De Trio taal in Suriname Documentatie van de bedreigde talen van Suriname Een lingua franca in het zuiden STIGMATISERING & MARGINALISERING Één van de dorpsoudsten van Tëpu, wijlen Kapitein Tëmenta Wehtaru (ca. 1920 – 2002), meester der verbale kunsten. “ZEKER WETEN?” DE FILOSOFIE VAN EEN TAAL kaartbron: Carlin, Eithne B. en Jacques Arends 2002: Atlas of the languages of Suriname. Leiden: KITLV Press. bldz. 36 ALGEMENE ORIËNTATIE Het Trio is een kleine bedreigde taal die gesproken wordt door ca. 2000 sprekers in het tropische regenwoud aan weerszijden van de Surinaams-Braziliaanse grens. Het is dan ook de meest gesproken inheemse taal in Suriname.De taal van de Trio hoort bij de Caribische taalfamilie, een van de grootste taalfamilies van Zuid Amerika. Van de ongeveer 60 talen van deze familie zijn er nu nog maar 20 over, die door meestal kleine groepen mensen gesproken worden. De naam die de Trio als ethnonym gebruiken is Tarëno: deze naam bestaat uit twee elementen, namelijk tarë datgeen betekent ‘hier’ en –no datgeen betekent ‘persoon’ of ‘personen’ dus de betekenis van hun naam is: ‘de mensen hier’. In deze naam wordt de formatie voor wat wij kennen als de Trio groep gereflekteerd, namelijk de etnische groep Trio is een amalgamatie van kleinere etniën die aangezichts hun daalende antalen wegens ziektes en oorlogen bij elkaar kwamen om één grote groep te vormen zodat ze verder konden blijven bestaan. Deze groepen waren o.a. de Aramayana, de Aramicho, de Arimihoto, de Maraso, de Okomoyana, de Pïrëuyana, de Pïropï, en de Kirikirikoto. In het begin van de 17e eeuw bestonden deze groepen als aparte etniën over de hele breedte van Suriname, van de Marowijne tot de Corentyne, tot op de hoogte van waar nu de Saramacaaners leven, en ook in de aangrenzende gebieden van Frans Guyana en Brazilië. De belangrijkste Trio dorpen in Suriname zijn Kwamalasamutu, Sipaliwini, Palumeu, en (Përëru) Tëpu. De namen van de dorpen zijn in het Trio Kwamarasamutu ‘plaats van bamboe en zand’, Sipariwini ‘rivier van de stekelrog’, Paruma, datgeen een boomsoort is, en Përëru Tëpu ‘Kikker-rots’. In 1843 stuitte een duitse ontdekkingsreiziger (Robert Schomburgk in dienst van de engelse regering als ‘boundary commissioner’) tijdens een reis door het regenwoud langs de Corentijne rivier op een dorp van Trio-sprekers bij de monding van de Kutari rivier. Na deze eerste ontmoeting volgden er meerdere expedities richting de Trio en rond 1960 kwamen zij ook in contact met zendelingen. Het leven van de Trio is door deze gebeurtenissen aanzienlijk veranderd. Maar ook vandaag de dag verandert er nog steeds erg veel in de maatschappij van de Trio. Hoewel verandering onvermijdelijk en inherent is aan culturen, is het verlies van identiteit iets dat in de toekomst voor ernstige problemen kan zorgen. Eén van de belangrijkste aspecten voor het behoud van identiteit en cultuur is het beschermen van en respect voor de taal. De Trio, zoals vele andere samenlevingen in het Amazonegebied, leven in een complexe wereld of werelden waarin ook geesten, dieren(geesten), en voorouders(geesten) in constante interactie zijn met de wereld van de mensen. De materiële (zichtbare) wereld waar de meeste westerse culturen zich tot beperken is voor volkeren zoals de Trio dus sterk verweven met de onzichtbare wereld om hen heen. Veranderingen van gedaante zijn een veelvoorkomend verschijnsel waarbij bv. een geest kan verschijnen in de ‘kleren’ of gedaante van een mens of een dier. Voor de Trio is waarneming door zintuigen een betrouwbare bron van zekerheid, vooral wat zij visueel waarnemen wordt gekenmerkt als een betrouwbare bron van informatie. Zij geven aan of iets écht is of alleen maar de gelijkenis daarvan heeft, en ook of iets zeker is of niet. ‘Zekerheid’ in dit geval is gebaseerd op een solipsistisch idee van ‘zelf-kennis’, wat inhoudt dat alleen maar het ‘zelf’ bekend kan zijn, of dat wat een ‘ik’ waarneemt. Je kunt dus van een ander mens geen ‘zelfkennis’ hebben maar je kunt wel vertrouwen hebben in wat jij zelf ziet of waarneemt. Dit soort aspecten van de cultuur worden gereflekteerd en uitgedrukt in de taal door middel van o.a. grammaticale markers en woorden die een precisie bereiken in het uitdrukken van een begrip die in de westerse talen nauwelijks of alleen maar door parafrase te bereiken is. Precisie omtrent de zichtbaarheid en afstand van een persoon, en of die hoorbaar maar niet zichtbaar is, komt ook tot uiting in het systeem van voornaamwoorden. Waar bijvoorbeeld het Engels alleen maar de pronomina ‘he’ of ‘she’ kent in de derde persoon, kent het Trio er vijf om ‘he’ of ‘she’ uit te drukken, afhankelijk van de afstand tussen de spreker en de persoon waarnaar wordt verwezen, of die dichtbij of verder weg, of heel ver weg is, of die persoon hoorbaar maar niet zichtbaar is, en of die persoon al eerder genoemd is in het gesprek. De voornaamwoorden zijn: 5000 jaar oude rotstekeningen (petrogliefen) van Werehpai nabij Kwamalasamutu. mëe mëërë ohkï mëkï Foto: A. Westoll nërë EEN VOORBEELDZIN IN HET TRIO (gevolgt door een grammaticale morfeemanalyse) Irëme pïjai nïwan, tajaja ikujan, irëto nai inetasekonme. “Dus danst de sjamaan, hij zingt een tajaja geesteslied, dat is wat ze heel graag horen.” irë-me pïjai nï-wa-n tajaja ∅-i-ku-ja-n dp.inan.ana-facs shaman 3→-dance.pres-ncert tajaja 3→3-tr-try-pres-ncert “so the shaman dances, he sings tajaja (type of spirit song)” irë_to n-a-i i-n-eta-se:-kon-me dp.inan.ana_pl 3→3.1tr-be.pres-ncert 3poss-3o-hear.nom-desid-psr.pl-facs “those are the things they love to hear (desirous hearing things of theirs)”. Het Trio heeft vele begrippen, die rechtstreeks te maken hebben met hun gevoel en emotie voor hun natuurlijke omgeving. Dit zullen zij in een andere taal niet terugkrijgen. Dus het veranderen van taal betekent eveneens het veranderen van hun cultuurbeleving en ook de directe relatie die zij met hun omgeving hebben. Taal onderscheidt hen van anderen, en behoudt het gevoel voor hun cultuur en geeft hen een bijzondere culturele gevoelswaarde, die overdraagbaar is aan volgende generaties. Hiermee blijft hun cultuur in stand. Een cultuur, die eeuwenlang verweven was met hun natuurlijke omgeving, wereldvisie en religie. Het dorp Tëpu vanuit de lucht. hij/zij hij/zij hij/zij hij/zij (dichtbij) (iets verder weg) (ver weg) (hoorbaar maar niet zichtbaar, bv. aan de telefoon) hij/zij (die wij eerder hebben genoemd) De eerdergenoemde zeker- of onzekerheid van een handeling komt tot uiting in de vervoeging van werkwoorden. Omdat je alleen zeker kunt zijn van wat je zelf doet en ziet wordt er een andere werkwoordsvervoeging gebruikt bij de ‘ik’en ‘jij’ vormen dan voor de beschrijving van een handeling van een andere persoon. Waar onzekerheid ook altijd optreedt is bij vragen. Bij de eerste en tweede persoon wordt de zogenaamde ‘certainty’ marker –e gebruikt maar bij de derde persoon en vragen wordt de ‘non-certainty’ marker –n(ë) gebruikt. Vergelijk de volgende voorbeelden: wïtëe mïtëe nïtën mïtën De Trio leven hoofdzakelijk van de landbouw, aangevuld met visserij, jacht en het verzamelen van wilde vruchten uit het woud. Ook wordt er handel gedreven met de Marrons en met mensen uit Paramaribo, de hoofdstad van Suriname. Het Trio gebied is te bereiken door middel van chartervluchten vanuit Paramaribo. Ondanks dat de Trio zelfvoorzienend zijn, staan zij als etnische groep binnen de nationale context onderaan de sociale ladder, waardoor zij gestigmatiseerd worden en zich ook zo voelen. Paradoxaal is dat het Trio, hoewel bedreigd, een dominante taal is en overgenomen werd als tweede of derde taal door de andere Indiaanse groepen die ook in deze Trio dorpen wonen (bv. Tunayana (Katwena), Mawayana, Sikïiyana). Aangezien steeds meer groepen de Trio taal overgenomen hebben, wordt hierdoor de taal langzaam ontdaan van de oude complexere zinsvormen en constructies. Andere invloeden op de Trio taal en cultuur zijn het onderwijs, de gezondheidszorg, en de bestuurlijke inrichting die vanuit Paramaribo worden opgelegd. Hierdoor worden de eigen opvattingen en ideeën steeds meer beïnvloedt door westerse culturen. Het onderwijs, waarin de voertaal Nederlands is, is grotendeels gericht op het taalonderwijs, gebruikmakend van een methodologie van formeel onderwijs dat botst met de manier waarop de Trio eeuwenlang hun kennis aan hun kinderen hebben overgedragen. Door dit gebrek aan inzichten in de cultuur van de Trio is er weinig succes te boeken in het huidige onderwijssysteem. Tegelijkertijd wordt het de Trio kwalijk genomen dat zij niet beter kunnen integreren in de Surinaamse staat. ik ga jij gaat hij gaat ga jij? CONTACTGEGEVENS Dr. Eithne B. Carlin Talen en Culturen van Indiaans Amerika (TCIA) Leiden University Centre for Linguistics (LUCL) Universiteit Leiden Postbus 9515 2300 RA Leiden NEDERLAND telefoon.: +31 (0) 71 527 2624 email: [email protected]