Gevolgen voor tijdreizen, als materie sneller beweegt dan licht. Tijdreizen • Floep naar toekomst of verleden, retour-tv of retour-vt. • Pijl van de tijd, normaliter voorwaarts, daarom ook achterwaarts. • (Erg) langzame – of snelle tijd. • Directives: jezelf niet tegenkomen, • geen techniek-overdracht Ruimtereizen • • • • • • In gedachte, gelijktijdig=snel. Holodeck of film. Sneller dan licht. In waarneming, lichttijd=afstand. Transporter. Waarschijnlijk lichtsnelheid. In werkelijkheid, tijd>lichttijd tot sep 2011. Tijd<lichttijd vanaf sep 2011. Snelheid • Communicatie, snelheid van geluid (Mach) en licht (Michelson). • Transport, vliegtuigen, raketten en neutrino’s. • Brandstof voor de straalmotor. • Zwaartekracht; vallen en weer klimmen. Versnelling • Hoe lang 10g om c te krijgen? 3E6 seconden=1Kuur=40 dagen=maand. • Onbemande ruimtevaart, of kleine ruimteschepen. • Standaard: satelliet-baan • Klimmen • Vallen • Afremmen tot parkeerbaan. Navigeren • Objecten ontwijken door afremmen, versnellen of afbuigen, vormveranderen. • Objecten in de toekomst anteciperen, dat is ontmoetingen vooruitberekenen. • Hun zwaartekrachtveld veroorzaakt de zwaartekracht dans met hopelijk voordeel in de reistijd. Grote afstanden wormhole en voor kleine transporter.