Neurotische en structurele pathologie

advertisement
Neurotische en structurele
pathologie
Beschrijving en
behandelvormen
-Karin Dickens
-Rik De Beul
Neurotische pathologie:
psychosexuele ontwikkeling
1. Orale fase




Voeding
Lustbevrediging zonder uitstel
“falen” ouderobjecten
Aanvang sexuele identiteit
2. Anale fase




Exploratie zichzelf-buitenwereld
“nee” fase
Zindelijkheidstraining
Beginnende verinnerlijking normen-waarden
3. Oedipale fase




Bewustwording geslachtsverschil
Rivaliteit
Ambivalentie
Realiteitszin
3. Oedipale fase : vervolg

Opgeven oedipale wensen: 4 factoren
–
–
–
–
Te klein voor ouders
Integratie persoonlijkheid
Angst voor verlies ouderobject
Angst voor straf
Neurotische pathologie: de
infantiele neurose
Infantiele neurose: 2 betekenissen

Oorsprong van de intrapsychische conflicten
–

Intrapsy conflicten -> angst -> Ego: adequate
afweermechanismen
Specifieke innerlijke persoonlijkheidsstructuur
–
Id- Ego- Superego
Strucurele pathologie:
ontwikkeling
Ontwikkelingfasen




Autistische
Symbiose
Separatie-individuatie
Objectconstantie
Ontwikkelingfasen

Autistische
–
Splitsing belevingen in goed en slecht
Ontwikkelingfasen

Autistische

Symbiose
–
–
Primair verzorgend object: goed en slecht
2 innerlijke Zelfrepresentaties: goed en slecht
Ontwikkelingfasen

Autistische
Symbiose

Separatie-individuatie:

–
Losmaking o.i.v.


–
Senso-motorische rijping
Goedkeuring primair verzorgend Obj
Zelf en object


Ongediff beleving, gesplitst in goed en slecht
Gediff beleving, tweedeling in goed en slecht
Ontwikkelingfasen

Autistische
Symbiose
Separatie-individuatie

Objectconstantie


–
–
–
Stabiele diff Zelf en Obj
Geen tweedeling
Def: obj permanentie + libidineuze of affectieve
kleuring
Ontwikkelingsfasen: vergelijking




Autistische
Symbiose
Separatieindividuatie
Objectconstantie
Oraal
Oraal
Anaal
Oedipaal
Borderline
PersoonlijkheidsOrganisatie
(BPO)
BPO

Kernberg
–

Masterson & Rinsley
–
–

Objectconstantie niet/onvoldoende bereikt
Beloning symbiose
Afstraffing autonomie
Adler
–
Tekort aan “goede” innerlijke objecten
BPO: Kernberg vs Kohut

Kernberg
– Gestoorde populatie
– Zelf= pathologisch
– Centraal= conflict
(afweer)

Kohut
– Functionerende
populatie
– Zelf= niet
pathologisch
– Centraal= gemis
Structurele pathologie






Deficiënte innerlijke structuur
Divergente afweer
Ambitendenties
Interpersoonlijke conflicten
Egozwakte
Afwezig Observerend ego
Structurele vs. Neurotische
pathologie
Structurele pathologie






Deficiënte innerlijke
structuur
Divergerende afweer
Ambitendenties
Interpersoonlijke conflicten
Egozwakte
Afwezig Observerend ego
Neurotische pathologie






Geïntegreerde innerlijke
structuur
Convergerende afweer
Ambivalenties
Intrapsychische problemen
Relatief grote Egosterkte
Aanwezig Observerend ego
Behandelvormen van neurotische
pathologie
1. Klassieke psycho-analyse


Openleggend
Structurele verandering binnen
persoonlijkheidsstructuur door:
–
–
Doorwerken weerstanden
Doorwerken overdrachtsneurose
1. Klassieke psycho-analyse

WEERSTANDSDRIEHOEK
Gedrag
Verborgen gevoel
Angst
1. Klassieke psycho-analyse

OVERDRACHTSDRIEHOEK
Ander
Therapeut
Verleden
2. Kortdurende psycho-analytische
psychotherapie: Malan






Openleggend
Hier-en-nu
Doorwerken overdracht-weerstand
In tijd gelimiteerd
Partiëel (-> focus)
Duiding
Behandelvormen van structurele
pathologie
Behnadeling structurele
pathologie: een continuüm
Openleggend---------------------------------------Steunend
Kernberg
Rockland
Masterson
Stern
Rinsley
Knight
Behandeling structurele
pathologie: algemeen







Analyseren in de overdracht
Ondersteunen integratie bevorderende afweer
Ondermijnen van integratie voorkomende
afweer
Therapeut: actief en reëel holding object
Correctieve emotionele ervaring dmv introjectie
Structureren
Innerlijke structuur is deficiënt
Behandeling structurele pathologie
vs neurotische pathologie







Analyseren buiten de
overdracht
Ondersteunen integratie
bevorderende afweer
Ondermijnen van integratie
voorkomende afweer
Therapeut: actief en reëel
holding object
Correctieve emotionele
ervaring dmv introjectie
Structureren
Innerlijke structuur is deficiënt







Analyseren van de overdracht
Weerstanden bewerken
Therapeut neutraal en
abstract
Interpreteren van innerlijke
conflicten door therapeut
Emotioneel doorleefd inzicht
bij patiënt
Herstructureren
Innerlijke structuur is
adequaat
Download