Informatie over Cambodja

advertisement
Informatie over Cambodja
Inleiding
Op deze pagina vind je meer informatie over het prachtige en verrassende Cambodja. Een land dat in onze
westerse wereld niet vaak in beeld komt. Een land van tegenslagen en ellende, maar ook van mogelijkheden en
hoop. Een land ook van grote tegenstellingen, een ontwikkelingsland dat wij in ons hart hebben gesloten. Wij
starten met een beknopte schets van de geschiedenis van Cambodja. Dit is nodig om het land, de cultuur en de
mensen te begrijpen. Bij de beschrijving van de cultuur gaan wij in op de mensen in Cambodja. Welke gebruiken,
normen en waarden zijn er? Wat wordt er gevierd en hoe? Wanneer wordt er gerouwd? Het geloof etc. Na een
korte beschrijving van de geografie en het klimaat komen wat meer praktische zaken aan bod, zoals de
economie, het bestuur, de taal, het geld en visa- en douanebepalingen. In onze westerse ogen veranderen
dingen in Cambodja vaak langzaam, soms veranderen dingen ook erg snel; zo werd onlangs de prijs van het
toeristenvisum van de een op de andere dag verhoogd van 20 naar 30 dollar. Cambodja ontwikkelt. Elke keer dat
wij er zijn zien wij de verschillen. Wij houden de informatie op deze pagina zo up to date mogelijk, mede dankzij
onze relaties in Cambodja. Wij stellen het ook zeer op prijs als jullie ons op de hoogte houden van recente
veranderingen.
Geschiedenis
Van oudheid tot Christus
Over de heel vroege geschiedenis van Cambodja is weinig bekend. Betrouwbaar historisch materiaal ontbreekt.
Schriftelijke bronnen zijn in de loop der jaren (en zeker tijdens het schrikbewind van Pol Pot) verdwenen. Alleen
inscripties en afbeeldingen in grotten en op tempels kunnen als historische bronnen worden gebruikt.
Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat het huidige Cambodja zes duizend jaar geleden al bewoond
werd.
De vraag wie er toen leefden is echter nog niet beantwoord. Een belangrijke archeologische vindplaats uit
deze periode zijn de grotten van Laang Spean. Hier woonden jagers en verzamelaars. De pottenbakmethode uit
die tijd wordt nu nog steeds gebruikt.
Een andere belangrijke vindplaats van archeologisch materiaal is Samrong
Sen. Ongeveer 3500 jaar geleden leefden de bewoners van deze nederzetting van de zwerflandbouw en
gebruikten dieren om het land te bewerken. Ongeveer 2500 jaar geleden, in de ijzertijd, maakte men
landbouwwerktuigen en woonde in houten- en bamboehuizen op palen. Men leefde toen, net als nu nog, vooral
van natte rijstbouw en visvangst.
Van de eerste eeuw na Christus tot het Angkor rijk.
De eerste Cambodjaanse koninkrijken ontstonden onder invloed van handelaren uit India. In die tijd is ook de
huidige taal ontstaan: het Khmer. Deze taal is beïnvloed door de Indiase handelaren en gebaseerd op het
Sanskriet. Ook op andere gebieden kwamen er inloeden mee, zoals het hindoeïsme, boeddhisme en het
kastensysteem. Chinese bronnen maken melding van het rijk van Funan uit de 3e eeuw. Dit rijk zou het
zuidoostelijk deel van het huidige Cambodja en de delta van de Mekong omvat hebben. Het strategisch gelegen
rijk zou gesticht zijn door de Zuid-Chinese Mon-Khmer. Men vermoedt dat Cambodja in die tijd bestond uit een
losse federatie van elkaar bestrijdende koninkrijkjes, waarvan Funan een van de belangrijkste was. Rond de 5e
eeuw bereikte het rijk van Funan haar hoogtepunt, maar daarna trad het verval in door burgeroorlogen.
Eind 6e
eeuw werd Funan definitief van de kaart geveegd door de vazalstaat Chenla en startte de pre-Angkorperiode, die
tot 802 duurde. Ook Chenla, gesticht door Bhavavarman I, breidde zich snel uit, maar viel door een familiestrijd in
het begin van de 8e eeuw in twee stukken uit elkaar: Chenla Land en Chenla Water. Chenla Water kreeg niet
lang daarna te maken met de Javaanse Sailendra-dynastie.
De bloeiperiode van Cambodja: het Rijk van Ankor (800-1431)
Begin 9e eeuw keerde een in Java opgevoede Khmer-prins terug naar Chenla Water en maakte zich los van de
Sailendra-dynastie. De gebieden die door de Khmer waren bewoond, werden door hem onafhankelijk verklaard.
Hij liet zichzelf kronen tot de goddelijke koning Jayavarman II. Hij werd de grondlegger van een van de
machtigste Zuidoost-Aziatische rijken ooit: het Rijk van Angkor, dat tot in de 15 eeuw zou duren. Hij noemde dit
rijk Kambujadesa, later verbasterd tot Cambodja en Kampuchea. Jayavarman verplaatste de hoofdstad
uiteindelijk naar Hariharalaya, het tegenwoordige Roluos (een klein plaatsje 13 km buiten Siem Riep).
Kenmerkend voor het Angkor-rijk waren de prachtige tempels en het uitgekiende irrigatiesysteem. Onder koning
Indravarman I werd de hoofdstad Angkor, ook wel Jasodharapura genoemd. Perioden van eenheid en groei
werden afgewisseld met perioden van verdeeldheid en achteruitgang. In het begin van de 11e eeuw werd het
verdeelde rijk door Suryavarman I weer herenigd en uitgebreid met grote delen van Laos en Thailand. Onder zijn
opvolger Suryavarman II beleefde Cambodja een gouden periode. Hij veroverde het rijk van Champa in het
zuiden van Vietnam en knoopte betrekkingen met China aan. Hij liet tevens Angkor Wat bouwen, een van de
grootste religieuze bouwwerken ter wereld. Dit kostte echter zoveel geld dat er weinig geld overbleef voor het
leger. Champa maakte hier weer gretig gebruik van en veroverde de hoofdstad Angkor in 1177; koning
Suryavarman II werd vermoord. Pas onder Jayavarman VII (1181-1219), de laatste grote koning van Angkor,
e
werden de Cham verdreven. Geïnspireerd door dit succes ging hij door en breidde zijn rijk uit tot ongekende
grootte. Het Khmer-rijk omvatte in die tijd het huidige Thailand, Laos, en delen van Birma, Vietnam en Maleisië.
Onder deze koning werd het boeddhisme ingevoerd als staatsfilosofie.
Na de dood van Jayavarman VII viel het
rijk al snel ten prooi aan machtige staten in de buurlanden. Sociaal-economische, militaire en religieuze factoren
speelden hierin een belangrijke rol, maar door de geweldige bouwactiviteiten waren er ook te weinig boeren om
het land te bewerken. Het boeddhisme zorgde er verder voor dat er meer gemediteerd werd dan gewerkt, met
hongersnood als gevolg.
Halverwege de 14e eeuw vielen Thaise koninkrijken Angkor binnen, en in 1431 werd de
hoofdstad definitief ingenomen. De laatste koning, Ponhea Yat, verliet Angkor en vertrok naar Phnom Penh en
daarmee kwam er een einde aan zes eeuwen Cambodjaanse suprematie. De koningen van Cambodja vestigden
zich in Phnom Penh.
Tot de Franse bezetting.
De periode tot de Franse koloniale tijd was er een van stilstand op velerlei gebied. Wel kwam Cambodja steeds
meer in contact met de buitenwereld doordat het op een belangrijk handelsknooppunt van rivieren lag, waaronder
de Mekong. Men wist hier echter niet van te profiteren door een zwak gezag en diverse oorlogen met Thailand.
In
de zestiende eeuw werd Thailand voortdurend aangevallen door Birma en hier profiteerde koning Ang Chan van.
Hij heroverde het westen van Cambodja op de Thai en verplaatste de hoofdstad Phnom Penh naar Lovek.
In de
tweede helft van de 16e eeuw, onder koning Satha, trokken Portugese missionarissen Cambodja binnen. De
Cambodjanen hoopten dat zij door de Portugezen geholpen zouden worden tegen de Thaise bezetters, maar dat
viel tegen. In 1594 werd Lovek weer door de Thai ingenomen, die een stroman op de troon zetten.
Hierna begon
de periode van de ‘donkere eeuwen’, waarin Cambodja in de vuurlinie lag tussen de twee machtige buurlanden
Thailand en Vietnam. De zwakke Cambodjaanse koningen zochten dan weer bescherming bij Thailand, en dan
weer bij Vietnam. In 1620 was het weer zover: koning Chey Chettha maakte zich los van Thailand en zocht
bescherming bij Vietnam. Ook werd de hoofdstad weer eens verplaatst, nu naar Udong, gelegen ten noordwesten
van Phnom Penh.
In 1779 trad koning Ang Eng aan, de grondlegger van het huidige koningshuis en een van de
voorvaderen van de huidige koning Norodom Sihanouk. Maar onder zijn bewind kregen de Thai steeds meer grip
op Cambodja en enkele Cambodjaanse provincies werden bezet. Tegelijkertijd veroverden de Vietnamezen de
Mekong-delta, waardoor Cambodja de vrije doorgang naar zee verloor.
Een Franse kolonie
Vanaf halverwege de 19e eeuw werd de invloed van de Fransen goed merkbaar in Indo-China. Kort na de
kroning van Norodom in 1864 stond hij de provincies Siem Reap, Sisophon en Battambang aan Thailand af in
een verdrag dat in 1867 door Napoleon III van Frankrijk werd geratificeerd.
Op 17 april 1864 ondertekende
Norodom een verdrag met de Fransen, waarbij Cambodja een Frans protectoraat werd. Hiermee probeerde
Norodom een einde te maken aan de overheersing van de Thai en de Vietnamezen. De Cambodjanen schoten
hier echter niet zo heel veel mee op, want in 1884 werd het land een kolonie van Frankrijk en bestuurd door een
Franse ‘resident superieur’. Het door Frankrijk getolereerde binnenlands bestuur stelde bitter weinig voor en alle
economische winsten verdwenen in de zakken van de Fransen. In 1887 trad Cambodja toe tot de Unie van IndoChina, samen met Vietnam en Laos.
Na de dood van Norodom in 1904 bestegen een tweetal schertsfiguren de
troon, eerst de halfbroer van Norodom, Sisowath, en daarna koning Monivong (1927-1941). In 1907 sloot
Frankrijk met Thailand een verdrag op grond waarvan Siem Reap, Battambang en Sisophon weer tot
Khmergebied werden verklaard. Opmerkelijk was dat er geen enkele nationalistische activiteit te bespeuren was
in Cambodja. Dit werd echter volkomen geregisseerd door de Fransen, die de bevolking het idee gaven dat de
koning het voor het zeggen had en men dus volkomen onafhankelijk was van de Fransen.
Dit veranderde echter
tijdens de Tweede Wereldoorlog. De pionier van de eerste nationalistische beweging was Son Ngoc Thanh, een
fervent aanhanger van een van de boeddhistische scholen. In 1937 richtte hij het blad Nagaravatha op, waarin hij
opkwam voor meer zelfstandigheid ten aanzien van Frankrijk en kreeg daarbij heimelijke steun van de Japanners.
Na de dood van koning Monivong in 1941 werd door de Fransen zijn 19 jaar jonge kleinzoon Norodom Sihanouk
naar voren geschoven. Hoewel onervaren eiste hij meteen de onafhankelijkheid van Cambodja op. Dit leek in
maart 1945 te gaan lukken toen de Japanners het Franse koloniale bestuur afzetten en vervingen door een
regering onder leiding van Sihanouk. Toen de Japanners echter capituleerden wilden de Fransen op de oude
voet verder gaan, zeer tot ongenoegen Sihanouk en de Cambodjaanse elite. Er volgden steeds heviger protesten
tegen de koloniale aanwezigheid van de Fransen in Cambodja en er ontstond onvermijdelijk een nationalistische
beweging, de Khmer Issarak, de ‘Vrije Khmer’. De Fransen antwoordden daarop met het nog verder beperken
van de macht van Sihanouk. Toch kwam men enigszins tegemoet aan de wens van de Cambodjanen door in
1946 het land de status van autonome natie binnen de Franse Unie te geven.
In 1952 pleegde Sihanouk een
zogenaamde koninklijke coup. Hij schortte de grondwet op, benoemde zichzelf tot regeringsleider en ontbond het
parlement. Daarna probeerde hij in de hele wereld steun te krijgen voor zijn gedurfde initiatief. Dit initiatief was
zeer effectief want op 9 november 1953 droeg de Franse regering de soevereiniteit over aan de Cambodjaanse
regering en werd Norodom Sihanouk staatshoofd.
In maart 1955 nam Sihanouk een op het eerste gezicht merkwaardige beslissing. Hij trad af als koning ten gunste
van zijn vader Norodom Suramarit. De bedoeling hierachter was dat hij nu de handen vrij had om zich met de
politiek te bemoeien. Hij stichtte een politieke partij, de Socialistische Volksbeweging (Sangkum Reastr Niyum),
die tot 1966 alle zetels in het parlement innam. Dat verkiezingen nooit eerlijk verliepen nam de bevolking voor lief,
en door de populariteit van Sihanouk werd die corruptie gelaten geaccepteerd.
Wat de buitenlandse politiek
betrof hield hij een neutrale koers aan en waaide met alle winden mee, maar in 1963 volgde er een
koerswijziging. De Amerikanen knoopten vriendschappelijke banden aan met Zuid-Vietnam en Thailand, van
oudsher vijanden van Cambodja. Vanaf die tijd weigerde Sihanouk nog langer hulp van de Amerikanen te
aanvaarden en schortte zelfs alle diplomatieke betrekkingen op. In 1966 trok Sihanouk zijn land als het ware de
Indo-Chinese oorlog in. Hij gaf de Noord-Vietnamezen toestemming om over Cambodjaans grondgebied de Ho
Chi Minh-route te gebruiken richting Zuid-Vietnam. In 1969 brak de hel los boven het oosten van Cambodja:
Amerikaanse bommenwerpers wierpen meer dan een half miljoen ton bommen af boven het gebied. Dit kostte
honderdduizenden Cambodjanen het leven en er kwam bovendien een grote vluchtelingenstroom op gang. Pas in
1973 stopten de aanvallen van de Amerikanen.
In de binnenlandse politiek kreeg Sihanouk het ook zwaar te
verduren. Zowel linkse intellectuelen als de stedelijke middenklasse keerden zich tegen hem.
De in 1969 premier
geworden generaal Lon Nol was medeverantwoordelijk voor de staatsgreep van 18 maart 1970 waarbij Sihanouk,
die op dat moment in het buitenland verbleef, werd afgezet. Op 5 oktober 1970 werd in Cambodja de republiek
uitgeroepen en Lon Nol bleef premier tot hij in maart 1972 staatshoofd werd. Onmiddellijk na het aantreden van
Lon Nol kwam het verzet op gang, met name door de Rode Khmer, die in hun guerrilla-activiteiten werden
gesteund door onder andere Noord-Vietnam. Lon Nol werd gesteund door Zuid-Vietnam en de Amerikaanse
luchtmacht, maar hij wist de strijd tegen de guerrilla’s niet te winnen.
Lon Nol vluchtte naar de Verenigde Staten.
Een duistere periode: Pol Pot en de Rode Khmer
Begin april 1975 trok de Rode Khmer Phnom Penh binnen. Saloth Sar, beter bekend als Pol Pot (een
zelfbedachte bijnaam die staat voor ‘politique potentielle’). Tijdens zijn heerschappij stelde hij het agrarisch
socialisme in, waardoor hij stadsbewoners dwong te verhuizen naar het platteland om op collectieve boerderijen
te werken en dwangarbeid te verrichten. Werkdagen van 14 tot 16 uur, 7 dagen per week onder een
slavendrijvers regime met een minimaal rantsoen werden de nieuwe norm. Steden moesten verdwijnen en
iedereen moest boer worden. Geld, onderwijs, godsdienst en privébezit werden afgeschaft. Persoonlijke
eigendommen diende men dus achter te laten of werden ingenomen. De communistische leer werd
gecombineerd met een Spartaanse "back to basics"-ideologie. Steden werden door de van het platteland
afkomstige Rode Khmer als "slecht" bestempeld, evenals intellectuelen van wie velen bovendien voor Lon Nols
regime hadden gewerkt. Vele mensen (monniken, leerkrachten, artsen, ambtenaren, militairen, intellectuelen, ...)
werden geëxecuteerd, vaak zonder enige reden of voor lichte vergrijpen. Het dragen van een bril of van nette
(burgerlijke) kleding, of het in bezit hebben van een (buitenlands) boek, of kennis van een vreemde taal was
voldoende reden voor executie. De familie werd afgeschaft. Slechts "Angkar" (de partij) bepaalde wie zich met
wie mocht voortplanten en voedde de kinderen die hieruit voortkwamen op. Zelfs woorden als "vader" en
"moeder" mochten niet meer gebruikt worden. Voedsel mocht slechts collectief worden genuttigd tijdens
maaltijden in de eetzaal. Zelfs het verzamelen van fruit was verboden omdat dat "egocentrisch" zou zijn, al het
fruit behoorde immers toe aan "Angkar". Inkrimping van rantsoenen of iemand een maaltijd geheel ontzeggen
was een populaire straf die vaak tot gevolg had dat men te ziek werd om te werken, helemaal niets meer kreeg,
en ten slotte overleed. Achterdocht en verraad waren overlevingsmechanismen tussen de burgers onderling en
binnen de Rode Khmer.
De gecombineerde effecten van dwangarbeid, ondervoeding, slechte medische zorg en executies resulteerden in
de dood van ongeveer 20% van de Cambodjaanse bevolking. In totaal zijn naar schatting ruim 2 miljoen mensen
gestorven onder Pol Pot’s leiderschap.
Op 25 december 1978 vielen troepen van Vietnam Cambodja binnen en verdreven de Rode Khmer. Op 7 januari
1979 waren Phnom Penh en de belangrijke havenstad Kompong Som veroverd en op 11 januari 1979 werd de
Volksrepubliek Kampuchea uitgeroepen. Er werd een regering gevormd onder leiding van Heng Samrin, die in
september 1979 door nog slechts 31, veelal communistische, staten, erkend.
Pol Pot vluchtte met dertigduizend Rode Khmers en bijna 100 duizend burgers naar de grens met Thailand en
wist nog bijna twintig jaar stand te houden in de jungle, gesteund door Thailand dat hem gebruikte als buffer
tegen de Vietnamezen. De Verenigde Naties bleven achter de Pol Pot-regering in ballingschap staan als de
wettige representant van het Cambodjaanse volk.
Cambodja werd bezet door Vietnam. De bezetters
installeerden een marionettenbewind en maakten duidelijk wat voor misdaden er waren gepleegd onder het
bewind van Pol Pot. Ze veroordeelden het regime als 'rood fascistisch’. In 1989 trokken de Vietnamezen zich
terug omdat ze niet langer financieel werden gesteund door de Sovjet Unie die op dat moment zelf in elkaar viel.
Pol Pot trok zich terug in Anlong Veng. Vanaf 1996 stortte het Rode Khmer-leger ineen. Steeds meer Rode
Khmers liepen over naar het Cambodjaanse regeringsleger. Zelfs de kopstukken deserteerden. Ten slotte werd
Pol Pot door zijn vroegere nummer twee Ta Mok berecht en tot levenslang huisarrest veroordeeld. In april 1998
viel het regeringsleger het laatste bolwerk aan. Ta Mok vluchtte het oerwoud in, met Pol Pot, die enkele dagen
later overleed. De officiële doodsoorzaak was een hartinfarct maar de omstandigheden rond zijn dood waren
verdacht, en zijn lijk werd op een vuilnishoop verbrand voor het officieel was onderzocht. Enkele dagen eerder
had de Amerikaanse president Clinton gesteld dat Pol Pot wegens zijn misdaden terecht zou moeten staan.
Mogelijk pleegde hij daarom zelfmoord. Een andere theorie is dat hem door anderen het zwijgen is opgelegd
omdat ze bang waren voor wat hij tijdens een proces over hen zou zeggen.
In augustus 1979 werd ex-premier Pol Pot en bij verstek ter dood veroordeeld door een revolutionaire
volksrechtbank in Phnom Penh. Ook binnenslands bleef de regering Heng Samrin op verzet stuiten. De RodeKhmertroepen van Pol Pot) zetten vanuit de noordelijke grensprovincies de guerrilla verder.
Daarnaast
opereerden er begin 1980 nog guerrillagroeperingen die zich zowel tegen de restanten van het Pol Pot-regime
keerden als tegen de regering van Heng Samrin. Onderhandelingen tussen de strijdende partijen werden op
aandringen van met name de ASEAN-lidstaten georganiseerd, omdat bezetting van Cambodja door Vietnam als
een bedreiging voor de vrede en stabiliteit in de regio werd ervaren. In april 1989 kondigde premier Hun Sen aan
dat de Vietnamese troepen zich vóór september 1989 uit Cambodja zouden terugtrekken. In mei 1989 werd de
officiële naam in Cambodja veranderd en werd ook de vlag veranderd.
Na de terugtrekking van de troepen
werden verkiezingen beloofd, tegelijkertijd namen de guerrilla-activiteiten in het land toe. Na het mislukken van de
internationale vredesconferenties in 1990 begon een moeizaam onderhandelingsproces tussen de
Cambodjaanse verzetsgroepen en de nog door Vietnam geïnstalleerde regering. Uiteindelijk keerde prins
Norodom Sihanouk in november 1991 terug, nadat op 23 oktober de strijdende partijen onder toezicht van de VNVeiligheidsraad het vredesakkoord tekenden, dat de weg vrijmaakte voor de komst van internationale troepen, de
UN Transitional Authority in Cambodia (UNTAC). Deze troepen moesten toezicht houden op het staakt-het-vuren,
de vier strijdende partijen deels ontwapenen en het zodoende mogelijk maken dat vrije verkiezingen gehouden
konden worden.
De vier partijen vormden samen met de UNTAC een overgangsregering, de Opperste Nationale
Raad (ONR). De Rode Khmer onder leiding van Khieu Sampan trok in april 1993 al haar vertegenwoordigers
terug uit Phnom Penh, waar zij sinds eind 1991 deelnamen aan overleg en regering. De in mei 1993 gehouden
vrije verkiezingen werden gewonnen door het Verenigd Nationaal Front voor een Onafhankelijk, Neutraal,
Vredelievend en Samenwerkend Cambodja (Funcinpec).
Opmerkelijk was dat de Rode Khmer de verkiezingen
niet had verstoord, maar de voortgang van het vredesproces werd ernstig in gevaar gebracht door de weigering
van Democratisch Kampuchea (DK, oftewel de Rode Khmer) om de wapens in te leveren en de kiezers te laten
registreren in districten die onder haar gezag stonden. Begin 1994 braken er dan ook gevechten uit tussen het
regeringsleger en de Rode Khmer en pogingen van Sihanouk om de Rode Khmer aan de onderhandelingstafel te
krijgen haalden niets uit.
Deze problematiek had zijn weerslag op de ontwikkeling van de economie, terwijl
machtsmisbruik, corruptie en terreur van de Rode Khmer zorgden voor veel ellende.
In het najaar van 1996
kwam het tot een breuk binnen de Rode Khmer, na een geschil tussen de eerder doodgewaande leider Pol Pot
en diens zwager Ieng Sary. In juni 1997 pleegde de tweede premier Hun Sen een succesvolle staatsgreep.
Eerste premier Novodom Ranariddh, die in Thailand verbleef, werd van al zijn functies ontheven en in maart 1998
bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens wapensmokkel en tot dertig jaar wegens
collaboratie met de Rode Khmer. Niet lang daarna werd hem echter door zijn vader, koning Sihanouk, gratie
verleend. Hierdoor konden de door de internationale gemeenschap bepleite parlementsverkiezingen doorgaan.
Deze parlementsverkiezingen van 26 juli 1998 werden gewonnen door Hun Sen's Cambodjaanse Volkspartij met
41,4% van de stemmen en als goede tweede de door Ranarridh geleide Funcinpec met 31,5% van de stemmen.
Met de uitslag van de redelijk eerlijk verlopen verkiezingen en de vorming van een wankele coalitieregering op 30
november in de internationale gemeenschap hoopte Cambodja's sterke man Hun Sen weer opgenomen te
worden in de internationale gemeenschap. Helaas voor Cambodja hadden noch de ASEAN, noch de VN hier veel
zin in, met als gevolg dat buitenlandse investeringen uitbleven.
Belangrijke Rode Khmer-leiders als Khieu
Samphan en Nuon Chea, gaven zich in december 1999 over. De overgebleven Rode Khmer legden de wapens
neer en erkenden het wettig gezag van Hun Sen. Er kwamen steeds meer bewijzen dat Pol Pot op 15 april 1998
zelfmoord had gepleegd. In april werd Cambodja officieel toegelaten tot de Associatie van Zuidoost-Aziatische
Naties (ASEAN) en de financiële steun van het IMF en de Wereldbank werd eind 1999 weer hervat.
In 2000 werd er na lang aandringen van de VN, door Hun Sen ingestemd met instelling van een Buitengewoon
Tribunaal voor de Berechting van Misdaden tijdens het Rode Khmer-bewind van Pol Pot in de periode 1975-1979.
ook de rol van de Verneigde Staten en de hele internationale gemeenschap zou bekeken moeten worden, maar
dat was natuurlijk en brug te ver. Met de latere Amerikaanse presidentskandidaat senator John Kerry werd er
toen een compromis gesloten, waarin overeengekomen werd dat alléén de voormalige Rode Khmer-leiders
berecht zouden worden. Uiteindelijk bleven de belangrijkste Rode Khmer-leiders echter in vrijheid en keerden
zelfs terug in de politiek.
Duidelijk werd hoeveel steun het verderfelijke regime van Pol Pot van de Verenigde
Staten en China had gekregen, in totaal ging het om honderden miljoenen dollars. Eind mei 2000 werd de
regering beloond voor de oprichting van het tribunaal. Op de jaarlijkse donorconferentie in Parijs werd Cambodja
548 miljoen dollar hulp beloofd.
Op 26 november 2000 kwam het in Phnom Penh tot een bloedige botsing tussen
de rechtse beweging, Cambodja Vrijheid Vechters, beter bekend als de Khmer Serei of Vrije Khmer-beweging, en
leger en politie; acht mensen kwamen om het leven en veertien mensen raakten gewond. De Vrije Khmer verweet
Hun Sen een laks beleid inzake omstreden grenskwesties en de ongeveer 100.000 in Cambodja levende
Vietnamezen waren hun een doorn in het oog.
Cambodja werd dit jaar ook getroffen door ernstige
overstromingen. Er vonden 173 mensen de dood en de schade aan de landbouw en de infrastructuur werd
geschat op 50 miljoen dollar.
Van de belangrijkste zes Rode Khmer-leiders zaten in 2001 alleen Kang Kek Iev,
beter bekend als Deuch en hoofd van het martelcentrum Tuol Sleng, en Ta Mok, een berucht generaal van de
Rode Khmer, gevangen. De anderen, Nuon Chea, Pol Pots tweede man, Khieu Sampan, voormalig premier, Ieng
Sary en Ke Pauk, een regionaal leider, waren nog steeds op vrije voeten. De kans op vrijspraak door het tribunaal
werd klein geacht.
China oefende achter de schermen grote politieke en economische druk uit om de eerste
zitting van de rechtbank te verdagen. President Jiang Zemin, en de tweede man in de Chinese Communistische
Partij, Li Peng maakten duidelijk dat China geen gehoor zou geven aan de eis van de Verenigde Staten om een
dergelijk tribunaal in te stellen. Ook wilde Peking niet dat de kwestie van de mensenrechten in Cambodja op de
agenda geplaatst zou worden.
Tijdens een bijeenkomst in Tokio, op 13 juni, zegde de groep van donorlanden
onder leiding van de Wereldbank Cambodja US$ 615 mln voor het komende jaar toe
In augustus 2001 werden
de voorverkiezingen gehouden voor de hoofden van de administratieve dorpsgemeenschappen. Opmerkelijk was
dat sinds meer dan twintig jaar ex-leden van de Rode Khmer en de Cambodjaanse Volkspartij de belangrijkste
posities op lokaal niveau innamen. Politiek geweld was aan de orde van de dag, vooral tegen leden van de
oppositie uit de hoek van Sam Rainsy en de Sihanouk-gezinde FUNCINPEC.
Ook dit jaar weer veel problemen
met het tribunaal. De regering van Hun Sen weigerde belangrijke waarborgen te garanderen op het gebied van
de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en objectiviteit van de Cambodjaanse rechters.
Beruchte misdadigers van
het Rode Khmer-regime waren nog steeds niet veroordeeld en andere belangrijke als Ieng Sary en Khieu
Sampan leiden een ongestoord en comfortabel leven. Positief was dat in december van dit jaar Sam Bith,
verantwoordelijk voor de moord op drie buitenlandse toeristen in 1994, werd veroordeeld tot levenslange
gevangenisstraf.
Gemeenteraadsverkiezingen op 3 februari werden gewonnen door de regerende CPP. Ook nu
stonden de voorbereidingen voor de verkiezingen in het teken van geweld.
De economie deed het slecht in 2002.
De donorhulp daalde met 25% en de buitenlandse schuld steeg tot meer dan 3 miljard dollar. Belangrijke
economische sectoren als de kledingindustrie en het toerisme groeiden niet meer en zorgden voor een sterke
daling van de algemene groei. Op de ranglijst van meest corrupte landen bereikte Cambodja een van de hoogste
plaatsen.
Internationaal ontstonden spanningen nadat leden van minderheidsgroeperingen uit Vietnamese
grensprovincies hun toevlucht hadden gezocht in Cambodja als gevolg van de sinds begin 2001 heersende
politieke onrust in de Centrale Hooglanden van Vietnam.
Twee locaties in Cambodja werden aangewezen om de
overige vluchtelingen tijdelijk op te vangen met steun van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. In juni 2002
vertrokken ongeveer 900 vluchtelingen naar de Verenigde Staten waar zij politiek asiel kregen.
In 2003
ontstonden er grote problemen met Thailand tijdens de verkiezingscampagne van de parlementsverkiezingen van
27 juli 2003. Het draaide allemaal om de vermeende Thaise oorsprong van Angkor Wat. De Thaise ambassade
werd in brand gestoken en Thailand verbrak tijdelijk alle banden met Cambodja. De regeringsleiders van beide
landen wisten na onderling overleg erger te voorkomen.
De vrij rustig verlopen verkiezingen werden vervolgens
gewonnen door de Cambodjaanse Volkspartij (CPP) met 73 van de 123 zetels. Hierdoor kon premier Hun Sen
nogmaals acht jaar aan de macht blijven. Toch was er om te kunnen regeren een coalitieregering nodig, maar dat
had veel voeten in de aarde. Ranariddhs FUNCINPEC en de Sam Rainsy Partij (SRP) weigerden aanvankelijk,
maar onder druk van koning Sihanouk gingen beide partijleiders akkoord met een coalitieregering onder leiding
van Hun Sen. Ranariddh werd beloond met het voorzitterschap van het parlement en een lid van de SRP werd
vice-voorzitter.
In maart 2003 werden drie leden van het in Zuidoost-Azië actieve moslimextremistische netwerk
Jema'ah Islamiyyah in Cambodja gearresteerd.
Op 11 september 2003 werd tijdens de ministersconferentie van
de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het Mexicaanse Cancún besloten dat Cambodja en Nepal, als eerste
arme landen, als lid konden toetreden. De SARS-epidemie die in 2003 o.a. Vietnam en China trof, had ook
ernstige gevolgen voor Cambodja. De toeristenindustrie liep miljoenen dollars aan inkomsten mis waardoor de
economische groei wat achterbleef bij 2002.
Cambodja kreeg een nieuwe regering, die met 171 (onder)ministers meer leden had dan het zittende parlement
(123). De coalitiepartners CPP van Hun Sen en FUNCINPEC van Norodom Ranariddh deelden voortaan onder
leiding van premier Hun Sen de macht. Koning Norodom Sihanouk deed op 6 oktober afstand van de troon en
werd opgevolgd door zijn zoon Norodom Sihamoni. Van Sihamoni is bekend dat hij buiten de politiek staat.
Premier Hun Sen heeft de laatste jaren getracht politieke tegenstanders steeds verder te marginaliseren. De
voornaamste oppositiepartij SRP van Sam Rainsy werd buiten spel gezet. Rainsy zelf verloor zijn parlementaire
onschendbaarheid, vluchtte naar het buitenland en werd eind 2005 bij verstek veroordeeld. Nadat vooral in het
laatste kwartaal van 2005 de oppositie de duimschroeven waren aangedraaid (een golf van arrestaties en de
veroordeling van mensenrechtenactivisten wegens smaad), volgde begin 2006 een koerswijziging. Vier
gearresteerde activisten werden vrijgelaten en aanklachten tegen hen wegens smaad werden ingetrokken. Tot
ieders verrassing liet Hun Sen vervolgens de in ballingschap levende oppositieleider San Rainsy weten hun vete
te zullen bijleggen. Rainsy keerde in februari 2006 terug naar Cambodja en Cheam Channy, een prominent lid
van de SRP, werd op vrije voeten gesteld. De parlementaire onschendbaarheid van beiden is hersteld. Prins
Ranariddh nam in maart 2006 ontslag als voorzitter van het parlement, waarna hij de meeste tijd in het buitenland
verbleef. Op 18 oktober 2006 stemden de leden van FUNCINPEC voor zijn afzetting als partijleider. Ranariddh
werd als voorzitter van het parlement opgevolgd door Heng Samrin van de CPP. Hun Sen was bezig zijn greep
op de macht te versterken, terwijl FUNCINPEC sterk aan invloed verloor. In juli 2008 claimde Hun Sen de
overwinning in de parlementsverkiezingen. EU waarnemers rapporteerden dat de verkiezingen niet aan de
internationale standaarden hadden voldaan. In februari 2009 werd voormalig Rode Khmer leider Duch berecht in
Phnom Penh. Hij was als directeur verantwoordelijk voor de martelgevangenis Toul Sleng. Hij is in 2010
veroordeeld tot een gevangenisstraf van 35 jaar. In 2012 werd deze straf omgezet in levenslang. In de jaren 2012
en 2013 waren er spanningen aan de grens met Thailand. In juli 2013 waren er weer presidentsverkiezingen. Hun
Sen kreeg een nieuwe termijn van vijf jaar. In september 2013 waren er massale protesten tegen het resultaat
van de verkiezingen. De oppositie boycotte de opening van het parlement.
Twee van de laatste nog levende Rode Khmer-leiders zijn 7 augustus 2014 in Cambodja veroordeeld tot
levenslange gevangenisstraf. Voormalig president Khieu Samphan (83) en de voormalige plaatsvervangend
secretaris-generaal Nuon Chea (88) maakten zich volgens de rechter schuldig aan uitroeiing waaronder moord,
politieke vervolging en andere onmenselijke daden, zoals massadeportaties en aanvallen op de menselijke
waardigheid.
Cultuur
De cultuur van Cambodja heeft een rijke en gevarieerde ontstaansgeschiedenis van vele eeuwen oud. De vroege
beïnvloeding kwam tot stand door zeevarende handelaren uit India. Zij brachten Indiase gebruiken, gewoonten en
geloven mee zoals het Hindoeïsme en het Boeddhisme. Ook de taal,het Khmer, vindt hier zijn oorsprong. De
Cambodjanen ontwikkelden in de afgelopen tweeduizend jaar een uniek Khmer geloof door het samen laten
smelten van het autochtone animistische geloof met (onderdelen van) het Hindoeïsme en het Boeddhisme.
De Khmer cultuur is behoorlijk hiërarchisch. Hoe ouder een persoon is, des te meer respect hem moet worden
gegeven. Wanneer een gehuwd stel te oud wordt om zich zelf nog te kunnen verzorgen, kunnen ze de familie van
het jongste kind uitnodigen om bij ze in te trekken en het huishouden over te nemen. In deze levensfase geniet
het bejaarde echtpaar een hoge status.
De individuele Cambodjaan wordt omgeven door een kleine binnenring, bestaande uit familie en naaste vrienden,
die hij het eerst benadert voor hulp. De naaste familie is vaak het gezin; man, vrouw en ongehuwde kinderen.
Binnen het gezin zijn de sterkste emotionele banden. Binnen het gezin verzeker je elkaar van hulp bij problemen,
werk je samen, deel je goederen en inkomen en treed je als gezin op bij ceremoniële verplichtingen. Op het
platteland, maar ook in de sloppenwijken, zijn naaste buren vaak ook belangrijk. Goede vrienden, neven en
nichten worden vaak toegelaten binnen de grenzen van de binnenring en zo kunnen er soms hele sterke relaties
ontstaan tussen vrienden en families. Buiten de binnenring zitten meer de relaties op afstand en de
kennissen. Op het platteland kan een Cambodjaan soms ook sterke banden ontwikkelen met de plaatselijke
gemeenschap. Een sterk gevoel van trots voor het dorp, het district, of de provincie karakteriseert gewoonlijk het
gemeenschapsleven in Cambodja. Wettelijk is de man het hoofd van de Khmer familie, maar de vrouw heeft een
behoorlijke autoriteit, vooral als het gaat om het draaiende houden van de ‘gezinseconomie’ en het huishouden.
De man is van oorsprong verantwoordelijk voor het binnenbrengen van voldoende voedsel en het verzorgen van
onderdak voor zijn gezin, terwijl de vrouw in het algemeen het familiebudget beheert. Bovendien fungeert zij als
belangrijk ethisch en religieus voorbeeld voor de kinderen (vooral voor de dochters). Beide echtgenoten zijn
verantwoordelijk voor huishoudelijke taken.
Een Cambodjaans kind wordt zeker tot zijn vijfde jaar opgevoed met behoorlijk wat liefdevolle verzorging en
vrijheid. Vanaf zijn of haar vijfde levensjaar wordt soms al een beetje verwacht dat er op jongere broertjes en
zusjes wordt gelet. Spelen en spelletjes staan meer in het teken van het aanleren van (sociale) vaardigheden,
dan van winnen of verliezen. De meeste kinderen gaan op hun zevende of achtste naar school. Op die leeftijd zijn
ze goed bekend met waarden en normen als beleefdheid, gehoorzamen, en respect tonen aan ouders,
volwassenen en Boeddhistische monniken. Vanaf deze leeftijd trekt de vader zich blijvend terug in een wat meer
afstandelijke en hiërarchische rol. Vanaf een jaar of tien wordt van de meisjes verwacht dat zij hun moeder helpen
bij huishoudelijke taken, terwijl de jongens wat klusjes op het land gaan doen. De kinderen hebben hier de tijd
voor, want in Cambodja ga je maar halve dagen naar school. Opgroeiende kinderen spelen doorgaans met
kinderen van hetzelfde geslacht. Gedurende hun tienerjaren kunnen sommige jongens een tijd in de tempel
doorbrengen als aspirant monnik. Dit is een grote eer voor de ouders. Nog niet zo lang geleden behielden de
ouders zeggenschap over hun kinderen tot ze gingen trouwen. Met name in de grote steden is dat niet meer zo
strikt. In het Khmer er veel woorden en termen voor ‘U’ en ‘jij’ die leeftijdsverschil uitdrukken.
De geboorte van een kind is ook in Cambodja een blijde gebeurtenis voor de familie. Volgens traditioneel geloof
echter zit er ook een keerzijde aan. Tijdens de zwangerschap en geboorte wordt de familie, speciaal de moeder,
blootgesteld aan gevaar vanuit het geestenrijk. Een vrouw die sterft tijdens de bevalling steekt, volgens Khmer
geloof, de rivier over en wordt een kwade geest. In traditionele Khmer gemeenschappen houdt een zwangere
vrouw zich aan strikte regels over wat wel en wat niet te eten en vermijdt zij bepaalde situaties. Als een kind vaak
ziek is veranderen de ouders vaak de naam. Deze tradities zijn op het platteland het sterkst, maar zwakken in de
grote steden langzaam af.
De dood wordt niet gezien als een zeer droevige gebeurtenis met veel rouw. De dood wordt gezien als het eind
van een leven en als het begin van een nieuw leven dat hopelijk beter is dan het vorige. Boeddhistische
Cambodjanen worden doorgaans gecremeerd en hun as wordt bijgezet in een tempelcomplex. Na het overlijden
wordt het lichaam gewassen, netjes aangekleed en neergelegd in een kist. Vaak wordt er bloemen en een foto
van de overledene op de kist gezet. Aan het huis van de overledene worden zogenoemde ‘Krokodillenvlaggen’
gehangen ter indicatie dat er iemand is overleden. Boeddhistische monniken, familieleden en andere rouwenden
vergezellen de kist in een processie op weg naar het crematorium. De overgebleven partner en de kinderen tonen
hun rouw door hun hoofd kaal te scheren en witte kleding te dragen.
In Cambodja wordt seks voor het huwelijk sterk afgekeurd en betreurd. De keuze van een partner is voor de
jonge man een complex proces. Niet alleen zijn ouders en de ouders van de mogelijke partner, maar ook
vrienden en een bemiddelaar zijn er bij betrokken. Een meisje mag in theorie de partner die haar ouders hebben
gekozen afwijzen. Het proces verschilt tussen het platteland en de grote steden. Een partner kiezen uit pure liefde
komt in de steden vaker voor. Een man trouwt gewoonlijk als hij tussen de negentien en vijfentwintig jaar oud is.
Een meisje als ze tussen de zestien en tweeëntwintig jaar oud is. Als de partner eenmaal geselecteerd is doen
beide families nog uitgebreid onderzoek naar elkaar om zeker te weten dat hun kind in een goede familie trouwt.
Op het platteland moet de bruidegom vaak nog beloven om een tijdje voor zijn schoonvader te werken. Een
traditionele bruiloft is een lange en kleurrijke gebeurtenis. Vroeger duurde een bruiloft drie dagen, maar sinds de
jaren tachtig is het meer gebruikelijk dat een huwelijk anderhalve dag duurt. Ook tijdens een bruiloft speelt de
Boeddhistische monnik een belangrijke rol. Hij doet een korte preek, gaat voor in het gebed en spreekt een aantal
zegens over het bruidspaar uit. Een deel van de ceremonie bevat een aantal rituelen en gebruiken, zoals het
afknippen van een stukje haar, het binden van in heilig water gedompeld katoen om de polsen van het bruidspaar
en het in een cirkel van gelukkig getrouwde en gerespecteerde stelletjes doorgeven van een brandende kaars om
het gelukkig samenzijn te zegenen. Gedurende de gehele ceremonie wisselen de bruid en bruidegom een groot
aantal keer van kleding. Na de ceremonie wordt er uiteraard uitgebreid met alle gasten gegeten. Na de bruiloft
trekt het jonge paar vaak in bij de ouders van de bruid. Zij kunnen daar dan een jaar verblijven, totdat ze in de
buurt een huis kunnen bouwen.
Scheiden is in Cambodja wettelijk toegestaan, makkelijk te doen, maar zeker niet gebruikelijk. Er wordt tegen
gescheiden mensen met de nodige afkeuring aangekeken. Ieder krijgt zijn deel wat hij heeft ingebracht in het
huwelijk en wat er tijdens het huwelijk is verkregen wordt gelijkelijk verdeeld. Jonge kinderen worden doorgaans
aan de moeder toegewezen. Beide ouders blijven verantwoordelijk voor de financiering van de opvoeding en het
onderwijs van de kinderen. Mannen mogen direct na de scheiding weer trouwen. Vrouwen moeten tien maanden
wachten.
In de Cambodjaanse cultuur is het hoofd van iemand erg belangrijk. Er is een sterk geloof dat het hoofd de ziel
van de persoon bevat. Het is daarom een taboe om het hoofd aan te raken of, nog erger, er met je voet naar te
wijzen. Een ‘aai over de bol’ wordt dus niet echt op prijs gesteld. Het wordt als respectloos gezien om
bijvoorbeeld met je voeten gericht naar een persoon te zitten of te slapen. De voeten worden letterlijk als het
laagste deel van het lichaam gezien en worden beschouwd als onrein.
In Cambodja groeten de mensen elkaar op een respectvolle manier met de ‘Somplar’. De handpalmen en de
vingertoppen worden tegen elkaar gehouden voor de borst. Hoe hoger je je handen houdt, hoe meer respect je
toont. Natuurlijk zijn er ook wel wat westerse gewoonten naar binnen geslopen. Een hand geven is niet meer
ongebruikelijk, maar kijk eerst even de kat uit de boom. Een flinke omhelzing kan snel intimiderend overkomen. In
Cambodja is het niet beleefd om oogcontact te hebben met iemand die veel ouder is of een hogere status heeft.
Enkele algemeen heersende opvattingen in Cambodja zijn:





Je staat voor zonsopgang op, anders ben je lui;
Je vertelt je ouders altijd wat je gaat doen en wanneer je thuiskomt;
Je sluit deuren zachtjes, anders ben je humeurig;
Je zit niet met je benen over elkaar, want dan ben je onbeleefd;
Je laat anderen meer praten dan je zelf doet.
Kleding is in Cambodja ook een belangrijk cultuuraspect. De mode verschilt heel erg tussen de diverse sociale
lagen. Het traditionele kledingstuk in Cambodja is de ‘Krama’. Dit is een geblokte sjaal die zowel door mannen als
vrouwen wordt gedragen en gebruikt op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden. De sjaal wordt
onder meer gebruikt als mode object, hoofddoek, een draagdoek voor baby’s, sarong, handdoek en als
hulpmiddel om in bomen te klimmen. Ook onder de Rode Khmer was de Krama onderdeel van de standaard
kleding. De Krama onderscheidt de Cambodjanen van de Thai, de Vietnamezen en de inwoners van Laos.
Onderstaand een overzicht van enkele traditionele feesten in de Cambodja:
Khmer nieuw jaar
Jaarlijks wordt het nieuwe jaar ergens in het midden van de maand april gevierd, tijdens het droge seizoen als de
boeren niet op het land werken. Astrologen bepalen elk jaar het exacte tijdstip en datum door te berekenen
wanneer het nieuwe beschermende dier arriveert (de tijger, de draak of de slang). Cambodjanen zijn de gehele
maand april bezig met de voorbereiding van het feest. De huizen worden schoongemaakt en gedecoreerd met
kaarsen, verlichting, lantaarns in de vorm van een ster en bloemen. De eerste drie dagen van het nieuwe jaar
gaat iedereen naar de tempels om eten te geven aan de monniken.
Pchum Ben
Pchum Ben is een religieuze ceremonie in september waarin iedereen zijn dierbare overledenen herdenkt.
Gedurende vijftien dagen brengen de mensen in de Cambodjaanse gemeenschappen beurtelings eten naar de
tempels. Op de vijftiende en laatste dag doet iedereen zijn mooiste kleding aan en worden de tempels bezocht.
Families brengen manden met bloemen mee en de kinderen geven eten en cadeautjes aan de monniken.
Iedereen bidt voor zijn dierbare overledenen om ze te helpen om door te gaan naar een beter leven. Volgens
sterk geworteld Khmer geloof wordt er over degenen die niet meedoen met Pchum Ben een vloek uitgesproken
door boze overledenen.
Waterfestival
Een ander erg kleurrijk feest is het Waterfestival, ook wel het feest van de omkerende rivier genoemd. Het vindt
eind oktober of begin november plaats op het moment dat de stroming van de Tonle Sap rivier omdraait. Het
water gaat dat zuidwaarts stromen van het Tonle Sap meer naar de Mekong rivier. Het hoogtepunt van dit
driedaagse feest zijn de bootraces in Phnom Penh. Elk stadje bouwt zijn eigen boot (een soort grote drakenboot)
waar wel zo’n veertig mensen in kunnen roeien. De boten zijn beschilderd met tekens die je ook kunt terugvinden
op de tempels van Ankor Thom. De eerste twee dagen roeien de boten in paren tegen elkaar. Op de laatste dag
bij zonsondergang is de grote race waar alle boten aan deelnemen. Iedereen gelooft dat de rivier dan blij is. Er
zal veel vis zijn en de rijstoogsten zullen geweldig zijn!
Taal
Cambodia's national language is Khmer. It is the only language taught in the country's schools and is used in
government documents. The Khmer writing system comes from an Indian alphabet that was brought into
Cambodia over a thousand years ago. In Khmer, everyone refers to each other as older brother and older sister,
or Aunt and Uncle. Many ancient words are borrowed from Pali or Sanskrit and many more recent words are from
French, words such as "chocolate" and "gateaux." Khmer grammar is very simple. For example, there are no
tenses. If you want to change "I go to the market" into the past tense, you just add the word already. But Khmer is
precise in ways that English isn't. Like many languages, it has many words for articles which are useful for
Cambodian people, for example there are over one hundred words for rice!! Also, there are different words for
"you," depending on whether you are speaking to a child, a parent, a Buddhist monk, or a member of the royal
family. Under the Khmer Rouge regime, they tried to forbid some of these pronouns so that everyone was placed
on the same level. Among educated Cambodians over forty years of age, French is still a second language. In the
mid 1980s, however, French was overtaken informally by English as the European language that urban
Cambodians wanted to learn. In rural areas, not many people speak a foreign language.
According to a study the language is belonged to the Mon-Khmer language family. Most of those languages are
spoken within Asia in countries such as Vietnam, Lao and Thailand. It is one of the few languages of that family
that enjoys a written form and a literary tradition.
The language sounds likely difficult to any European language; therefore, the Romanisation system can offer only
an approximation of the sounds and pronunciations of the language.
You will developm your own strategies for learning the language, as there are many ways of Romanising Khmer
words. In this site, you do not need to be familiar with the phonetic symbols, the system of transcription used is
intended to represent the Khmer language as simpley as possible for the English speaker.
Klimaat
Cambodja is gelegen tussen de Kreeftskeerkring en de Evenaar. Dit is de noordelijke tropische zone. Zoals in de
meeste tropische landen is het er altijd heet, of op zijn minst warm. Sommige tropische landen hebben hoog in de
bergen wel te maken met lage temperaturen. Cambodja heeft wel bergen, maar die zijn niet hoog genoeg. Van
vorst, ijs of sneeuw heeft de gemiddelde Cambodjaan nog nooit gehoord.
De warmste maand is april met een gemiddelde dagtemperatuur van 37 graden. De koudste maand, januari heeft
een gemiddelde dagtemperatuur van 28 graden. In de nachten koelt het enigszins af, maar echt koud wordt het
nooit.
Cambodja heeft een zogenaamd moessonklimaat. Het weer wordt voornamelijk door de moessons bepaald. De
moessons brengen twee seizoenen. Gedurende het regenseizoen, van mei tot en met oktober, komt de moesson
wind uit het zuidwesten en brengt het vrijwel elke dag hevige regenbuien. Zo’n 75 tot 80 procent van de jaarlijkse
neerslag valt gedurende het regenseizoen. Zelfs al het niet regent is het in het regenseizoen vaak bewolkt en is
er een hoge luchtvochtigheid. Gedurende het droge seizoen, van november tot en met april, komt de wind
doorgaans uit het noordoosten. Regen, op af een toe een korte hevige bui na, komt dan veel minder voor. De zon
is in de droge periode vaak te zien.
Totaal valt er jaarlijks in Cambodja zo’n 5000 mm regen in de kustgebieden en zo’n 1400 mm in het vlakke
binnenland.
Godsdienst
Cambodia is predominantly Buddhist with 90% of the population being Theravada Buddhist, 1% Christian and the
majority of the remaining population follow Islam, atheism, or animism.
Buddhism has existed in Cambodia since at least the 5th century CE Theravada Buddhism has been the
Cambodian state religion since the 13th century CE (excepting the Khmer Rouge period), and is currently
estimated to be the faith of 90% of the population.
Islam is the religion of a majority of the Cham (also called Khmer Islam) and Malay minorities in Cambodia.
According to Po Dharma, there were 150,000 to 200,000 Muslims in Cambodia as late as 1975. Persecution
under the Khmer Rouge eroded their numbers, however, and by the late 1980s they probably had not regained
their former strength. All of the Cham Muslims are Sunnis of the Shafi'i school. Po Dharma divides the Muslim
Cham in Cambodia into a traditionalist branch and an orthodox branch.
Christianity was introduced into Cambodia by Roman Catholic missionaries in 1660. However, it made little
headway at first, particularly among Buddhists. In 1972 there were probably about 20,000 Christians in
Cambodia, most of whom were Roman Catholics. According to Vatican statistics, in 1953, members of the Roman
Catholic Church in Cambodia numbered 120,000, making it, at that time, the second largest religion in the
country. In April 1970, just before repatriation, estimates indicate that about 50,000 Catholics were Vietnamese.
Many of the Catholics remaining in Cambodia in 1972 were Europeans—chiefly French. American Protestant
missionary activity increased in Cambodia, especially among some of the hill tribes and among the Cham, after
the establishment of the Khmer Republic. The 1962 census, which reported 2,000 Protestants in Cambodia,
remains the most recent statistic for the group. Observers reported that in 1980 there were more registered
Khmer Christians among the refugees in camps in Thailand than in all of Cambodia before 1970. Kiernan notes
that, until June 1980, five weekly Protestant services were held in Phnom Penh by a Khmer pastor, but that they
had been reduced to a single weekly service after police harassment. There are around 20,000 Catholics in
Cambodia which represents only 0.15% of the total population. There are no dioceses, but there are three
territorial jurisdictions - one Apostolic Vicariate and two Apostolic Prefectures.
Highland tribal groups, most with their own local religious systems, probably number fewer than 100,000 persons.
The Khmer Loeu have been loosely described as animists, but most tribal groups have their own pantheon of
local spirits. In general they see their world filled with various invisible spirits (often called yang), some
benevolent, others malevolent. They associate spirits with rice, soil, water, fire, stones, paths, and so forth.
Sorcerers or specialists in each village contact these spirits and prescribe ways to appease them. In times of
crisis or change, animal sacrifices may be made to placate the anger of the spirits. Illness is often believed to be
caused by evil spirits or sorcerers. Some tribes have special medicine men or shamans who treat the sick. In
addition to belief in spirits, villagers believe in taboos on many objects or practices. Among the Khmer Loeu, the
Rhade and Jarai groups have a well-developed hierarchy of spirits with a supreme ruler at its head.
Bestuur
The Politics of Cambodia takes place in a framework of a constitutional monarchy, whereby the Prime Minister is
the head of government and a Monarch is head of state. The kingdom formally takes place according to the
nation's constitution (enacted in 1993) in a framework of a parliamentary, representative democracy. Executive
power is exercised by the government. Legislative power is vested in the two chambers of parliament, the
National Assembly and the Senate.
The Prime Minister of Cambodia is a representative from the ruling party of the National Assembly. He or she is
appointed by the King on the recommendation of the President and Vice Presidents of the National Assembly. In
order for a person to become Prime Minister, he or she must first be given a vote of confidence by the National
Assembly.
The Prime Minister is officially the Head of Government in Cambodia. Upon entry into office, he or she appoints a
Council of Ministers who are responsible to the Prime Minister. Officially, the Prime Minister's duties include
chairing meetings of the Council of Ministers (Cambodia's version of a Cabinet) and appointing and leading a
government. The Prime Minister and his government make up Cambodia's executive branch of government.
The current Prime Minister is Cambodian People's Party (CPP) member, Samdech Decho Hun Sen.
The legislative branch of the Cambodian government is made up of a bicameral parliament.

The National Assembly of Cambodia (Radhsaphea ney Preah Reacheanachak Kampuchea) has 123
members, elected for a five-year term by proportional representation.

The Senate (Protsaphea ney Preah Reacheanachak Kampuchea) has 61 members. Two of these members
are appointed by the King, two are elected by the lower house of the government, and the remaining fiftyseven are elected popularly by "functional constituencies." Members in this house serve a six-year term.
The official duty of the Parliament is to legislate and make laws. Bills passed by the Parliament are given to the
King who gives the proposed bills Royal Assent. The King does not have veto power over bills passed by the
National Assembly and thus, cannot withhold Royal Assent. The National Assembly also has the power to dismiss
the Prime Minister and his government by a two-thirds vote of no confidence.
Monarchy
Cambodia is a constitutional monarchy, i.e. the King reigns but does not rule, in similar fashion to Queen
Elizabeth II of the United Kingdom. The King is officially the Head of State and is the symbol of unity and "eternity"
of the nation, as defined by Cambodia's constitution.
Unlike most monarchies, Cambodia's monarchy isn't necessarily hereditary and the King is not allowed to select
his own heir. Instead, a new King is chosen by a Royal Council of the Throne, consisting of the president of the
National Assembly, the Prime Minister, the Chiefs of the orders of Mohanikay and Thammayut, and the First and
Second Vice-President of the Assembly. The Royal Council meets within a week of the King's death or abdication
and selects a new King from a pool of candidates with royal blood.
Download