slavenhaler - Scholieren.com

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq
wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw
ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer
tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty
slavenhaler
Rob Ruggenberg
uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui
opasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop
asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas
dfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdf
ghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfgh
jklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl
zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx
cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcv
bnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn
mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnm
qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq
wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw
ertyuiopasdfghjklzxcvbnmrtyui
opasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop
asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas
dfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdf
[Kies de datum]
Gemaakt door Tim Monningh, VF12D
A BOEKGEGEVENS
Titel:
Schrijver:
Uitgever:
Jaar van uitgave:
slavenhaler
Rob Ruggenberg
Querido
2007
B ANTWOORDEN OP VRAGEN OVER HET BOEK
ALGEMENE VRAGEN EN OPDRACHTEN
1.Beschrijf de omslag van het boek; dus schrijf op hoe de
tekening/illustratie er uitziet. (2 )
Je ziet op de omslag een jongen die in de touwen van een schip klimt.
Daarbij zie je de jongen kijken naar een stad die iets verderop ligt.
2. Zou je het boek gekozen hebben als je alleen naar de omslag
kijkt? Leg uit waarom wel of niet? (2)
Nee, ik kies een boek alleen om de samenvatting op de achterkant van
het boek of doordat het aangeraden is door iemand anders.
3. Wat heeft de illustratie op de omslag te maken met het verhaal?
Je ziet een jongen, die in het verhaal speelt, kijken naar een stad waar in
het verhaal slaven worden gehaald, vandaar ook de titel “Slavenhaler”
4. Wat is het onderwerp van het boek? (Verliefdheid,
discriminatie, vriendschap, oorlog, geschiedenis, verslaving,
magie, dieren/paarden, voetbal, overleven in de wildernis
enzovoort.)
Het onderwerp is geschiedenis. Dit komt goed naar voren doordat er in
deze tijd geen tot bijna geen slaven meer zijn.
5. Tot welk genre behoort het verhaal? (1)
het behoort tot de jeugdboeken waarbij hij gecategoriseerd is op
geschiedenisboek.
6. Vind je de titel goed gekozen? Leg uit waarom. (3)
Ik vind de titel goed gekozen. Als je het verhaal leest komt er vaak in voor
dat ze slaven halen in andere landen zoals Colombia en Afrika.
7. Welk vertelstandpunt gebruikt de schrijver. Motiveer je
antwoord met citaat van een of meerdere zinnen uit het boek. (3)
Het verhaal wordt verteld in een hij/zij verhaal:
 “Hij zag het grote beruchte slavenschip aankomen.”
 “Nee! Riep hij en hij stormde naar zijn moeder toe.”
PERSONEN
1. Wie is de hoofdpersoon / zijn de hoofdpersonen? (1)
De hoofdpersonen zijn:
 *Tyn van Campen: blanke jongen met rood vurig haar, hij is aardig
en doet er alles voor om zijn halfzusje Obaa Huhuni terug te vinden.
 Obaa Huhuni: lichtbruin meisje zonder oorlellen, ze is heel dapper
en heeft veel pit.
2. Geef een korte beschrijving van de
hoofdpersoon/hoofdpersonen. (Jongen/meisje, leeftijd, in welke
klas/beroep, relatie tot de andere hoofdpersonen
(vader/moeder/dochter/zoon/broer/zus/leraar enz.), uiterlijk,
karakter.)
Tyn van Campen is een jongen die al op vroege leeftijd zijn ouders heeft
verloren. Hij heeft een zusje: Obaa Huhuni. Zij is in het verhaal spoorloos
verdwenen en Tyn gaat haar zoeken.
3. Met welk probleem krijgt de hoofdpersoon te maken en waarom
is dat een probleem? (3)
4. Lost hij/zij dat op? Leg uit hoe. (3)
5. Welke persoon zou jij het liefst willen zijn? Leg uit waarom.(3)
6. Wie zeker niet? Leg uit waarom. (3)
PLAATS EN TIJD
1. Op welke plaats speelt het boek zich voornamelijk af? (2)
2. In welke tijd speelt het boek zich af? Hoe weet je dat? (2)
GEBEURTENISSEN
1. Beschrijf kort hoe het verhaal begint. Gebruik hiervoor minimaal
5 zinnen. (3)
2. Wat is volgens jou de belangrijkste gebeurtenis van het
verhaal? Waarom vind je dat? Gebruik hiervoor minimaal 3 zinnen.
(3)
3. Beschrijf kort hoe het verhaal afloopt. Gebruik hiervoor
minimaal 5 zinnen. (3)
4. Welke gebeurtenis maakte de diepste indruk op jou? Leg uit
waarom in minimaal 3 zinnen. (3)
C JOUW MENING OVER HET BOEK
1. Waarom heb je dit boek gekozen? Leg dit uit in minimaal 3
zinnen. (Deze vraag vervalt nu)
2. Wat vind je van de omslag (illustraties, opmaak, formaat,
flaptekst enzovoort)? (3)
3. Zit het verhaal logisch in elkaar en waarom? Beschrijf in
minimaal 3 zinnen. (3)
4. Vind je het verhaal spannend of saai? Hoe komt dat? Leg dat uit
in minimaal 3 zinnen. (3)
5. Is het verhaal zo geschreven dat het echt zou kunnen
gebeuren? Leg uit waarom wel of waarom niet. Leg dat uit in
minimaal 3 zinnen. (3)
6. Zou jij een ander dit boek aanraden en motiveer waarom wel of
waarom niet? Leg dat uit in minimaal 3 zinnen. (3)
D Een korte samenvatting van het verhaal.
Deze samenvatting mag je van internet gebruiken. Controleer
altijd de spelling van de tekst die je gebruikt. (3)
(Ongeveer 1 à 1,5 pagina.)