2 – Welke odontogene tumoren kent U en in welke mate wijkt hun voorkomen verloop en behandeling af van dit bij cysten in de kaak? Odontogene tumoren: - ameloblastoma: onstaat uit ameloblasten (glazuurvormende cellen) - odontoma: gemengde oorsprong (glazuur, dentine, cementum, pulpa elementen, tandfollikel) Voorkomen: - Cysten zijn frequenter dan odontogene tumoren (hier ben ik niet zeker van) . Het odontoma is frequenter dan het ameloblastoma. - Het ameloblastoom ontstaat centraal in het kaakbeen, terwijl cysten ontstaan in de buurt van de tand. - Zowel cysten als odontogene tumoren ontwikkelen meestal symptoomloos, pijn ontstaat door secundaire infectie. - Cysten hebben kapsel (uitz. Pseudocysten) en zijn goed afgelijnd; tumoren zijn niet afgekapseld en hebben uitlopers in het bot (niet macroscopisch zichtbaar) - Radiologisch: hoewel een cyste typisch uniloculair is, en een ameloblastoma polycyclisch, kan het evengoed omgekeerd geen zekerheidsdiagnose met radiologie. Verloop: - Cysten kennen geen autonome groei, wat bewezen wordt door de groeistilstand en zelfs regressie zodra de cyste geopend wordt. Bij cysten ontstaat botresorptie door de hydrostatische druk in de cyste Zowel cysten als tumoren worden gekenmerkt door een trage groei. Het ameloblastoma metastaseert gewoonlijk niet, maar is lokaal erg verwoestend, vooral bij recidief Behandeling: - cysten: marsupialisatie of enucleatie - tumoren: o Solide botrand mag behouden blijven o Corticalis ingevreten continuïteitsresectie + reconstructie met autogeen bot