Aanvullende oefeningen bij Taaltrapeze Deel 2 Thema 2 Week 1 Auditief geheugen (met of zonder plaatjes) 2 Het beeld, bekijken De fotograaf, de kunstenaar Het kunstwerk, het museum Het podium, het theater De zaal, in het echt eruitzien, kleien lelijk vinden, iets verzinnen mooi vinden, het beeld 3 Het beeld, bekijken, de fotograaf De kunstenaar, het kunstwerk, het museum Het podium, het theater, de zaal In het echt, eruitzien, kleien lelijk vinden, iets verzinnen, mooi vinden 4 Het beeld, bekijken, de fotograaf, de kunstenaar Het kunstwerk, het museumm het podium, het theater De zaal, in het echt, eruitzien, kleien lelijk vinden, iets verzinnen, mooi vinden, het beeld 5 Het beeld, bekijken, de fotograaf, de kunstenaar, het kunstwerk Het museum, het podium, het theater, de zaal, in het echt Eruitzien, kleien, Lelijk vinden, iets verzinnen, mooi vinden Deel 2 Thema 2 Week 2 Auditief geheugen (met of zonder plaatjes) 2 bedenken, de (schilders) ezel De kunstschilder, de lijst Het penseel, precies schilderen, de tentoonstelling De verfdoos, de waterverf Je best doen, overleggen Het plan, samenwerken Met z’n tweeën, bedenken 3 bedenken, De (schilders) ezel, de kunstschilder De lijst, het penseel, precies schilderen, de tentoonstelling, de verfdoos De waterverf, je best doen, overleggen Het plan, samenwerken, met z’n tweeën 4 bedenken, De (schilders) ezel, De kunstschilder, de lijst Het penseel, precies, Schilderen, de tentoonstelling Aanvullende oefeningen synthese bij Taaltrapeze De verfdoos, de waterverf, Je best doen, overleggen Het plan, samenwerken, Met z’n tweeën, bedenken 5 bedenken, De (schilders) ezel, De kunstschilder, de lijst, het penseel precies, Schilderen, de tentoonstelling, de verfdoos, de waterverf Je best doen, overleggen, Het plan, samenwerken, Met z’n tweeën Deel 2 Thema 2 Week 3 Auditief geheugen (met of zonder plaatjes) 2 dichten, het gedicht muziek maken, het (muziek) instrument het publiek, de schrijver beroemd, een buiging maken de dirigent, de optocht het orkest, de poppenspeler schminken, de toneelspeler de zangers, dichten 3 dichten, het gedicht, muziek maken het (muziek) instrument, het publiek, de schrijver beroemd, een buiging maken, de dirigent de optocht, het orkest, de poppenspeler schminken, de toneelspeler, de zangers 4 dichten, het gedicht, muziek maken, het (muziek) instrument het publiek, de schrijver, beroemd, een buiging maken de dirigent, de optocht, het orkest, de poppenspeler schminken, de toneelspeler, de zangers, dichten 5 dichten, het gedicht, muziek maken, het (muziek) instrument, het publiek de schrijver, beroemd, een buiging maken, de dirigent, de optocht het orkest, de poppenspeler, schminken, de toneelspeler, de zangers