verslag coach informatie avond 2013-2014

advertisement
Verslag Coach bijeenkomst maandag 13 januari
Doelstelling van deze bijeenkomst is bespreken hoe het de afgelopen weken gegaan
is in de zaal en waar de coaches tegen aan zijn gelopen.
Charlie heeft de volgende punten op de agenda gezet:
1) Opstelling
2) Training
3) Organisatie rond de wedstrijd - bespreking
- warming up
- focus
4) Techniek en Tactiek
5) Verwachting
ad1) OPSTELLING
In de eerste bijeenkomst heeft Charlie uitgebreid stilgestaan bij de in zijn ogen ideale
opstelling: de T opstelling. Bij zaalhockey is het van belang het veld zo groot mogelijk
te houden. Middels de T-opstelling lukt dat. Het gaat er om hoe de personen zonder
de bal bewegen t.o.v. elkaar. Hierbij is wel vereist dat het baltempo hoog is.
Baltempo hoog betekent ruimte.
Voor D en C teams is een hoog baltempo (vanwege gebrek aan kracht) nog wel eens
een probleem. Als het team in de T-opstelling te langzaam speelt (en technisch nog
niet goed genoeg is), dan wordt uitverdedigen moeilijk. Om het uitverdedigen te
vergemakkelijken, moeten de spelers de hoek groter maken (m.a.w. de achterspeler
zonder bal beweegt richting het midden van de cirkel). Of laat de spelers eventueel in
een driehoek staan om zo de passes korter te maken en de afspeelmogelijkheden te
vergroten.
Het is van groot belang dat de voorspelers de bal goed
aannemen. Ze moeten de bal 2m van de balk af op de forehand
aannemen (booglopen) . De stand van de voeten is hierbij
cruciaal.
Booglopen
De linkervoet staat dan
en de rechtervoet
Als een speler lastig aanspeelbaar is, zorg dan dat je de lijn aanhoudt waarbij de
linkervoet van de verdediger op de lijn staat van de rechtervoet van de aanvaller.
lv
lv
rv
rv
Bij de T-opstelling moet de coach goed nadenken welk type persoon (zie eerste
presentatie) hij/zij op welke positie laat hockeyen.
Let wel: laat het team zo hockeyen wat ze aankunnen. Als de T niet werkt, probeer
dan iets anders (bijvoorbeeld de dobbelsteen).
ad 2) TRAINING EN WEDSTRIJD
De coaches merken op dat ze ervaren dat de lage spits en de hoge spits problemen
hebben met hun positie. Oplossing: de T-opstelling trainen, zodat de spelers het
systeem herkennen. Herkenning lukt alleen na eindeloze herhaling. Wil je zaalhockey
voor kinderen herkenbaar maken, dan moet er veel geoefend worden.
Op Kieviten hebben we helaas niet de mogelijkheid om in de zaal te trainen met
uitzondering van de 3 weekends voorafgaand aan de zaalcompetitie.
Zaaltraining op het veld is ook prima voor het aanleren van patronen. Iedere winter
liggen er op veld 2 balken en teams kunnen (na overleg met de trainingscoördinator)
een tijdstip aanvragen waarop ze kunnen trainen. Zij regelen/bekostigen zelf een
trainer. Dit is ofwel een ouder/coach ofwel een trainer uit een poule van trainers die
zich hebben aangemeld bij de trainingscoördinator om ook in de wintermaanden
training te willen geven.
Komend seizoen zal er informatie naar de zaaltrainers verstuurd worden vanuit de
Technische Commissie, zodat de trainers een betere zaaltraining kunnen verzorgen.
Een zaaltraining bestaat uit 15 minuten techniek, 25 minuten tactiek, dus patronen
oefenen en een oefenwedstrijdje. Zorg dat de kinderen veel balbezit (dus veel
balcontact) hebben
Het hockeybestuur vindt zaalhockey belangrijk om op het veld beter te worden. Na
de zaalcompetitie zie je dat spelers technisch vooruit gegaan zijn, lager zitten etc.
Als een team traint, probeer dan als coach een paar keer bij een training te kijken.
Dat is ook goed voor de interactie met de trainer.
3) ORGANISATIE ROND DE WEDSTRIJD
- bespreking
Zorg dat je de bespreking thuis hebt voorbereid. Schrijf punten op. De bespreking
kan je doen in het clubhuis of in de kleedkamer en op Kieviten in de Gorterzaal. Zorg
dat de bespreking kort is. Het helpt ook om 1 op 1 een speler op iets aan te spreken.
De bespreking is zeer belangrijk, want het geeft de spelers het gevoel een team te
zijn. Teamkleding draagt hier zeer zeker ook aan bij. Bij uitwedstrijden kan je er voor
kiezen om de bespreking op Kieviten te doen en bij aankomst in de speelzaal nog
even de puntjes op de i zetten bijvoorbeeld in de kleedkamer.
- warming up
Inlopen is mogelijk, inspelen is vaak lastig in zalen. Zorg dat het team met elkaar de
warming up doet (waarbij bijv. 1 speler verantwoordelijk is dat iedereen er ook
daadwerkelijk is en dat je met z'n allen bijv. inloopt.)
- focus
de bespreking begint = de wedstrijd begint. Je mag dan van de spelers eisen dat ze
als team bij elkaar blijven. Dus niet meer weglopen, niet naar ouders toe etc.
Focus dus.
Coaches merken op dat de kinderen een slechte concentratie hebben en vaak een
training of een teambespreking verstoren. Oplossing hiervoor is om de
teambespreking met 2 personen te doen. De manager of een ouder corrigeert de
kinderen op gedrag en de coach voert het woord. Zorg dat je van tevoren de
onrustige kinderen uit elkaar haalt. Als ze doorgaan met storen, spreek ze er dan 1
op 1 op aan. Boos worden heeft geen zin. Straffen ook niet. Het helpt ook om aan
een kind dat storend gedrag vertoond te vragen: "wat heb ik net gezegd?"
Mocht een kind storend gedrag blijven vertonen, bespreek het dan met de ouders.
ad 4) TECHNIEK EN TACTIEK
Techniek is eigenlijk al aan de orde gekomen onder punt 1. De stand van de voeten
bij de aanname van de bal is van groot belang. Zorg ook dat de spelers kijken naar
de stand van de voeten van de tegenstander. Als de stand van jouw voeten goed is,
ben je altijd sneller weggedraaid.
Let op bij: een speler met de bal mag niet door een blok slaan. Dus als een speler wil
uitverdedigen en er staan 2 of 3 aanvallers met hun stick laag bij de grond, dan mag
de bal niet tegen de stick van die aanvallers gespeeld worden. Doe je dat wel, dan
volgt een vrije slag voor de aanvallende partij. Laat zedus niet "door een speler heen"
willen pushen.
De T-opstelling biedt maximale ruimte en diepte in het spel. De kracht van de T is
vanuit de breedte de diepte in te hockeyen Dat is ontzettend lastig te verdedigen.
Echter, als het niet werkt, kies dan een systeem dat wel werkt.
Wissels: er mogen maximaal 12 spelers in een zaalhockey team zitten. Rooster de
rest uit. Het werkt het beste als je 2 teams maakt die ongeveer even sterk zijn en de
in z'n geheel wisselt.
Probeer een speler minimaal 2 weekends op dezelfde plek te laten spelen.
ad 5) VERWACHTINGEN
Bij verwachtingen hebben we te maken met de verwachtingen van de coach, van het
team en van de ouders.
Probeer de verwachtingen reëel te houden!
Leg ouders aan het begin van het seizoen uit wat de doelstellingen zijn. Bijvoorbeeld:
we willen de kinderen beter maken, technischer leren hockeyen en niet per sé
winnen. Zeker bij de E-gevorderden en de D teams is dit van belang.
Download