T1-5 praktijktoepassing uitleggen met presentatie (informatie)

advertisement
Techniekopdracht voor de schoolpraktijk jaar 1 nummer 5
Titel: praktijktoepassing uitleggen met presentatie
Inleiding
In alle domeinen van de techniek wordt gebruikt gemaakt van praktijktoepassingen. In boeken staan ze vaak
als foto of als illustratie. Met de nieuw aangeleerde begrippen en regels kun je de werking van de
praktijktoepassing begrijpen.
Elektrische schakelingen
Elektrische huisinstallatie, zaklamp
Licht en beeld
Schijnwerper, fotocamera, beamer, contactlens
Geluid
Muziekinstrumenten (gitaar, saxofoon, drum)
Er zijn vele voorbeelden te vinden. Kijk maar eens om je heen. Techniek is overal! Over het onderwerp
elektromagnetisme zou je kunnen denken aan:
1. Een haardroger
2. Een circuit-onderbreker, zoals bijvoorbeeld een aarlekschakelaar
3. Een luidspreker
4. Magnetohydrodynamische voortstuwing (boot)
5. Gelijkstroommotor
6. Televisiebuis (kathodestraalbuis) of LCD scherm
7. Monorail (magnetische trein)
8. Cruise-control
9. Inductie fornuis
10. Elektrische gitaar
11. Microfoon
Veel van deze voorbeelden zijn bekend voor de leerling en bevatten een schat aan technische toepassingen
van concepten.
Aandachtspunten
Een groot gedeelte van de presentatie bestaat uit de uitleg van de praktijktoepassing. Het is belangrijk om
de presentatie goed op te bouwen. Denk daarbij vooral aan je publiek: laat iets leuks zien als opstart zodat
ze graag willen luisteren naar wat je vertelt, en zorg voor een goede opbouw in je verhaal.
Het is niet de bedoeling dat je tijdens de presentatie op een spiekbriefje kijkt: zorg dat de PowerPoint zoveel
informatie geeft dat jij het verhaal daarmee boeiend kunt vertellen. Doe dat zonder hele verhalen op te
schrijven. Gebruik steekwoorden, schema’s en plaatjes.
Achterin het lokaal moet de tekst te lezen zijn, dat betekent dat je minimaal lettergrootte 24 moet
gebruiken.
Bij een presentatie is het belangrijk je op de volgende onderdelen letten:
1

Houding: hoe sta je voor de groep? Heb je iets interessants te vertellen, en straal je dat ook uit? Wat
doe je met je handen? Heb je oogcontact met de toehoorders? Sta je niet met je rug naar het publiek?
 Stem: is je stem duidelijk te verstaan? Hoe is het tempo? Klinkt het niet monotoon?
 Opbouwen inhoud: Leg je uit in een logische volgorde? Sla je geen denkstappen over? Is je verhaal niet
te uitgebreid? Is de uitleg voor iedereen goed te volgen? Klopt het wat je zegt?
 Hulpmiddelen: een voorbeeld van een toepassing. Zijn de hulpmiddelen goed verzorgd en goed
gebruikt?
 Voorbereiding: Zitten ppt en verhaal goed in elkaar? Weet je waarover je het hebt? Kan je vragen
beantwoorden?
De laatste drie punten kun je voor elkaar krijgen met een goede voorbereiding. De eerste twee zijn
belangrijke basispunten.
Je werkplekbegleider en/of medestudent heeft als taak: observeren en feedback geven. Het is heel
belangrijk om opbouwende feedback te geven: er gaan altijd dingen goed, en andere zaken zijn voor
verbetering vatbaar. Vaak ben je geneigd om alleen aandacht te geven aan de onderdelen die fout zijn, dat
werkt meestal niet zo stimulerend.
Dus:
Wat ging goed? En moet je vaker doen.
Wat ging minder goed? En hoe kun je dat beter doen?
Heb je ook vragen?
Zie voor specifieke aandachtspunten het feedbackformulier.
2
Feedbackformulier
Uitleggen van een praktijktoepassing
Presentatie gegeven door: …………………
Feedback is gegeven door: …………………
CRITERIA: (vul in g/v/o)
1. Sluit het onderwerp en niveau van de presentatie aan bij de klas?
2. Wordt er in de presentatie iets nieuws uitgelegd?
3. Is er een duidelijke opbouw in het verhaal?
4. Is de uitleg duidelijk?
 Worden er geen denkstappen overgeslagen?
 Is het niet te uitgebreid?
 Gaat het niet te snel?
5. Hoe is de houding van de presentator?
 Actief ?
 Enthousiast?
 (Oog)contact met de toehoorders?
 Niet met de rug naar het publiek?
6.Hoe is de stem van de presentator?
 Duidelijk?
 Tempo?
 Niet monotoon?
 Worden zinnen afgemaakt?
 Worden er stopwoordjes gebruikt?
7.Voldoet de PowerPoint aan de criteria:
 Zijn ze netjes en duidelijk leesbaar?
 Voldoende informatie: niet teveel tekst (ook niet te weinig)
 Zijn er geen taalfouten gemaakt?
 Worden ze op een goede manier gebruikt, bv bij aanwijzen?
8.Is de voorbereiding in orde?
Verhaal wordt overtuigd en zonder spiekbriefjes verteld?
9.Is de taakverdeling in orde?


Beide groepsleden leggen iets uit?
Beide groepsleden nemen ongeveer de helft van de presentatie op zich?
3
 Vallen de sprekers elkaar niet in de rede?
 Spreken ze elkaar niet tegen?
eventuele toelichting
feedback:
 Wat ging goed? En moet je vaker zo doen?
* Wat ging minder goed? En kun je beter doen.:
? Mijn vragen zijn:
4
Download