JAARKAART KLAS 2 Voorbeelden Herhaling van vorig jaar: moeilijkere hakkaartwoorden (mm)mkm(mmm) spreekt, fiets, braafst categorie 1-4 categorie 5-8 ei plaat au plaat Nieuw: voorvoegsels woorden met ge-, be-, ver-; Cat. 9. begin, verdienen, gebruik verkleinwoorden woorden met –je, -tje of –pje; Cat. 10. jasje, tuintje, bloempje klankvoetenwoorden Cat. 11. met: langeklanken, korte klanken, lopen, mussen, dieren, melken tweetekenklanken en twee verschillende medeklinkers achtervoegsels, woorden met –ig, -lijk; Cat. 12. zielig, vrolijk woorden met –uw (inprenten) duw, ruw klankvoetenwoorden met s-z verandering in meervoud laarzen, dazen klankvoetenwoorden met f-v verandering in meervoud duiven, golven woorden met onbeklemtoonde aa; aa-lijst woorden kanaal, lawaai klankvoetwoorden, of bankletterwoorden met -elen/ -eren/-enen wandelen, kinderen, rekenen, winkelen Uitbreiden: aan elkaar. ‘Ik volg de regels van de losse woorden’ Cat.1. herfststorm, fietstas, kaasschaaf klankvoetenwoorden met –el, -er, Cat. 11. vlieger, lepel hakkaartwoorden; samengestelde woorden twee of meer woorden stomme e doffe uh-klank zonder klemtoon. ‘Ik schrijf een e’ langermaakwoorden; woorden met –b; Cat. 7. eb, web klankvoetenwoorden met –a, -o of –u; Cat. 11. vla, stro, nu woorden met 2 categorieën in een woord behang, gehoor woorden met 3 categorieën in een woord vergissing, gewoonlijk klankvoetenwoorden met 2x klankvoet; Cat. 11. krokodil, pinda uitgebreide ei-plaat klankvoeten woorden reiger, meisje uitgebreide au-plaat kauwen, pauze