1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. De verdoving De vulling De pijn Het prikje De pus Het laagje De behandeling De beugel Scheef a) b) c) d) e) f) g) h) i) Bol Krzywe Znieczulenie Zabieg, leczenie Plomba, wypelnienie Zastrzyk Ropa Warstwa Aparat na zeby ODPOWIEDZI: 1c, 2 e, 3a, 4f, 5g, 6h, 7d, 8i, 9b 1. Ik heb jeuk… 2. Ik heb kiespijn…. 3. Mijn tand … a) … ik moet naar de tandarts. b) … doet pijn. c) … ik moet krabben. ODPOWIEDZI: 1c, 2a, 3b 1. 2. 3. 4. Je hebt scheve tanden, maar je wilt rechte hebben. Wat heb je nodig? Een operatie duurt lang, maar dit duurt kort. Wat is dat? De verschijnselen/symptomen van dit zijn: pus, roodheid, pijn, jeuk… wat is dat? Je krijgt dit tijdens een behandeling, zodat het geen pijn doet. Wat is dat? ODOPWIEDZI: 1. De beugel, 2. De behandeling, 3. De ontsteking, 4. De verdoving CZAS TERAZNIEJSZY czas przeszly niedokonany czas przeszly dokonany czas przyszly BLEKEN bleekte(n) hebben + gebleekt zullen/gaan + bleken VULLEN vulde(n) hebben + gevuld zullen/gaan + vullen SEALEN sealde (n) hebben + geseald zullen/gaan + sealen TREKKEN trok/trokken hebben + getrokken zullen/ gaan + trekken SCHOONMAKEN maakte(n) schoon hebben + schoongemaakt zullen/gaan + schoonmaken NODIG HEBBEN had/hadden nodig hebben + nodig gehad zullen/ gaan + nodig hebben wybielone, zaplombowane, zalakowane, wyrwane, wyczyszczone Przetlumacz: 1. 2. 3. 4. 5. Moje zeby sa zalakowane. Moje zeby sa wyczyszczone. Moje zeby sa wybielone. Moje zeby zostaly zalakowane. Moje zeby zostaly wyczyszczone. 6. Moje zeby zostaly wybielone. ODPOWIEDZI 1. 2. 3. 4. 5. 6. Mijn tanden ZIJN geseald. Mijn tanden ZIJN schoongemaakt. Mijn tanden ZIJN gebleekt. Mijn tanden WERDEN geseald. Mijn tanden WERDEN schoongemaakt. Mijn tanden WERDEN gebleekt. HIER (blisko) DEZE, DIE, DIT , DAT 1. 2. 3. 4. 5. Ten zab mnie boli. Ten bol jest okrobny! Tamten dentysta jest dobry. Te dziurki sa zaplombowane. Ta szczeka jest prawidziwa. ODPOWIEDZI 1. 2. 3. 4. 5. Deze tand doet pijn. (de tand) Deze pijn is verschrikkelijk! (de pijn) Die tandarts is goed. (de tandarts) Die gaatjes zijn geseald. (de gaatjes) Dit gebit is echt. (het gebit) DE HET DEZE DIT DAAR (daleko, nieobecne) DIE DAT