DEEL 1 - UNRIC.org

advertisement
DEEL 1
Hoofdstuk 1
De Verenigde Naties: organisatiestructuur
DE VERENIGDE NATIES: ORGANISATIESTRUCTUUR
De naam 'Verenigde Naties' werd bedacht door Franklin D. Roosevelt, president van de Verenigde Staten, en
werd voor het eerst gebruikt in de Verklaring der Verenigde Naties van 1 januari 1942 – ten tijde van de Tweede
Wereldoorlog – waarin vertegenwoordigers van 26 naties namens hun regeringen verklaarden de gezamenlijke
strijd tegen de As-mogendheden te willen voortzetten.
Al eerder hadden staten internationale organisaties gevormd om op specifieke terreinen samen te werken. Zo
werd in 1865 de Internationale Telecommunicatie-unie opgericht (destijds Internationale Telegraafunie geheten)
en enkele jaren later, in 1874, de Wereldpostunie. Beide organisaties zijn nu gespecialiseerde agentschappen van
de Verenigde Naties.
In 1899 had de eerste Internationale Haagse Vredesconferentie plaats. In Den Haag werden instrumenten
ontwikkeld om crises vreedzaam te beslechten, oorlogen te voorkomen en rechtsregels inzake oorlogsvoering
vast te leggen. Tijdens deze conferentie werd het Verdrag inzake de vreedzame oplossing van internationale
geschillen aanvaard, en ook ging men over tot instelling van het Permanent Hof van Arbitrage, dat zijn
werkzaamheden aanving in 1902.
Voorloper van de Verenigde Naties was de Volkenbond, een organisatie die in 1919 naar aanleiding van de
Eerste Wereldoorlog krachtens het Verdrag van Versailles het licht zag onder gelijksoortige omstandigheden als
later de VN. De Volkenbond werd opgericht 'ter bevordering van de internationale samenwerking en ter
verzekering van vrede en veiligheid onder de volken'. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) kwam
eveneens tot stand met de aanvaarding van het Verdrag van Versailles, en wel als een nevenorganisatie van de
Volkenbond. De Volkenbond staakte zijn activiteiten nadat hij er niet in was geslaagd de Tweede Wereldoorlog
te voorkomen.
In 1945 kwamen vertegenwoordigers van 50 landen samen in San Francisco voor de Conferentie der Verenigde
Naties inzake Internationale Organisatie om het Handvest van de Verenigde Naties op te stellen. De
afgevaardigden voerden besprekingen op basis van voorstellen die vertegenwoordigers van China, de SovjetUnie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten in de nazomer van 1944 in Dumbarton Oaks (bij
Washington D.C.) hadden uitgewerkt. De vertegenwoordigers van de 50 deelnemende landen ondertekenden het
Handvest op 26 juni 1945. Polen was niet aanwezig op de Conferentie, maar ondertekende het Handvest later en
werd alsnog een van de oorspronkelijke 51 lidstaten.
De Verenigde Naties ging officieel van start op 24 oktober 1945, toen het Handvest was geratificeerd door
China, Frankrijk, de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en door een meerderheid van de
overige ondertekenaars. Sedert die datum wordt 24 oktober elk jaar gevierd als Dag van de Verenigde Naties.
Het Handvest van de Verenigde Naties
Het Handvest van de Verenigde Naties legt de grondslag van de Organisatie. Het bepaalt de rechten en plichten
van lidstaten en stelt de organen en procedures van de Verenigde Naties vast. Als internationaal verdrag
codificeert het Handvest op internationaal niveau de voornaamste beginselen inzake internationale betrekkingen
– van de soevereine gelijkwaardigheid van staten tot het verbod op het gebruik van geweld in internationale
relaties.
Preambule van het Handvest
De Preambule van het Handvest verwoordt de idealen en gemeenschappelijke doelstellingen van alle volken
wier regeringen zich hebben verenigd om samen de Verenigde Naties te vormen:
“WIJ, VOLKEN VAN DE VERENIGDE NATIES, VASTBESLOTEN komende geslachten te behoeden voor de gesel van
de oorlog, die tweemaal in ons leven onnoemelijk leed over de mensheid heeft gebracht, en opnieuw ons
vertrouwen te bevestigen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en de waarde van de
mens, in gelijke rechten voor mannen en vrouwen, alsmede voor kleine en grote naties, en omstandigheden te
scheppen waaronder gerechtigheid, alsmede eerbied voor uit verdragen en andere bronnen van
internationaal recht voortvloeiende verplichtingen kunnen worden gehandhaafd, en sociale vooruitgang en
hogere levensstandaarden in grotere vrijheid te bevorderen,
“EN TE DIEN EINDE verdraagzaamheid te betrachten en in vrede met elkander te leven als goede naburen, en
onze krachten te bundelen ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid, en door het aanvaarden
van beginselen en het invoeren van methodes te verzekeren dat wapengeweld niet zal worden gebruikt
behalve in het algemeen belang, en gebruik te maken van internationale instellingen voor de bevordering van
economische en sociale vooruitgang van alle volken,
"HEBBEN BESLOTEN ONZE INSPANNINGEN TE VERENIGEN OM DEZE DOELEINDEN TE VERWEZENLIJKEN.
Dienovereenkomstig hebben onze onderscheiden regeringen, door tussenkomst van hun in de stad San
Francisco bijeengekomen vertegenwoordigers, die hun volmachten hebben overgelegd, welke in goede orde
zijn bevonden, overeenstemming bereikt over dit Handvest van de Verenigde Naties en richten zij hierbij een
internationale organisatie op die de naam zal dragen van de Verenigde Naties.”
[inzet pagina 5]
Amendementen van het Handvest van de Verenigde Naties
Het Handvest kan worden geamendeerd door een tweederde meerderheid van de leden van de Algemene
Vergadering en na ratificatie door twee derde van de lidstaten, met inbegrip van de vijf permanente leden van de
Veiligheidsraad. Tot op heden zijn vier artikelen van het Handvest gewijzigd, één daarvan tweemaal.
 In 1965 werd het aantal leden van de Veiligheidsraad verhoogd van 11 naar 15 (artikel 23) en het aantal
voorstemmen nodig voor een besluit ging van zeven naar negen, met inbegrip van de voorstemmen van alle
vijf permanente leden voor niet-procedurekwesties (artikel 27);
 In 1965 werd het aantal leden van de Economische en Sociale Raad verhoogd van 18 naar 27 leden, en in
1973 nogmaals verruimd tot 54 (artikel 61);
 In 1968 werd het aantal stemmen van de Veiligheidsraad, nodig voor het bijeenroepen van een Algemene
Conferentie ter herziening van het Handvest, verhoogd van zeven naar negen (artikel 109).
Doelstellingen en beginselen
De in het Handvest uiteengezette doelstellingen van de Verenigde Naties zijn:




handhaving van de internationale vrede en veiligheid;
ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen landen op basis van eerbied voor het beginsel
van gelijke rechten en zelfbeschikking van volken;
samenwerking bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele en
humanitaire aard, alsmede het bevorderen van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden;
optreden als centrum voor de onderlinge afstemming van het optreden van naties ter verwezenlijking van
deze gemeenschappelijke doelstellingen.
De Verenigde Naties handelt overeenkomstig de volgende beginselen:
●
●
●
●
●
●
de Organisatie is gegrond op het beginsel van de soevereine gelijkheid van al haar leden;
leden dienen hun uit het Handvest voortvloeiende verplichtingen te goeder trouw na te komen;
leden dienen hun internationale geschillen langs vreedzame weg op te lossen, zonder de internationale
vrede en veiligheid of de gerechtigheid in gevaar te brengen;
leden onthouden zich in hun internationale betrekkingen van dreiging met of gebruik van geweld tegen
andere staten;
leden dienen de Verenigde Naties volledige bijstand te verlenen bij elk optreden waartoe de Organisatie
krachtens het Handvest overgaat;
geen enkele bepaling van het Handvest machtigt de Verenigde Naties op te treden bij aangelegenheden
die wezenlijk onder de nationale rechtsmacht van een staat vallen.
Lidmaatschap
Het lidmaatschap van de Verenigde Naties staat open voor alle vredelievende staten die de verplichtingen vervat
in het VN-Handvest aanvaarden en die naar het oordeel van de Organisatie in staat en bereid zijn deze
verplichtingen na te komen (zie blz. 289 voor de volledige lijst van lidstaten).
De Algemene Vergadering beslist – op aanbeveling van de Veiligheidsraad – over de toelating van nieuwe
lidstaten. Het Handvest voorziet in de mogelijkheid van schorsing of uitstoting van een lidstaat op grond van
schending van de in het Handvest vervatte beginselen. Zo'n maatregel is echter nooit getroffen.
Officiële talen
Krachtens het Handvest zijn de officiële talen van de Verenigde Naties het Chinees, Engels, Frans, Russisch en
Spaans. Het Arabisch werd toegevoegd als een officiële taal voor de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad
en de Economische en Sociale Raad.
Structuur van de organisatie
Het Handvest heeft zes hoofdorganen van de Verenigde Naties ingesteld: de Algemene Vergadering, de
Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad, de Trustschapsraad, het Internationaal Gerechtshof en het
Secretariaat. De 'VN-familie' is echter veel groter en omvat 15 gespecialiseerde agentschappen en verscheidene
programma's en organisaties (zie blz. 36 en het schema op blz. 22-23).
Algemene Vergadering
De Algemene Vergadering is het belangrijkste overlegorgaan en omvat de vertegenwoordigers van alle lidstaten,
die elk één stem hebben. Besluiten in belangrijke zaken – zoals kwesties betreffende vrede en veiligheid, de
toelating van nieuwe leden en begrotingsvraagstukken – vergen een tweederde meerderheid. Besluiten in andere
kwesties neemt de Vergadering met een gewone meerderheid van stemmen.
Functies en bevoegdheden
Krachtens het Handvest heeft de Algemene Vergadering de volgende functies en bevoegdheden:
●
●
●
●
●
●
●
●
aanbevelingen overwegen en uitbrengen aangaande samenwerking bij het handhaven van internationale
vrede en veiligheid, met inbegrip van beginselen voor ontwapening en wapenbeheersing;
alle vraagstukken bespreken in verband met de handhaving van de internationale vrede en veiligheid en
daarover aanbevelingen doen, behalve als een dergelijke kwestie in behandeling is bij de
Veiligheidsraad;1
besprekingen voeren en aanbevelingen doen – onder hetzelfde voorbehoud – over alle vraagstukken die
binnen het kader van het Handvest vallen of die betrekking hebben op de bevoegdheden en functies van
VN-organen;
studies verrichten en aanbevelingen doen ter bevordering van internationale samenwerking op politiek
gebied en bij de ontwikkeling en codificatie van het internationaal recht; de verwezenlijking van de
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden voor iedereen; en internationale samenwerking op
economisch, sociaal en cultureel vlak en op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg;
maatregelen aanbevelen voor de vreedzame regeling van situaties – hoe die ook zijn ontstaan – die de
vriendschappelijke betrekkingen tussen naties kunnen schaden;
verslagen van de Veiligheidsraad en andere VN-organen ontvangen en bespreken;
de begroting van de Verenigde Naties behandelen en goedkeuren, en de financiële bijdragen van de
lidstaten berekenen;
het verkiezen van de niet-permanente leden van de Veiligheidsraad, van de leden van de Economische en
Sociale Raad en van de gekozen leden van de Trustschapsraad; het verkiezen – in overleg met de
Veiligheidsraad – van de rechters van het Internationaal Gerechtshof; het benoemen, op aanbeveling van
de Veiligheidsraad, van de Secretaris-Generaal.
Zittingen
1
Krachtens de in november 1950 door de Algemene Vergadering aangenomen resolutie Uniting for
Peace kan de Vergadering maatregelen treffen indien de Veiligheidsraad, bij gebrek aan eensgezindheid
onder de permanente leden, niet kan optreden in een situatie waar een bedreiging van de vrede, een
inbreuk op de vrede of een daad van agressie lijkt te ontstaan. De Vergadering is gemachtigd de zaak
onmiddellijk in behandeling te nemen teneinde aanbevelingen te doen aan de leden voor collectieve
maatregelen, eventueel met inbegrip – ingeval van een inbreuk op de vrede of een daad van agressie –
van het gebruik van wapengeweld, indien dit noodzakelijk is voor de handhaving of het herstel van de
internationale vrede en veiligheid.
De jaarlijkse gewone zitting van de Algemene Vergadering begint meestal in september. De zitting van 20002001 is bijvoorbeeld de vijfenvijftigste reguliere zitting van de Algemene Vergadering. Aan het begin van elke
gewone zitting kiest de Vergadering een nieuwe voorzitter, 21 ondervoorzitters en de voorzitters van de zes
Hoofdcommissies. Om een billijke geografische spreiding te garanderen, rouleert het voorzitterschap elk jaar
tussen de volgende vijf groepen van staten: Afrikaanse, Aziatische, Oost-Europese, LatijnsAmerikaanse/Caribische en West-Europese en overige staten.
Voorts kunnen bijzondere zittingen worden bijeengeroepen op verzoek van de Veiligheidsraad, van een
meerderheid van VN-lidstaten, of van één lid, mits een meerderheid van de leden dit verzoek ondersteunt.
Bijzondere spoedzittingen kunnen worden bijeengeroepen binnen een etmaal volgend op het verzoek van de
Veiligheidsraad (ingediend door negen willekeurige leden), van een meerderheid van de VN-lidstaten of van één
lid, indien de meerderheid van de leden dit verzoek ondersteunt.
Aan het begin van elke gewone zitting opent de Vergadering een algemeen debat, vaak met toespraken van
staatshoofden en regeringsleiders, waarin de leden uitdrukking geven aan hun standpunten rond urgente
internationale kwesties. De meeste vragen worden vervolgens besproken in haar zes Hoofdcommissies:
●
●
●
●
●
●
Eerste Commissie (ontwapening en internationale veiligheid)
Tweede Commissie (economie en financiën)
Derde Commissie (sociale, humanitaire en culturele zaken)
Vierde Commissie (speciale politieke zaken en dekolonisatie)
Vijfde Commissie (administratieve zaken en begroting)
Zesde Commissie (juridische aangelegenheden)
Sommige vraagstukken worden uitsluitend behandeld tijdens plenaire zittingen en niet in een hoofdcommissie.
Over alle kwesties wordt gestemd tijdens plenaire zittingen, die doorgaans plaatsvinden tegen het einde van de
gewone zitting, nadat de commissies hun onderzoek omtrent de hun toegewezen kwesties hebben afgerond en
ontwerp-resoluties hebben ingediend bij de plenaire Vergadering.
In de commissies stemt men bij eenvoudige meerderheid van stemmen. Tijdens plenaire zittingen kunnen
resoluties bij acclamatie, zonder tegenwerping of zonder stemming worden aangenomen, en ook door
geregistreerde stemming of stemming met naamafroeping.
Hoewel de besluiten van de Vergadering juridisch gezien niet bindend zijn voor regeringen, vertegenwoordigen
zij toch het gewicht van de wereldopinie en daarmee het morele gezag van de internationale gemeenschap.
De rest van het jaar vloeien de werkzaamheden van de VN grotendeels voort uit de besluiten van de Algemene
Vergadering, dat wil zeggen uit de wil van de meerderheid van de leden, zoals die tot uitdrukking komt in de
door de Vergadering aangenomen resoluties. Deze werkzaamheden worden verricht:
●
●
●
door commissies en andere organen die de Vergadering opricht om specifieke kwesties zoals
ontwapening, handhaving van de vrede, ontwikkeling en mensenrechten te onderzoeken en daarover
verslag uit te brengen;
tijdens door de Vergadering bijeengeroepen internationale conferenties;
door het Secretariaat van de Verenigde Naties: de Secretaris-Generaal en zijn staf van internationale
ambtenaren.
Veiligheidsraad
Het Handvest legt de verantwoordelijkheid voor het handhaven van de internationale vrede en veiligheid in de
eerste plaats bij de Veiligheidsraad.
De Raad telt 15 leden: vijf permanente leden (China, Frankrijk, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk
en de Verenigde Staten) en 10 leden die door de Algemene Vergadering worden gekozen voor een periode van
twee jaar.
Elk lid van de Raad heeft één stem. Besluiten over procedurekwesties kan de Veiligheidsraad nemen indien
minstens negen van de vijftien leden vóór stemmen. Besluiten over inhoudelijke zaken worden genomen indien
negen leden, waaronder alle permanente leden, vóór stemmen. Dit is de regel van de ‘unanimiteit van de grote
mogendheden’, vaak ook het vetorecht genoemd. Als een permanent lid niet akkoord gaat met een besluit, kan
het een negatieve stem uitbrengen en daarmee zijn veto uitspreken. Alle vijf permanente leden hebben ooit
gebruik gemaakt van dit recht. Een permanent lid dat een bepaald besluit niet steunt, maar het anderzijds niet wil
tegenhouden met een veto, kan zich onthouden van stemming.
Krachtens het Handvest komen de leden van de Verenigde Naties overeen de besluiten van de Veiligheidsraad te
aanvaarden en uit te voeren. Terwijl andere VN-organen alleen aanbevelingen doen aan regeringen, heeft de
Veiligheidsraad de bevoegdheid besluiten te nemen die de leden krachtens het Handvest verplicht moeten
uitvoeren.
Functies en bevoegdheden
Het Handvest formuleert de volgende functies en bevoegdheden van de Veiligheidsraad:
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
de internationale vrede en veiligheid handhaven krachtens de doelstellingen en beginselen van de
Verenigde Naties;
alle geschillen en situaties onderzoeken die kunnen leiden tot internationale wrijving;
aanbevelingen doen omtrent methodes om geschillen te beslechten of omtrent de voorwaarden voor een
schikking;
plannen opstellen om te komen tot een stelsel van wapenbeheersing;
vaststellen of er sprake is van een bedreiging van de vrede of een daad van agressie, en te nemen
maatregelen aanbevelen;
leden oproepen over te gaan tot economische sancties en andere geweldloze maatregelen om agressie te
vermijden of te beëindigen;
overgaan tot militair optreden tegen een agressor;
de toetreding van nieuwe leden aanbevelen;
trustschapstaken van de Verenigde Naties in ‘strategische gebieden’ uitoefenen;
aanbevelingen doen aan de Algemene Vergadering in verband met de benoeming van de SecretarisGeneraal en het verkiezen, samen met de Algemene Vergadering, van de rechters van het Internationaal
Gerechtshof.
De Veiligheidsraad is zo georganiseerd dat hij voortdurend kan functioneren. Zo moet ieder lid van de
Veiligheidsraad te allen tijde vertegenwoordigd zijn bij de hoofdzetel van de Verenigde Naties. De Raad kan ook
elders bijeenkomen. Zo was er in 1972 een zitting in Addis Abeba, in 1973 in Panama-Stad en in 1990 kwam de
Raad bijeen in Genève.
Wanneer de Raad een klacht betreffende een bedreiging van de vrede krijgt voorgelegd, roept hij de betrokken
partijen meestal eerst op om op vreedzame wijze tot een vergelijk te komen. In bepaalde gevallen stelt de Raad
een onderzoek in en treedt zelf op als bemiddelaar. De Raad kan ook de uitgangspunten voor een vreedzame
regeling formuleren. In sommige gevallen kan hij zelf overgaan tot feitenonderzoek en bemiddeling. Ook kan de
Veiligheidsraad een missie opzetten, bijzondere vertegenwoordigers benoemen of de goede diensten van de
Secretaris-Generaal inroepen.
Wanneer een geschil leidt tot wapengeweld, dan is het de eerste zorg van de Raad om daaraan zo snel mogelijk
een einde te maken. De Raad kan met het oog op een staakt-het-vuren bevelen uitvaardigen die een belangrijke
rol kunnen vervullen bij het beteugelen van vijandelijkheden.
De Raad kan ook militaire waarnemers of een vredesmacht uitzenden om spanningen te temperen, tegenstanders
uit elkaar te houden en een klimaat te scheppen waarin men kan komen tot vreedzame regelingen. Krachtens
Hoofdstuk VII van het Handvest kan de Raad besluiten tot dwangmaatregelen, waaronder economische sancties
(zoals handelsembargo’s), wapenembargo's of gezamenlijk militair optreden (zie hoofdstuk 2).
De Veiligheidsraad heeft twee Internationale Straftribunalen in het leven geroepen om misdaden tegen de
menselijkheid te vervolgen die werden gepleegd in het voormalige Joegoslavië en in Rwanda (zie blz. 35). Beide
Tribunalen zijn hulporganen van de Veiligheidsraad.
De Veiligheidsraad stelde na de Golfoorlog UNSCOM (Speciale Commissie van de VN) in om de
daadwerkelijke vernietiging te onderzoeken van Iraks wapens voor massavernietiging. De taken van UNSCOM
werden overgedragen aan UNMOVIC – de VN-Commissie voor Toezicht, Verificatie en Inspectie – die de Raad
in 2000 instelde (zie Hfst 2, blz. 101).
Een werkgroep van de Algemene Vergadering buigt zich sinds 1993 over een mogelijke hervorming van de
Veiligheidsraad, vooral met betrekking tot een billijke vertegenwoordiging en een uitbreiding van het aantal
leden.
Economische en Sociale Raad
De Economische en Sociale Raad werd krachtens het Handvest opgericht als het coördinerend orgaan voor de
economische en sociale werkzaamheden van de Verenigde Naties, haar gespecialiseerde organisaties en andere
VN-instellingen – samen veelal de ‘familie van VN-organisaties’ genoemd (zie blz. 49). De Raad telt 54 leden
met elk een ambtstermijn van drie jaar. De Economische en Sociale Raad besluit bij gewone meerderheid; elk lid
heeft één stem.
Functies en bevoegdheden
De functies en bevoegdheden van de Economische en Sociale Raad zijn:
●
●
●
●
●
dienen als centraal platform voor het bespreken van internationale economische en sociale
aangelegenheden en voor het formuleren van beleidsaanbevelingen, gericht aan de lidstaten en aan het
VN-systeem als geheel;
studies en rapporten maken of initiëren, en aanbevelingen doen over internationale economische, sociale
en culturele kwesties en over vraagstukken rond onderwijs en gezondheid;
eerbiediging en inachtneming bevorderen van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
internationale conferenties over economische, sociale en aanverwante aangelegenheden (helpen)
voorbereiden en organiseren, en instaan voor een gecoördineerde follow-up van die conferenties;
de werkzaamheden van gespecialiseerde organisaties coördineren door middel van overleg met en
aanbevelingen aan deze organisaties en middels aanbevelingen aan de Algemene Vergadering;
Het diepgaand overleg over internationale economische en sociale vraagstukken, en de beleidsaanbevelingen die
het orgaan doet, maken dat ECOSOC een belangrijke rol speelt in het stimuleren van internationale
samenwerking op ontwikkelingsgebied en in het bepalen van prioriteiten bij de invulling van die samenwerking.
Zittingen
De Economische en Sociale Raad houdt jaarlijks verscheidene korte werkzittingen over de praktische organisatie
van de werkzaamheden en verder één grote zitting van vier weken – afwisselend in New York en Genève – over
zaken van inhoudelijke aard. De grote zitting omvat een speciale vergadering op het hoogste niveau met
ministers en hoge ambtenaren, waar men belangrijke economische, sociale en humanitaire kwesties bespreekt.
Het uitvoerende werk van de Raad heeft plaats in zijn interne en verbonden instanties.
Interne en verbonden organen
De interne organen binnen de Economische en Sociale Raad zijn:
●
negen functionele commissies – overlegorganen die aanbevelingen moeten overwegen en formuleren over
kwesties die onder hun verantwoordelijkheid en expertise vallen. Het betreft de Statistische Commissie
(zie hoofdstuk 3, blz. 155), de Commissie Bevolking en Ontwikkeling (zie hoofdstuk 3, blz. 176), de
Commissie Sociale Ontwikkeling (zie hoofdstuk 3, blz. 159), de Mensenrechtencommissie (zie
hoofdstuk 4, blz. 223), de Commissie voor de Status van de Vrouw (zie hoofdstuk 3, blz. 179 en
hoofdstuk 4, blz. 234), de Commissie Verdovende Middelen (zie hoofdstuk 3, blz. 189), de Commissie
Misdaadpreventie en Strafrecht (zie hoofdstuk 3, blz. 189), de Commissie Wetenschap en
Technologie inzake Ontwikkeling (zie hoofdstuk 3, blz. 156) en de Commissie Duurzame
Ontwikkeling (zie hoofdstuk 3, blz. 196);
●
vijf regionale commissies: de Economische Commissie voor Afrika (Addis Abeba, Ethiopië), de
Economische en Sociale Commissie voor Azië en het Stille-Oceaangebied (Bangkok, Thailand), de
Economische Commissie voor Europa (Genève, Zwitserland), de Economische Commissie voor
Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (Santiago, Chili) en de Economische en Sociale commissie
voor West-Azië (Beiroet, Libanon) (zie ook blz. 32).
●
vijf vaste comités en organen van deskundigen: het Comité voor Programma en Coördinatie, het
Comité voor Menselijke Nederzettingen, het Comité voor Niet-gouvernementele Organisaties, het
Comité voor Onderhandelingen met Intergouvernementele Organisaties en het Comité voor
Energie en Natuurlijke Hulpbronnen;
●
een aantal organen van deskundigen belast met kwesties als ontwikkelingsplanning, natuurlijke
hulpbronnen, en economische, sociale en culturele rechten;
De Raad werkt ook samen met – en coördineert tot op zekere hoogte de werkzaamheden van – VN-programma's
(zoals UNDP, UNEP, UNICEF en UNFPA) en gespecialiseerde organisaties (zoals FAO, WHO, ILO en
UNESCO). Al deze instanties brengen verslag uit aan de Raad en doen aanbevelingen voor zijn grote
inhoudelijke sessies.
Betrekkingen met niet-gouvernementele organisaties
Het Handvest bepaalt dat de Economische en Sociale Raad overleg kan plegen met niet-gouvernementele
organisaties betrokken bij aangelegenheden die vallen binnen de bevoegdheid van de Raad. Meer dan 1600 van
die NGO’s hebben een consultatief statuut bij de Raad. De Raad erkent dat deze organisaties de gelegenheid
moet worden geboden hun standpunten kenbaar te maken en dat zij over bijzondere expertise of technische
kennis beschikken die de Raad ten goede komt bij zijn werkzaamheden.
De Raad onderscheidt drie categorieën NGO's: organisaties in categorie I zijn betrokken bij het merendeel van
de werkzaamheden van de Raad; organisaties van categorie II beschikken over speciale expertise op welbepaalde
gebieden; en organisaties die van tijd tot tijd de Raad kunnen bijstaan, staan vermeld op een lijst voor ad hocconsultatie.
NGO’s met consultatief statuut mogen waarnemers sturen naar openbare vergaderingen van de Raad en van zijn
subsidiaire organen, en zijn gemachtigd schriftelijke verklaringen in te dienen met betrekking tot het werk van de
Raad. Zij mogen ook overleggen met het Secretariaat van de Verenigde Naties over zaken van wederzijds
belang.
In de loop der jaren is de samenwerking van de Verenigde Naties met NGO's beduidend toegenomen. ECOSOC
ziet NGO's steeds meer als partners die worden geraadpleegd over beleids- en programmakwesties, en ook als
waardevolle tussenschakels met de bredere samenleving. Wereldwijd werken steeds meer NGO's dagelijks
samen met de Verenigde Naties in het gemeenschappelijk streven naar de verwezenlijking van de doelen van het
Handvest.
Trustschapsraad
De Trustschapsraad (zie ook hoofdstuk 7, blz. 276) werd in 1945 ingesteld krachtens het Handvest om
internationaal toezicht uit te oefenen op het bestuur van elf trustgebieden, dat werd waargenomen door zeven
lidstaten, en ook om er voor zorg te dragen dat toereikende stappen werden ondernomen om de trustgebieden
voor te bereiden op zelfbestuur en onafhankelijkheid. Het Handvest machtigt de Trustschapsraad om verslagen
van de bestuursautoriteit over de politieke, economische, sociale en onderwijskundige vooruitgang van de
inwoners van de trustgebieden te onderzoeken en te bespreken, verzoeken van de trustgebieden te bestuderen, en
speciale missies naar deze gebieden te zenden.
In 1994 hadden alle oorspronkelijke trustgebieden zelfbestuur of onafhankelijkheid verworven, hetzij als
afzonderlijke staten, hetzij door aansluiting bij aangrenzende onafhankelijke staten. Het laatste van de elf
oorspronkelijke trustgebieden was Pacific Islands (Palau), dat de 185 ste VN-lidstaat werd.
Nu het werk is voltooid, heeft de Trustschapsraad – bestaande uit de vijf permanente leden van de
Veiligheidsraad: China, Frankrijk, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten –
zijn procedureregels gewijzigd in die zin dat de Trustschapsraad voortaan slechts vergadert wanneer en waar de
situatie dat vereist.
Internationaal Gerechtshof
Het Internationaal Gerechtshof zetelt in Den Haag en is het voornaamste gerechtelijke orgaan van de Verenigde
Naties (zie ook hoofdstuk 6, blz. 259). Het Hof beslecht geschillen tussen staten die partij zijn en verleent
adviezen aan de Verenigde Naties en haar gespecialiseerde agentschappen. Het Statuut van het Internationaal
Gerechtshof maakt integraal deel uit van het Handvest van de Verenigde Naties.
Het Hof is toegankelijk voor alle staten die partij zijn bij het Statuut van het Hof – eind 2001 waren dat alle VNlidstaten en Zwitserland. Alleen staten kunnen partij zijn bij zaken voor het Hof en ook alleen staten kunnen
zaken bij het Hof aanhangig maken. Het Hof is niet toegankelijk voor privé-personen, particuliere entiteiten of
internationale organisaties.
Zowel de Algemene Vergadering als de Veiligheidsraad kunnen het Hof verzoeken advies uit te brengen over
juridische kwesties. Ook de andere VN-organen en de gespecialiseerde organisaties kunnen het Hof, als ze
daartoe door de Algemene Vergadering zijn gemachtigd, om advies vragen over juridische kwesties die rijzen in
het kader van hun werkzaamheden.
Rechtsmacht
De rechtsmacht van het Hof strekt zich uit tot alle zaken die staten hem voorleggen en tot alle kwesties die
worden genoemd in het Handvest of in van kracht zijnde verdragen of conventies. Staten kunnen zich er bij
voorbaat toe verbinden de rechtsmacht van het Hof te aanvaarden, door een verdrag of conventie te ratificeren
waarin verwijzing naar het Hof wordt voorzien, of door een speciale verklaring af te leggen. Dergelijke
verklaringen waarin de verplichte rechtsmacht wordt aanvaard, kunnen bepaalde soorten zaken uitsluiten.
Overeenkomstig het Statuut beslecht het Hof de hem voorgelegde geschillen met toepassing van:
●
internationale verdragen die regels vastleggen die de bij het geschil betrokken staten uitdrukkelijk
erkennen;
●
internationale gewoonte als blijk van een als recht aanvaarde algemene praktijk;
●
door beschaafde naties erkende, algemene rechtsbeginselen;
●
rechterlijke uitspraken, alsmede de opvattingen van de meest bevoegde schrijvers van verschillende
naties.
Leden
Het Hof telt 15 rechters die zijn gekozen door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad. Beide organen
stemmen onafhankelijk van elkaar. De verkiezing van rechters geschiedt op grond van hun bekwaamheid. Bij de
samenstelling van het Hof ziet men toe op vertegenwoordiging in het College van de voornaamste rechtsstelsels
van de wereld. Er mogen geen twee rechters onderdaan zijn van dezelfde staat. Rechters worden verkozen voor
een ambtstermijn van negen jaar en zijn herkiesbaar. Tijdens hun ambtstermijn mogen rechters geen andere
ambten of functies bekleden.
Het Hof houdt doorgaans voltallig zitting, maar kan op verzoek van partijen ook zetelen in kleinere eenheden,
die men Kamers noemt. Een vonnis van een Kamer wordt geacht te zijn gewezen door het voltallige Hof. Het
Hof heeft voorts een Kamer voor Milieuzaken ingesteld en formeert jaarlijks een Kamer voor Kort Geding.
Secretariaat
Het Secretariaat – een internationale staf van medewerkers werkzaam op posten verspreid over de hele wereld –
is belast met de dagelijkse werkzaamheden van de Organisatie. Het Secretariaat staat ten dienste van de andere
VN-organen en verzorgt de administratie van hun programma’s en beleid. Aan het hoofd staat de SecretarisGeneraal, die op voordracht van de Veiligheidsraad wordt benoemd door de Algemene Vergadering voor een
hernieuwbare ambtsperiode van vijf jaar.
Het werk van het Secretariaat is even gevarieerd als de problemen waarmee de Verenigde Naties te maken krijgt.
De taken gaan van het coördineren van vredesoperaties tot het bemiddelen bij internationale geschillen, en van
het onderzoeken van economische en sociale trends tot het opstellen van studies over mensenrechten en
duurzame ontwikkeling Het personeel van het Secretariaat informeert wereldwijd pers en media over het werk
van de VN; organiseert internationale conferenties over zaken met een wereldwijde dimensie; en verricht tolken vertaalwerk in de officiële talen van de Organisatie.
Bij het Secretariaat zijn ongeveer 8900 mannen en vrouwen uit zo’n 160 landen in vaste dienst. Als
internationale ambtenaren zijn zij – en ook de Secretaris-Generaal – alleen de VN verantwoording schuldig voor
hun werkzaamheden en beloven zij geen instructies te zullen aanvaarden van enige regering of andere autoriteit.
Krachtens het Handvest verplichten lidstaten zich ertoe het uitsluitend internationale karakter van de taken van
de Secretaris-Generaal en zijn personeel te eerbiedigen, en niet te trachten hen op oneigenlijke wijze te
beïnvloeden.
De VN heeft haar hoofdzetel in New York, maar telt ook belangrijke vertegenwoordigingen in Addis Abeba,
Bangkok, Beiroet, Genève, Nairobi, Santiago en Wenen. De VN heeft verder een wereldwijd kantorennet.
De Secretaris-Generaal
De Secretaris-Generaal, die zowel diplomaat als pleitbezorger is en zowel ambtenaar als topmanager, geldt voor
de wereldgemeenschap als het symbool van de idealen van de Verenigde Naties en als spreekbuis van de
volkeren ter wereld, in het bijzonder van de armste en kwetsbaarste naties. De huidige Secretaris-Generaal, de
zevende die het ambt vervult, is sinds 1 januari 1997 Kofi Annan uit Ghana.
Het Handvest omschrijft de Secretaris-Generaal als de hoogste ambtenaar van de Organisatie, die in die
hoedanigheid optreedt en alle functies vervult die hem of haar worden toevertrouwd door de Algemene
Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad en andere VN-organen. Het Handvest
machtigt hem elke zaak die naar zijn mening de internationale vrede en veiligheid kan bedreigen, onder de
aandacht van de Veiligheidsraad te brengen. Enerzijds bakenen deze richtlijnen de bevoegdheden duidelijk af,
anderzijds verschaft die brede taakomschrijving de Secretaris-Generaal een buitengewoon mandaat om actie te
ondernemen. De Secretaris-Generaal zou tekortschieten als hij niet voldoende rekening hield met de
bekommernissen en belangen van lidstaten, maar hij moet ook de waarden en het moreel gezag van de
Verenigde Naties hooghouden, en zich uitspreken en optreden in het belang van de vrede, met af en toe het risico
dat hij bij dezelfde lidstaten protest of een meningsverschil oproept.
Deze 'creatieve spanning' vergezelt de Secretaris-Generaal tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden, die onder
meer behelzen: het bijwonen van zittingen van VN-organen; overleg met wereldleiders,
regeringsvertegenwoordigers en anderen; en vele reizen bedoeld om in contact te blijven met de inwoners van
lidstaten en om op de hoogte te blijven van het brede spectrum van kwesties van internationaal belang op de
agenda van de Organisatie. De Secretaris-Generaal publiceert jaarlijks een verslag dat het werk van de
Organisatie evalueert en toekomstige prioriteiten uiteenzet.
Een van de belangrijkste taken van Secretaris-Generaal is het verlenen van zijn 'goede diensten' – initiatieven die
hij op basis van zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid en onkreukbaarheid in het openbaar of achter gesloten
deuren ontplooit om het ontstaan, escaleren of uitdijen van internationale geschillen te voorkomen. Sinds zijn
aantreden als Secretaris-Generaal heeft Kofi Annan in tal van situaties zijn goede diensten aangewend, onder
meer in Cyprus, Irak, Libië, het Midden-Oosten, Nigeria, Oost-Timor en de Westelijke Sahara.
Om zijn ambt gestalte te geven houdt iedere Secretaris-Generaal ook rekening met de bijzondere context van het
tijdgewricht waarin hij zijn ambt vervult. Zo richt(te) Kofi Annan zijn inspanningen op:
Hervormingen. Kort na zijn aantreden als Secretaris-Generaal presenteerde Kofi Annan een pakket met
verreikende hervormingsmaatregelen bedoeld om de Verenigde Naties te helpen met haar tijd mee te gaan en
zich aan te passen aan een nieuw tijdperk, dat wordt gekenmerkt door wereldomspannende aangelegenheden.
De hervormingsmaatregelen die vielen binnen de bevoegdheden van de Secretaris-Generaal zelf, zijn grotendeels
doorgevoerd of op gang gebracht. Die maatregelen betroffen zowel de administratie – met onder meer een
nulgroei-begroting en een verbeterde invulling van het management – als de Organisatie in ruimere zin, met
bijzondere nadruk op een krachtdadiger en doeltreffender respons van de VN op de almaar groeiende eisen,
voornamelijk op het vlak van ontwikkeling en vredesoperaties.
De nieuwe functie van Vice-Secretaris-Generaal werd gecreëerd om de Secretaris-Generaal bij te staan bij de
uitoefening van de hem toevertrouwde taken. De eerste die dit ambt bekleedde was Louise Frechette, die Canadees
vice-minister van Defensie was voordat zij in 1998 werd benoemd.
[inzet blz. 16]
Voormalige Secretarissen-Generaal
Het Handvest bepaalt dat de Secretaris-Generaal wordt benoemd door de Algemene Vergadering op aanbeveling
van de Veiligheidsraad. De voorgangers van Kofi Annan waren: Boutros Boutros Ghali (Egypte) die het ambt
bekleedde van januari 1992 tot december 1996. Javier Pérez de Cuellar (Peru) was Secretaris-Generaal van januari
1982 tot december 1991. Kurt Waldheim (Oostenrijk) stond van januari 1972 tot december 1981 aan het hoofd van
de VN. Oe Thant (Birma, nu Myanmar) werd in november 1961 tot plaatsvervangend Secretaris-Generaal benoemd
en vervulde de functie officieel van november 1962 tot december 1971. Dag Hammarskjöld (Zweden) bekleedde de
functie van april 1953 tot zijn dood bij een vliegtuigongeluk in Afrika in 1961. En Trygve Lie (Noorwegen) tot slot,
diende als de eerste Secretaris-Generaal van 1946 tot 1953, het jaar waarin hij zijn functie neerlegde.
[blz. 17]
De Algemene Vergadering bekijkt nog verdere institutionele veranderingen die binnen haar bevoegdheden liggen,
waaronder de omvang en samenstelling van de Veiligheidsraad, methoden voor de financiering van de Organisatie
en methoden om te komen tot grotere samenhang binnen het bredere VN-stelsel van gespecialiseerde organisaties.
Afrika. De Secretaris-Generaal vraagt blijvende aandacht voor Afrika en poogt internationale steun verkrijgen voor
Afrika's inspanningen bij het opbouwen van een toekomst in het teken van vrede en een hoger ontwikkelingsniveau.
Zijn aanpak staat verwoord in een rapport uit 1998 getiteld The causes of conflict and the promotion of durable
peace and sustanainable development in Africa. Dit document bevat een uitgebreid pakket van 'realistische en
haalbare' maatregelen, bedoeld om politieke spanningen en geweld in en tussen Afrikaanse staten terug te dringen en
om kernproblemen op ontwikkelingsgebied – zoals de schuldenlast, goed bestuur en de verspreiding van ziekten als
AIDS – aan te pakken.
Vredesoperaties. De jaren negentig gaven een plotselinge toename te zien van het aantal VN-vredesoperaties. Ook
was er sprake van aanzienlijke veranderingen in de aard van de conflicten zelf. Zo zag de wereld een afname van
wrijvingen tussen staten en een toename in aantal en gewelddadigheid van geschillen binnen staten. Problemen bij
het vinden van passende antwoorden op deze ingewikkelde humanitaire noodsituaties, brachten de SecretarisGeneraal ertoe alles in het werk te stellen om de Verenigde Naties optimaal toe te rusten – militair, financieel en
politiek – om desgevraagd adequate vredesoperaties te kunnen opzetten.
Naast de in het hervormingsplan aanbevolen maatregelen, hebben drie rapporten nadere invulling aan deze
bekommernis gegeven. Het eerste, opgesteld op verzoek van de Algemene Vergadering en in 1999 door de
Secretaris-Generaal ingediend, was een rapport van de Secretaris-Generaal waarin de gruweldaden worden
onderzocht die in 1995 werden gepleegd tegen de Bosnische moslimbevolking in het 'veilige gebied' Srebrenica. Het
tweede, waartoe opdracht werd gegeven door de Secretaris-Generaal en dat tevens in 1999 verscheen, was een
onafhankelijk onderzoek, onder leiding van Ingvar Carlsson, ex-premier van Zweden, naar het optreden van de
Verenigde Naties tijdens de volkenmoord in Rwanda van 1994. Het derde rapport werd gepubliceerd in 2000 en
betrof een uitgebreide analyse van de VN-activiteiten in het kader van vrede en veiligheid. Dit document werd
opgesteld door een gezaghebbende commissie die werd benoemd door de Secretaris-Generaal en voorgezeten door
de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Algerije, Lakhdar Brahimi (zie ook hoofdstuk 2, blz. 76). Dit
rapport, bedoeld om op basis van de twee voorgaande rapporten te komen tot conclusies met het oog op de
toekomst, bevat zeer uiteenlopende aanbevelingen voor het Secretariaat en de lidstaten, in het bijzonder voor de
staten die zetelen in de Veiligheidsraad. De Secretaris-Generaal heeft een aanvang gemaakt met de
tenuitvoerlegging van de aanbevelingen die vallen binnen zijn reikwijdte, terwijl andere moeten worden
goedgekeurd en gesteund door de legislatieve organen van de VN.
[inzet pagina 18]
De Verenigde Naties als katalysator voor verandering
In het Millenniumrapport – Wij, de volken: de rol van de Verenigde Naties in de 21ste eeuw2 – stelt SecretarisGeneraal Kofi Annan dat de huidige spelers op het wereldtoneel niet alleen staten zijn; het bedrijfsleven, NGO's en
multilaterale instellingen werken steeds nauwer samen met regeringen om op basis van consensus te komen tot
oplossingen voor wereldomspannende problemen.
Aangezien de middelen van de Verenigde Naties beperkt zijn, moet de VN er niet naar streven de rol van die
mondiale actoren over te nemen, maar om een doeltreffender katalysator te worden voor verandering en voor
samenwerking tussen die spelers, door wereldwijd gezamenlijke actie te stimuleren. De Secretaris-Generaal beveelt
actie aan op de volgende terreinen:
Inventarisatie van de voornaamste sterke punten van de VN. De Organisatie ontleent haar invloed niet aan macht,
maar aan de waarden die zij vertegenwoordigt, aan haar rol bij het bepalen en uitdragen van mondiale normen, aan
haar vaardigheid om wereldwijde bezorgdheid en actie te stimuleren, en ook aan het vertrouwen dat zij inboezemt
met haar daadwerkelijke optreden om het bestaan van mensen te verbeteren. De Verenigde Naties moet
voortbouwen op die sterke punten en zich tegelijkertijd aanpassen, met name door de Veiligheidsraad zodanig te
hervormen dat deze niet alleen doeltreffend kan handelen, maar zich ook mag verheugen in onbetwiste legitimiteit.
Ook moet de Organisatie haar relaties met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven verbreden.
2
Het "Millenniumrapport" Wij, de volken: de rol van de Verenigde Naties in de 21ste eeuw. Verenigde
Naties, 2000, ISBN 92-1-100844-1, E.00I.16. Het rapport is ook te raadplegen op
www.un.org/millennium/sg/report.
Netwerken in het teken van de vrede. De Verenigde Naties moet formele instellingen aanvullen met informele
beleidsnetwerken, en wel door internationale instanties, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en
regeringen samen te brengen, om gezamenlijk te werken aan gemeenschappelijke doelen.
Digitale bruggen slaan. De VN moet maximaal gebruikmaken van de nieuwe informatietechnologie om
doeltreffender te worden en om de wisselwerking met de rest van de wereld te verbeteren.
De stille revolutie bespoedigen. De VN behoeft structurele hervormingen en heldere consensus over prioriteiten bij
haar leden. Daartoe zijn besluiten van de Algemene Vergadering nodig – bijvoorbeeld om nieuwe mandaten te
koppelen aan termijnen ('sunset provisions') en door te gaan werken met een begroting op resultaatsbasis. Om zowel
staten als volken beter te dienen, moet de Verenigde Naties 'doeltreffender en doelmatiger worden en meer
openstaan voor de volken in de wereld'.
Het Millenniumrapport werd uitgegeven ter voorbereiding van de Millenniumtop, de grootste bijeenkomst van
staatshoofden en regeringsleiders ooit. Tijdens de topconferentie, die van 6 tot 8 september 2000 plaatshad op het
VN-hoofdkantoor, voorzagen de wereldleiders de Organisatie van een duidelijk richtsnoer voor de 21 ste eeuw. De
Millenniumverklaring, die unaniem werd aanvaard, stipuleert een reeks concrete doelstellingen en specifieke
streefdoelen aan de hand waarvan de internationale gemeenschap de centrale uitdaging kan aangaan: ervoor
zorgdragen dat mondialisering een positieve kracht wordt voor allen (zie ook blz. 128).
[einde inzet]
Global Compact. In 1999 presenteerde de Secretaris-Generaal tijdens het Wereldeconomieforum in het Zwitserse
Davos een Global Compact (of Mondiaal Contract) tussen de Verenigde Naties en het internationale bedrijfsleven.
Het Compact is bedoeld om de hele wereldbevolking in staat te stellen te delen in de baten van de mondialisering en
om de wereldwijde markt te koppelen aan waarden en handelwijzen die van wezenlijk belang zijn om in te haken op
sociaal-economische trends. Het Compact is gebaseerd op negen kernprincipes ontleend aan de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens, de grondbeginselen die de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) toepast
inzake het recht op werk, de Beginselen van Rio betreffende milieu en ontwikkeling, en aan documenten die de
consensus genieten van alle regeringen ter wereld.
De Secretaris-Generaal heeft het bedrijfsleven gevraagd deze beginselen tot de zijne te maken en ze tot uitdrukking
te laten komen in de praktische bedrijfsvoering. Ook moedigt hij beleidsmakers van werkgevers- en
werknemersverbanden en van maatschappelijke organisaties aan om deel te nemen aan het Compact en het te
gebruiken als platform voor overleg over verschillende heikele thema's rond mondialisering en ontwikkeling. De
eerste bijeenkomst had plaats in 2000 en werd bijgewoond door kopstukken uit deze vier sectoren.
Begroting van de Verenigde Naties
De gewone begroting van de Verenigde Naties wordt tweejaarlijks goedgekeurd door de Algemene Vergadering. De
begroting wordt eerst ingediend door de Secretaris-Generaal en beoordeeld door het Adviescomité voor
administratieve en budgettaire aangelegenheden, dat bestaat uit 16 deskundigen die zijn voorgedragen door hun
regeringen en worden verkozen door de Algemene Vergadering, maar handelen uit eigen hoofde. De
programmatische begrotingsaspecten worden beoordeeld door het Comité voor programma en coördinatie, dat
bestaat uit 34 deskundigen die zijn verkozen door de Algemene Vergadering en de standpunten van hun regeringen
vertegenwoordigen.
Het goedgekeurde budget voor de twee jaren 2000 en 2001 bedraagt 2,535 miljard dollar – 2 miljoen dollar meer
dan het budget voor 1998 en 1999. De begroting omvat de kosten van VN-programma's betreffende politieke
aangelegenheden, internationale rechtspleging, internationale ontwikkelingssamenwerking, publieksvoorlichting,
mensenrechten en humanitaire aangelegenheden (zie deel 3, blz. 308).
De contributies van de lidstaten zijn de voornaamste bron van inkomsten voor de begroting. Die bijdragen worden
berekend op basis van een schaal die de Vergadering vaststelt op aanbeveling van de Commissie voor de
Contributies, die bestaat uit 18 deskundigen – voorgedragen door de Vijfde Commissie (administratieve zaken en
en begroting) en verkozen door de Algemene Vergadering – die uit eigen hoofde optreden (zie deel 3, blz. 289-293,
voor de contributie per lidstaat).
De hoogte van de bijdrage van lidstaten wordt berekend naar hun draagkracht. Die wordt bepaald op basis van het
BBP (bruto binnenlands product) met inachtneming van een aantal factoren, zoals het inkomen per hoofd van de
bevolking. De Commissie voert om de drie jaar een volledige herziening door van de aanslagvoet, op basis van de
meest recente economische statistieken per land, en ziet er zo op toe dat de bijdragen eerlijk en nauwkeurig worden
berekend. In 2000 stelde de Vergadering de maximumbijdrage voor een staat vast op 22%.
De algemene financiële situatie van de Verenigde Naties is al verscheidene jaren zorgwekkend, daar veel lidstaten
hun bijdragen niet tijdig of volledig betalen. De VN is erin geslaagd te blijven opereren dankzij vrijwillige bijdragen
van een aantal landen en ook dankzij het Fonds voor het Werkkapitaal (waarin lidstaten van tevoren een bepaald
percentage van hun contributie storten) en door geld te lenen van vredesoperaties.
Op 31 december 2000 beliep het bedrag aan achterstallige bijdragen van lidstaten voor de gewone begroting bijna
222 miljoen dollar. Van dit bedrag waren lidstaten 200 miljoen dollar verschuldigd aan het gewone programma voor
2000 en nog 22 miljoen voor voorafgaande jaren. Van de 187 betalingplichtige lidstaten hadden er 142 op 31
december 2000 hun contributie voor het gewone programma geheel voldaan. De overige 45 waren op dat moment
hun statutair vastgelegde verplichtingen jegens de Organisatie niet nagekomen.
Naast het reguliere budget worden lidstaten ook aangeslagen voor de kosten van de Internationale Tribunalen (zie
ook blz. 35) en – op basis van een gewijzigde verdeelsleutel – voor de kosten van VN-vredesoperaties (zie hoofdstuk
2, blz. 74, voor een lijst van de vredesoperaties).
In 1995 bereikten de kosten voor vredesoperaties een piek van 3 miljard dollar, die hoofdzakelijk werd veroorzaakt
door het hoog oplopen van de uitgaven voor operaties in Somalië en voormalig Joegoslavië. De kosten voor
vredesoperaties kwamen in 1998 uit op circa 1 miljard dollar en in 1999 op 889 miljoen dollar. Het voor 2000
geraamde bedrag beloopt ten minste 2 miljard dollar, vanwege nieuwe, grootschalige missies in Kosovo, OostTimor, Sierra Leone, de Democratische Republiek Kongo, alsmede in Eritrea en Ethiopië.
Per 31 december 2000 bedroegen de niet-betaalde bijdragen voor lopende en afgeronde vredesoperaties bijna 2
miljard dollar. Het uitblijven van de betaling van bijdragen moest de VN compenseren door uitstel van betaling aan
regeringen die troepen, uitrusting en logistieke ondersteuning hadden geleverd, hetgeen een onbillijke last legde op
deze staten.
De fondsen en programma's van de VN – waaronder het Kinderfonds UNICEF, het VN-Ontwikkelingsprogramma
UNDP en de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen – opereren met afzonderlijke begrotingen. Het merendeel
van hun middelen wordt op vrijwillige basis gefourneerd door regeringen en ook door privé-personen; dit laatste
geldt met name voor UNICEF.
Ook de gespecialiseerde organisaties werken met eigen begrotingen. In 1999 beliep de goedgekeurde reguliere
begroting van de gespecialiseerde organisaties (uitgezonderd de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en
het Internationaal Landbouwontwikkelingsfonds) samen 1,987 miljard dollar. Ook hier leveren staten vrijwillige
bijdragen (voor een gemiddeld bedrag van ca. 5,5 miljard dollar).
DE VN-FAMILIE VAN ORGANISATIES
De VN-familie van organisaties (het 'VN-systeem') bestaat uit het Secretariaat van de Verenigde Naties, de VNprogramma's en -fondsen (zoals UNICEF en UNDP) en de gespecialiseerde organisaties. De programma's en
fondsen zijn hulporganen van de Algemene Vergadering. De gespecialiseerde organisaties zijn krachtens specifieke
verdragen met de VN verbonden en rapporteren aan de Economische en Sociale Raad en/of aan de Algemene
Vergadering. Zij hebben hun eigen begroting en bestuurslichamen, en stellen eigen normen en richtlijnen op. Samen
verschaffen zij technische steun en andere vormen van praktische hulp binnen vrijwel alle disciplines op het
economische en sociale werkterrein.
Het Administratieve Comité voor Coördinatie (ACC). De 26 fondsen, programma's en gespecialiseerde
organisaties zijn alle lid van het ACC. De voornaamste taak van het ACC is het bespoedigen van grotere coördinatie
tussen de programma's die zijn goedgekeurd door de bestuurslichamen van de verschillende organisaties binnen het
VN-systeem. Het ACC wordt voorgezeten door de Secretaris-Generaal en vergadert tweemaal per jaar om zich te
buigen over inhoudelijke en bestuurlijke kwesties die het systeem aangaan. Het werk van het ACC wordt deels
uitgevoerd door zijn hulporganen, die zich elk richten op een specifiek aspect van de coördinatie binnen het
systeem.
[organigram blz. 22-23]
HET VN-SYSTEEM
Hoofdorganen van de Verenigde Naties
INTERNATIONAAL GERECHTSHOF
VEILIGHEIDSRAAD
Comité van de Militaire Staf
Permanente Comités en ad hoc-organen
Internationaal Tribunaal voor voormalig Joegoslavië
Internationaal Tribunaal voor Rwanda
VN-Commissie voor Toezicht, Verificatie en Inspectie in Irak (UNMOVIC)
Vredesoperaties en -missies
ALGEMENE VERGADERING
Hoofdcommissies
Overige zittinggebonden commissies
Permanente commissies en ad hoc-comités
Overige hulporganen
PROGRAMMA'S EN FONDSEN
UNCTAD VN-Conferentie inzake Handel en Ontwikkeling
ITC Internationaal Handelscentrum (UNCTAD/WTO)
UNDCP Internationaal Drugscontroleprogramma van de Verenigde Naties
UNEP Milieuprogramma van de VN
UNDP VN-Ontwikkelingsprogramma
UNIFEM VN-Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen
UNV Vrijwilligers van de VN
UNFPA Bevolkingsfonds van de VN
UNHCR Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen
UNICEF Internationaal Kindernoodfonds van de Verenigde Naties
WFP (UN/FAO) Wereldvoedselprogramma
UNRWA VN-Agentschap voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten
OVERIGE VN-INSTANTIES
OHCHR Bureau van de Hoge Commisaris voor de Rechten van de Mens
UNCHS VN-Centrum voor Menselijke Nederzettingen (HABITAT)
UNOPS Het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten
UNU De Universiteit van de VN
ONDERZOEKS- EN OPLEIDINGSINSTELLINGEN
INSTRAW Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van de Vrouw
UNICRI Interregionaal Crimineel en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de VN
UNITAR VN-Instituut voor Opleiding en Onderzoek
UNRISD VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling
UNIDIR VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken
ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD
FUNCTIONELE COMMISSIES
Commissie Sociale Ontwikkeling
Commissie Mensenrechten
Commissie Verdovende Middelen
Commissie Misdaadpreventie en Strafrecht
Commissie Wetenschap en Technologie voor Ontwikkeling
Commissie Duurzame Ontwikkeling
Commissie voor de Status van Vrouwen
Commissie Bevolking en Ontwikkeling
Commissie Statistiek
REGIONALE COMMISSIES
Economische Commissie voor Afrika (ECA)
Economische Commissie voor Europa (ECE)
Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (ECLAC)
Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (ESCAP)
Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (ESCWA)
Zittinggebonden en permanente commissies
Organen van deskundigen, ad hoc-comités en verbonden organen
VERBONDEN ORGANISATIES
IAEA Internationaal Agentschap voor Atoomenergie
WTO Wereldhandelsorganisatie
CTBTO Organisatie voor het Verdrag inzake het volledig verbod op kernwapenproeven
OPCW Organisatie voor het verbod op chemische wapens
WTO Wereldtoerismeorganisatie
GESPECIALISEERDE ORGANISATIES
ILO Internationale Arbeidsorganisatie
FAO Voedsel- en Landbouworganisatie
UNESCO Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur
WHO Wereldgezondheidsorganisatie
WERELDBANKGROEP
IBRD Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling
IDA Internationale Ontwikkelingsassociatie
IFC Internationale Financieringsmaatschappij
MIGA Agentschap voor Garanties op Multilaterale Investeringen
ICSID Internationaal Centrum voor de Regeling van Investeringsgeschillen
IMF Internationaal Monetair Fonds
ICAO Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart
IMO Internationale Maritieme Organisatie
ITU Internationale Telecommunicatie-unie
UPU Wereldpostunie
WMO Wereld Meteorologische Organisatie
WIPO Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom
IFAD Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling
UNIDO Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling
TRUSTSCHAPSRAAD
SECRETARIAAT
OSG Bureau van de Secretaris-Generaal
OIOS Bureau voor Intern Toezicht
OLA Bureau Juridische Zaken
DPA Departement Politieke Aangelegenheden
DDA Departement Ontwapeningsaangelegenheden
DPKO Departement Vredesoperaties
OCHA Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden
DESA Departement Economische en Sociale Aangelegenheden
DGAACS Departement voor Aangelegenheden van de Algemene Vergadering en Conferentieondersteunende
Diensten
DPI Departement Publieksinformatie
DM Departement voor Managementzaken
OIP Bureau van het Irak Programma
UNSECOORD Bureau van de Veiligheidscoördinator van de VN
UNOG Bureau van de VN in Genève
UNOV Bureau van de VN in Wenen
UNON Bureau van de VN in Nairobi
* Autonome organisaties die met de Verenigde Naties en onderling samenwerken via het coördinatiesysteem van de
Economische en Sociale Raad.
** Rapporteren alleen aan de Algemene Vergadering.
[inzet blz. 24]
De voornaamste vestigingen van de Verenigde Naties in de wereld
[legenda vlnr en vbnb]
New York
VN-hoofdkantoor
UNDP
UNFPA
UNICEF
Montreal
ICAO
Londen
IMO
Den Haag
IGH
Bern
UPU
Wenen
IAEA
UNIDO
ODCCP
Rome
FAO
IFAD
WFP
Beiroet
ESCWA
Gaza/Amman
UNRWA
Washington
IMF
De 'Wereldbankgroep'
IBRD
IDA
IFC
MIGA
Santo Domingo
INSTRAW
Parijs
UNESCO
Tokio
UNU
Santiago
ECLAC
Genève
ECE
ILO
ITU
OHCHR
UNCTAD
UNHCR
WHO
WIPO
WMO
Addis Abeba
ECA
Nairobi
UNCHS
UNEP
Bangkok
ESCAP
Het Secretariaat
Het Secretariaat van de VN telt negen afdelingen en bureaus die hieronder worden beschreven. Het Uitvoerend
Bureau van de Secretaris-Generaal, bestaande uit de Secretaris-Generaal en zijn belangrijkste adviseurs, formuleert
het algemeen beleid en staat in voor het dagelijks bestuur van de Organisatie. Het hoofdkantoor van het Secretariaat
bevindt zich in New York, met daarnaast bureaus in alle delen van de wereld.
Drie belangrijke operationele centra zijn verder Genève, Wenen en Nairobi. Het Bureau van de VN in Genève
(UNOG), onder leiding van Onder-Secretaris-Generaal Vladimir Petrovsky (Russische Federatie) is een centrum
voor diplomatiek overleg tijdens conferenties en voorts een forum voor ontwapeningsvraagstukken en
mensenrechten. Het Bureau van de VN in Wenen (UNOV), waar Onder-Secretaris-Generaal Pino Arlacchi (Italië)
aan het hoofd staat, is de hoofdzetel voor activiteiten op het gebied van internationale drugsbestrijding,
misdaadpreventie en strafrecht, vreedzaam gebruik van de extra-atmosferische ruimte en internationaal
handelsrecht. Het Bureau van de VN in Nairobi (UNON), geleid door Onder-Secretaris-Generaal Klaus Töpfer
(Duitsland) is het hoofdkwartier voor activiteiten op het gebied van milieu en menselijke nederzettingen.
Bureau voor Intern Toezicht (OIOS)
Onder-Secretaris-generaal
Dileep Nair (Singapore)
Het Bureau voor Intern Toezicht (OIOS) werd opgericht om een geloofwaardig, doeltreffend en bestendig systeem
op te zetten voor toezicht op het intern functioneren van de VN. OIOS houdt zich bezig met:
 toezicht op en beoordeling van doelmatigheid en doeltreffendheid bij het uitvoeren van programma's en het
uitoefenen van mandaten;
 uitgebreide interne accountantsonderzoeken;
 ad hoc-inspecties bij programma's en organisatorische eenheden;
 onderzoek van rapporten inzake wanbeheer en wangedrag;
 toezicht op de implementatie van aanbevelingen die het resultaat zijn van accountantsonderzoeken,
beoordelingen, inspecties en onderzoeken.
 adviezen aan programmabeheerders over de doeltreffende uitoefening van hun taken.
OIOS bestrijkt het Secretariaat, de operationele programma's en fondsen, belangrijke vredesoperaties en diverse
andere programma's. Bij OIOS zijn 120 ambtenaren werkzaam en het bureau werkt met een budget van ongeveer 22
miljoen dollar, hetgeen minder is dan het bedrag dat men jaarlijks verdient met het opsporen van oneigenlijke
uitgaven.
De Onder-Secretaris-Generaal voor Intern Toezicht wordt na goedkeuring door de Algemene Vergadering benoemd
door de Secretaris-Generaal voor een periode van vijf jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.
Bureau voor Juridische Aangelegenheden (OLA)
Onder-Secretaris-generaal
Juridisch Adviseur
Hans Corell (Zweden)
Het Bureau voor Juridische Aangelegenheden (OLA) is de centrale juridische dienst van de VN. Het geeft juridisch
advies aan de Secretaris-Generaal, aan de afdelingen en bureaus van het Secretariaat, en aan de hoofd- en
hulporganen van de Organisatie op het vlak van internationaal publiek- en privaatrecht; het bureau vervult juridischinhoudelijke en secretariële taken voor juridische organen die zich bezighouden met internationaal publiekrecht,
zeerecht en internationaal handelsrecht. Ook vervult OLA de taken die op grond van artikel 102 van het Handvest en
het Statuut van het Internationaal gerechtshof toevallen aan de Secretaris-Generaal.
OLA behandelt voorts juridische kwesties in verband met internationale vrede en veiligheid; met de juridische
status, voorrechten en onschendbaarheden van de Verenigde Naties; en met de geloofsbrieven en
vertegenwoordigingen van lidstaten. OLA maakt ontwerpen voor internationale verdragen en afspraken,
huishoudelijke reglementen voor VN-instellingen en -conferenties en andere juridische teksten; het verstrekt
juridische diensten en adviezen inzake kwesties van internationaal-privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke aard en
inzake VN-resoluties en reglementen. Ook biedt het Bureau secretariële ondersteuning aan de Zesde Commissie van
de Algemene Vergadering, de Commissie voor Internationaal Recht, de Commissie voor Internationaal
Handelsrecht, de organen die zijn ingesteld door het Zeerechtverdrag van de VN, het Administratief Tribunaal van
de Verenigde Naties en aan andere juridische instanties. Voorts neemt het de verantwoordelijkheden van de
Secretaris-Generaal op zich inzake de registratie en publicatie van verdragen en inzake diens verantwoordelijkheden
als depositaris van multilaterale verdragen.
OLA staat onder leiding van de Juridisch Adviseur, die de Secretaris-Generaal vertegenwoordigt op vergaderingen
en conferenties van juridische aard en bij gerechtelijke en scheidsrechterlijke procedures. Voorts certificeert hij
namens de Verenigde Naties uitgevaardigde juridische instrumenten, roept hij vergaderingen van de Juridisch
Adviseurs van het VN-systeem bijeen en vertegenwoordigt hij de Verenigde Naties bij dergelijke bijeenkomsten.
Departement Politieke Aangelegenheden (DPA)
Onder-secretaris-generaal
Kieran Prendergast (Verenigd Koninkrijk)
Het Departement Politieke Aangelegenheden (DPA) steunt en adviseert de Secretaris-Generaal in alle politieke
kwesties die hij ontmoet bij de uitoefening van zijn taken inzake het handhaven en herstellen van de internationale
vrede en veiligheid die hem krachtens het Handvest toevallen. De taken van DPA betreffen met name:
●
volgen, analyseren en beoordelen van politieke ontwikkelingen in de gehele wereld;
●
mogelijke of bestaande conflicten inventariseren, ter beteugeling of oplossing waarvan de VN een nuttige rol
zou kunnen vervullen;
●
de Secretaris-Generaal in dergelijke gevallen aanbevelingen doen omtrent gepaste actie en instaan voor de
uitvoering van goedgekeurd beleid;
●
de Secretaris-Generaal bijstaan in de ontplooiing van politieke activiteiten – waartoe door hemzelf, door de
Algemene Vergadering en door de Veiligheidsraad is besloten – met betrekking tot preventieve diplomatie en
initiatieven gericht op het herstellen, handhaven en bevorderen van vrede;
●
de Secretaris-Generaal adviseren aangaande verzoeken van lidstaten om bijstand bij verkiezingen en het
coördineren van programma's die in aansluiting daarop worden vastgesteld;
●
de Secretaris-Generaal adviseren en ondersteunen met betrekking tot de politieke aspecten van zijn relaties
met lidstaten;
●
diensten verlenen aan de Veiligheidsraad en zijn hulporganen, evenals aan de Adviescommissie van
UNRWA en aan het Speciale Comité van 24 inzake dekolonisatie.
Het hoofd van het Departement – de Onder-Secretaris-generaal voor Politieke Aangelegenheden – overlegt en
onderhandelt namens de Secretaris-Generaal over het vreedzaam beslechten van geschillen en treedt op als het
centrale aanspreekpunt voor activiteiten van de Verenigde Naties inzake vredesherstel, conflictpreventie en hulp bij
verkiezingen.
Departement Ontwapeningsaangelegenheden (DDA)
Onder-Secretaris-generaal
Jayantha Dhanapala (Sri Lanka)
Het Departement voor Ontwapeningsaangelegenheden (DDA) streeft naar nucleaire ontwapening en non-proliferatie
van kernwapens, en naar krachtiger ontwapeningsraamwerken in verband met andere massavernietigingswapens,
zoals chemische en biologische wapens. Ook bevordert het ontwapeningsinspanningen op het vlak van
conventionele wapens, meer bepaald landmijnen en kleine wapens, die steeds vaker worden ingezet bij conflicten.
Het Departement verricht via de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering (ontwapening), de
Ontwapeningsconferentie en andere organen, veel inhoudelijk en administratief werk bij het vaststellen van normen
op het vlak van ontwapening. Het stimuleert preventieve ontwapeningsmaatregelen in de vorm van overleg en door
het bevorderen van transparantie en vertrouwenwekkende initiatieven op militair gebied. Ook moedigt DDA
regionale ontwapeningsinspanningen aan. Voorbeelden van dergelijke initiatieven zijn het VN-Register van
conventionele wapens (zie hoofdstuk 2, blz. 118) en regionale overlegplatforms. Het Departement houdt zich ook
bezig met voorlichting over de ontwapeningsinspanningen van de VN.
DDA steunt de ontwikkeling van praktische maatregelen bij de beëindiging van een conflict, zoals de ontwapening
van ex-strijders en hun terugkeer in de burgersamenleving.
Departement Vredesoperaties (DPKO)
Onder-Secretaris-generaal
Jean-Marie Guéhenno (Frankrijk)
Het Departement voor Vredesoperaties (DPKO) is de operationele poot voor alle VN-vredesoperaties en
verantwoordelijk voor het opzetten, beheren, leiden, plannen en voorbereiden van die operaties. DPKO ontwikkelt
plannen en methoden voor vredesoperaties; verzekert zich via onderhandelingen van het personeel en de uitrusting
die zijn vereist voor operaties; voorziet in de logistieke en administratieve ondersteuning van operaties en politieke
of humanitaire missies; doet voorstellen betreffende de vereiste middelen en bewaakt en beheert de fondsen voor
vredesactiviteiten; onderhoudt contacten met partijen bij conflicten en met de leden van de Veiligheidsraad over de
tenuitvoerlegging van besluiten van de Raad; houdt zich bezig met de planning vooraf van mogelijke nieuwe
operaties; verschaft analyses van nakende beleidsvraagstukken, en formuleert beleid en procedures in dat opzicht.
Ook coördineert DPKO alle VN-initiatieven op het vlak van landmijnen, en ontwikkelt en ondersteunt het
actieprogramma's rond mijnen in het kader van vredesoperaties en noodsituaties.
Het hoofd van de afdeling – de Onder-Secretaris-Generaal voor Vredesoperaties – geeft namens de SecretarisGeneraal leiding aan vredesoperaties, formuleert beleid en richtlijnen voor operaties en adviseert de SecretarisGeneraal over alle aanverwante zaken.
Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA)
Onder-Secretaris-generaal voor Humanitaire Aangelegenheden
Noodhulpcoördinator
Kenzo Oshima (Japan)
Het mandaat van het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) behelst de versterking
van de samenwerking tussen de verschillende VN-organen die noodhulp bieden. Het Bureau ijvert voor afspraken
tussen de organisaties van het Permanent Interagentschappelijk Comité van de VN (zie Hoofdstuk 5, blz. 248) over
de verdeling van verantwoordelijkheden zoals het opzetten van samenwerkingsstructuren, het organiseren van
missies ter beoordeling van de hulpbehoefte, het voorbereiden van gezamenlijke inzamelacties en de mobilisatie van
hulpmiddelen.
De sleuteltaken van de Noodhulpcoördinator zijn:
-
-
uitstippelen en coördineren van het beleid, waarbij hij er voor zorgt dat alle humanitaire aangelegenheden, ook
kwesties die ergens in het niemandsland tussen de mandaten van de organisaties vallen, aan de orde worden
gesteld;
het vestigen van de aandacht op humanitaire kwesties bij politieke organen, met name de Veiligheidsraad;
het coördineren van humanitaire noodhulp door te zorgen voor goede mechanismen om onmiddellijk te kunnen
reageren bij rampen. Dit gebeurt door overleg in het Permanent Interagentschappelijk Comité (IASC),
voorgezeten door de Noodhulpcoördinator.
OCHA telt wereldwijd 439 medewerkers en werkt met een kernbegroting van 45 miljoen dollar (voor de periode
2000-2001).
Departement Economische en Sociale Aangelegenheden (DESA)
Onder-Secretaris-generaal
Nitin Desai (India)
Het Departement voor Economische en Sociale Aangelegenheden (DESA) is actief op drie brede, onderling
gerelateerde gebieden.
Als eerste verzamelt, verwerkt en analyseert DESA een enorme hoeveelheid sociale, economische en
milieugerelateerde gegevens over relevante aangelegenheden en trends. Dit stelt lidstaten in staat ter zake kundig
overleg te plegen en beleidsopties naar waarde te schatten. Ten tweede faciliteert DESA onderhandelingen in tal van
intergouvernementele organen die zich binnen de VN buigen over economische, sociale en milieugerelateerde
kwesties. Ook steunt DESA lidstaten bij onderhandelingen over maatregelen om bestaande of dreigende
internationale problemen gezamenlijk aan te pakken. Ten slotte geeft DESA op verzoek van regeringen advies over
het vertalen van beleidslijnen die tijdens recente wereldconferenties over sociale, economische en
milieugerelateerde kwesties werden afgesproken, in programma's op landelijk niveau. Het Departement verleent ook
technische ondersteuning bij het opzetten van de nodige nationale structuren.
DESA houdt zich verder bezig met: het bevorderen van duurzame ontwikkeling; seksegerelateerde kwesties en de
vooruitgang van vrouwen; Afrika en de minst ontwikkelde landen; de analyse van ontwikkelingsbeleid;
bevolkingsvraagstukken; statistiek, staatseconomie en openbaar bestuur; en sociaal beleid en ontwikkeling. DESA
werkt nauw samen met NGO's en andere maatschappelijke organisaties, en erkent zodoende de groeiende rol van
deze spelers in beleidstechnische en operationele aspecten van ontwikkeling.
Departement voor Aangelegenheden van de Algemene Vergadering en Conferentieondersteunende Diensten
(DGAACS)
Onder-Secretaris-generaal
Yongjian Jin (China)
Het Departement voor Aangelegenheden van de Algemene Vergadering en Conferentieondersteunende Diensten
(DGAACS) biedt technische en administratieve ondersteuning aan de Algemene Vergadering, haar hoofdcomités en
hulporganen, aan de ECOSOC (inclusief de meeste van zijn hulporganen) en aan vergaderingen en conferenties over
economische en sociale aangelegenheden. Het Departement ondersteunt ook alle intergouvernementele organisaties
en organen van deskundigen die samenkomen in New York of elders, met facilitaire diensten op het vlak van
vergaderingen (documentatie, vertalingen, publicaties e.d.).
Het hoofd van het Departement – de Onder-Secretaris-Generaal voor Aangelegenheden van de Algemene
Vergadering en Conferentieondersteunende Diensten – vertegenwoordigt de Secretaris-Generaal op vergaderingen
die verband houden met de taken van het Departement en hij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van
conferentieondersteunende beleidslijnen en -mechanismen voor de Verenigde Naties overal ter wereld.
Departement Publieksinformatie (DPI)
Afdelingshoofd ad interim
Shashi Tharoor (India)
Het Departement Publieksinformatie (DPI) informeert mensen wereldwijd over de activiteiten en doelen van de
Verenigde Naties. DPI brengt het complexe werk van het VN-systeem via een veelvoud van kanalen in beeld, onder
meer via de VN-website, radio en televisie, persberichten, publicaties, videodocumentaires, speciale manifestaties,
rondleidingen en bibiliotheekdiensten. Dit alles met de steun van 70 regionale VN-informatiecentra en -diensten –
waarvan het bureau voor de Benelux in Brussel er één is – en acht Bureaus van de VN met een voorlichtingstaak.
Het hoofd van DPI is verantwoordelijk voor het communicatiebeleid van de VN en moet zorgdragen voor een
gecoördineerde en transparante stroom van informatie over het werk van de VN én voor de ontwikkeling van een
coherent communicatiebeleid binnen de gehele Organisatie.
De afdeling Publieksaangelegenheden voert informatiecampagnes over zaken van wereldwijd belang; organiseert
speciale manifestaties en tentoonstellingen; ontplooit themagebonden activiteiten voor de pers; staat in voor
workshops en speciale programma's voor journalisten, leerkrachten en andere informatiedoorgevers; voorziet in
samenwerkingsverbanden met maatschappelijke organisaties, met name NGO's; dient als bron van informatie over
de VN voor het brede publiek; en organiseert andere voorlichtingsactiviteiten, waaronder rondleidingen op de
hoofdzetel van de VN.
De afdeling Nieuws en Media staat in voor een vlotte beschikbaarheid voor nieuwsorganisaties en media in de hele
wereld van nieuws en informatie over de VN en haar activiteiten. De afdeling verzorgt dagelijkse nieuwsberichten
via de radio en internet, produceert andere radio- en videoprogramma's, verschaft directe tv-beelden en fotomateriaal
rond VN-bijeenkomsten en -evenementen, en verzorgt persaccreditaties.
De afdeling Bibliotheek en Informatiemiddelen draagt zorg voor de beschikbaarheid van VN-documenten en publicaties door middel van de producten en diensten van de Dag Hammarskjöld Bibliotheek. Dit geschiedt zowel
rechtstreeks, als via zijn website en via het net van 350 partnerbibliotheken wereldwijd. De divisie verleent ook
cartografische diensten en beheert de publicatie- en verkoopprogramma's van de VN (zie blz. 327 voor een lijst van
DPI-publicaties).
Het Bureau van de Woordvoerder van de Secretaris-Generaal ressorteert eveneens onder DPI en is
verantwoordelijk voor de planning van de mediagerelateerde activiteiten van de Secretaris-Generaal. De
Woordvoerder, die direct rapporteert aan de Secretaris-Generaal, verzorgt de dagelijkse briefing van journalisten.
Departement voor Managementaangelegenheden (DM)
Onder-Secretaris-generaal
Joseph E. Connor (Verenigde Staten)
Het Departement voor Managementaangelegenheden (DM) ondersteunt alle afdelingen van het Secretariaat met
strategische beleidsformulering en managementondersteuning op drie terreinen: financiën, personeel en logistiek.
Deze ressorteren respectievelijk onder de Bureaus voor Programmaplanning, Begroting en Boekhouding, Human
Resources en Centrale Logistieke Diensten.
DM is centraal bevoegd voor de formulering en invoering van verbeterde beleidsvoering voor het Secretariaat; voor
het sturen en opleiden van de medewerkers van het Secretariaat; voor beleid inzake programmaplanning, begroting,
financiën en personeel; en voor technologische innovaties. Het Departement biedt ook technische ondersteuning aan
de Vijfde Commissie van de Algemene Vergadering (administratieve zaken en begroting) en ondersteunt verder het
Comité voor Programma en Coördinatie.
Het hoofd van het Departement – de Onder-Secretaris-Generaal voor Managementaangelegenheden – geeft
beleidsadvies, ondersteuning en leiding bij de voorbereidingen van het middellange-termijnplan en de tweejaarlijkse
begroting van de Organisatie. Hij vertegenwoordigt de Secretaris-Generaal inzake bestuurlijke aangelegenheden,
houdt toezicht op te verwachten managementkwesties in het Secretariaat en heeft de algemene leiding over de
werkzaamheden van de geschillencommissie van het Secretariaat.
Bureau van het Irak-Programma (OIP)
Onder-Secretaris-Generaal
Uitvoerend Directeur
Benon Sevan (Cyprus)
Het Bureau van het Irak-Programma (OIP) coördineert het olie-voor-voedsel-programma, dat de Veiligheidsraad in
1995 opzette om te voorzien in humanitaire hulp aan de Irakese bevolking, die wordt getroffen door de sancties die
de Raad in 1990 oplegde na de Irakese invasie in Koeweit (zie Hoofdstuk 2, blz. 101). In het kader van dit
programma werd de eerste olie in december 1996 geëxporteerd, de eerste voedselzendingen volgden drie maanden
later. Sedertdien is in het kader van het programma meer dan 10 miljoen ton voedsel (ter waarde van 4 miljard
dollar) en geneesmiddelen en medische apparatuur (ter waarde van 720 miljoen dollar) geleverd aan Irak. Daarnaast
heeft Irak ten belope van 800 miljoen dollar noodhulp ontvangen voor veilig drinkwater en hygiëne, landbouw,
onderwijs, infrastructuur en mijnopruiming.
Bureau van de Veiligheidscoördinator van de VN (UNSECOORD)
Onder-Secretaris-Generaal
VN-Veiligheidscoördinator
Benon Sevan (Cyprus)
Het Bureau van de VN-Veiligheidscoördinator (UNSECOORD) treedt op namens de Secretaris-Generaal en de
directeurs van de agentschappen, programma's en fondsen van de VN. Het zorgt voor een passend antwoord van het
VN-systeem in noodsituaties. Daarnaast is het Bureau verantwoordelijk voor beleids- en procedurekwestie op het
vlak van veiligheid en beveiliging. Namens de Secretaris-Generaal neemt het ook alle beslissingen in verband met
plotselinge evacuaties.
Het Bureau formuleert uitvoerige aanbevelingen gericht op de veiligheid en beveiliging van VN-medewerkers en
hun familieleden binnen het brede VN-systeem. Ook is UNSECOORD verantwoordelijk voor de afstemming,
planning en implementatie van veiligheids- en beveiligingsprogramma's van afzonderlijke VN-instanties en treedt
het op als coördinatiecentrum voor de samenwerking tussen de verschillende organisaties.
Het Bureau wordt gefinancierd door alle leden van het Administratief Comité voor Coördinatie (ACC).
Regionale Commissies
De vijf Regionale Commissies van de VN brengen verslag uit bij de Economische en Sociale Raad en ressorteren
onder de bevoegdheid van de Secretaris-Generaal. Het is hun taak maatregelen te initiëren ter bevordering van de
economische ontwikkeling van elke regio en om de economische banden te versterken die de landen in die regio's
onderling en met andere landen in de wereld onderhouden. Zij vallen onder de reguliere begroting van de VN.
Economische Commissie voor Afrika (ECA)
ECA werd opgericht in 1958 en ontplooit activiteiten die de groei van de economische en sociale sectoren in dat
werelddeel aanmoedigen. ECA bevordert beleid en strategieën ter intensivering van de economische samenwerking
en integratie tussen de 53 Afrikaanse staten, vooral op het vlak van productie, handel, monetair beleid, infrastructuur
en instellingen. ECA concentreert zich op: het produceren van informatie en analyses over economische en sociale
kwesties; het bevorderen van voedselzekerheid en duurzame ontwikkeling; het versterken van ontwikkelingsbeheer;
het aanwenden van nieuwe informatietechnologieën voor ontwikkelingsdoeleinden; en het bevorderen van regionale
samenwerking en integratie. Speciale nadruk ligt op het verbeteren van de leef- en werksituatie van vrouwen
teneinde hen nauwer te betrekken – ook op beleidsniveau – in het ontwikkelingsproces, en om er voor zorg te dragen
dat vrouwen en seksegelijkheid centrale waarden zijn in nationaal ontwikkelingsbeleid.
Uitvoerend secretaris: K. Y. Amoako (Ghana)
Adres: Africa Hall, P.O. Box 3001, Addis Abeba, Ethiopië
Tel.: (251 1) 51 44 16, fax: (251 1) 51 44 16
E-mail: [email protected]
Internet: www.un.org./Depts/eca/
Economische Commissie voor Europa (ECE)
ECE werd in 1947 opgericht en is het forum waar de landen van Noord-Amerika, Europa en Centraal-Azië (de
republieken van de voormalige Sovjet-Unie) bijeenkomen om instrumenten te creëren voor hun economische
samenwerking. ECE telt 55 leden en omvat ook Israël. ECE houdt zich voornamelijk bezig met milieu, transport,
statistiek, handelsbevordering, industrie, land- en bosbouw, en ook met huisvesting, bouwbeleid en ruimtelijke
ordening. ECE is een forum waar men onderhandelt over akkoorden en hulpgerichte activiteiten ontplooit.
Voornaamste oogmerk is de harmonisering van het beleid en de handelwijzen van de leden. Een dergelijke
harmonisering vergemakkelijkt niet alleen het economische verkeer, investeringen en de integratie van
vervoersnetwerken, maar draagt ook bij tot doeltreffender procedures inzake het milieu.
Uitvoerend Secretaris: Mw. Danuta Hübner (Polen)
Adres: Palais des Nations, 1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: (41 22) 917 4444, fax: (41 22) 917 0505
E-mail: [email protected]
Internet: www.unece.org
Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (ECLAC)
ECLAC werd in 1948 opgericht om het beleid te stroomlijnen dat zich richt op het stimuleren van de economische
en sociale ontwikkeling in de regio. De Commissie telt 41 lidstaten en 7 geassocieerde leden. Ze houdt zich bezig
met onderzoek en analyse van regionale en nationale ontwikkelingsprocessen. De opdracht van ECLAC omvat het
voorstellen, beoordelen en opvolgen van overheidsbeleid en ook het verschaffen van hulp op gebieden die specifieke
informatie vereisen.
De Commissie werkt samen met nationale, regionale en internationale organisaties op uiteenlopende gebieden zoals
landbouwontwikkeling; economische en sociale planning; industriële, technologische en bedrijfskundige
ontwikkeling; internationale handel; regionale integratie en samenwerking; investeringen en financiering; sociale
ontwikkeling en gelijkekansenbeleid; integratie van vrouwen bij ontwikkeling; natuurlijke hulpbronnen en
infrastructuur; milieu en menselijke nederzettingen; statistiek; bestuurskunde; en demografie en
bevolkingsvraagstukken.
Het ECLAC-systeem omvat het Latijns-Amerikaans en Caribisch Instituut voor Economische en Sociale Planning
(ILPES), dat onderzoek verricht, opleidingen verzorgt en verdere samenwerking tussen de planningsdiensten in dit
gebied bevordert. Er zijn twee subregionale hoofdkantoren: één voor Mexico en Midden-Amerika (in Mexico) en
één voor het Caribisch gebied (in Trinidad en Tobago). Verder zijn er vijf nationale kantoren (Argentinië, Brazilië,
Colombia, Uruguay en de Verenigde Staten.
Uitvoerend Secretaris: José Antonio Ocampo (Colombia)
Adres: Edificio Naciones Unidas, Avenida Dag Hammarskjöld, Casilla 179-D, Santiago, Chili
Tel.: (56 2) 210 2371, fax: (56 2) 208 0252, 56 2) 208 1946
E-mail: (eerste initiaal)(achternaam)@eclac.cl
Internet: www.eclac.cl
Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (ESCAP)
ESCAP werd in 1947 opgericht en behandelt economische en sociale kwesties in deze regio. De commissie speelt
een unieke rol als het enige intergouvernementele forum voor alle landen van Azië en het Stille-Zuidzeegebied. De
51 lidstaten en 10 geassocieerde leden vertegenwoordigen samen ongeveer 60 procent van de wereldbevolking.
ESCAP voorziet regeringen van technische ondersteuning ten behoeve van sociale en economische ontwikkeling.
Die steun wordt geboden in de vorm van direct advies aan regeringen, opleidingen en het bundelen van regionale
deskundigheid, en ook door middel van informatie via vergaderingen, publicaties en netwerken tussen de leden. De
Commissie zet verder programma's en projecten op om groei te stimuleren, sociaal-economische omstandigheden te
verbeteren en fundamenten te leggen voor een moderne samenleving. Drie regionale onderzoeks- en
opleidingsinstituten werken onder auspiciën van de Commissie en leggen zich toe op landbouwontwikkeling,
statistiek en op de overdracht van technologie. Recent is de Commissie zich ook gaan toeleggen op het bevorderen
van onderlinge handelsbetrekkingen en investeringen; de overdracht van technologie; privatisering en
ondernemerschap; milieu; verstedelijking; armoedeverlichting; drugsbestrijding; bevolkingsvraagstukken; sociale
ontwikkeling; en de migratie van arbeidskrachten.
Uitvoerend Secretaris: Kim Kah-Su (Republiek Korea)
Adres: United Nations Building, Rajadamnern Avenue, Bangkok, Thailand
Tel.: (662) 288 1234, fax: (662) 288 1000
E-mail: (achternaam).unescap@unorg
Internet: www.unescap.org
Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (ESCWA)
ESCWA werd in 1973 opgericht om inspanningen gericht om de economische en sociale ontwikkeling van de
landen van West-Azië te bundelen, door de economische samenwerking en integratie in de regio te bevorderen. De
Commissie telt 13 lidstaten en fungeert als het voornaamste algemene forum binnen het VN-systeem voor overleg
inzake economische en sociale ontwikkeling voor de regio. De programma's van ESCWA zijn gericht op onder meer
economische ontwikkeling, sociale ontwikkeling, landbouw, industrie, natuurlijke hulpbronnen, milieu, transport,
communicatie en statistiek.
Uitvoerend Secretaris: Mw. Merwat M. Tallawy (Egypte)
Adres: P.O. Box 11-8575, Riad el-Solh Square, Beiroet (Libanon)
Tel.: (961) 198 1301, fax: (961) 198 1516
E-mail: [email protected]
Internet: www.escwa.org.lb
Internationale Tribunalen
Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië (ICTY)
Het ICTY werd in 1993 door de Veiligheidsraad ingesteld met het mandaat om de personen te berechten die
verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die na 1991 plaatsvonden in
het voormalige Joegoslavië. Het Tribunaal omvat 14 rechters en 1011 medewerkers. De begroting voor 2000 beliep
96 miljoen dollar.
Sinds de aanvang van de werkzaamheden heeft het Tribunaal 94 personen in staat van beschuldiging gesteld. In juli
2000 liepen er voor het Tribunaal procedures tegen 38 beklaagden en 26 verdachten waren voortvluchtig. Van de
personen die werden berecht, bekenden er twee schuld, dertien personen werden in eerste aanleg schuldig bevonden,
vier van hen werden in hoger beroep schuldig bevonden en twee personen kregen vrijspraak. Tegen negen vonnissen
is hoger beroep aangetekend.
President: Claude Jorda (Frankrijk)
Hoofdaanklager: mw. Carla Del Ponte (Zwitserland)
Hoofdzetel: Churchillplein 1, 2517 JW, Den Haag, Nederland
Tel.: (31 70) 416 5233; Fax: (31 70) 512 5355
Internet: www.un.org/icty
Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (ICTR)
Het ICTR werd opgericht door de Veiligheidsraad in 1994 met het mandaat om de personen te berechten die
verantwoordelijk zijn voor volkenmoord en andere ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht die
in 1994 plaatsvonden in Rwanda. Het Tribunaal bestaat uit drie Strafkamers met elk drie rechters en een Kamer van
Beroep bestaande uit vijf rechters. Het Tribunaal telt voorts 729 medewerkers. Voor 2000 beliep de begroting 79
miljoen dollar. In 2000 waren er meer dan 40 personen in hechtenis, van wie er verscheidene inmiddels zijn
veroordeeld.
President: mw. Navanethem Pillay (Zuid-Afrika)
Hoofdaanklager: mw. Carla Del Ponte (Zwitserland)
Griffier: Agwu U. Okali (Nigeria)
P.O. Box 6016, Arusha, Tanzania
Tel. (212) 963 2850 of (255) 27 50 43 69/72
Fax (212) 963 2848 of (255) 27 50 40 00 of 50 43 73
Internet: www.ictr.un.org
VN-programma's en andere organen
De Conferentie van de VN inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD)
De VN-conferentie inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD) is een permanent intergouvernementeel orgaan
dat in 1964 werd opgericht. Het is het belangrijkste orgaan van de Algemene Vergadering op het vlak van
handel en ontwikkeling. Het mandaat van UNCTAD omvat de bevordering van het handelsverkeer en de
economische ontwikkeling, met name in de ontwikkelingslanden.
UNCTAD is het centrale orgaan binnen de Verenigde Naties voor de geïntegreerde aanpak van
ontwikkelingsvraagstukken en daaraan gerelateerde sectoren als handel, financiën, technologie, investeringen en
duurzame ontwikkeling. De belangrijkste doelen zijn het optimaliseren van de handel, investeringen en het
ontwikkelingspotentieel in de ontwikkelingslanden. Voorts helpt UNCTAD deze landen om de uitdaging aan te
gaan waarvoor de mondialisering van de economie hen stelt en streeft men naar integratie in de wereldeconomie
op voet van gelijkheid. UNCTAD probeert deze objectieven te realiseren met onderzoek en politieke analyse,
intergouvernementeel overleg, technische samenwerking en overleg met de maatschappelijke organisaties en het
bedrijfsleven.
De UNCTAD Conferentie, het hoogste beleidsorgaan, telt 190 lidstaten en komt om de vier jaar bijeen. De
tiende Conferentie had plaats in 2000 in Bangkok. De Raad voor Handel en Ontwikkeling is het uitvoerend
orgaan van UNCTAD en ziet erop toe dat de activiteiten van UNCTAD stroken met de overeengekomen
prioriteiten.
De jaarlijkse operationele begroting van 50 miljoen dollar wordt gefinancierd uit de reguliere begroting van de
Verenigde Naties. Met activiteiten op het vlak van technische samenwerking, gefinancierd uit andere bronnen,
is een bedrag van 24 miljoen dollar gemoeid. UNCTAD telt 394 medewerkers.
Secretaris-Generaal: Rubens Ricupero (Brazilië)
Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: (41 22)907 1234, fax: (41 22)907 0043
E-mail: [email protected]
Website: www.unctad.org
Internationale Handelscentrum UNCTAD/WTO (ITC)
Het Internationale Handelscentrum (ITC) is het technisch samenwerkingsverband van de
Wereldhandelsorganisatie (WTO) en UNCTAD voor de operationele en ondernemingsgerichte aspecten van de
internationale handelsontwikkeling. Als centraal VN-orgaan voor technische samenwerking in het kader van
handelsbevordering helpt ITC ontwikkelingslanden en overgangseconomieën bij het opvoeren van hun export
en een verbetering van hun importbeleid.
ITC is een gemeenschappelijk hulporgaan van de WTO en de VN, waarbij deze laatste optreedt via UNCTAD.
De activiteiten van het hoofdkantoor worden bekostigd door de VN en de WTO. Technische
samenwerkingsprojecten worden gefinancierd door UNDP en via vrijwillige bijdragen. De jaarlijkse begroting
bedraagt 33 miljoen dollar. ITC telt 180 medewerkers
Directeur-Generaal: J. Denis Bélisle (Canada)
Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: (41 22)730 01 11, fax: (41 22)733 44 39
E-mail: [email protected]
Website: www.intracen.org
Bureau voor de Controle op Drugs en Misdaadpreventie (ODCCP)
Het Bureau voor de Controle op Drugs en Misdaadpreventie (ODCCP) werd in 1997 opgericht om de VN in
staat te stellen onderling gerelateerde vraagstukken rond drugsbestrijding, misdaadpreventie en internationaal
terrorisme in hun verband aan te pakken. Het Bureau bestaat uit:


Het Internationaal Drugscontroleprogramma van de Verenigde Naties (UNDCP) en
Het Centrum voor Internationale Misdaadpreventie (CICP).
UNDCP is de centrale eenheid voor drugsbestrijding die alle VN-activiteiten op dat vlak coördineert en
aanstuurt. Het Programma treedt op als mondiaal centrum van technische expertise op dit gebied en voorziet de
lidstaten van praktisch advies. UNDCP werkt op nationaal, regionaal en mondiaal niveau via een netwerk van
kantoren.
CICP is de centrale eenheid die verantwoordelijk is voor alle VN-activiteiten op het vlak van misdaadpreventie
en strafrecht. Het centrum legt zich vooral toe op de bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde
misdaad, mensenhandel, financiële criminaliteit en terrorisme.
De totale begroting voor de periode 1998-1999 bedroeg 150 miljoen dollar, waarvan 141 miljoen voor UNDCP
en 9 miljoen voor CICP. Negentig procent van de middelen van UNDCP en 37 procent van de middelen van
CICP bestonden uit vrijwillige bijdragen. De rest kwam van de reguliere VN-begroting.
Directeur-Generaal: Pino Arlacchi (Italië)
Hoofdzetel: Vienna International Centre, Wagramerstrasse 5, P.O. Box 500, A-1400 Wenen, Oostenrijk
Tel.: (43 1)26060-0, fax: (43-1)26060-5866
E-mail: [email protected]
Website: www.odccp.org
Het Milieuprogramma van de VN (UNEP)
Het Milieuprogramma van de VN (UNEP) werd opgericht in 1972. De taak van UNEP bestaat uit het aansturen
en bevorderen van samenwerkingsverbanden inzake milieubeheer, door landen en volkeren in staat te stellen
hun levensomstandigheden te verbeteren zonder die van toekomstige generaties in gevaar te brengen.
Als belangrijkste organisatie op milieugebied beheert UNEP de internationale milieuagenda en staat het binnen
het VN-systeem garant voor de nodige aandacht voor de milieutechnische aspecten van duurzame ontwikkeling.
Ook treedt UNEP op als gezaghebbend pleitbezorger voor het mondiale leefmilieu.
De Bestuursraad telt 58 leden en komt jaarlijks bijeen. Programma's worden gefinancierd uit het Milieufonds,
dat wordt gevoed met vrijwillige bijdragen van regeringen en trustfondsen. Een klein deel wordt gefinancierd uit
de reguliere VN-begroting. De begroting voor de periode 2000-2001 beloopt 120 miljoen dollar. UNEP telt 680
medewerkers
Directeur-Generaal: Klaus Töpfer (Duitsland)
Hoofdzetel: United Nations Avenue, Gigiri, Nairobi, Kenia
Tel.: (254-2)621-234, 520-602, fax: (254-2)226-886 of 226-895
E-mail: [email protected]
Website: www.unep.org
Het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP)
Het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) is het belangrijkste orgaan voor de coördinatie van de
ontwikkelingsactiviteiten van de VN. Met een wereldwijd netwerk en financiële hulpmiddelen ten belope van
2,3 miljard dollar per jaar, is UNDP de grootste verstrekker van ontwikkelingssteun binnen het VN-systeem.
UNDP biedt belangrijk advies inzake beleidsvoering en helpt bij het versterken van de menselijke en
institutionele capaciteiten om te komen tot economische groei. UNDP werkt samen met partners uit de publieke
sector en het bedrijfsleven om hulpmiddelen zo doelgericht mogelijk aan te wenden in overeenstemming met de
uitdagingen en mogelijkheden die voortspruiten uit de mondialisering van de economie. UNDP ijvert voor
verantwoordelijk bestuur op alle niveaus in de samenleving en voor het opzetten van samenwerkingsverbanden
rond initiatieven die essentieel zijn voor duurzame menselijke ontwikkeling.
UNDP beheert ook een aantal speciale fondsen, waaronder:
 het VN-ontwikkelingsfonds voor Vrouwen (UNIFEM)
 het VN-vrijwilligersprogramma (UNV)
 het VN-kapitaalontwikkelingsfonds (UNCDF)
UNDP staat onder leiding van een Uitvoerende Raad van 36 leden, die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden
en uit de geïndustrialiseerde wereld. Het Rapport over menselijke ontwikkeling is een belangrijke publicatie van
UNDP.
Bestuurder: Mark Malloch Brown (Verenigd Koninkrijk)
Hoofdzetel: 1 UN Plaza, New York, NY 10017, Verenigde Staten
Tel.: (1-212)906-5000, fax: (1-212)906-5001
E-mail: [email protected]
Website: www.undp.org
Ontwikkelingsfonds van de VN voor Vrouwen (UNIFEM)
Het Ontwikkelingsfonds van de VN voor Vrouwen (UNIFEM) bevordert medezeggenschap en
gelijkberechtiging van vrouwen. Het probeert vrouwen te betrekken bij ontwikkelingsplanning en
besluitvorming op alle niveaus. Het Fonds maakt zich binnen het VN-systeem ook sterk om in alle cruciale
kwesties de behoeften en belangen van vrouwen op de politieke agenda te krijgen – in nationaal, regionaal en
mondiaal verband.
Sinds de oprichting in 1976 steunt UNIFEM projecten en initiatieven in de ontwikkelingslanden die de
politieke, economische en sociale medezeggenschap van vrouwen bevorderen. De aandachtspunten variëren van
kleine, algemene initiatieven om de arbeidsomstandigheden voor vrouwen te verbeteren tot grootschalige
voorlichtingscampagnes en het opstellen van nieuwe, niet-discriminatoire wetgeving.
UNIFEM is een autonome, met UNDP verbonden organisatie. Het Fonds rapporteert aan de Adviescommissie
(met vertegenwoordigers uit alle regio's) en aan de Uitvoerende Raad van UNDP. Twaalf regionale programmaadviseurs vertegenwoordigen UNIFEM op regionaal en nationaal niveau. De jaarlijkse begroting van UNIFEM
bedraagt 20 miljoen dollar.
Directeur: Noeleen Heyzer (Singapore)
Hoofdzetel: 304 East 45th Street, 6th floor, New York, NY 10017, Verenigde Staten
Tel.: (1-212)906-6400, fax: (1-212)906-6705
E-mail: [email protected]
Website: www.unifem.undp.org
De Vrijwilligers van de VN (UNV)
Het Vrijwilligersprogramma van de VN (UNV) werd in 1970 opgericht door de Algemene Vergadering als een
hulporgaan van de Verenigde Naties en groeide uit tot een operationeel programma voor
ontwikkelingssamenwerking. Als vrijwilligersprogramma is dit internationale orgaan uniek binnen het VNsysteem en qua omvang ook uniek in het internationale speelveld als geheel. UNV zet mannen en vrouwen,
doorgaans halverwege hun professionele carrière, in voor sectorgebonden en gemeenschapgerichte
ontwikkelingsprojecten, humanitaire hulpverlening en voor de bevordering van mensenrechten en democratie.
UNV brengt verslag uit aan de Uitvoerende Raad van UNDP/UNFPA en werkt via regionale UNDP-kantoren in
de hele wereld.
Elk jaar werken zo’n 4000 specialisten, veldwerkers, nationale vrijwilligers, kort dienende adviseurs voor
handel/industrie en vaste adviseurs van zo'n 140 nationaliteiten in ongeveer evenveel landen. Twee derde van
hen is zelf afkomstig uit een ontwikkelingsland, één derde van de vrijwilligers komt uit geïndustrialiseerde
landen. Sinds 1971 hebben al meer dan 20.000 vrijwilligers voor het Programma gewerkt.
Een graad van hogeschool of universiteit en ettelijke jaren beroepservaring zijn basisvoorwaarden voor
aanwerving. Gewoonlijk hebben VN-vrijwilligers een contract van twee jaar. Voor humanitaire projecten of
verkiezingsmissies geldt meestal een korter dienstverband. Zij ontvangen een bescheiden maandelijkse toelage
om in hun dagelijkse behoeften te voorzien. Het programma wordt gefinancierd door UNDP, door VNorganisaties en uit vrijwillige bijdragen aan het Speciale UNV-Vrijwilligersfonds.
De Algemene Vergadering duidde UNV aan als ankerpunt voor het Internationaal Jaar voor de Vrijwilligers
2001 (e-mail: [email protected]; website: www.iyv2001.org).
Uitvoerend coördinator: Dr. Sharon Capeling-Alakija (Canada)
Hoofdzetel: Postfach 260-111, D-53153 Bonn, Duitsland
Tel.: (49-228)815-2000, fax: (49-228)815-2001
E-mail: [email protected]
Website: www.unv.org
Het Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA)
In 1969 werd op initiatief van de Algemene Vergadering UNFPA opgericht, het grootste internationaal
gefinancierde steunpunt op het vlak van demografische aangelegenheden ten bate van ontwikkelingslanden en
overgangseconomieën. UNFPA helpt landen die hierom verzoeken met het verbeteren van de vruchtbaarheid bij
vrouwen, met vrijwillige gezinsplanning en met de formulering van bevolkingsbeleid ter ondersteuning van het
streven naar duurzame ontwikkeling.
UNFPA steunt volledig op vrijwillige bijdragen; deze belopen jaarlijks ongeveer 250 miljoen dollar. Bijna twee
derde van de UNFPA-bijdragen gaat naar vruchtbaarheidgerelateerde gezondheidszorg (met inbegrip van
gezinsplanning en seksuele gezondheid). Voornaamste aandachtspunten daarbij zijn: het ontwikkelen van
adequate voorlichtingsmethoden voor tieners, het terugdringen van het sterftecijfer onder jonge moeders,
HIV/AIDS-preventie en noodhulp. Ongeveer een derde gaat naar bevolkings- en ontwikkelingsstrategieën die
ontwikkeling en bevolkingsgroei met elkaar in evenwicht moeten brengen. In dat kader wordt informatie
verspreid, probeert men het beleid te beïnvloeden en worden nationale bevolkingsprogramma's opgezet en
begeleid. De rest wordt gebruikt om materiële en politieke steun voor bevolkingsinitiatieven te verkrijgen.
UNFPA telt 905 medewerkers.
Directeur-Generaal: Thoraya Obaid (Saoedi-Arabië)
Hoofdzetel: 220 East 42nd Street, New York, NY 10017, Verenigde Staten
Tel.: (1-212)297-5000, fax: (1-212)370-0201
E-mail: [email protected]
Website: www.unfpa.org
Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen (UNHCR)
Het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen (UNHCR) werd in 1950 opgericht
door de Algemene Vergadering en heeft als hoofdtaak het coördineren van internationale initiatieven voor de
wereldwijde bescherming van vluchtelingen en het vinden van oplossingen voor de vluchtelingenproblematiek.
Sinds de oprichting heeft UNHCR al meer dan 50 miljoen vluchtelingen geholpen. De organisatie won
tweemaal de Nobelprijs voor de Vrede (in 1954 en 1981).
De belangrijkste taak van UNHCR noemt men 'internationale bescherming': respect afdwingen voor de
fundamentele mensenrechten van vluchtelingen, met inbegrip van het recht asiel aan te vragen, en erop toezien
dat niemand onvrijwillig wordt gerepatrieerd naar een land waar hij of zij kans loopt op vervolging. UNHCR
ijvert voor internationale afspraken inzake vluchtelingen, ziet toe op de naleving van internationale wetgeving
door regeringen en verleent materiële hulp (voedsel, drinkwater, onderdak en medische verzorging) aan nietmilitaire vluchtelingen.
Op dit ogenblik zorgt UNHCR – met meer dan 5000 medewerkers verspreid over 281 kantoren in 121 landen –
voor 21,6 miljoen mensen: vluchtelingen, repatrianten en ontheemden (vluchtelingen in eigen land). Meer dan
544 NGO's werken op operationeel vlak samen met UNHCR.
Een Uitvoerende Raad van 57 leden verleent goedkeuring aan en ziet toe op de uitvoering van de programma's
van de Hoge Commissaris. De programma's worden gefinancierd uit vrijwillige donaties van regeringen, maar
ook van particulieren en andere organisaties. UNHCR ontvangt een kleine subsidie – minder dan 2 procent van
de totale begroting – van de reguliere VN-begroting; een bedrag dat volledig wordt aangewend voor
beheerskosten. Voor het jaar 2000 bedroeg de totale begroting van UNHCR 965,2 miljoen dollar.
Om de twee jaar publiceert UNHCR De toestand van de vluchtelingen in de wereld, een grondige analyse van
problemen en gevoerd beleid ten aanzien van vluchtelingen en ontheemden.
Hoge Commissaris: Ruud Lubbers (Nederland)
Hoofdzetel: 94 Rue Montbrillant, Genève, Zwitserland
Tel.: (41-22)739 85 02, fax: (41-22)739 73 14
E-mail: [email protected]
Website: www.unhcr.ch
Het Internationaal Kindernoodfonds van de Verenigde Naties (UNICEF)
UNICEF werd in 1946 opgericht om regeringen, gemeenschappen en gezinnen te helpen om de wereld tot een
beter leefbare plek voor kinderen te maken. UNICEF is de enige VN-organisatie die zich uitsluitend richt op
kinderen en vrouwen, en moet optreden als pleitbezorger voor de rechten van kinderen – d.w.z. alle jongeren
onder de 18 jaar. Het Fonds steunt hierbij op het Verdrag inzake de rechten van het kind, dat door vrijwel alle
landen is geratificeerd.
UNICEF is actief in 161 landen en streken. De activiteiten zijn even afwisselend als de uitdagingen waarvoor
het Fonds staat. Ze richten zich met name op het streven naar een zo goed mogelijke start in het leven; het
voorkomen van kinderziekten en -sterfte; veilige zwangerschappen en geboortes; uitbanning van discriminatie;
samenwerking met gemeenschappen om ervoor te zorgen dat meisjes net als jongens naar school gaan; en
jongeren helpen vaardigheden aan te leren om te overleven en hen nauwer betrekken in het maatschappelijke
leven. UNICEF biedt ook noodhulp, helpt bij het creëren van een gevoel van stabiliteit, heropent scholen en
creëert plaatsen waar kinderen veilig kunnen leven.
UNICEF staat onder leiding van een Bestuursraad van 36 leden, die het beleid uitstippelt, toezicht houdt op de
programma's en de begroting goedkeurt. In 1999 telde UNICEF 5600 medewerkers, waarvan 86 procent actief
is in het veld.
UNICEF is volledig afhankelijk van vrijwillige bijdragen van overheden en niet-gouvernementele instanties.
Ongeveer 36 procent van de 1,1 miljard dollar in 1999 was afkomstig van particulieren. UNICEF besteedde 91
procent van het budget aan programma's gericht op gezondheid, onderwijs, voeding en drinkwater, en hygiëne.
Belangrijke publicaties zijn De toestand van de kinderen in de wereld en Vooruitgang der Naties.
In 1965 ontving UNICEF de Nobelprijs voor de Vrede.
Directeur-Generaal: Carol Bellamy (Verenigde Staten)
Hoofdzetel: UNICEF House, United Nations, New York, NY 10017, Verenigde Staten
Tel.: (1-212)326 7000, fax: (1-212)888 7465
E-mail: [email protected]
Website: www.UNICEF.org
Het Wereldvoedselprogramma (WFP)
Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN is de grootste internationale voedselhulporganisatie ter wereld
en verschaft jaarlijks zo'n 3 miljoen ton voedselhulp. WFP werd opgericht in 1963 met het mandaat om de
armen in ontwikkelingslanden te helpen door honger en armoede te bestrijden. WFP zet voedselhulp ook in om
sociale en economische ontwikkeling te bevorderen. Het Programma biedt hulp aan slachtoffers van oorlogen en
van door de natuur of de mens veroorzaakte rampen. Tachtig procent van de middelen van WFP gaat naar
noodhulp.
Er werken meer dan 5000 mensen voor WFP. Meer dan de helft hiervan zijn tijdelijke krachten. In 1999 leverde
WFP 3,4 miljoen ton voedsel aan 89 miljoen mensen in 82 landen.
Een groot deel van de voedselvoorraden van WFP wordt door donorlanden in natura geschonken. WFP koopt
zelf voedsel in voor meer dan 300 miljoen dollar, een bedrag dat afkomstig is uit multi- en bilaterale fondsen.
WFP is binnen het VN-systeem de grootste aankoper van voedsel en diensten in ontwikkelingslanden. Alleen al
in 1999 kocht het programma voor 122 miljoen dollar in.
WFP staat onder leiding van het Comité voor Voedselhulpbeleid en -programma's, dat tweemaal per jaar
bijeenkomt. De 42 leden worden voor de helft door ECOSOC benoemd, de andere helft door FAO.
Directeur-Generaal: mw. Catherine Bertini (Verenigde Staten).
Hoofdzetel: Via Cesare Giulio Viola, 68/70, 00148, Rome, Italië
Tel.: (39-06)6513-1, fax: (39-06)6590-632/637
E-mail: [email protected]
Website: www.wfp.org
Het Agentschap van de Verenigde Naties voor hulp aan de Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten
(UNRWA)
Het Agentschap van de Verenigde Naties voor hulp aan de Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten
(UNRWA) werd in 1949 door de Algemene Vergadering opgericht om in samenwerking met regeringen in de
regio bijstand te verlenen aan Palestijnse vluchtelingen. Daar er nog steeds geen oplossing bestaat voor het
Palestijnse vluchtelingenprobleem, werd het mandaat van UNRWA geregeld hernieuwd, de laatste maal tot 30
juni 2002.
In het begin bood UNRWA noodhulp aan zo’n 750.000 Palestijnse vluchtelingen die hun huis en
bestaansmiddelen waren kwijtgeraakt ten gevolge van het Arabisch-Israëlisch conflict van 1948. In 2000
verschafte UNRWA aan meer dan 3,4 miljoen geregistreerde Palestijnse vluchtelingen gezondheidszorg,
onderwijs en sociale bijstand. Van deze 3,4 miljoen mensen leefden er ongeveer 1,2 miljoen in 59 door
UNRWA beheerde vluchtelingenkampen in Jordanië, Libanon, Syrië, de Gazastrook en op de Westelijke
Jordaanoever.
De operaties worden geleid en ondersteund vanuit de hoofdkantoren in de Gazastrook en de Jordaanse
hoofdstad Amman. De Commissaris-Generaal, die rechtstreeks aan de Algemene Vergadering rapporteert,
wordt bijgestaan door een Adviescommissie samengesteld uit vertegenwoordigers uit België, Egypte, Frankrijk,
Japan, Jordanië, Libanon, Syrië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
UNRWA telt bijna 22.000 plaatselijke medewerkers, voor het merendeel Palestijnse vluchtelingen. De
Verenigde Naties betaalt de 98 mensen van de internationale staf. UNRWA is nagenoeg geheel afhankelijk van
vrijwillige bijdragen voor zijn reguliere programma’s en voor hulpacties. Meestal is dit geld, maar ongeveer 7
procent bestaat uit bijdragen in natura. Het budget voor reguliere operaties voor 2000 bedroeg 360 miljoen
dollar. Meer dan 74 procent van de begroting gaat naar programma’s voor onderwijs, gezondheidszorg en
sociaal werk.
Commissaris-Generaal: Peter Hansen (Denemarken)
Hoofdzetel (Gaza)
Gamal Abdul Nasser Street, Gaza City
Tel.: (972-7)677 7333, fax: (972-7)677 7555
Hoofdzetel (Amman, Jordanië)
Bayader Wadi Seer, P.O. Box 140157, Amman 11814, Jordanië
Tel.: (962-6)582 6171/6, fax: (962-6)582 6177
Website: www.unrwa.org
Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens (OHCHR)
In 1993 creëerde de Algemene Vergadering het ambt van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens:
de VN-functionaris die verantwoordelijk is voor de mensenrechteninitiatieven van de VN. De Hoge
Commissaris moet ervoor ijveren dat iedereen zijn civiele, culturele, economische, politieke en sociale rechten
kan uitoefenen. Hij voert zijn mandaat uit via het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de
Mens (OHCHR).
OHCHR is het centrum van alle initiatieven die de VN inzake de mensenrechten ontplooit. Het stelt rapporten
op en verricht onderzoek, op verzoek van de Algemene Vergadering en andere beleidsorganen. Het Bureau
werkt samen met regeringen, internationale, regionale en niet-gouvernementele organisaties aan het bevorderen
en beschermen van de mensenrechten. Het Bureau fungeert als secretariaat voor de vele vergaderingen die de
mensenrechteninstanties van de VN organiseren.
Het Bureau telt 200 medewerkers, verdeeld over drie afdelingen:
1.
2.
3.
Onderzoek en Recht op ontwikkeling: deze afdeling onderzoekt en analyseert mensenrechtenkwesties, en
ontwikkelt een strategie (en ziet toe op de uitvoering daarvan) gericht op het verwezenlijken van het recht
op ontwikkeling.
Activiteiten en Programma: deze afdeling ontplooit een uitgebreid programma van technische steun aan
landen; ondersteunt onderzoeksorganen (speciale rapporteurs, werkgroepen, enz.) die vermeende inbreuken
onderzoeken; en biedt steun en opleidingen in het kader van veldwerk op het vlak van mensenrechten.
Ondersteunende diensten: deze afdeling ondersteunt de VN-mensenrechtenorganisaties zoals de
Mensenrechtencommissie en de verschillende verdragsorganen.
Hoge Commissaris: Mary Robinson (Ierland)
Hoofdzetel: Palais Wilson, 1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: (41-22)917 31 34, fax: (41-22)917 02 45
E-mail: [email protected]
Website: www.unhchr.ch
Centrum van de VN voor Menselijke Nederzettingen (HABITAT)
Het Centrum van de Verenigde Naties voor Menselijke Nederzettingen (HABITAT) bevordert de ontwikkeling
van duurzame menselijke nederzettingen en doet dit door pleitbezorging, beleidsvorming, opleiding en het
versterken van samenwerkingsverbanden tussen regeringen en de brede samenleving.
Het Centrum werd opgericht in 1978 en dient als centraal orgaan voor de coördinatie van VN-acties op het
gebied van menselijke nederzettingen. De prioriteit gaat uit naar:


Onderdak voor iedereen;
Duurzame stadsontwikkeling.
Habitat steunt – en werkt samen met – regeringen, plaatselijke overheden, NGO's en particulieren. In 1998
liepen er zo'n 200 programma's en projecten in meer dan 80 landen. Een breed scala van technische
programma's en projecten richt zich onder meer op de stedelijke omgeving, het verminderen van armoede in de
steden, wederopbouw na rampen en waterbeheer. De meeste van deze programma's worden uitgevoerd met
steun van bilaterale hulporganisaties.
Een belangrijke publicatie is het Global Report on Human Settlements, een volledig overzicht van de toestand
van menselijke nederzettingen in de wereld.
De Commissie voor Menselijke Nederzettingen – die 58 leden telt en eens in de twee jaar bijeenkomt – beheert
het Centrum. Er werken 240 mensen. In het biënnium 1998-1999 bedroegen de uitgaven van Habitat 160
miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Anna Kajumulo Tibaijuka (Tanzania)
Hoofdzetel: United Nations Avenue, Gigiri, Nairobi, Kenia
Tel.: (254-2)621 234; fax: (254-2)624 266/7
E-mail: [email protected]
Website: www.unchs.org
Het Bureau van de VN voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS)
Het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS) beheert hulpmiddelen voor projecten om
ontwikkelingslanden en overgangseconomieën bij te staan in hun streven naar vrede, sociale stabiliteit,
economische groei en duurzame ontwikkeling.
UNOPS biedt de internationale gemeenschap een brede waaier van diensten, variërend van algemeen
projectbeheer tot zeer specialistische inbreng. UNOPS biedt een flexibel antwoord op specifieke behoeften van
klanten: diensten op bestuurlijk vlak zijn op maat gesneden, men hanteert methoden die tot rendabele
oplossingen leiden en ook mobiliseert het Bureau implementatiepartners.
UNOPS werkt samen met tal van VN-organen, regeringen van ontwikkelings- en donorlanden, het bedrijfsleven
en met locale en internationale NGO's. Het Bureau opereert zelfstandig op basis van de opbrengsten uit
geleverde diensten en heeft een staf van 1100 medewerkers, met inbegrip van projectmedewerkers.
Directeur-Generaal: Reinhart Helmke (Duitsland)
Hoofdzetel: 405 Lexington Avenue, New York, NY 10174, Verenigde Staten
Tel.: (1-212)457 4000, fax: (1-212)457 4001
E-mail: [email protected]
Website: www.unops.org
De Universiteit van de VN (UNU)
De Universiteit van de Verenigde Naties (UNU) is een internationale gemeenschap van wetenschappers die zich
toeleggen op onderzoek, postgraduate-opleidingen en de verspreiding van kennis om de VN vooruit te helpen in
haar streven naar vrede en vooruitgang. De Statuten van de Universiteit werden in 1973 goedgekeurd en in 1975
ging de UNU van start.
De UNU telt verspreid over de hele wereld 13 instituten en programma's voor opleidingen en onderzoek (zie
hoofdstuk 3, blz. 174).
De UNU wordt vrijwel volledig gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van regeringen, organisaties, stichtingen
en particulieren. De Universiteit ontvangt geen fondsen uit de reguliere begroting van de VN. De jaarlijkse
operationele kosten worden betaald uit beleggingsinkomsten van het Endowment Fund. De begroting voor 2000
bedroeg 35,9 miljoen dollar. UNU telt 211 medewerkers en wordt bestuurd door een Bestuur van 24 leden dat
jaarlijks bijeenkomt.
Rector: Prof. Hans van Ginkel (Nederland)
Hoofdzetel: 53-70 Jingumae 5-Chome, Shibuka-Ku, Tokio 150-8925, Japan
Tel.: (81-3)3499 2811, fax: (81-3)3499 2828
E-mail: [email protected]
Website: www.unu.edu
Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van de Vrouw (INSTRAW)
Het Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van de Vrouw (INSTRAW) werd in
1976 in het leven geroepen op aanbeveling van de eerste Wereldconferentie over vrouwen. Het unieke mandaat
van het instituut omvat het bevorderen en opzetten van beleidsonderzoek en opleidingsprogramma's op
internationaal niveau, teneinde een bijdrage te leveren aan de vooruitgang van vrouwen; hun actieve en
gelijkwaardige deelname aan het ontwikkelingsproces te bevorderen; man/vrouw-kwesties onder de aandacht te
brengen; en wereldwijd netwerken op te richten om te komen tot gelijkberechtiging van man en vrouw.
Het Instituut is een autonoom orgaan binnen de Verenigde Naties en staat onder leiding van een Beheerraad van
elf leden die wordt benoemd door ECOSOC. INSTRAW wordt volledig gefinancierd uit vrijwillige bijdragen
van VN-lidstaten en van inter- en niet-gouvernementele organisaties, alsmede uit particuliere bronnen.
De uitgaven voor de periode 1998-1999 bedroegen 4,01 miljoen dollar.
Directeur: mw. Eleni Stamiris (Griekenland)
Hoofdzetel: César Nicolás Penson 02-A, Santo Domingo, Dominicaanse Republiek
Tel.: (1-809)685 2111, fax: (1-809)685 2117
E-mail: [email protected]
Website: www.un-instraw-gains.org
Interregionaal Criminologisch en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de VN (UNICRI)
Het Interregionaal Criminologisch en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de VN (UNICRI) werd in 1968
opgericht om onderzoek te verrichten, opleidingen te geven en informatie te verzorgen. UNICRI:

bevordert en ondersteunt onderzoek in samenwerking met betrokken landen om een betrouwbare bron van
kennis en informatie over georganiseerde criminaliteit te creëren; om strategieën te ontwikkelen voor
misdaadpreventie en -bestrijding teneinde bij te dragen tot sociaal-economische ontwikkeling en


bescherming van de mensenrechten; en om praktische systemen te ontwikkelen ter ondersteuning van de
formulering, implementatie en evaluatie van beleid;
ontwikkelt en verzorgt opleidingsactiviteiten op interregionaal en nationaal niveau;
bevordert de uitwisseling van informatie via het internationale documentatiecentrum voor criminologie.
Het Instituut wordt gefinancierd met vrijwillige bijdragen van lidstaten, inter- en niet-gouvernementele
organisaties en academische instellingen.
Directeur: Alberto Bradanini (Italië)
Hoofdzetel: Viale Maestri del Lavoro 10, 10127 Turijn, Italië
Tel.: (39-11)653 7111, fax: (39-11)631 3368
E-mail: [email protected]
Website: www.unicri.it
Instituut van de VN voor Opleiding en Onderzoek (UNITAR)
In 1965 werd het Instituut van de VN voor opleiding en onderzoek (UNITAR) opgericht als een autonome
instelling binnen het VN-systeem. UNITAR heeft tot taak de VN doeltreffender te maken door opleidingen en
onderzoek. UNITAR organiseert opleidingsprogramma’s om landen voor te bereiden op de uitdagingen van de
21ste eeuw; doet onderzoek naar innovatieve opleidings- en trainingsmethoden, en vormt partnerships met
andere VN-organisaties, regeringen en NGO's voor de organisatie van opleidings- en trainingsprogramma's die
aan de behoeften van landen voldoen.
Een Beheerraad leidt het instituut. UNITAR is zelfbedruipend en steunt financieel op vrijwillige bijdragen van
regeringen, intergouvernementele organisaties, stichtingen en andere NGO’s. De tweejaarlijkse begroting
bedraagt ongeveer 12,5 miljoen dollar. Het Instituut telt 45 medewerkers en werkt vanuit het hoofdkantoor in
Genève en het kantoor in New York.
Directeur-Generaal: Marcel Boisard (Zwitserland)
Hoofdzetel: International Environment House, Chemin des Anémones 11-13, 1219 Châtelaine-Genève,
Zwitserland
Tel.: (41-22)917 1234, fax: (41-22)917 8047
E-mail: [email protected]
Website: www.unitar.org
VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling (UNRISD)
Het VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling (UNRISD) werd in 1963 opgericht als autonome
instelling binnen het VN-systeem en legt zich toe op onderzoek naar de sociale dimensie van problemen die
ontwikkeling beïnvloeden. UNRISD wil regeringen, ontwikkelingsorganisaties, maatschappelijke instanties en
wetenschappers een beter beeld te geven van de invloed die ontwikkelingsbeleid en economische, sociale en
milieugerelateerde veranderingsprocessen uitoefenen op verschillende sociale groepen.
UNRISD is voor de financiering van zijn activiteiten geheel aangewezen op vrijwillige bijdragen en ontving in
1999 ongeveer 2 miljoen dollar uit Denemarken, Finland, Mexico, Nederland, Noorwegen, het Verenigd
Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Daarnaast kreeg het Instituut voor specifieke projecten ook geldelijke steun
van andere organen, bilaterale donoren en VN-organisaties. Een Raad van elf leden beslist over de begroting en
het onderzoeksprogramma.
Directeur: Thandika Mkandawire (Zweden)
Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: (41-22)917 3020, fax: (41-22)917 0650
E-mail: [email protected]
Website: www.unrisd.org
Onderzoeksinstituut van de VN voor Ontwapeningsvraagstukken (UNIDIR)
Het VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken (UNIDIR) werd in 1980 opgericht en voert
onafhankelijk onderzoek op het vlak van ontwapening en aanverwante internationale veiligheidsvraagstukken.
Op dit moment houdt het Instituut zich bezig met onder meer: vredesvraagstukken in Afrika; vredesinitiatieven
en kleine wapens in West-Afrika; kleine wapens in Latijns-Amerika, seminarreeksen over kleine wapens; kleine
wapens in Centraal-Azië; tactische kernwapens; splijtstoffen; en een handboek over wapenbeheersing.
UNIDIR heeft een kleine kern van medewerkers en voert zijn onderzoeksprogramma voornamelijk uit op basis
van kortlopende, projectgebonden contracten.
Het Instituut wordt grotendeels gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van staten en door openbare en particuliere
organisaties. De begroting bedraagt ongeveer 1,1 miljoen dollar.
Directeur: Dr. Patricia Lewis (Verenigd Koninkrijk)
Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: (41-22)917 3186 of (41-22)917 4263, fax: (41-22)917 0176
E-mail: [email protected]
Website: www.unog.ch/unidir
GESPECIALISEERDE EN ANDERE ORGANISATIES
Internationale Arbeidsorganisatie (ILO)
De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is de gespecialiseerde organisatie die werkt aan de bevordering van
sociale rechtvaardigheid en de internationaal erkende mensen- en werknemersrechten. De ILO bestaat sinds
1919 en werd in 1946 de eerste gespecialiseerde VN-organisatie.
De ILO formuleert internationale beleidslijnen en programma’s om levens- en werkomstandigheden te
verbeteren; ze stelt internationale arbeidsnormen op die dienen als richtlijnen voor nationale autoriteiten bij de
implementatie van deze beleidslijnen; ze voert een uitgebreid programma van technische samenwerking uit om
regeringen te helpen deze beleidsvoering in praktijk te brengen; en ze houdt zich bezig met opleiding, onderwijs
en onderzoek om dit streven te ondersteunen.
De ILO is een unieke wereldorganisatie omdat vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers er bij het
formuleren van beleid een even zware stem hebben als de vertegenwoordigers van regeringen.
De organisatie bestaat uit drie organen:
 De Internationale Arbeidsconferentie brengt jaarlijks afgevaardigden van de regering, werknemers en
werkgevers uit elke lidstaat bijeen. De Conferentie doet aanbevelingen inzake internationale arbeidsnormen
en vormt een forum voor de bespreking van sociale problemen en arbeidsvraagstukken die de hele wereld
aangaan;
 Het Besturend Orgaan komt tweemaal per jaar bijeen en leidt de werkzaamheden van de ILO, bereidt het
programma en de begroting voor, en onderzoekt gevallen van het niet-naleven van ILO-normen;
 Het Internationale Arbeidsbureau is het permanente secretariaat van de Organisatie.
Gelegenheid voor studie en opleiding wordt geboden aan het Internationaal Opleidingscentrum in Turijn. De
actiemiddelen van het Internationaal Instituut voor Arbeidsstudies bestaan uit onderzoeksnetwerken, fora voor
sociaal beleid, publicaties, cursussen, seminars en stageprogramma's.
In 1969 (op haar vijftigste verjaardag) kreeg de ILO de Nobelprijs voor de Vrede.
De 2250 medewerkers van de ILO werken verspreid over de hoofdzetel en 40 kantoren in de wereld. Het budget
voor 2000-2001 bedroeg ongeveer 467 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Juan Somavía (Chili)
Hoofdzetel: 4, route des Morillons, CH-1211 Genève 22, Zwitserland.
Tel.: (41-22)799 61 11, fax: (41-22) 798 86 85
E-mail: [email protected]
Website: www.ilo.org
Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO)
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) treedt binnen het VN-systeem op als de
belangrijkste organisatie voor plattelandsontwikkeling. De FAO probeert honger en armoede te verlichten door
ontwikkeling van de landbouw, betere voeding en door te streven naar voedselzekerheid, d.w.z. verzekeren dat
alle mensen altijd toegang hebben tot het voedsel dat ze nodig hebben voor een actief en gezond leven. FAO
werd opgericht op 16 oktober 1945 tijdens een conferentie in Quebec City. Die datum wordt jaarlijks herdacht
als Wereldvoedseldag.
FAO biedt ontwikkelingssteun; adviseert regeringen op het vlak van beleid en planning; verzamelt, analyseert
en verspreid informatie; en treedt op als internationaal forum voor overleg over voedsel- en
landbouwproblemen. Speciale FAO-programma’s helpen landen zich voor te bereiden op voedselnoodsituaties
en verschaffen hulp. Dagelijks zijn er gemiddeld 1800 FAO-projecten gaande. De door FAO gesteunde
projecten krijgen jaarlijks meer dan 300 miljoen dollar van donororganisaties en regeringen.
FAO wordt geleid door een Conferentie van lidstaten die om de twee jaar bijeen komt. Een Raad bestaande uit
49 door de Conferentie gekozen leden, fungeert tussen de zittingen van de Conferentie door als besturend
orgaan van de FAO.
De begroting voor 2000-2001 bedroeg 650 miljoen dollar. Er werken 4034 mensen voor FAO verspreid over de
hoofdzetel en kantoren in de hele wereld.
Directeur-Generaal: Dr. Jacques Diouf (Senegal)
Hoofdzetel: Viale delle Terme di Caracalla, 00100 Rome, Italië.
Tel.: (39-6)57051, fax: (39-6)5705 3152
E-mail: [email protected]
Website: www.fao.org
Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO)
In 1946 werd de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO)
opgericht met als voornaamste taak het streven naar duurzame wereldvrede, gestoeld op de morele en
intellectuele solidariteit van de mensheid. Het werkingsgebied van UNESCO omvat onderwijs,
natuurwetenschappen, sociale en andere gammawetenschappen, cultuur en communicatie.
UNESCO probeert te komen tot een cultuur van vrede en van menselijke en duurzame ontwikkeling. UNESCO
streeft naar onderwijs voor iedereen; steunt milieuonderzoek via internationale wetenschappelijke programma’s;
moedigt nationale culturele waarden en het behoud van het culturele erfgoed aan; bevordert vrije
informatiestromen en persvrijheid; en streeft naar het versterken van communicatiemogelijkheden van
ontwikkelingslanden.
UNESCO krijgt bij haar werkzaamheden de steun van 178 Nationale Commissies en 5000 UNESCOverenigingen, -centra en -clubs. De Organisatie werkt samen met meer dan 588 NGO’s en stichtingen, en met tal
van internationale en regionale netwerken.
UNESCO wordt bestuurd door de Algemene Conferentie die uit vertegenwoordigers van alle lidstaten bestaat en
om de twee jaar samenkomt. De Uitvoerende Raad telt 58 door de Algemene Conferentie verkozen leden en is
belast met het toezicht op het door de Conferentie aanvaarde programma.
UNESCO telt 2000 medewerkers. De reguliere begroting voor 2000-2001 bedroeg 544 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Koichiro Matsuura (Japan)
Hoofdzetel: 7, place de Fontenoy, 75352 Paris 07-SP, Frankrijk
Tel.: (33-1)4568 1000, fax: (33-1)4567-1690
E-mail: [email protected]
Website: www.unesco/org
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werd opgericht in 1948 en ijvert voor technische samenwerking
tussen alle landen op het gebied van gezondheid, zet programma's op voor de controle en uitbanning van ziekten
en streeft naar een verbetering van de levenskwaliteit. Het objectief van de WHO is dat alle volkeren het hoogst
mogelijke gezondheidsniveau bereiken.
De strategische doelen van de WHO zijn:
 Het terugdringen van extreme sterfte-, ziekte- en invaliditeitscijfers, met name onder arme en
gemarginaliseerde bevolkingsgroepen;
 Het stimuleren van een gezonde levensstijl en het beperken van risico's voor de gezondheid veroorzaakt
door milieu- en gedraggerelateerde, economische en sociale problemen;
 Het ontwikkelen van toegankelijke en efficiëntere zorgsystemen, die betaalbaar zijn en beantwoorden aan
de terechte eisen van mensen;
 Het ontwikkelen van een degelijk gezondheidsbeleid en een goed institutioneel bestel ter zake, en het
bevorderen van aandacht voor gezondheid bij beleid inzake sociale en economische aangelegenheden,
milieu en ontwikkeling.
Het besturend orgaan van de WHO is de Wereldgezondheidsvergadering bestaande uit 191 leden. De
Vergadering komt jaarlijks bijeen. De besluiten en het beleid worden uitgevoerd door de Uitvoerende Raad, die
bestaat uit 32 door de overheden benoemde gezondheidsdeskundigen en tweemaal per jaar bijeenkomt.
De WHO heeft regionale kantoren in Brazzaville (Democratische Republiek Kongo, momenteel ondergebracht
in Harare, Zimbabwe), Washington D.C. (Verenigde Staten), Caïro (Egypte), Kopenhagen (Denemarken), New
Delhi (India) en Manila (Filippijnen).
De WHO telt 3800 medewerkers. De begroting voor 2000-2001 bedroeg 842 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Dr. Gro Harlem Brundtland (Noorwegen)
Hoofdzetel: 20, Avenue Appia, CH-1211 Genève 27, Zwitserland
Tel.: (41-22)791 2111, fax: (41-22)791 3111
E-mail: [email protected]
Website: www.who.int
De Wereldbankgroep
De Wereldbank is een groep van vijf instellingen: de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling
(opgericht in 1945), de Internationale Financieringsmaatschappij (1956), de Internationale
Ontwikkelingsassociatie (1960), het Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (1988) en het
Internationale Centrum voor de Schikking van Investeringsgeschillen (1966).
Het gemeenschappelijke doel van deze instellingen is armoedebestrijding door versterking van de economieën
van arme landen. Hun doel is de verbetering van de levensstandaard door verantwoorde economische groei en
ontwikkeling.
De Bank wordt bestuurd door een Raad van Gouverneurs waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd.
Algemene werkzaamheden worden verwezen naar een kleinere groep, de Raad van Directeurs, waarbij de
President van de Bank optreedt als voorzitter van de Raad.
De Wereldbankgroep heeft ongeveer 11.000 mensen in dienst en het jaarlijkse werkingsbudget bedraagt
ongeveer 1,4 miljard dollar.
Een van de belangrijkste publicaties van de Wereldbank is het Wereldontwikkelingsrapport, dat jaarlijks
verschijnt.
President: James D. Wolfensohn (Verenigde Staten)
Hoofdzetel: 1818 H Street NW, Washington, D.C. 20433, Verenigde Staten
Tel.: (1-202)477-1234, fax (1-202)477-6391
E-mail: [email protected]
Website: www.worldbank.org
Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (IBRD)
De statuten van de IBRD werden in 1944 opgesteld tijdens de Conferentie van Bretton Woods. In 1946 startte
de Bank haar werkzaamheden. De Bank verstrekt leningen en ontwikkelingssteun aan landen met een
middelhoog inkomen en aan kredietwaardige armere landen. Het stemrecht is afhankelijk van de geldelijke
bijdrage van de lidstaten, die is gebaseerd op de relatieve draagkracht van elk land.
Negentig procent van de fondsen van de Bank is afkomstig uit de verkoop van obligaties op de internationale
kapitaalmarkten. In haar 54-jarig bestaan hebben de aandeelhouders slechts 11 miljard dollar in de bank
gestoken, maar inmiddels wordt er voor meer dan 280 miljard dollar aan leningen verstrekt.
In het boekjaar 1999 vertegenwoordigden de verbintenissen van de bank een bedrag 29 miljard dollar. Leningen
voor structurele aanpassingen – o.m. voor institutionele hervorming, degelijk bestuur, economische
beleidsvorming en sociale bescherming – beliepen 15,3 miljard dollar; meer dan de helft was gericht op
armoedebestrijding, met belangrijke steun voor sociale sectoren. Steun voor menselijke ontwikkeling –
onderwijs, gezondheid, voedselvoorziening en sociale bescherming – bedroeg 7,3 miljard dollar of 25% van het
uitgeleend kapitaal. Leningen van de Bank werden geïnvesteerd in sectoren als elektriciteit, olie en gas,
industrie en mijnbouw, transport, stedelijke ontwikkeling, water en hygiëne, en de financiële sector.
Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA)
IDA verstrekt tegen zeer gunstige voorwaarden leningen aan de armste landen in de wereld die niet in
aanmerking komen voor IBRD-leningen. De IBRD verzorgt wel de administratie van IDA.
IDA-leningen – ook 'kredieten' genoemd – worden met name verstrekt aan landen met een bruto binnenlands
product per hoofd van de bevolking van minder dan 895 dollar en dit voor een termijn van 35 à 40 jaar. De
kredieten zijn renteloos, afgezien van een geringe bijdrage in de administratiekosten. De eerste tien jaar zijn
vrijgesteld van aflossing.
Het leeuwendeel van de fondsen van de IDA komt uit giften van regeringen. Deze bijdragen komen met name
van de rijkere IDA-leden, maar ook van landen die leningen hebben lopen bij de IBRD. Donoren wordt eens in
de drie jaar gevraagd het IDA-fonds 'aan te zuiveren'. Sinds de oprichting van IDA (1960) gebeurde dit twaalf
keer.
IDA verstrekt jaarlijks 5 à 6 miljard dollar aan leningen. Het gaat daarbij vooral om ontwikkelingsprojecten die
beantwoorden aan de fundamentele behoeften van mensen op het vlak van basisonderwijs, essentiële
gezondheidsvoorzieningen, zuiver water en hygiëne. IDA financiert veel projecten gericht op
milieubescherming, op de verbetering van het ondernemingsklimaat, op de aanleg van infrastructuur en ook
hervormingsprojecten gericht op de liberalisering van economieën.
Internationale Financieringsmaatschappij (IFC)
De Internationale Financieringsmaatschappij (IFC) is de grootste multilaterale verstrekker van financieringen
aan particuliere ondernemingen in ontwikkelingslanden. In samenwerking met particuliere investeerders
financiert en verschaft IFC advies betreffende initiatieven en projecten van bedrijven in ontwikkelingslanden.
IFC adviseert regeringen bij het scheppen van voorwaarden die de stroom van nationale en buitenlandse
spaargelden en investeringen bevorderen.
IFC wil economische ontwikkeling bevorderen door in de lidstaten de groei van productiebedrijven en
doeltreffende kapitaalmarkten aan te moedigen. IFC participeert alleen in investeringen als de Maatschappij een
bijzondere bijdrage kan leveren ter aanvulling van de rol van andere investeerders. IFC treedt ook op als
katalysator: door aan te tonen dat beleggen in ontwikkelingslanden rendabel kan zijn, stimuleert en
bewerkstelligt IFC particuliere investeringen.
IFC is een autonoom orgaan binnen de Wereldbankgroep; de fondsen zijn niet dezelfde als die van de IBRD. In
het boekjaar 1999 keurde de Raad van Gouverneurs 255 nieuwe projecten goed voor een totaalbedrag van 5,3
miljard dollar.
Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (MIGA)
MIGA werd opgericht om particuliere buitenlandse investeringen in ontwikkelingslanden aan te moedigen door
buitenlandse beleggers verzekeringen (garanties) aan te bieden tegen verliezen veroorzaakt door nietcommerciële (d.w.z. politieke) risico’s zoals problematische geldoverschrijvingen, onteigening, valutawissels,
oorlog en onlusten. Het biedt ook technische steun aan landen bij de verspreiding van informatie over
investeringsmogelijkheden.
Het geplaatste kapitaal van de 151 lidstaten bedraagt meer dan 1 miljard dollar. In 1999 keurde de Raad van
Gouverneurs een kapitaalverhoging van 850 miljoen dollar goed. De Wereldbank maakte 150 miljoen dollar
extra over als werkkapitaal.
MIGA heeft met succes de kapitaalstroom naar ontwikkelingslanden op gang gebracht. Tot nu toe zorgden de
garanties van MIGA voor 33 miljard dollar aan rechtstreekse buitenlandse investeringen in 69 aangesloten
ontwikkelingslanden en overgangseconomieën.
Internationaal Centrum voor de Schikking van Investeringsgeschillen (ICSID)
ICSID biedt faciliteiten voor de schikking – door verzoening of bemiddeling – van investeringsgeschillen tussen
regeringen en buitenlandse particuliere investeerders. Het Centrum werd in 1966 ingesteld door het Verdrag
inzake de schikking van investeringsgeschillen tussen staten en ingezetenen van andere staten, dat nu is
geratificeerd door 131 landen. Partijen doen vrijwillig een beroep op het Centrum, maar indien ze hebben
ingestemd met de bemiddeling, kunnen ze zich niet eenzijdig terugtrekken.
Het centrum is een autonome organisatie die nauwe banden onderhoudt met de Bank – alle leden zijn ook lid
van de Bank. De Raad van Beheer, voorgezeten door de President van de Wereldbank, bestaat uit een
vertegenwoordiger per land dat het verdrag heeft geratificeerd.
Internationaal Monetair Fonds (IMF)
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werd in 1945 op de Conferentie van Bretton Woods gesticht met de
volgende doelstellingen:
 bevorderen van internationale samenwerking in monetaire aangelegenheden;
 bevorderen van stabiele wisselkoersen en handhaven van ordelijke koersafspraken;
 bijdragen tot de totstandkoming van een multilateraal betalingsstelsel en tot eliminatie van
deviezenrestricties;
 tijdelijk beschikbaar stellen van middelen om leden in staat te stellen onevenwichtigheden in hun
betalingsbalans te corrigeren.
De middelen van het IMF zijn voornamelijk afkomstig van de bijdragen – quota – van de 182 lidstaten,
momenteel goed voor 210 miljard SDR (ongeveer 300 miljard dollar). De quota worden vastgesteld op basis
van de economische draagkracht van de leden. Het IMF heeft het recht om bij haar leden internationale
financiële reserves aan te leggen en toe te wijzen in de vorm van bijzondere trekkingsrechten ('special drawing
rights' of SDR's).
De belangrijkste financiële functie van het IMF is het verschaffen van tijdelijke kredieten aan leden die
problemen hebben met hun betalingsbalans. In ruil beloven lidstaten die lenen bij het IMF de noodzakelijke
beleidsveranderingen door te voeren om de problemen op te lossen die aan de basis liggen van hun
moeilijkheden. De maximale omvang van de leningen staat in verhouding tot het quotum van een land.
Het IMF biedt ook concessionaire steun aan arme lidstaten (zie hoofdstuk 3, blz 137).
Alle lidstaten zijn vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur die jaarlijks bijeenkomt. Het dagelijks bestuur van
het Fonds staat onder leiding van de Raad van Bewindvoerders bestaande uit 24 leden, bijgestaan door het
Interim Comité.
Het IMF heeft 2500 medewerkers uit 133 landen onder leiding van een Directeur die wordt verkozen door de
Raad van Bestuur. De jaarlijkse administratieve begroting bedraagt ongeveer 650 miljoen dollar.
Het IMF publiceert tweemaal per jaar de World Economic Outlook en eenmaal per jaar het International Capital
Markets Report.
Directeur: Horst Köhler (Duitsland)
Hoofdzetel: 700 19th Street NW, Washington, DC. 20431, Verenigde Staten
Tel.: (1-202)623 7000, fax: (1-202)623 4661
E-mail: [email protected]
Website: www.imf.org
Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart (ICAO)
De Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart (ICAO) zorgt dat men veiliger en gemakkelijker van het
ene land naar het andere kan vliegen. ICAO werd opgericht in 1944 en heeft een aantal internationale normen en
voorschriften ingesteld die noodzakelijk zijn voor veilig, regelmatig, efficiënt en economisch luchtverkeer. De
Organisatie coördineert ook de samenwerking van de 185 lidstaten op het vlak van de burgerluchtvaart.
ICAO wordt bestuurd door de Vergadering, een soeverein orgaan bestaande uit afgevaardigden van de 185
lidstaten, en een Raad van Beheer met 33 leden die de Vergadering uit haar midden kiest. De Vergadering komt
minstens eens per drie jaar bijeen, beslist over het beleid van ICAO en behandelt alle kwesties die niet specifiek
worden verwezen naar de Raad van Beheer. De Raad is het uitvoerende lichaam van ICAO en voert de
instructies van de Vergadering uit.
Voorzitter van de Raad: Dr. Assad Kotaite (Libanon)
Secretaris-Generaal: R. C. Costa Pereira (Brazilië)
Hoofdzetel: 999 University Street, Montreal, Quebéc, Canada H3C 5H7
Tel.: (1-514)954 8219 , fax: (1-514)954 6077
E-mail: [email protected]
Website: www.icao.int
Internationale Maritieme Organisatie (IMO)
De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) startte haar activiteiten in 1959 en is verantwoordelijk voor
meer veiligheid van het vrachtverkeer op zee en voor het voorkomen van de vervuiling van de zee door schepen.
IMO biedt regeringen een raamwerk om samen te werken bij de formulering van regels en gebruiken inzake
technische kwesties die de internationale koopvaardij betreffen; om te komen tot de hoogst mogelijke normen
voor de veiligheid op zee en een efficiënte scheepvaart; en om het zeemilieu te beschermen door de preventie
van en toezicht op vervuiling door schepen.
Momenteel bestaan er 40 verdragen en protocollen, en ongeveer 800 gedragscodes en aanbevelingen, die
wereldwijd worden toegepast (zie hoofdstuk 3, blz 149).
In het Zweedse Malmö richtte de IMO in 1983 de World Maritime University op, die opleidingen verzorgt voor
bestuurders, docenten en anderen die op hoog niveau betrokken zijn bij de koopvaardij.
Het IMO International Maritime Law Institute in La Valetta (Malta) werd in 1989 opgericht voor de opleiding
van advocaten gespecialiseerd in internationaal zeerecht.
De IMO International Maritime Academy in het Italiaanse Triëst werd eveneens in 1989 opgericht en biedt
speciale korte cursussen in verschillende disciplines die de scheepvaart betreffen.
Het bestuursorgaan van IMO, de Vergadering, omvat alle lidstaten en komt om de twee jaar bijeen. De
Vergadering verkiest de 32 leden tellende Raad, het besturend orgaan van de organisatie dat tweemaal per jaar
vergadert.
De begroting voor 2000-2001 bedroeg 56,3 miljoen dollar. IMO telt ongeveer 300 medewerkers.
Secretaris-Generaal: William A. O’Neil (Canada)
Hoofdzetel: 4, Albert Embankment, Londen SE1 7SR, Verenigd Koninkrijk
Tel.: (44-207)735 7611, fax: (44-207)587 3210
E-mail: info@imo/org
Website: www.imo.org
De Internationale Telecommunicatie-unie (ITU)
De Internationale Telecommunicatie-unie is een internationale organisatie waarin regeringen en het
bedrijfsleven de mondiale telecommunicatienetwerken en -diensten coördineren. ITU werd in 1865 in Parijs
opgericht als de 'Internationale Telegraafunie'. De naam werd in 1934 gewijzigd en in 1947 werd het een
gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties.
Het mandaat van de Unie omvat de volgende taken:
 Techniek: meewerken aan de ontwikkeling en verbetering van de telecommunicatiesystemen om de
doeltreffendheid van telecomdiensten te vergroten en ze toegankelijk te maken voor het grote publiek;
 Beleidsvorming: zoeken naar een bredere aanpak van vraagstukken rond telecommunicatie in het licht van
de mondiale informatie-economie en -maatschappij.
 Ontwikkeling: ontwikkelingslanden technische steun verlenen op het vlak van telecommunicatie; het
mobiliseren van de nodige expertise en middelen voor de ontwikkeling van telecommunicatie; en de
voordelen van de nieuwe telecommunicatietechnologie binnen het bereik brengen van mensen overal ter
wereld.
ITU telt 189 lidstaten en bijna 600 leden uit de telecomsector (wetenschap en industrie; openbare en particuliere
operators; omroeporganisaties; en regionale en internationale organisaties). Het hoogste orgaan van ITU is de
Conferentie van Gevolmachtigden, die om de vier jaar bijeenkomt en de 46 leden kiest van de Raad van Beheer
die jaarlijks vergadert.
ITU telt 740 medewerkers. De begroting voor het biënnium 2000-2001 bedroeg 23 miljoen dollar.
Secretaris-Generaal: Yoshio Utsumi (Japan)
Hoofdzetel: Place des Nations, CH-1211 Genève 20, Zwitserland
Tel.: (41-22)730 5111, fax: (41-22)733 7256;
E-Mail: [email protected]
Website: www.itu.int
Wereldpostunie (UPU)
De Wereldpostunie is de gespecialiseerde instelling die het internationale postverkeer regelt. UPU is in 1874
opgericht krachtens het Verdrag van Bern en werd in 1948 een met de Verenigde Naties verbonden
gespecialiseerde organisatie.
UPU speelt een vooraanstaande rol in het voortdurend optimaliseren van postdiensten. De Unie telt 189 leden en
vormt het belangrijkste raamwerk voor internationale samenwerking op postaal vlak. UPU adviseert, bemiddelt
en verschaft technische bijstand. Hoofddoelen zijn: de bevordering van het mondiale postverkeer; een toename
van het aantal verwerkte poststukken door te voorzien in moderne producten en diensten; en een hoge
servicekwaliteit voor de consument. Daarmee geeft UPU vorm aan haar kerntaak: het bevorderen en
ontwikkelen van de communicatie tussen alle volken ter wereld.
Het Wereldpostcongres is de hoogste autoriteit van UPU. Het komt om de vijf jaar bijeen om strategische
kwesties op posterijgebied te bespreken en om het algemene programma te bepalen. Het 23 ste Congres zal in
2004 plaatshebben in Abidjan (Ivoorkust).
De begroting voor 2000 bedroeg 22,5 miljoen dollar. Er werken 151 mensen voor UPU.
Directeur-Generaal: Thomas E. Leavey (Verenigde Staten)
Hoofdzetel: Weltpoststrasse 4, Case Postale 3000 Bern 15, Zwitserland
Tel.: (41-31)350 31 11, fax: (41-31)350 31 10
E-mail: [email protected]
Website: www.upu.int
De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO)
De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) werd in 1951 een gespecialiseerde organisatie van de
Verenigde Naties en verschaft gezaghebbende wetenschappelijke informatie over het atmosferisch milieu, de
zoetwaterbronnen op aarde en over klimatologische kwesties. WMO ontwikkelt weersvoorspellingsdiensten,
met inbegrip van seizoenvoorspellingen, en werkt in een internationale context mee bij het in kaart brengen van
klimatologische trends. Verder bevordert WMO een snelle uitwisseling van meteorologische gegevens en ook
stimuleert de organisatie initiatieven op het vlak van operationele hydrologie.
WMO ontplooit haar activiteiten in de vorm van grootschalige programma’s rond het klimaat, de atmosfeer,
toegepaste meteorologie, het milieu en watervoorraden.
Op basis van die programma's kan men sneller waarschuwen voor extreme weersomstandigheden – tropische
orkanen, El Niňo, overstromingen, droogte en andere natuurrampen – zodat mensen beter zijn voorbereid en
levens en goederen kunnen worden gespaard. Ook geven deze programma's ons belangrijke informatie over het
milieu en het klimaat. De organisatie richt de aandacht op belangrijke problemen zoals het gat in de ozonlaag,
het broeikaseffect en de afname van het aantal zoetwaterbronnen.
WMO telt 185 leden (179 staten en 6 gebieden) die alle eigen meteorologische en hydrologische diensten
hebben. Het hoogste orgaan van WMO is het Meteorologisch Wereldcongres, waar om de vier jaar alle leden
samenkomen. De 36 leden tellende Uitvoerende Raad komt eens per jaar bijeen.
WMO telt 246 medewerkers. De begroting voor 2000-2003 bedraagt 152 miljoen dollar.
Secretaris-Generaal: Dr. G.O.P. Obasi (Nigeria)
Hoofdzetel: 7bis, Avenue de la Paix, CH-1211 Genève 2, Zwitserland
Tel.: (41-22)730 8111, fax (41-22)730 8181
E-mail: [email protected]
Website: www.wmo.ch
Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO)
De Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO) werd in 1970 opgericht. In 1974 werd het een
gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. De belangrijkste doelstellingen zijn het verhogen van het
wereldwijde respect voor intellectuele eigendom – door samenwerking van de 175 lidstaten – en het bevorderen
van de administratieve samenwerking tussen de ‘Unies’ opgericht ter bescherming van intellectuele eigendom.
De belangrijkste Unies zijn:
 De Parijse Unie (officieel: 'Internationale unie voor de bescherming van industriële eigendom')
 De Berner Unie (officieel: 'Internationale unie voor de bescherming van artistieke en literaire werken').
Intellectuele eigendom valt in twee hoofdgebieden uiteen: industriële eigendom (voornamelijk uitvindingen,
handelsmerken, industriële ontwerpen, herkomstbenamingen enz.) en auteursrechten (op literair, muzikaal,
artistiek, fotografisch en audiovisueel werk). WIPO beheert 21 internationale verdragen, 15 daarvan betreffen
industriële eigendom, de zes overige auteursrechten.
WIPO heeft drie bestuursorganen: de Algemene Vergadering, waarin de lidstaten zetelen die ook lid zijn van de
Parijse en/of Berner Unie en die eens in de twee jaar bijeenkomt; de Conferentie, die bestaat uit alle lidstaten en
ook om de twee jaar bijeenkomt, en het 72 leden tellende Comité voor Coördinatie dat jaarlijks vergadert.
De programma's en de begroting worden om de twee jaar goedgekeurd door de bestuursorganen. De begroting
voor 2000-2001 bedroeg 248 miljoen dollar. Er werken 765 mensen voor WIPO.
Directeur-Generaal: Dr. Kamil Idris (Soedan)
Hoofdzetel: 34, chemin des Colombettes, 1211 Genève 20, Zwitserland
Tel.: (41-22)338 9111, fax: (41-22)733 5428
E-mail: [email protected]
Website: www.wipo.int
Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD)
Het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD) is een multilaterale financiële instelling die in
1977 werd opgericht op basis van een besluit van de Wereldvoedselconferentie van 1974. De opdracht van
IFAD is om honger en armoede bij plattelandsgemeenschappen in ontwikkelingslanden te bestrijden.
IFAD mobiliseert fondsen om de voedselproductie en de voeding van armen in ontwikkelingslanden te
verbeteren en richt zich primair op de behoeften van de armste plattelandsgemeenschappen; extreme armoede
gaat altijd gepaard met chronische honger en ondervoeding.
IFAD stelt rechtstreeks geldmiddelen ter beschikkingen via leningen en subsidies, en mobiliseert extra middelen
voor zijn projecten en programma's. Betaaltermijnen en voorwaarden voor leningen verschillen naargelang het
bruto nationaal product per hoofd. IFAD werkt samen met tal van andere instellingen, waaronder de
Wereldbank, regionale ontwikkelingsbanken, andere regionale financiële instellingen en VN-organisaties. Veel
van die instellingen cofinancieren IFAD-projecten.
IFAD wordt gefinancierd door vrijwillige bijdragen van regeringen, speciale bijdragen, terugbetalingen van
leningen en opbrengsten uit investeringen. Jaarlijks investeert IFAD gemiddeld 450 miljoen dollar in nieuwe
projecten en subsidies. Het Fonds telt 266 medewerkers.
IFAD wordt geleid door de jaarlijks vergaderende Bestuursraad waarin alle lidstaten zetelen. Het Uitvoerend
Comité, bestaande uit 18 leden en 18 plaatsvervangers, houdt toezicht op de verrichtingen van het Fonds en
keurt leningen en subsidies goed.
Voorzitter: Lennart Bage (Zweden)
Hoofdzetel: Via del Serafico107, 00142 Rome, Italië
Tel.: (39-6)54591, fax: (39-6)504 3463
E-mail: [email protected]
Website: www.ifad.org
Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO)
De Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling richt zich op de bevordering van
industriële ontwikkeling en samenwerking. UNIDO werd in 1966 door de Algemene Vergadering opgericht en
werd in 1985 een gespecialiseerde organisatie van de VN.
UNIDO wil de levensomstandigheden van mensen en het universele welzijn verbeteren door pasklare
oplossingen te bieden voor een duurzame industriële ontwikkeling van ontwikkelingslanden en
overgangseconomieën. De Organisatie werkt samen met regeringen, vakorganisaties en het particuliere
productiewezen aan de opbouw van een industriële sector die beantwoordt aan de eisen van de mondialisering
van de industrie en tevens de vruchten daarvan kan plukken.
Het werk wordt uitgevoerd door ingenieurs, economen en technologie- en milieudeskundigen op het
hoofdkantoor in Wenen en door medewerkers van de Investment Promotion Service-bureaus en veldkantoren.
De veldkantoren worden geleid door regionale UNIDO-directeurs.
UNIDO telt 168 lidstaten. Zij komen om de twee jaar samen op de Algemene Conferentie, waar de begroting en
het programma worden vastgesteld. De Raad voor Industriële Ontwikkeling, bestaande uit 53 lidstaten, doet
aanbevelingen in verband met de planning en implementatie van het programma en de begroting.
Er werken 650 medewerkers op de hoofdzetel en wereldwijd zijn er 1830 deskundigen in dienst. De begroting
voor 2000-2001 bedroeg 133 miljoen dollar. Multilaterale en bilaterale bronnen zorgen voor bijkomende
fondsen.
Directeur-Generaal: Carlos Magariňos (Argentinië)
Hoofdzetel: Vienna International Centre, A-1400 Wenen, Oostenrijk
Tel.: (43-1)26026/0, fax: (43-1)269 2669
E-mail: [email protected]
Website:www.unido.org
Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA)
Het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie treedt op als het belangrijkste intergouvernementele
wereldforum voor wetenschappelijke en technische samenwerking in het kader van kernenergie voor vreedzame
doeleinden. IAEA werd in 1957 opgericht als autonome organisatie onder auspiciën van de VN.
Het Agentschap verleent de 131 lidstaten technische steun bij de ontwikkeling van zelfbedruipende
wetenschappelijke programma's op nucleair gebied. Ongeveer de helft van de activiteiten is gericht op
programma's die toepasbaar zijn op het vlak van voeding, landbouw, gezondheid, industrie, hydrologie en
milieuvervuiling (vooral de vervuiling van de zee).
IAEA ziet erop toe dat zijn leden internationale verdragen naleven en nucleair materiaal niet gebruiken voor
militaire doeleinden. Wereldwijd verifiëren 200 inspecteurs in meer dan 1000 installaties en andere locaties die
ressorteren onder het Voorzorgsprogramma van IAEA.
IAEA wordt geleid door de Algemene Conferentie, die jaarlijks bijeenkomt en alle IAEA-lidstaten omvat, en
door een Raad van Bewindvoerders bestaande uit 35 leden.
Het Agentschap telt 2133 medewerkers. De reguliere begroting voor 2000 bedroeg 224 miljoen dollar; extrabudgettaire bijdragen beliepen 80 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Mohammed El Baradei (Egypte)
Hoofdzetel: Vienna International Centre, Wagramerstrasse 5, P.O. Box 100, A-1400 Wenen, Oostenrijk
Tel.: (43-1)2600-0, fax: (43-1)2600-7
E-mail: [email protected]
Website: www.iaea.org
Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag betreffende het allesomvattend
testverbod
De Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag betreffende het allesomvattend testverbod
of 'Kernstopverdrag' (zie hoofdstuk 2, blz. 113) werd opgericht op 19 november 1996 in New York tijdens een
vergadering van landen die dit verdrag hadden ondertekend. Deze internationale organisatie wordt gefinancierd
door de verdragspartijen en kent twee organen: een plenaire vergadering waarin alle verdragspartijen zetelen ook bekend als de Voorbereidende Commissie – en het Voorlopig Technisch Secretariaat. De belangrijkste taak
van de Commissie bestaat erin het mondiale onderzoeksregime op te zetten dat is voorzien in het Verdrag, zodat
het operationeel is zodra het Verdrag in werking treedt. De Commissie heeft drie suborganen: Werkgroep A
voor de administratie en begroting, Werkgroep B voor controlekwesties en de Adviesgroep voor financiële,
budgettaire en aanverwante administratieve zaken.
Secretaris-Generaal: Wolfgang Hoffman (Duitsland)
Hoofdzetel: Vienna International Centre, P.O. Box 100, A-1400 Wenen, Oostenrijk
Tel.: (43-1)26030 6159, fax: (43-1)26030 55877
E-mail: [email protected]
Website: ww.ctbto.org
De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW)
De belangrijkste taak van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) is de implementatie
van het Verdrag inzake productie, gebruik, opslag en gebruik van chemische wapens en de vernietiging ervan
(zie hoofdstuk 2, blz. 116). Dit verdrag, dat op 29 april 1997 van kracht werd, is het eerste internationale
ontwapeningsverdrag dat voorziet in de vernietiging van een volledig categorie massavernietigingswapens.
De Conferentie van Verdragsstaten, waarin alle leden zijn vertegenwoordigd en die eenmaal per jaar
bijeenkomt, is het belangrijkste orgaan van OPCW. De Uitvoerende Raad houdt zich bezig met de dagelijkse
werkzaamheden en bestaat uit 41 vertegenwoordigers uit de lidstaten, die worden verkozen voor een periode
van twee jaar. Het Technische Secretariaat is verantwoordelijk voor inspecties, hulpverlening bij gebruik van
chemische wapens en voor het bevorderen van internationale samenwerking bij de vreedzame aanwending van
scheikunde. De Wetenschappelijke Adviesraad geeft deskundig advies aangaande wetenschappelijke en
technologische aspecten van de Conventie.
OPCW telt 500 medewerkers en heeft een jaarlijkse begroting van 56 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Dr. José Mauricio Bustani (Brazilië)
Hoofdzetel: Johan de Wittlaan 32, 2517 Den Haag, Nederland
Tel.: (31-70)416 33 00, fax: (31-70)306 35 35
E-mail: [email protected]
Website: www.opcw.org
Wereldtoerisme-organisatie (WTO)
De Wereldtoerisme-organisatie werd opgericht in 1925 en is de belangrijkste internationale organisatie op het
vlak van reizen en toerisme. De organisatie vormt een mondiaal overlegforum voor kwesties in verband met
toerismebeleid en is een praktische bron van knowhow. WTO telt 138 leden – landen en gebieden – en meer dan
350 aangesloten leden die plaatselijke autoriteiten, toeristische organisaties en particuliere ondernemingen – o.a.
luchtvaartmaatschappijen, hotelketens en touroperators – vertegenwoordigen.
Als intergouvernementeel orgaan door de VN belast met de bevordering en ontwikkeling van het toerisme,
tekende WTO in 1977 een samenwerkingsakkoord met de VN. WTO probeert met toerisme economische groei
te stimuleren en banen te creëren, initiatieven te ontplooien voor de bescherming van het milieu en erfgoed op
toeristische bestemmingen, en de verstandhouding tussen landen te bevorderen.
Het belangrijkste orgaan van WTO, de Algemene Vergadering, bestaat uit volledige en buitengewone leden. De
Vergadering komt eens in de twee jaar bijeen voor de goedkeuring van begroting en werkprogramma, en voor
bespreking van belangrijke thema's binnen de toerismesector. De Uitvoerende Raad telt 26 leden die worden
verkozen door de Vergadering. De Raad is belast met het beleid en komt tweemaal per jaar bijeen. De zes
regionale commissies – Afrika; Noord- en Zuid-Amerika; Oost-Azië en het Stille-Zuidzeegebied; Europa; het
Midden-Oosten; en Zuid-Azië – vergaderen minstens eens per jaar.
Er werken 80 mensen voor WTO en de tweejaarlijkse begroting bedraagt 18 miljoen dollar.
Secretaris-Generaal: Francesco Frangialli (Frankrijk)
Hoofdzetel: Capitán Haya 42, 28020 Spanje
Tel.: (34-91)567 81 00, fax: (34-91)571 37 33
E-mail: [email protected]
Website: www.world-tourism.org
Wereldhandelsorganisatie (WTO)
De Wereldhandelsorganisatie (WTO) werd op 1 januari 1995 opgericht ter vervanging van de Algemene
Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) als enige beleidsorgaan dat toezicht houdt op de wereldwijde
afspraken betreffende de internationale handel. De WTO is geen gespecialiseerde organisatie van de Verenigde
Naties, maar er is wel sprake van overeenkomsten en praktische samenwerking tussen de twee.
Het doel van de WTO is een zo soepel mogelijk handelsverkeer binnen een gereguleerd systeem; het onpartijdig
oplossen van handelsgeschillen tussen regeringen; en het organiseren van handelsbesprekingen. De WTO is
opgebouwd rond 60 overeenkomsten die de juridische basis vormen voor het internationale handelsverkeer en beleid.
De principes ten grondslag aan deze afspraken zijn onder meer het beginsel van niet-discriminatie tussen
handelspartners (de 'meest begunstigde natie'-clausule), een vrijere handel, het aanmoedigen van concurrentie,
en extra voorzieningen voor minder ontwikkelde landen. Een van de doelstellingen van de WTO is het
terugdringen van protectionisme.
Sinds de oprichting is de WTO het forum voor succesvolle onderhandelingen over het openstellen van de
markten op het vlak van telecommunicatie, informatietechnologie en financiële dienstverlening. De Organisatie
was betrokken bij het oplossen van meer dan 190 handelsgeschillen en blijft toezicht houden op de
implementatie van de akkoorden die werden bereikt tijdens de internationale handelsbesprekingen, bekend als
de 'Uruguay-ronde' (1986-1993).
De WTO telt 135 lidstaten. Het belangrijkste orgaan is de Ministeriële Conferentie, die om de twee jaar
vergadert. De Algemene Raad leidt de dagelijkse activiteiten.
De begroting voor 2000 bedroeg 77,1 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Mike Moore (Nieuw-Zeeland)
Hoofdzetel: Centre William Rappard, 154 rue de Lausanne, CH-1211 Genève 21, Zwitserland
Tel.: (41-22)739 51 11, fax: (41-22)731 42 06
E-mail: [email protected]
Website: www.wto.org
Download