WI_basisvaardigheden

variabelen
16 + 19 = 35
ware bewering
16 + 18 = 35
niet ware bewering
16 + … = 35
open bewering
HoT
16 + p = 35
op de plaats van … zet je in de wiskunde een
kleine letter dat is de variabele
variabelen
variabelen staan in de plaats van een getal
met variabelen kun je gewoon rekenen
6 + 6 + 6 + 6 = 4 x 6 = 24
p + p + p + p = 4 x p = 4.p = 4p
HoT
3a + 5a = 8a
13m + 18m = 31m
variabelen
variabelen staan in de plaats van een getal
met variabelen kun je gewoon rekenen
3 x 3 x 3 x 3 x 3 = 35 = 243
q x q x q x q x q = q5
HoT
m x m = m2
vermenigvuldigen
let op bij letterrekenen:
3xp=
3·p=
HoT
3p
gelijksoortige termen optellen
3a + 5a = 8a
-9p + 6p = -3p
hieronder staan een aantal voorbeelden
van NIET gelijksoortige termen
die kun je NIET korter opschrijven
HoT
3a + 5p
7m2 + 4m
haakjes verdrijven 1-3
met getallen
(hoofdrekenen)
HoT
3 x 48 =
3 x (40 + 8) =
3 x 40 + 3 x 8 =
120 + 24 =
144
met getallen
en letters
2p(4p + 8) =
2p x 4p + 2p x 8 =
8p2 + 16p
haakjes verdrijven 2-3
(p + 2)(p + 8) =
p2 + 8p + 2p + 16 =
HoT
p2 + 10p + 16
haakjes verdrijven 3-3
(p + 2)(p - 8) =
p2 - 8p + 2p - 16 =
HoT
p2 - 6p - 16
buiten haakjes brengen
18pq + 30p =
HoT
6p (3q + 5)
klad of hoofdrekenen:
18pq = 2 x 3 x 3 x p x q
30p = 2 x 3 x 5 x p
de GGD 2 x 3 x p = 6p
buiten haakjes brengen