZUUR-CONDENSAAT EN COCAMIDOPROPYLBETAÏNE. LICHT ZUUR ZIJN. ZIJN ALKYLSULFAAT, Er zitten in shampoo stoffen die de geschubde laag platleggen zodat het haar beter kambaar is. Shampoo bevat verder verschillende hulpstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld stoffen die de werking van de oppervlakteactieve stoffen ondersteunen, terugvetters, vochtvasthoudende stoffen en schuimstabilisatoren. Daarnaast bevat shampoo stoffen die de vloeibaarheid regelen. Shampoo mag niet zo dik zijn dat we hem niet goed over het haar kunnen verdelen, maar ook niet zo dun dat hij meteen wegspoelt. VOORBEELDEN VAN TERUGVETTERS ZIJN NATUURLIJKE OLIËN, VETZUURESTERS EN ALKANOLAMIDES. VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN PROPYLEENGLYCOL, GLYCERINE EN SORBITOL. STOFFEN DIE DE SHAMPOO VERDIKKEN ZIJN NATRIUMCHLORIDE EN NATRIUMSULFAAT OF AMMONIUMCHLORIDE EN AMMONIUMSULFAAT. OOK ALKANOLAMIDE, VETALCOHOLEN, ZOALS DIETHYLEEN GLYCOL MONO (NONYLPHENYL)ETHER EN WORDEN GEBRUIKT. VERDUNNERS ZIJN PROPYLEENGLYCOL EN GLYCERINE. ALS SCHUIMSTABILISATOREN WORDEN ALKANOLAMIDEN EN ANORGANISCHE FOSFATEN GEBRUIKT. In shampoo kunnen UV-filters zitten die het product beschermen tegen de invloed van licht. Daarnaast bevat shampoo parfum, kleurstoffen, (parel)glansmiddelen en stoffen die bederf tegengaan. Andere ingrediënten zijn stoffen die de zuurgraad regelen en stoffen, die zorgen dat de ingrediënten goed mengen. 106 Nederlandse Cosmetica Vereniging oppervlakte actieve stof terugvetter terugvetter verdikkingsmiddel INGREDIENTS: Aqua, Sodium laureth sulfate, Sodium chloride, Cocamide DEA, Polyquaternium 11, Parfum, Cocamidopropyl betaine, Phenoxyethanol, Methylparaben, Ethylparaben, Propylparaben, Citric acid, Sodium styrene acrylates copolymer, Trideceth-7, CI 15985 conserveermiddel pH-regelaar conserveermiddel kleurstof Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie op een shampoo 2.2 SOORTEN SHAMPOO Er bestaan shampoos die bedoeld zijn voor bepaalde soorten haar, zoals vet haar, haar met roos en babyhaar. Shampoos voor normaal haar zijn alleen bedoeld om het haar te reinigen en niet teveel te ontvetten. VOORBEELDRECEPT SHAMPOO VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 50% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 3% EIWITHYDROLYSAAT EN DIETHYLEENGLYCOL LAURYL ETHER; MAX. 1% PROPYLEENGLYCOL. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN GEURSTOFFEN, BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN. Shampoos voor vet haar bevatten speciale oppervlakteactieve stoffen die het haar reinigen en licht ruw maken. Ze bevatten weinig terugvetters. VOORBEELDRECEPT SHAMPOO VOOR VET HAAR: MAX. 45% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 5% EIWITABIETINEZUURCONDENSAAT; MAX. 3% EIWITHYDROLYSAAT EN DIETHYLEENGLYCOL LAURYL ETHER; MAX. 1% PROPYLEENGLYCOL EN KRUIDENEXTRACT. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN GEURSTOFFEN, BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN. Shampoos voor droog en beschadigd haar bevatten veel verzorgende bestanddelen en oliën. Ze kunnen het haar niet meer volledig herstellen, maar wel in een betere conditie brengen. Ze bevatten stoffen die het haar beter kambaar maken. VOORBEELDEN VAN VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN PLANTAARDIGE OLIE, LECITHINE, LANOLINE EN VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN PANTHENOL, GLYCERINE, SORBITOL EN PYRROLIDONCARBONZUUR-ZOUTEN. EIWITHYDROLYSAAT. 107 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA 2-in-1 Shampoos bevatten zowel een shampoo als een conditioner, die samen in een ‘emulsie’ verwerkt zijn. De conditioner zweeft dan als kleine druppeltjes in de shampoo. Na het wassen blijven deze verzorgende druppeltjes op het haar achter. Antiroos-shampoo bevat dezelfde bestanddelen als shampoo voor normaal haar, plus een aantal specifieke werkzame stoffen. Deze toevoegingen gaan de groei tegen van de gistsoort die roos veroorzaakt. VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE DE GISTGROEI REMMEN, ZIJN SELENIUMDISULFIDE, ZINKPYRITHION, CLIMBAZOL EN PIROCTON OLAMINE. SeS2 Seleniumdisulfide 1-hydroxy-4-methyl-6(2,4,4-trimethyl-2-pyridon) CH 3 CH3 CH3 | | H3C_C_CH2_CH_CH2 | CH3 H2N_CH2_CH2_OH N O OH ethanolamine Structuurformules van Seleniumdisulfide en Pirocton Olamine, actieve stoffen tegen roos. Piroctone olamine is het ethanolaminezout van 1-Hydroxy-4-methyl-6-(2,4,4-trimethylphenyl)-2(1-H)-pyridon) VOORBEELDRECEPT ANTIROOS-SHAMPOO: MAX. 50% ALKYLSULFAAT; MAX. 3% EIWITHYDROLYSAAT; MAX. 2% ALKANOLAMIDE EN ZINKPIRITHION; MAX. 1% MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN HYDROXYPROPYLMETHYLCELLULOSE. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN GEURSTOFFEN, BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN. Babyshampoo bevat milde reinigende oppervlakteactieve stoffen en verzorgende bestanddelen. Ook worden alleen de mildste conserveermiddelen en geur- en kleurstoffen gekozen. MILDE OPPERVLAKTE-ACTIEVE STOFFEN ZIJN SORBITAANESTERS. 108 Nederlandse Cosmetica Vereniging 2.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN SHAMPOO Shampoos worden bereid door de ingrediënten te mengen in een industrieel roervat. Soms worden de stoffen daarbij verwarmd, soms worden ze bij kamertemperatuur gemengd. De stoffen die een poeder- of wasvorm hebben, worden eerst gesmolten en opgelost in water. De stoffen die de zuurgraad regelen en de geur- en kleurstoffen worden als laatste toegevoegd. 109 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA 3. HAARVERZORGINGSPRODUCTEN Ons haar raakt gemakkelijk beschadigd door kammen, borstelen, zonlicht, kleuren en permanenten. Haarverzorgingsproducten beschermen het haar tegen schadelijke invloeden en zorgen ervoor dat het haar niet uitdroogt door het wassen. Er zijn producten die na het wassen worden aangebracht en meteen weer worden uitgespoeld. Er zijn ook spoelingen, conditioners en haarverzorgingsproducten die na het wassen worden aangebracht en in het haar blijven. Dit is het geval bij producten die worden gebruikt als voorbehandeling bij permanenten en bij haarwater tegen roos. 3.1 SAMENSTELLING VAN HAARVERZORGINGSPRODUCTEN Haarverzorgingsproducten bevatten stoffen die zorgen dat het haar niet statisch wordt, die het haar beschermen tegen invloeden van buiten, het haar verzorgen of roos tegengaan. Verder worden plantenextracten en vitaminen toegevoegd. De belangrijkste verzorgende bestanddelen in haarverzorgingsmiddelen zijn vetten, wassen, oliën en oplosmiddelen. DE VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN GEURLOOS, MET UITZONDERING VAN LAURYLALCOHOL. ZE ZIJN MEESTAL NIET OPLOSBAAR IN WATER, MAAR KUNNEN HIER WEL EEN EMULSIE MEE VORMEN. CETYLALCOHOL WORDT HET MEEST GEBRUIKT. WAS IS EEN VETZUURESTER. DE BEKENDSTE WASSOORT IS BIJENWAS. VOOR HAARVERZORGINGSPRODUCTEN WORDT MEESTAL SYNTHETISCHE WAS GEBRUIKT. SPECIFIEKE WERKZAME STOFFEN ZIJN BIJVOORBEELD QUARTERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN. DEZE ZORGEN DAT HET HAAR BETER KAMBAAR IS EN NIET STATISCH WORDT. Voorbeelden van quarternaire ammoniumverbindingen: CH3 | —N+—CH3 | CH3 O O O O O O O O O CLCetrimonium chloride O O O O O O CH3 | O—N+—CH3 | CH3 Trimethyl cellulose ammoniumchloride 110 Nederlandse Cosmetica Vereniging Cl+ N Cl+ N Cl+ N Cl+ N Cl+ N Poly-(n,n-dimethyl-3,4-methyleenpyrrolidiniumchloride Er worden stoffen toegevoegd die zorgen dat de ingrediënten beter met elkaar mengen (emulgatoren). Verder bevatten haarverzorgingsproducten verdikkingsmiddelen en geur- en kleurstoffen. Ze bevatten UV-filters om het product te beschermen tegen de invloed van licht en er worden stoffen toegevoegd die bederf tegengaan. 3.2 SOORTEN HAARVERZORGINGSPRODUCTEN Haarspoelingen en conditioners zijn olie-in-water emulsies. Ze zijn meestal op bepaalde haartypen afgestemd (normaal, fijn of droog haar). Ze worden na het wassen aangebracht en vervolgens weer uitgespoeld. VOORBEELDRECEPT HAARSPOELING VOOR DROOG HAAR: QUARTAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN; MAX. PARFUM. 1% MAX. 5% VETALCOHOLEN; MAX. 3% MINERALE OLIE, EMULGATOREN, PLANTENOLIE EN REST; WATER, CONSERVERINGSMIDDELEN EN KLEURSTOFFEN Haarwater wordt gebruikt om het haar te verzorgen en om roos tegen te gaan. Producten voor de voorbehandeling voor permanenten beschermen het haar tegen de agressieve permanentvloeistof. 3.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN HAARVERZORGINGSPRODUCTEN Haarspoelingen worden onder vacuümdruk bereid, bij temperaturen van 70ËšC. De olie- en de waterfasen worden apart bereid en daarna samengevoegd. De massa moet voorzichtig worden afgekoeld, zodat hij de goede structuur behoudt. Bij het maken van voorbehandelproducten voor permanenten en haarwaters worden de ingrediënten door het oplosmiddel geroerd. Daarna wordt het product gezeefd. 111 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA 4. HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN Haarverstevigingsproducten houden het haar in model. Er zijn schuimverstevigers en vloeibare verstevigers. Deze worden op het vochtige haar aangebracht om het beter in model te kunnen brengen, bijvoorbeeld met rollers. Ook crèmes, gels en pommades werken op die manier. Haarsprays worden op het haar gespoten als het al in model is gebracht. 4.1 SAMENSTELLING VAN HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN Vloeibare verstevigers en schuimverstevigers bevatten stoffen die een laagje (“film”) op het haar vormen. Deze filmvormers zijn microscopisch kleine korreltjes die als een onregelmatig laagje op het haar gaan liggen. Ze beschadigen het haar niet, maar maken het “stroef ”, zodat het niet uit model kan glijden. Haarverstevigers bevatten verder hulpstoffen die de werking ondersteunen, parfum om de geur van de ingrediënten af te dekken en kleurstoffen om het product er mooi uit te laten zien. Verder kunnen ze UV-filters bevatten om het haar te beschermen tegen UV-licht. DE EIGENLIJKE WERKING VAN VERSTEVIGINGSPRODUCTEN BERUST OP HET EFFECT VAN WATER. WATER ALS HET VOCHTIGE HAAR OP ROLLERS WORDT GEZET VORMEN DE BRUGGEN ZICH OPNIEUW OP ANDERE PLAATSEN ALS HET HAAR DROOGT. HAARVERSTEVIGERS VERKORTEN DE DROOGTIJD. VERBREEKT DE WATERSTOFBRUGGEN IN HET HAAR. Haarsprays worden op het kapsel gespoten om het tegen zon, wind en vocht te beschermen en het haar in model te houden. Ze bestaan uit stoffen die zorgen voor een gelijkmatige verdeling over het haar en uit stoffen die zorgen dat de haarlak soepel blijft. Ze moeten het haar beschermen tegen vocht, maar ze moeten ook goed uit het haar te wassen zijn. Haarverstevigingsproducten en haarsprays bevatten verzorgende bestanddelen. FILMVORMERS ZORGEN VOOR EEN GELIJKMATIGE VERDELING VAN DE LAK OVER HET HAAR. HET ZIJN POLYMEREN UIT VINYLPYRROLIDON EN VINYLACETAAT OF UIT VINYLACETAAT EN CROTONZUUR, OF OCTYLACRYLAMIDE EN BUTYLAMINOETHYLMETHACRYLAAT. WEEKMAKERS ZORGEN DAT DE LAK SOEPEL BLIJFT EN NIET “BROKKELT” OP HET HAAR. VOORBEELDEN ZIJN POLYETHYLEENGLYCOL, CETRYL TRIMETHYL AMMONIUM CHLORIDE, DISTEARYL DIMETHYL AMMONIUM CHLORIDE. 112 Nederlandse Cosmetica Vereniging 4.2 SOORTEN HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN Haarverstevigers zijn onder te verdelen in producten met zwakke, matige of sterke werking. Daarnaast zijn er haarverstevigingsproducten en haarsprays voor normaal, vet of droog haar. De producten voor vet haar hebben sterke filmvormers die bij het uitkammen van het haar vet en talg meenemen. Haarcrèmes zijn olie-in-water of water-in-olie emulsies die bedoeld zijn om het haar soepel te maken en het kapsel in model te houden. Crèmes, gels en pommades kunnen op zowel droog als vochtig haar worden gebruikt om het beter in model te houden. Pommade is een watervrij product. VOORBEELDRECEPT HAARCRÈME (OLIE-IN-WATER EMULSIE): MAX. 30% WAS, VETZUURESTERS; MAX. 10% PARAFFINEOLIE EN EMULGATOREN; MAX. 1% CONSERVEERMIDDELEN EN PARFUM. REST: WATER, KLEURSTOFFEN. VOORBEELDRECEPT GEL: MAX. 3% FILMVORMERS; MAX. 1% VERDIKKINGSMIDDELEN, STOFFEN DIE REST: WATER, KLEURSTOFFEN. DE INGREDIËNTEN IN OPLOSSING HOUDEN, CONSERVEERMIDDELEN, PARFUM. VOORBEELDRECEPT POMMADE: MAX. 75% VASELINE; MAX. 13% EMULGATOREN; MAX. 7% PARAFFINE; MAX. 4% VETALCOHOL; 1% PARFUM. Schuimverstevigers bevatten dezelfde ingrediënten als vloeibare verstevigers. VOORBEELDRECEPT SCHUIMVERSTEVIGER (SPRAY) VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 86% WATER; MAX. 10% PROPAAN/BUTAAN; MAX. 4% PVP/VA; MAX. 1% POLYETHYLEENGLYCOL, CETYLTRIMETHYLAMMONIUMCHLORIDE EN PARFUM. Haarsprays drogen snel, omdat ze vrijwel geen water bevatten. VOORBEELDRECEPT HAARSPRAY VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 40% 3% PVP/VA; MAX. 1 % PARFUM. REST: PROPAAN/BUTAAN. 113 OPLOSMIDDELEN; MAX. Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA 4.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN Om gels te maken, worden de ingrediënten door het water geroerd totdat de gelvorming plaatsvindt. Daarna moeten de overige stoffen op een speciale manier door de gel geroerd worden om te voorkomen dat er lucht bellen in het product komen. Pommades worden bereid bij 80ËšC. De meeste ingrediënten worden door de vaseline geroerd. De massa wordt afgekoeld tot 60ËšC, waarna de emulgatoren en geurstoffen worden toegevoegd. Als de massa 45ËšC is, moet hij uit de ketel verwijderd worden, omdat hij anders te hard wordt. 114 Nederlandse Cosmetica Vereniging 5. HAARKLEURMIDDELEN Onze haarkleur wordt bepaald door de hoeveelheid pigment (melanine) die we van nature in ons haar hebben. Mensen met donker haar hebben vooral veel eumelanine, mensen met blond en rood haar veel phaeomelanine. We kunnen ons haar kleuren om grijze haren te verbergen, om onze natuurlijke haarkleur te veranderen of om onze eigen kleur lichter of donkerder te maken. Met blondeerproducten kunnen we de haarkleur veel lichter maken, met haarkleurmiddelen kunnen we de haarkleur helemaal veranderen. 5.1 SAMENSTELLING VAN BLONDEERPRODUCTEN Blondeermiddelen zorgen voor een chemische afbraak van het haarpigment. Het haarpigment ligt onder de schubbenlaag van de haar, in de schors. Blondeerproducten bevatten stoffen die zorgen dat het product bij het haarpigment kan komen, zoals ammoniak, en stoffen die het haarpigment veranderen. BLONDEERMIDDELEN BESTAAN UIT WATERSTOFPEROXIDE EN AMMONIAK OF UIT ANDERE ALKALISCHE STOFFEN ZOALS ETHANOLAMINE, PEROXIDISULFATEN EN PEROXIDEN. OM HET MELANINE TE BEREIKEN WORDT AMMONIAK GEBRUIKT; AMMONIAK LAAT DE HAARVEZELS OPZWELLEN EN MAAKT ZE TOEGANKELIJK VOOR DE ANDERE INGREDIËNTEN. AMMONIAK ZET DAARNAAST WATERSTOFPEROXIDE OM IN ACTIEVE ZUURSTOF. DE ACTIEVE ZUURSTOF OXIDEERT HET HAARMELANINE, ZODAT HET KLEURLOOS WORDT. BLONDEERMIDDELEN WORDEN GESTABILISEERD MET FOSFORZUUR, ACETANILIDE OF EDTA. ER ZIJN OOK OXIDERENDE EMULSIES WAARBIJ EMULGATOREN, VETALCOHOLEN, ALKYLSULFAAT EN ALKYLETHERSULFAAT WORDEN GEBRUIKT. VOOR INTENSIEVE BLONDERING WORDEN PEROXYDISULFATEN GEBRUIKT, MET NAME AMMONIUM- PEROXYDISULFAAT. BLONDEERMIDDELEN BEVATTEN MEESTAL AMMONIA OF AMMONIUMZOUTEN EN WORDEN VOOR HET AANBRENGEN GEMENGD MET EEN WATERSTOFPEROXIDE BEVATTEND PRODUCT. Tijdens de omzetting van het haarpigment door de blondeerstoffen verandert de structuur van het haar. Daarom is geblondeerd haar ruwer en moeilijker te kammen. Het neemt ook gemakkelijker vocht en kleurstoffen op. Blondeermiddelen bevatten daarom verzorgende stoffen. VERZORGENDE STOFFEN ZIJN LANOLINE EN LECITHINE. CELLULOSE GEBRUIKT. 115 ALS VERDIKKINGSMIDDEL WORDT VAAK Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA 5.1.1 Soorten blondeerproducten Oplichtende shampoos zijn schuimende shampoos met ammoniak. Ze worden, voordat ze worden gebruikt, vermengd met een crème-emulsie die waterstofperoxide bevat (de ontwikkelaar). VOORBEELDRECEPT OPLICHTENDE SHAMPOO: MAX. 80% WATER; MAX. 8% VETALCOHOLEN (C16/18); MAX. 7% AMMONIAK; MAX. 4% VETALCOHOLEN (C12/14); MAX. 2% LAURYLALCOHOL; MAX. 1% EDTA EN PARFUM. SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR (PH 3-4): MAX. 89% WATER; MAX. 12% WATERSTOFPEROXIDE; MAX. 3% HEXADECYLALCOHOL; MAX. 1% VETALCOHOL (C12/18) EN VETALCOHOLSULFAAT (C16/18); MAX. 1% FOSFORZUUR EN ACETANILIDE. Ook blondeercrèmes worden vlak voor het aanbrengen op het haar vermengd met een waterstofperoxideoplossing (ontwikkelaar). VOORBEELDRECEPT BLONDEERCRÈME: MAX. 65% WATER; MAX. 14% VETALCOHOLEN (C12/18); MAX. 8% AMMONIAK; MAX. 5% EIWITHYDROLYSAAT; MAX. 3% ALKYLGLUCOSIDE C12/20 EN CETEOLETH-6; MAX. 2% 2-OCTYLDODECANOL; MAX. 1% AMMONIUMCHLORIDE, NITRILOTRIAZIJNZUUR EN PARFUM. SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR (PH 3-4): MAX. 80% WATER; MAX. 12% WATERSTOFPEROXIDE; MAX. 4% VETALCOHOLEN (C12/18); MAX. 3% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 1% PARAFFINEOLIE, LANOLINEALCOHOL, FOSFORZUUR EN ACETANILIDE. Blondeerpoeder is bedoeld voor sterke bleking. Vlak voor het aanbrengen wordt het poeder tot een papje gemengd met een waterstofperoxideoplossing. BLONDEERPOEDERS BEVATTEN KALIUM-, NATRIUMMAGNESIUMOXIDE. ZE HEBBEN EEN HOGE PH. OF AMMONIUMPEROXYDISULFAAT, EN SOMS VOORBEELDRECEPT BLONDEERPOEDER: MAX. 30% AMMONIUMPEROXODISULFAAT EN KALIUMPEROXODISULFAAT; MAX.18% NATRIUMMETASILICAAT; MAX. 10% NATRIUMSTEARAAT; MAX. 8% MAGNESIUMCARBONAAT; MAX. 3% NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE; MAX. 1% EIWITHYDROLYSAAT EN EDTA SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR: MAX. 75% MAX. 1% FOSFORZUUR, ACETANILIDE WATER; MAX. 12% WATERSTOFPEROXIDE; 116 Nederlandse Cosmetica Vereniging 5.2 SAMENSTELLING VAN HAARKLEURMIDDELEN Met haarkleurmiddelen kunnen we onze haarkleur niet alleen lichter maken, maar ook veranderen. De kleurstoffen in haarkleurmiddelen kunnen uit planten worden gemaakt, maar meestal zijn ze synthetisch. Synthetische haarkleurmiddelen zijn er in verschillende soorten. Tijdelijke haarkleurmiddelen zijn met shampoo uit te wassen. Het zijn lotions op basis van water en alcohol en ze bevatten soms verzorgende bestanddelen. Ze brengen een laagje kleur aan op de buitenkant van het haar en dringen niet in de haar zelf. Voor deze kleurmiddelen worden dezelfde kleurstoffen gebruikt als in de wol- en textielindustrie. VOORBEELDEN VAN TIJDELIJKE KLEURSTOFFEN ZIJN AZO-, TRIFENYLMETHAAN-, ANTHRACHINON-, EN INDAMINE KLEURSTOFFEN. Semi-permanente haarkleurmiddelen blijven langer in het haar zitten. Ze worden in vijf tot zes wasbeurten uitgewassen. De verfstoffen dringen de haar binnen, maar veranderen de structuur niet. Ze worden gebruikt om de haarkleur te verdiepen en grijze haren af te dekken. VOORBEELDEN VAN SEMI-PERMANENTE VERFSTOFFEN ZIJN NITROAMINOFENOL, AZO- EN CHINONIMINE KLEURSTOFFEN MET QUARTERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN. ALS OPLOSMIDDELEN WORDT GLYCOLETHER OF PROPYLEENGLYCOL GEBRUIKT. Permanente haarkleurmiddelen kunnen niet worden uitgewassen, maar moeten uit het haar groeien. Ze zijn bestand tegen de inwerking van licht en shampoo. Deze haarkleurmiddelen bevatten waterstofperoxide en ammoniak. Dit zijn stoffen die zorgen dat de verfstoffen in de haar terechtkomen. De verfstoffen worden in de haar ingebouwd met een aantal chemische reacties. DOOR AMMONIAK ZWELLEN DE HAARVEZELS OP, ZODAT DE VERFSTOFFEN IN HET HAAR KUNNEN DOORDRINGEN. OXIDERENDE KLEURSTOFFEN HEBBEN IN HUN UITGANGSTOESTAND GEEN KLEUR. DE ACTIEVE ZUURSTOF DIE VRIJKOMT BIJ DE OMZETTING VAN WATERSTOFPEROXIDE OXIDEERT HET HAARMELANINE EN ZET TEVENS DE KLEURLOZE VOORLOPERS VAN DE VERFSTOFFEN OM IN PIGMENTEN. ER WORDEN ANTI-OXIDANTEN TOEGEVOEGD OM DE CHEMISCHE REACTIES NIET TE SNEL TE LATEN VERLOPEN. VOORBEELDEN VAN ANTI-OXIDANTEN ZIJN NATRIUM SULFIET, THIOGLYCOLZUUR, EN ASCORBINEZUUR. 117 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA OXIDERENDE KLEURSTOFFEN ZIJN AROMATISCHE VERBINDINGEN EN WORDEN VERDEELD IN ONTWIK- KELAARS EN KOPPELAARS. VOORBEELDEN VAN ONTWIKKELAARS ZIJN P-FENYLEENDIAMINE EN P-AMINOFENOL. EN P-TOLUEENDIAMINE WORDEN HET MEEST GEBRUIKT. VOORBEELDEN VAN KOPPE- LAARS ZIJN M-AMINOFENOL EN RESORCINOL. DE VORMING VAN VERFSTOF VERLOOPT IN TWEE FASEN. DE ONTWIKKELAAR WORDT DOOR OXIDATIE DEZE IMINES REAGEREN MET EEN KOPPELAAR TOT EEN DIFENYLAMINE, DAT VERVOLGENS WORDT GEOXIDEERD TOT KLEURSTOF. MET WATERSTOFPEROXIDE OMGEZET IN EEN CHINON-MONO-IMINE OF EEN CHINON-DI-IMINE. NH2 H2N 1,4 diaminobenzol H2O2 (Waterstofperoxide) NH HN Chinodimine (CDI) NH2 + OH + NH2 NH2 OH + p-Phenylene diamine Resorcinol H N H2N H N H2N NH2 H2N OH H2N Oxidatie H N +CDI N N H2N NH H2N Blauw H2N H2N Blauwviolet H N NH OH Oxidatie +CDI H2N HO Oxidatie +CDI N H2N OH NH2 H2N H2N N N H N H2N O Bruin H2N O Rood HO Oxidatie NH2 Polymeerbruin H2N O Rood N H N HO O NH2 Groen Omzetting van kleurloze voorlopers tot verfstof Haar dat is gekleurd met permanente haarkleurmiddelen is, net als geblondeerd haar, ruwer van structuur. Daarom bevatten haarkleurmiddelen verzorgende be- 118 Nederlandse Cosmetica Vereniging standdelen. Er bestaan ook niet-blekende haarkleurmiddelen die minder of geen ammoniak bevatten. Deze beschadigen het haar minder. NIET-BLEKENDE HAARKLEURMIDDELEN BEVATTEN ETHANOLAMINE EN MINDER DAN 3% WATERSTOFPEROXIDE. Natuurlijke haarkleurmiddelen lijken het meest op semi-permanente haarkleurmiddelen. Henna, kamille en indigo zijn kleurstoffen die veel worden gebruikt. Henna kan deels uit het haar worden gewassen, maar er blijft altijd een restje achter. Donker haar wordt kastanjebruin, maar grijs haar wordt oranje als het met henna wordt gekleurd. De verfstof in indigo zorgt voor een intense donkere kleur, die niet door wassen kan worden verwijderd. Kamille geeft het haar een gelige tint en is goed uit te wassen. DE KLEURSTOF IN HENNA IS 2-HYDROXY-1,4-NAFTOCHINON. DE OPLICHTENDE STOFFEN IN KAMILLE ZIJN WAARSCHIJNLIJK CHAMAZULEEN EN APIGENINE. O H5C2 HO CH3 OH O 2-Hydroxy-1,4-naftochinon CH3 Chamazuleen OH O HO O Apigenine 5.2.1 Soorten haarkleurmiddelen Tijdelijke haarkleurmiddelen kunnen verwerkt worden in bijvoorbeeld shampoo of haarverstevigers, mousse, of spray. VOORBEELDRECEPT HAARVERSTEVIGER MET UITWASBARE KLEURSTOF: MAX. 72% WATER; MAX. 25% ETHANOL; MAX. 3% VINYLACETAAT/VINYLPYRROLIDON-COPOLYMER; MAX. 1% KATIONOGEEN POLYMEER, CETYLTRIMETHYLAMMONIUMCHLORIDE EN KLEURSTOFFEN 119 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA Semi-permanente haarkleurmiddelen kunnen als verzorgende lotion gebruikt worden. VOORBEELDRECEPT VERZORGENDE LOTION MET SEMI-PERMANENTE KLEURSTOFFEN: MAX. 4% CETYLTRIMETHYLAMMONIUMCHLORIDE; MAX. 3% CETYLALCOHOL; MAX. 1% PARAFFINEOLIE, RICINUSOLIE, KLEURSTOFFEN, PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN. Crèmehaarkleuringen bevatten verzorgende bestanddelen en stoffen die het haar beter kambaar maken. Ze worden voor het gebruik vermengd met een ontwikkelaaremulsie. Verzorgende bestanddelen zijn kationogene polymeren of lanolinederivaten. Stoffen die het haar beter kambaar maken zijn vetalcoholen, vetamiden of plantenolie. VOORBEELDRECEPT CRÈMEHAARKLEURING MET PERMANENTE KLEURSTOFFEN: MAX. 7% VETALCOHOLEN (C12-18) EN AMMONIAK; MAX. 2% LANOLINE EN VETALCOHOLEN (C12-18); MAX. 1% LANOLINEALCOHOL, KATIONOGENE POLYMEREN, AMMONIUMSULFAAT, NATRIUMSULFIET, EDTA, 2-AMINOMETHYL-4-AMINOFENOL DIHYDROCHLORIDE, 5-AMINO-2-METHYLFENOL, 2,5-DIAMINOTOLUEENSULFAAT, RESORCINOL EN PARFUM.REST: WATER. Haarkleurgel is een olie-achtige vloeistof met oppervlakteactieve stoffen. Deze wordt gemengd met waterstofperoxide en vormt dan een gel. VOORBEELDRECEPT HAARKLEURGEL: MAX. 13% NONOXYNOL-1; MAX. 12% ISOPROPANOL; MAX. 8% 2-AMINO-2-METHYLPROPANOL; MAX. 7% LAURYLALCOHOL; MAX. 6% 1,2-PROPYLEENGLYCOL; MAX. 5% ALKYLETHERSULFAAT EN EIWITHYDROLYSAAT; MAX. 1% NITRILOTRIAZIJNZUUR, NATRIUMSULFIET, AMMONIUMSULFAAT, 2-AMINOMETHYL-3-AMINO-6-METHOXYPYRIDINEDIHYDROCHLORIDE, 1,4-DIAMINOBENZEEN, RESORCINOL, 4-CHLOORRESORCINOL, 2-METHYLRESORCINOL. REST: WATER. 120 121 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA 6. PRODUCTEN OM HET HAAR TE PERMANENTEN Ons haar is opgebouwd uit het eiwit keratine. Deze stof geeft het haar zijn typische eigenschappen: ons haar is elastisch en kan water opnemen. De keratine “bouwstenen” zijn met elkaar verbonden door chemische bindingen, die waterstofbruggen en zwavelbruggen worden genoemd. Als ons haar nat wordt, wordt het tijdelijk steiler en langer. Dat komt doordat de waterstofbruggen tijdelijk worden verbroken. Zodra ons haar opdroogt, neemt het weer zijn oorspronkelijke vorm aan. Als we het natte haar op krullers zetten, droogt het op in een andere vorm, namelijk met krullen. Deze krullen zijn niet blijvend; zodra het haar vochtig wordt, verdwijnen ze weer. Om het haar blijvend te vervormen (te permanenten of juist te ontkrullen) moeten de zwavelbruggen worden verbroken. Daar zijn speciale stoffen voor nodig. De stoffen die voor permanenten worden gebruikt, verbreken de zwavelbruggen en herstellen deze weer op een andere plaats, zodra het haar de gewenste vorm heeft. DE ZWAVELBRUGGEN (DISULFIDEBRUGGEN) VERBINDEN 2 CYSTEÏNE MOLECULEN TOT EEN CYSTINE- MOLECUUL. HET VERBREKEN VAN DISULFIDEBRUGGEN IS EEN REDUCTIE-REACTIE, HET OPBOUWEN EEN OXIDATIEVE REACTIE. VOOR HET VERBREKEN WORDT MEESTAL THIOGLYCOLAAT GEBRUIKT, VOOR HET OPBOUWEN WATERSTOFPEROXIDE. O ... H N H C C N H R | C H O ... C O CH2 ... Reductie + 2HS CH2 CO2- S ... C C H H N C O N H ... ... C ... C O + SH O N H C SH CH 2 R | C H H C R | C H CH2 + H2O2 Oxidatie S O H N -O2C–CH2–S | -O2C–CH2–S CH 2 C H H N C R | C H ... N H O Het openen en sluiten van disulfidebruggen 122 Nederlandse Cosmetica Vereniging HET VOCHTIGE HAAR WORDT OP ROLLERS GEZET EN DOORDRENKT MET REDUCTIEMIDDEL. BIJ DE 20 TOT 30% VAN DE DISULFIDEBRUGGEN VERBROKEN. HET HAAR ZWELT OP, WORDT TWEE KEER ZO DIK, EN KRIMPT 2%. DE GEOPENDE BRUGGEN VERSCHUIVEN EN VINDEN NIEUWE “PARTNERS”. HET REDUCTIEMIDDEL WORDT UITGESPOELD MET WATER. VERVOLGENS WORDT HET HAAR DOORDRENKT MET OXIDATIEMIDDEL. H IERDOOR WORDEN 90% VAN DE GEOPENDE BRUGGEN WEER GESLOTEN, MET NIEUWE PARTNERS. VERVOLGENS WORDT EEN NABEHANDELVLOEISTOF OP HET HAAR GEBRACHT. DIT IS EEN ZURE STOF DIE DE CHEMICALIËN NEUTRALISEERT, DE WATERSTOFBRUGGEN HERSTELT EN ALS KERATINEVERHARDER OPTREEDT. REDUCTIESTAP WORDT Gepermanent haar staat inwendig onder “spanning” en zal na verloop van tijd zijn oorspronkelijke vorm weer aan willen nemen. Het permanent wordt losser. Gepermanent haar neemt ook meer vocht op. Vochtige lucht en vaak wassen versnellen het “uitzakken” van het permanent. Er bestaan ook producten om kroezend haar te ontkrullen. Deze heten relaxers. Ze werken in principe op dezelfde manier als producten om juist krullen te maken. Ook hierbij worden de zwavelbruggen verbroken. Het haar wordt in de gewenste vorm gestrekt en daarna worden de zwavelbruggen weer opgebouwd. 6.1 SAMENSTELLING VAN PERMANENTPRODUCTEN Om het haar te permanenten wordt het haar op rollers gewikkeld. Daarna zijn twee stappen nodig. De eerste heet de reductiestap. Deze is nodig om de zwavelbruggen, die het haar zijn eigen vorm geven, te verbreken. De tweede heet de oxidatieve stap. Deze is nodig om op een nieuwe plek de zwavelbruggen weer te laten ontstaan, zodat het haar in de nieuwe vorm blijft zitten. 6.1.1 Reductiestap Voor het verbreken van zwavelbruggen wordt een zogenaamde reductieve stof gebruikt. ALS REDUCTIEVE STOF WORDT MEESTAL THIOGLYCOLZUUR GEBRUIKT EN SOMS THIOMELKZUUR, CYSTEÏNE EN CYSTEAMINE. HS CH2 COOH Thioglycolzuur OM DE PERMANENTVLOEISTOF ALKALISCH TE MAKEN, WORDT MEESTAL AMMONIAK GEBRUIKT, SOMS OOK ETHANOLAMINE OF DIGUANIDINIUMCARBONAAT. OM DE PH CONSTANT TE HOUDEN WORDT ALS BUFFER AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT GEBRUIKT. 123 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA Permanentmiddelen voor de reductiestap bevatten stoffen die zorgen dat de permanentstoffen goed in de haar kunnen doordringen. De stoffen in permanentproducten hebben in het algemeen geen aangename geur, daarom worden geurstoffen toegevoegd. De producten bevatten oppervlakteactieve stoffen om het haar gelijkmatig te kunnen bevochtigen en stoffen die de kambaarheid van het haar verbeteren. Tot slot bevatten ze troebleermiddelen en kleurstoffen om het product er mooi uit te laten zien. OM DE PERMANENTMIDDELEN IN DE HAARSCHACHT DOOR TE LATEN DRINGEN WORDT UREUM OF GLYCOLETHER GEBRUIKT. DE EMULGATOREN DIE ZORGEN DAT DE GEURSTOFFEN IN WATER OPLOSSEN ZIJN MEESTAL VETALCOHOLEN. VERTROEBELINGSMIDDELEN ZIJN WATERIGE POLYMEERDISPERSIES VAN BIJVOORBEELD POLYACRYLATEN EN VINYLACETAAT-ETHYLEEN-COPOLYMEER. 6.1.2 Oxidatiestap De stoffen die de zwavelbruggen herstellen zodat het haar een nieuwe vorm krijgt, worden oxidatieve stoffen of fixeermiddelen genoemd. Permanentmiddelen voor de oxidatiestap bevatten oxidatoren, stabilisatoren en stoffen om de zuurgraad te regelen. Verder bevatten ze geurstoffen, emulgatoren, kleurstoffen en stoffen die de kambaarheid van het haar verbeteren. ALS OXIDATOR WORDT MEESTAL WATERSTOFPEROXIDE GEBRUIKT IN CONCENTRATIES VAN 1 TOT 4%. DIT TREKT SNEL IN HET HAAR EN GEEFT EEN SNELLE REACTIE. EEN NADEEL IS DAT WATERSTOFPEROXIDE EEN INSTABIELE STOF IS EN ER DUS STABILISATOREN NODIG ZIJN DIE DE PH TUSSEN 2 EN 4 HOUDEN. ALS STABILISATOREN WORDEN FOSFORZUUR, EDTA EN ACETANILIDE GEBRUIKT. OOK KALIUM- EN NATRIUMBROMAAT KUNNEN ALS OXIDATOR GEBRUIKT WORDEN, IN CONCENTRATIES 6 TOT 12%. EEN NADEEL IS DAT DE STOFFEN LANGZAAM IN HET HAAR TREKKEN EN EEN LANGZAME REACTIE GEVEN. EEN VOORDEEL IS DAT DE STOFFEN STABIEL ZIJN EN HET HAAR NIET BLEKEN. VAN 6.1.3 Hulpstoffen Als hulpstoffen in permanentproducten worden kleurstoffen gebruikt om de middelen met verschillende sterkten uit elkaar te kunnen houden. Anders zou per ongeluk een verkeerd middel kunnen worden gebruikt en het haar beschadigd kunnen raken. Verder worden er geurstoffen, vertroebelingsmiddelen, emulgatoren en verzorgende stoffen toegevoegd. Ook bevatten de producten stoffen die zorgen dat het product beter over het haar kan worden verdeeld. 124 Nederlandse Cosmetica Vereniging 6.2 SOORTEN PERMANENTPRODUCTEN 6.2.1 Producten voor de reductiestap De permanentproducten voor de reductieve stap kunnen zuur, neutraal of alkalisch (het tegenovergestelde van zuur) zijn. De producten kunnen helder of ondoorzichtig zijn. Ze zijn er in verschillende vormen, zoals gel, crème of schuim in een spuitbus. Alkalische producten kunnen alleen gebruikt worden bij sterk en gezond haar. Middelmatig alkalische producten worden het meest gebruikt. Zure en neutrale producten permanenten minder sterk en kunnen worden gebruikt bij beschadigd haar. Er zijn ook sulfiethoudende producten, deze ruiken neutraal. Ze zijn echter alleen geschikt voor sterk en gezond haar. ALKALISCHE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 9 TOT 10. ZE BEVATTEN 9% THIOGLYCOLZUUR EN VEEL AMMONIAK. MIDDELMATIG ALKALISCHE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 7,5 TOT 9. DE WERKING VAN DEZE PRODUCTEN IS GOED IN DE HAND TE HOUDEN DOOR DE KAPPER, OMDAT ER EEN BUFFERSYSTEEM MET AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT WORDT GEBRUIKT. ZURE EN NEUTRALE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 6,5 TOT 7,5. SULFIETHOUDENDE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH ROND DE 7. Schuimproducten worden met een spuitbus aangebracht. Ze bevatten veel oppervlakteactieve stoffen. De kans op beschadiging van het haar is bij deze producten wat groter. VOORBEELDRECEPT PERMANENTPRODUCT VOOR NORMAAL HAAR: AMMONIUMTHIOGLYCOLAAT; MAX. GLYCOL; MAX. 5% MAX. 77% WATER; MAX. AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT; MAX. 2% 14% PROPYLEEN- 1% AMMONIAK EN PARFUM. Permanentproducten voor beschadigd haar bevatten dezelfde ingrediënten als die voor normaal haar, maar in lagere concentraties. Ze bevatten meer water. Twee-fasen producten worden gebruikt om de haarpunten minder te belasten en het haar vlakbij de hoofdhuid goed te krullen. Fase 1 is een vloeistof die weinig reductiemiddel bevat en die voor het rollers indraaien op de haarpunten wordt aan- 125 Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA gebracht. Fase 2 is een gel die veel reductiemiddel bevat en die na het zetten van de rollers alleen op het haar vlak bij de hoofdhuid wordt gebracht. 6.2.2 Producten voor de oxidatiestap Permanentproducten voor de oxidatie-stap worden fixeermiddelen genoemd. OXIDATIEVE STOFFEN ZIJN WATERSTOFPEROXIDE OF NATRIUMBROMAAT. VOORBEELDRECEPT FIXEERMIDDEL OP BASIS VAN WATERSTOFPEROXIDE: MAX. 93% WATER; MAX. 2% WATERSTOFPEROXIDE; MAX. 1% LAURYLALCOHOLSULFAAT, TETRASODIUMETIDRONATE, FOSFORZUUR, EDTA, CETRIMONIUMCHLORIDE, PARFUM 126 Nederlandse Cosmetica Vereniging 127 Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST Stofnaam Naam op product (INCI-naam*) 1,2-propyleenglycol 1,4-diaminobenzeen 2, 2-broom-2-nitropropaan-1,3-diol 2,5-diaminotolueensulfaat 2-amino-2-methylpropanol 2-aminomethyl-3-amino-6-methoxypyridinedihydrochloride allantoin p-phenylene diamine /CI 76060 2-bromo-2-nitropropane-1,3-diol toluene-2,5-diamine sulfate dimethylamino methyl propanol 6-methoxy-2-methylamino-3-aminopyridine HCL2-aminomethyl4-aminofenol^, dihydrochloride2-aminomethyl-p-aminophenol HCL phenylbenzimidazole sulphonic acid lawsone benzophenone-3 2-methylresorcinol octyldodecanol trichlorocarban triclocarban 3-benzylidene camphor PABA 4-chlororesorcinol isoamyl-p-methoxycinnamate 4-methylbenzylidene camphor 4-amino-2-hydroxytoluene acetanilid acetone acetyl tributyl citrate acetyl triethyl citrate adipic acid silica alcohol alginate / algin Groep condensatie producten van vetalkohol met ethanol amide vnl. oppervlakte actieve stoffen met ook schuimvormende en verdikkende eigenschappen, vb. cocamide DEA en lauramide MEA. Belangrijkste groep oppervlakte actieve stoffen met ook schuimvormende eigenschappen, vb. sodiumlaurylethersulfate. C12-20 alkyl glucoside Groep stoffen oppervlakte actieve stoffen, die ook in de functie van emulgator gebruikt kunnen worden. vb. ammonium myristylsulfate en natriumC12-15 alkylsulfate. allantoin aloë barbardensis aluminum sulfate aluminum chlorohydrate aluminum hydroxide aluminum sulfate 2-fenylbenzimadozol-5-sulfonzuur 2-hydroxy-1,4-naftochinon 2-hydroxy-4-methoxybenzofenon 2-methylresorcinol 2-octyldodecanol 3,4,4’-trichloorcarbanilide 3,4,4'-trichloorcarbanilide 3-benzylidene camphor 4-aminobenzoic acid (PABA) 4-chloorresorcinol 4-methoxy-kaneelzuur-isoamylester 4-methylbenzylidene camphor 5-amino-2-methylfenol acetanilide aceton acetyl tributyl citraat acetyl triethyl citraat adipinezuur. aerosil (kiezelzuur) alcohol alginaat alkanolamide alkylethersulfaat alkylglucoside C12/20 alkylsulfaat allantoine aloë-extract aluin aluminiumchloorhydraat (ACH) aluminiumhydroxide aluminiumsulfaat aluminium-zirkonium-tetrachloroglycine complex (ZAG) aminfluoride aminozuren aluminum zirconium tetrachlorohydrex gly amonium fluoride Groep stoffen aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten, vb. cystein en alanin. 128 Nederlandse Cosmetica Vereniging Stofnaam ammoniak ammoniumacrylaat-copolymeer ammoniumchloride ammoniumperoxydisulfaat ammoniumsulfaat ammoniumthioglycolaat ammoniumwaterstofcarbonaat ammoniumzouten Naam op product (INCI-naam*) ammonia acrylamide / ammonium acrylate copolymer ammonium chloride ammonium persulfate ammonium sulfate ammoniumthioglycolate ammonium bicarbonate Zouten die ontstaan door de reactie van ammonia met verschillende zuren, vb. ammoniumchloride. anijs pimpinella anisum anorganische fosfaten Groep van fosfaten, vb. sodiumphosphate. apartaam aspartame arnica arnica chamissonis of arnica montana aroma aroma ascorbinezuur sorbic acid avocado olie persea gratissima azacycloheptaan-2,2-difosfonaat (AHP) disodium azacycloheptane diphosphonate azuleen azulene barnsteenzuur succinic acid benzoëzuur benzoic acid bergamot-olie citrus aurantium bergamia betaine betain bifosfonaten Groep stoffen die zorgt o.a. voor het voorkomen van tandsteen. bijenwas cera alba bisabolol bisabolol bismutoxychloride bismuth oxychloride boorzuur boric acid borax sodium borate butaan butane butylacetaat butyl acetate butylhydroxyanisol BHA C12-14 vetalcoholsulfaat oppervlakte actieve stof C12-14 vetalcoholsulfosuccinaat oppervlakte actieve stof C8-10 vetzuurtriglceride caprylic/capric triglycerides calciumcarbonaat calcium carbonate calciumglycerinefosfaat calcium glycerophosphate calciumwaterstoffosfaat calcium dihydrogen phosphate campher camphor candelillawas candelilla cera capryl- /caprinezuur-triglyceride caprylic/capric triglycerides carbamide urea carbomer carbomer carboxylaten Groep stoffen die in de chemische structuur een carboxylaat groep bevatten. carboxyvinylpolymeer carbomer carnaubawas cera carnauba carrageen chondrus crispus (carrageenan) cederhout-olie cedrus atlantica of juniperus mexicana of juniperus virginiana cellulose cellulose 129 Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST Stofnaam Naam op product (INCI-naam*) ceramide. cetearyl alcohol cetoleth-6 cetrimoniumchloride cetryl trimethyl ammonium chloride cetylacetaat cetylalcohol cetylfosfaat cetylpalmitaat cetylpyridinium chloride cetylstearyloctanoaat chamazuleen chloorhexidine chloorhexidinedigluconaat cholesterol citroenzuur climbazol cocamidopropylbetaine crotonzuur cyclisch dimethylsiloxaan cysteamine cysteine dennennaalden-olie dialkyletherfosfaat dibutylhydroxytolueen diethyl citraat diethyleen glycol mono (nonyl-phenyl)ether diethyleenglycol lauryl ether diglyceride van vetzuren ceramide 1a, 2, 3, 4, 5, 6 (II) cetearyl alcohol ceteoleth-6 cetrimoniumchloride cetrimonium chloride cetyl acetaat cetyl alcohol cetyl phosphate cetyl palmitate cetylpyridinium chloride cetearyl ethylhexanoate chamazulene chlorhexidine chlorhexidine digluconate cholesterol citric acid climbazole cocamidopropylbetaine crotonic acid cyclomethicone cysteamine HCl cysteine pinus palustris of pinus pinaster alkyl phenyl ether phosphate BHT diethyl citrate diglycerinemonocaprinaat diguanidiniumcarbonaat di-isopropyladipaat dimethicone copolyol dimethylpolysiloxaan dimethylsilicone dinatriummonofluorfosfaat dioctylether distearyl dimethyl ammonium chloride EDTA eiwit eiwit-abietinezuurcondensaat eiwithydrolysaat eiwit-vetzuur-condensaat nonoxynol-2 laureth-2 Ester van glycerine met op twee OH-plaatsen een vetzuur; deze vetzuren kunnen verschillend zijn, vb. glyceryldistearate. polyglyceryl-2-carpylate guanidine carbonate diisopropyl adipate dimethicone copolyol dimethicone dimethicone sodium monofluorophosphate dicaprylyl ether distearyldimonium chloride EDTA onder andere stofnamen die eindigen op protein Reactieprodukt van eiwit en abietinezuur, vb. kaliumabietoyl-gehydrolyseerd soja eiwit. Mengsel van gehydrolyseerde eiwit produkten, vb. gehydrolyseerd caseïne. Stoffen die onstaan uit de reactie van eiwit met een vetzuur. 130 Nederlandse Cosmetica Vereniging Stofnaam esters van p-hydroxybenzoezuur (parabenen) ethanol ethanolamine ethylacetaat ethylalcohol ethylhexylmethoxycinnamate ethylparaben eucalyptusolie farnesol fenolverbindingen fenoxyethanol fosforzuur galbanum-olie geacetyleerde lanoline geethoxyleerde alcoholen geëthoxyleerde vetzuren gelatine glucosamine glucosiden glycerine glycerine monodistearaat glycerine monolauraat glycerine monostearaat glycerinesorbitan-vetzuurester glycerol glycerylstearaat glycol glycolether guaran hammamelis extract henna hexadecylalcohol hexetidine hyaluronzuur hydroxyethylcellulose hydroxylapatiet hydroxypropylmethylcellulose imidazolidinyl ureum isobutaan isopalmitinezuur isopropanol isopropylalcohol isopropylisostearaat 131 Naam op product (INCI-naam*) ethylparaben, methylparaben, propylparaben, butylparaben alcohol ethanolamine ethyl acetate alcohol ethylhexylmethoxycinnamate ethylparaben eucalyptus globulus en eucalyptus citriodora farnesol Aromatische verbindingen met een OH-groep direct aan de benzeenring, vb. 6-amino-o-cresol. phenoxyethanol phosphoric acid ferula gabaniflua acetylated lanolin Alcoholen waarin een of meer ethoxy groepen zijn ingebouwd, vb. laureth-9. Vetzuren waarin een of meer ethoxy groepen zijn ingebouwd. gelatin glucosamine Gucosederivaten met een acetaal groep, vb. ascorbylglucoside. glycerin glyceryl distearate glyceryl laurate glyceryl stearate Heterocyclische ether gevormd door dehydratie van sorbitol. Aan deze ring zijn twee van de de 4 beschikbare plaatsen bezet met een glycerine- en een vetzuurestergroep, vb. PEG-5 sorbitan isostearate. glycerin glyceryl stearate glycol Groep verbindingen met een -O-O- functie. paullinia cupana hammamelis virginiana lawsonia inermis cetyl alcohol hexetidine hyaluronic acid hydroxyethylcellulose hydroxyapatite hydroxypropyl methylcellulose imidazolidinyl urea isobutane isopalmitic acid isopropyl alcohol isopropyl alcohol isopropyl isostearate Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST Stofnaam Naam op product (INCI-naam*) isopropyllanolaat isopropylmyristaat isopropylpalmitaat isopropylstearaat isostearinezuur-kaliumisostearaat isostearylisostearaat jasmijnolie kalium- en natriumbromaat kaliumchloride kaliumhydroxide kaliumnitraat kaliumoleaat kaliumperoxydisulfaat kaliumsorbaat kamfer kamille kaneel-olie isopropyl lanolate isopropyl myristate isopropyl palmitate isopropyl stearate isostearic acid / potassium isostearate isostearyl isostearate jasminum officinale sodium bromate potassium bromate potassium chloride potassium hydroxide potassium nitrate potassium oleate potassium persulfate potassium sorbate camphor anthemis nobilis cinnamomum cassia, cinnamomum loureirii of cinnamomum zeylanicum kaolin silica cocamide DEA cocos nucifera cocos nucifera coconut acid cocoglycerides cocomonoglyceride sulfonate lactate lanolin lanolin alcohol lauryl alcohol Vetalkoholen met een ingebouwde carboxylgroep, vb. natriumlaureth-14 carboxylaat. lecithin magnesium aluminum silicate CI 77713 magnesium oxide of CI 77711 magnesium sulfaat m-aminophenol CI 77742 lactic acid menthol menthol methyl paraben methyl acetate methylcellulose methylsalicylate Mica is een mengsel van mineralen, meestal silicaten. De verzamelnaam in Mica. paraffinum liquidum kaoline kiezelgel kokosmonoethanolamide kokosolie kokosvet kokosvetzuur kokosvetzuurmonoglyceride kokosvetzuur-monoglyceridesulfonaat lactaat lanoline lanolinealcohol laurylalcohol laurylalcoholcarboxylaat lecithine magnesium-aluminiumsilicaat magnesiumcarbonaat magnesiumoxide magnesiumsulfaat m-aminofenol mangaanviolet melkzuur menthol menthololie methyl paraben methylacetaat methylcellulose methylsalicaat mica minerale olie 132 Nederlandse Cosmetica Vereniging Stofnaam Naam op product (INCI-naam*) mirre monoglyceriden van vetzuren commiphora myrrha Ester van glycerine met een vetzuur op één van de drie OH-groepen, dit ter onderscheid van di-glyceriden en tri-glyceriden. myristic acid myristyl lactate sodium acetate sodium silicoaluminate sodium benzoate sodium carbonate cellulose gum sodium chloride sodium citrate sodium cyclamate sodium fluoride sodium phosphate sodium hydroxide sodium lactate sodium lauryl sulfate sodium lauryl sulfoacetate sodium magnesium silicate sodium metaphosphate sodium metasilicate sodiummonofluorophosphate sodium lauroyl sarcosinate sodium perborate sodium carbonate peroxide sodium persulfate sodium stearate sodium sulfate sodium sulfite sodium trimetaphosphate sodium bicarbonate sodium hydroxide n-butyl alcohol citrus aurantum amara of citrus aurantum dulcis nitrilotriacetic acid 2-amino-3-nitrophenol nonoxynol-1 octyldodecyl stearoyl stearate ethylhexyl palmitate oleyl alcohol ozokerite p-aminophenol panthenol panthenol paraffin paraffinum liquidum paraffin myristinezuur myristyllactaat natriumacetaat natriumaluminiumsilicaat natriumbenzoaat natriumcarbonaat natriumcarboxymethylcellulose natriumchloride natriumcitraat natriumcyclamaat natriumfluoride natriumfosfaat natriumhydroxide natriumlactaat natriumlaurylsulfaat natriumlaurylsulfoacetaat natrium-magnesiumsilicaat natriummetafosfaat natriummetasilicaat natriummonofluorfosfaat natrium-N-lauroylsarcosinaat natriumperboraat natriumpercarbonaat natriumperoxidisulfaat natriumstearaat natriumsulfaat natriumsulfiet natriumtrimetafosfaat natriumwaterstofcarbonaat natronloog n-butylalcohol neroli-olie nitrilotriazijnzuur nitroaminofenol nonoxynol-1 octyldodecylstearoylstearaat. octylpalmitaat oleylalcohol ozokerit p-aminofenol panthenol panthenol paraffine paraffineolie paraffinewas 133 Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST Stofnaam Naam op product (INCI-naam*) patchouli-olie pectine PEG-12 glyceryl distearaat PEG-esters van vetzuren pepermunt peroxiden pogestemon cablin pectin PEG-12 glyceryl distearate Vetzuren met ingebouwd één of meer ethyleenglycol moleculen. mentha piperita Groep stoffen die een zuurstof- zuurstof verbinding bevat. Een dergelijke verbinding is zwak en er ontstaan gemakkelijk radicalen, die kunnen reageren met andere componenten in een mengsel, vb. waterstofperoxide (H202). Combinatie van peroxide groep met een zuur. Dergelijke stoffen worden gebruikt in haarkleurmiddelen of huidbleekmiddelen, vb. natriumpersulfaat. citrus aurantum amara p-phenylene diamine piroctone olamine Deze stoffen behoren tot de klasse synthetische polymeren. Synthetische polymeren zijn grote moleculen opgebouwd uit kleinere chemische eenheden, die monomeren genoemd worden. Tijdens de synthese reageren de monomeren met elkaar tot een groter molecuul. Wanneer meer dan twee verschillende componenten met elkaar reageren dan wordt dit een polymeer genoemd. Bij een reactie tussen twee verschillende componenten heet dit een copolymer, vb. ammonium polyacrylate. polyacrylic acid Groep van lineaire of cyclische polymeren, waarbij het skelet bestaat uit alternerende silicium en zuurstof atomen. Aan dit skelet kunnen verschillende zijgroepen worden 'opgehangen', vb. PEG-8 cetyl dimethicone. Deze groep stoffen ontstaat door het ethoxyleren van sorbitaan, aan de sorbitaan zit een oleaat groep als een van de zijketens. bv. PEG-8 Glycerine samen met een vetzuur vormt een zich herhalende ester, vandaar de naam poly glycerine vetzuurester, vb. polyglyceryl-4 isostearate. Groep suikers, die veel voorkomen in planten zoals bijvoorbeeld sucrose, agrose, echinacin. Het product van de verestering van sorbitan is een polysorbaat, vb. polysorbate-20. PVP propane propane/butane propyl acetate propylene glycol (PG) toluene-2,5-diamine PVP/VA Copolymer PCA heeft een ringstructuur, met hieraan een -COOH groep, in het geval van een zout splitst de waterstof af en zijn er positief geladen deeltjes in oplossing die de negatieve lading compenseren, vb. magnesium PCA. peroxidisulfaten petitgrain-olie p-fenylenediamine pirocton olamine polyacrylaten polyacrylzuur polydimethylsiloxaan polyethoxysorbitaan-monooleaat polyethyleenglycol polyglycerinevetzuurester polysacchariden polysorbaten polyvinylpyrrolidon propaan propaan/butaan propylacetaat propyleenglycol p-toluleendiamine PVP/VA Copolymeer pyrrolidoncarbonzuur-zouten 134 Nederlandse Cosmetica Vereniging Stofnaam pyrrolidone carboxylic acid quartaire ammoniumverbindingen Naam op product (INCI-naam*) PCA Deze groep stoffen worden ook wel quats genoemd. De algemene structuur bestaat uit een positief geladen stikstofatoom met daaraan 4 ketens. Quats zijn altijd positief geladen ongeacht hun pH, vb. dilaurylmonium chloride en polyquaternium-7 resorcinol resorcinol ricinusolie ricinus communis rozenolie rosa canina of rosa centifolia saccharine saccharin saccharine-natrium sodium saccharin salicylzuur salicylic acid salie salvia officinalis sandelhout-olie amyris balsamifera of fusanus spicatus seleniumdisulfide selenium sulfide silicaat silica siliciumdioxide quartz siliconenolie mengsel van verschillende siliconenverbindingen sinaasappel-olie citrus aurantium amara of citrus aurantium dulcis sorbinezuur sorbic acid sorbitaanesters Heterocyclische ether gevormd door dehydratie van sorbitol. Aan deze ring kunnen 4 groepen van stoffen 'gehangen' worden, vb. PEG-20 sorbitan cocoate en sorbitan laureate. sorbitaanoleaat sorbitan oleate sorbitol sorbitol stearalkoniumhektoriet stearalkonium hektorite stearinezuur stearic acid stearylacohol stearyl acohol strontiumacetaat strontium acetate strontiumchloride strontium chloride sulfosuccinaten Barnsteenzuur derivaten met een zwavel atoom ingebouwd, vb. dinatriumdeceth-6sulfosuccinaat. talk talc thijm thymus serpillum en thymus citriodorus thimerosal thimerosal thioglycolzuur thioglycolic acid thiomelkzuur thiolactic acid titaandioxide titanium dioxide tocoferolacetaat tocopheryl acetate tolueensulfonamide-formaldehyde hars tosylamide / formaldehyde resin triclosan triclosan triethanolamine (TEA) triethanolamine triethylcitraat triethyl citrate triglyceride Ester van glycerine met op alle drie OH-plaatsen een vetzuur; deze vetzuren kunnen verschillend zijn, vb. glyceryltristearaat. ultramarijn Complex polysulfide van natriumaluminiumsilicaat. De samenstelling hangt af van de kleurstelling die men wil bereiken. Variatie in de kleuren blauw, groen, roze, rood en paars zijn mogelijk, vb. CI 77001. 135 Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST Stofnaam Naam op product (INCI-naam*) ureum vaniline vaseline vaseline vetalcoholen ureum vanilla planifolia petrolatum petrolatum Vetalcoholen onstaan uit olieen en vetten, door de reductie van het vetzuur. De algemene structuur is R-OH, vb. coconut alcohol en stearyl alcohol. vetalcoholethersulfaten Groep van stoffen die ontstaan door het sulfateren van het geëthoxyleerde vetalcohol. De algemene structuur formule is R(OCH2CH2)nOSO3- M+, vb. natriumlaurethsulfaat. vetalcoholethoxylaat Groep van esters die ontstaan door de reactie tussen een alcohol met een alkylene oxide (ethyleen- of propyleenoxide), vb. ceteareth-2, C13-C15 pareth-21. vetalcoholsulfaat Afgeleiden van vetzuur, waarbij de waterstof van de OH groep is omgezet in een SO3- groep. Een gemiddeld vetalcoholsulfaat molecuul heeft een lengte tussen de 11 en 17 C-atomen, bv. natriumstearylsulfaat. vetiver vetiveria zizanoides vetzuren Groep carboxyzuren die door hydrolyse van dierlijke of plantaardige vetten zijn ontstaan. De algemene structuur formule is R-COOH. Vetzuren kunnen verzadigd zijn, vb. palmitinezuur of onverzadigd, vb.oliezuur vetzuuresters Vetzuuresters zijn afgeleid van carboxyzuren. De structuurformule bestaat uit RCO-OR' , vb. butylacetaat. vetzuuresters van polyglycerine Een vetzuurester in combinatie met een polyglycerine levert deze groepstoffen op, vb. polyglyceryl-10 myristaat. vetzuur-isothionaat Natriumzouten van vetzuuresters. Een anionisch tenside bestaat meestal uit een mengsel van vertzuuresters, die 12 tot 18 C-atomen lang zijn, vb. lauroyl-Isothionaat. vetzuurmonoethanolamide Groep condensatie producten van vetzuur met ethanol amide, vb. cocamide MEA. vetzuurtriglyceriden De glyceryl esters van vetzuren, worden gewonnen uit planten of (uit pinda, sesamzaad of avocado) dieren. Bestaat uit een mengsel van mono-, di- en triglyceriden tezamen, bv. peanutglycerides, cocoglycerides. vinylacetaat VA of vinyl acetate vinylacetaat/vinylpyrrolidon-copolymer VP/VA copolymer vinylacetaat-ethyleen-copolymeer ethylene/VA copolymer vinylpyrrolidon copolymeer van vinylpyrrolidon afgeleide ingredienten vitamine A retinol vitamine C (ascorbinezuur). ascorbic acid vitamine E (tocoferol) tocopherol vitamine-E-acetaat tocopheryl acetate water aqua waterstofperoxide hydrogen peroxide wijnsteenzuur tartaric acid wijnzuur tartaric acid xanthaan xanthan gum xylitol xylitol 136 Nederlandse Cosmetica Vereniging Stofnaam Naam op product (INCI-naam*) zeezout zetmeel zinkglycinaat zinkoxide zinkpyrithion zinkstearaat zinkverbindingen maris sal starch (gevolg door de naam van de plant) zinc glycinate zinc oxide zinc pyrithione zinc stearate Meerdere namen mogelijk. * 137 Voor zover mogelijk zijn de INCI-namen vermeld. Alle INCI-namen zijn te vinden op Internet. Voor een toelichting op het gebruik van INCI-namen zie pagina 8. Nederlandse Cosmetica Vereniging Cosmetica: een wetenschap op zich … Cosmetica zijn producten voor de persoonlijke verzorging zoals shampoo, tandpasta, doucheproducten, deodorant en natuurlijk ook make-up en parfum. Cosmetica worden met zorg samengesteld uit meerdere ingrediënten. Vaak gaat hieraan jaren van research vooraf. Cosmetica kenmerken zich dan ook door hun innovatieve karakter. Bij de ontwikkeling staat voor de fabrikant altijd de veiligheid voorop. In dit boek wordt verteld hoe ons lijf in elkaar zit en hoe cosmetica daarop inspelen, door te reinigen, verzorgen of mooi te maken. Het boek is opgebouwd uit drie delen: een deel over de huid, een over de mond en een over het haar. Ieder deel start met een beschrijving van enkele biologische kenmerken aan de hand van duidelijke illustraties. Daarna volgt uitleg over de producten: de samenstelling, de functie voor de ingrediënten en hoe het gemaakt wordt. Dit boek biedt meer diepgaande informatie voor lezers met interesse voor de chemie van de producten. Door de speciale opmaak is het overzichtelijk en handig. Tevens bevat het boek informatie over de wetgeving voor cosmetica en een verklaring van de ingrediëntendeclaratie op de verpakking. Cosmetica: een wetenschap op zich ... Cosmetica: een wetenschap op zich ... Cl+ N COOH HO NH2 HO HO Cl+ N Cl+ N COOH NH2 Cl+ N Cl+ N O NH O n Kortom een handig boek voor iedereen met belangstelling voor cosmetica én de wetenschap die daarachter zit! ‘Cosmetica: een wetenschap op zich ...’ is een uitgave van de Nederlandse Cosmetica Vereniging. COOH de brancheorganisatie van fabrikanten en importeurs van producten voor de persoonlijke verzorging Postbus 914, 3700 AX Zeist 030 6049480 www.cosmetica.nl W 030 6049999 Cosmetica: een wetenschap op zich