Informatie over Cambodja Inleiding Op deze pagina vind je meer informatie over het prachtige en verrassende Cambodja. Een land dat in onze westerse wereld niet vaak in beeld komt. Een land van tegenslagen en ellende, maar ook van mogelijkheden en hoop. Een land ook van grote tegenstellingen, een ontwikkelingsland dat wij in ons hart hebben gesloten. Wij starten met een beknopte schets van de geschiedenis van Cambodja. Dit is nodig om het land, de cultuur en de mensen te begrijpen. Bij de beschrijving van de cultuur gaan wij in op de mensen in Cambodja. Welke gebruiken, normen en waarden zijn er? Wat wordt er gevierd en hoe? Wanneer wordt er gerouwd? Het geloof etc. Na een korte beschrijving van de geografie en het klimaat komen wat meer praktische zaken aan bod, zoals de economie, het bestuur, de taal, het geld en visa- en douanebepalingen. In onze westerse ogen veranderen dingen in Cambodja vaak langzaam, soms veranderen dingen ook erg snel; zo werd onlangs de prijs van het toeristenvisum van de een op de andere dag verhoogd van 20 naar 30 dollar. Cambodja ontwikkelt. Elke keer dat wij er zijn zien wij de verschillen. Wij houden de informatie op deze pagina zo up to date mogelijk, mede dankzij onze relaties in Cambodja. Wij stellen het ook zeer op prijs als jullie ons op de hoogte houden van recente veranderingen. Geschiedenis Van oudheid tot Christus Over de heel vroege geschiedenis van Cambodja is weinig bekend. Betrouwbaar historisch materiaal ontbreekt. Schriftelijke bronnen zijn in de loop der jaren (en zeker tijdens het schrikbewind van Pol Pot) verdwenen. Alleen inscripties en afbeeldingen in grotten en op tempels kunnen als historische bronnen worden gebruikt. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat het huidige Cambodja zes duizend jaar geleden al bewoond werd. De vraag wie er toen leefden is echter nog niet beantwoord. Een belangrijke archeologische vindplaats uit deze periode zijn de grotten van Laang Spean. Hier woonden jagers en verzamelaars. De pottenbakmethode uit die tijd wordt nu nog steeds gebruikt. Een andere belangrijke vindplaats van archeologisch materiaal is Samrong Sen. Ongeveer 3500 jaar geleden leefden de bewoners van deze nederzetting van de zwerflandbouw en gebruikten dieren om het land te bewerken. Ongeveer 2500 jaar geleden, in de ijzertijd, maakte men landbouwwerktuigen en woonde in houten- en bamboehuizen op palen. Men leefde toen, net als nu nog, vooral van natte rijstbouw en visvangst. Van de eerste eeuw na Christus tot het Angkor rijk. De eerste Cambodjaanse koninkrijken ontstonden onder invloed van handelaren uit India. In die tijd is ook de huidige taal ontstaan: het Khmer. Deze taal is beïnvloed door de Indiase handelaren en gebaseerd op het Sanskriet. Ook op andere gebieden kwamen er inloeden mee, zoals het hindoeïsme, boeddhisme en het kastensysteem. Chinese bronnen maken melding van het rijk van Funan uit de 3e eeuw. Dit rijk zou het zuidoostelijk deel van het huidige Cambodja en de delta van de Mekong omvat hebben. Het strategisch gelegen rijk zou gesticht zijn door de Zuid-Chinese Mon-Khmer. Men vermoedt dat Cambodja in die tijd bestond uit een losse federatie van elkaar bestrijdende koninkrijkjes, waarvan Funan een van de belangrijkste was. Rond de 5e eeuw bereikte het rijk van Funan haar hoogtepunt, maar daarna trad het verval in door burgeroorlogen. Eind 6e eeuw werd Funan definitief van de kaart geveegd door de vazalstaat Chenla en startte de pre-Angkorperiode, die tot 802 duurde. Ook Chenla, gesticht door Bhavavarman I, breidde zich snel uit, maar viel door een familiestrijd in het begin van de 8e eeuw in twee stukken uit elkaar: Chenla Land en Chenla Water. Chenla Water kreeg niet lang daarna te maken met de Javaanse Sailendra-dynastie. De bloeiperiode van Cambodja: het Rijk van Ankor (800-1431) Begin 9e eeuw keerde een in Java opgevoede Khmer-prins terug naar Chenla Water en maakte zich los van de Sailendra-dynastie. De gebieden die door de Khmer waren bewoond, werden door hem onafhankelijk verklaard. Hij liet zichzelf kronen tot de goddelijke koning Jayavarman II. Hij werd de grondlegger van een van de machtigste Zuidoost-Aziatische rijken ooit: het Rijk van Angkor, dat tot in de 15 eeuw zou duren. Hij noemde dit rijk Kambujadesa, later verbasterd tot Cambodja en Kampuchea. Jayavarman verplaatste de hoofdstad uiteindelijk naar Hariharalaya, het tegenwoordige Roluos (een klein plaatsje 13 km buiten Siem Riep). Kenmerkend voor het Angkor-rijk waren de prachtige tempels en het uitgekiende irrigatiesysteem. Onder koning Indravarman I werd de hoofdstad Angkor, ook wel Jasodharapura genoemd. Perioden van eenheid en groei werden afgewisseld met perioden van verdeeldheid en achteruitgang. In het begin van de 11e eeuw werd het verdeelde rijk door Suryavarman I weer herenigd en uitgebreid met grote delen van Laos en Thailand. Onder zijn opvolger Suryavarman II beleefde Cambodja een gouden periode. Hij veroverde het rijk van Champa in het zuiden van Vietnam en knoopte betrekkingen met China aan. Hij liet tevens Angkor Wat bouwen, een van de grootste religieuze bouwwerken ter wereld. Dit kostte echter zoveel geld dat er weinig geld overbleef voor het leger. Champa maakte hier weer gretig gebruik van en veroverde de hoofdstad Angkor in 1177; koning Suryavarman II werd vermoord. Pas onder Jayavarman VII (1181-1219), de laatste grote koning van Angkor, e werden de Cham verdreven. Geïnspireerd door dit succes ging hij door en breidde zijn rijk uit tot ongekende grootte. Het Khmer-rijk omvatte in die tijd het huidige Thailand, Laos, en delen van Birma, Vietnam en Maleisië. Onder deze koning werd het boeddhisme ingevoerd als staatsfilosofie. Na de dood van Jayavarman VII viel het rijk al snel ten prooi aan machtige staten in de buurlanden. Sociaal-economische, militaire en religieuze factoren speelden hierin een belangrijke rol, maar door de geweldige bouwactiviteiten waren er ook te weinig boeren om het land te bewerken. Het boeddhisme zorgde er verder voor dat er meer gemediteerd werd dan gewerkt, met hongersnood als gevolg. Halverwege de 14e eeuw vielen Thaise koninkrijken Angkor binnen, en in 1431 werd de hoofdstad definitief ingenomen. De laatste koning, Ponhea Yat, verliet Angkor en vertrok naar Phnom Penh en daarmee kwam er een einde aan zes eeuwen Cambodjaanse suprematie. De koningen van Cambodja vestigden zich in Phnom Penh. Tot de Franse bezetting. De periode tot de Franse koloniale tijd was er een van stilstand op velerlei gebied. Wel kwam Cambodja steeds meer in contact met de buitenwereld doordat het op een belangrijk handelsknooppunt van rivieren lag, waaronder de Mekong. Men wist hier echter niet van te profiteren door een zwak gezag en diverse oorlogen met Thailand. In de zestiende eeuw werd Thailand voortdurend aangevallen door Birma en hier profiteerde koning Ang Chan van. Hij heroverde het westen van Cambodja op de Thai en verplaatste de hoofdstad Phnom Penh naar Lovek. In de tweede helft van de 16e eeuw, onder koning Satha, trokken Portugese missionarissen Cambodja binnen. De Cambodjanen hoopten dat zij door de Portugezen geholpen zouden worden tegen de Thaise bezetters, maar dat viel tegen. In 1594 werd Lovek weer door de Thai ingenomen, die een stroman op de troon zetten. Hierna begon de periode van de ‘donkere eeuwen’, waarin Cambodja in de vuurlinie lag tussen de twee machtige buurlanden Thailand en Vietnam. De zwakke Cambodjaanse koningen zochten dan weer bescherming bij Thailand, en dan weer bij Vietnam. In 1620 was het weer zover: koning Chey Chettha maakte zich los van Thailand en zocht bescherming bij Vietnam. Ook werd de hoofdstad weer eens verplaatst, nu naar Udong, gelegen ten noordwesten van Phnom Penh. In 1779 trad koning Ang Eng aan, de grondlegger van het huidige koningshuis en een van de voorvaderen van de huidige koning Norodom Sihanouk. Maar onder zijn bewind kregen de Thai steeds meer grip op Cambodja en enkele Cambodjaanse provincies werden bezet. Tegelijkertijd veroverden de Vietnamezen de Mekong-delta, waardoor Cambodja de vrije doorgang naar zee verloor. Een Franse kolonie Vanaf halverwege de 19e eeuw werd de invloed van de Fransen goed merkbaar in Indo-China. Kort na de kroning van Norodom in 1864 stond hij de provincies Siem Reap, Sisophon en Battambang aan Thailand af in een verdrag dat in 1867 door Napoleon III van Frankrijk werd geratificeerd. Op 17 april 1864 ondertekende Norodom een verdrag met de Fransen, waarbij Cambodja een Frans protectoraat werd. Hiermee probeerde Norodom een einde te maken aan de overheersing van de Thai en de Vietnamezen. De Cambodjanen schoten hier echter niet zo heel veel mee op, want in 1884 werd het land een kolonie van Frankrijk en bestuurd door een Franse ‘resident superieur’. Het door Frankrijk getolereerde binnenlands bestuur stelde bitter weinig voor en alle economische winsten verdwenen in de zakken van de Fransen. In 1887 trad Cambodja toe tot de Unie van IndoChina, samen met Vietnam en Laos. Na de dood van Norodom in 1904 bestegen een tweetal schertsfiguren de troon, eerst de halfbroer van Norodom, Sisowath, en daarna koning Monivong (1927-1941). In 1907 sloot Frankrijk met Thailand een verdrag op grond waarvan Siem Reap, Battambang en Sisophon weer tot Khmergebied werden verklaard. Opmerkelijk was dat er geen enkele nationalistische activiteit te bespeuren was in Cambodja. Dit werd echter volkomen geregisseerd door de Fransen, die de bevolking het idee gaven dat de koning het voor het zeggen had en men dus volkomen onafhankelijk was van de Fransen. Dit veranderde echter tijdens de Tweede Wereldoorlog. De pionier van de eerste nationalistische beweging was Son Ngoc Thanh, een fervent aanhanger van een van de boeddhistische scholen. In 1937 richtte hij het blad Nagaravatha op, waarin hij opkwam voor meer zelfstandigheid ten aanzien van Frankrijk en kreeg daarbij heimelijke steun van de Japanners. Na de dood van koning Monivong in 1941 werd door de Fransen zijn 19 jaar jonge kleinzoon Norodom Sihanouk naar voren geschoven. Hoewel onervaren eiste hij meteen de onafhankelijkheid van Cambodja op. Dit leek in maart 1945 te gaan lukken toen de Japanners het Franse koloniale bestuur afzetten en vervingen door een regering onder leiding van Sihanouk. Toen de Japanners echter capituleerden wilden de Fransen op de oude voet verder gaan, zeer tot ongenoegen Sihanouk en de Cambodjaanse elite. Er volgden steeds heviger protesten tegen de koloniale aanwezigheid van de Fransen in Cambodja en er ontstond onvermijdelijk een nationalistische beweging, de Khmer Issarak, de ‘Vrije Khmer’. De Fransen antwoordden daarop met het nog verder beperken van de macht van Sihanouk. Toch kwam men enigszins tegemoet aan de wens van de Cambodjanen door in 1946 het land de status van autonome natie binnen de Franse Unie te geven. In 1952 pleegde Sihanouk een zogenaamde koninklijke coup. Hij schortte de grondwet op, benoemde zichzelf tot regeringsleider en ontbond het parlement. Daarna probeerde hij in de hele wereld steun te krijgen voor zijn gedurfde initiatief. Dit initiatief was zeer effectief want op 9 november 1953 droeg de Franse regering de soevereiniteit over aan de Cambodjaanse regering en werd Norodom Sihanouk staatshoofd. In maart 1955 nam Sihanouk een op het eerste gezicht merkwaardige beslissing. Hij trad af als koning ten gunste van zijn vader Norodom Suramarit. De bedoeling hierachter was dat hij nu de handen vrij had om zich met de politiek te bemoeien. Hij stichtte een politieke partij, de Socialistische Volksbeweging (Sangkum Reastr Niyum), die tot 1966 alle zetels in het parlement innam. Dat verkiezingen nooit eerlijk verliepen nam de bevolking voor lief, en door de populariteit van Sihanouk werd die corruptie gelaten geaccepteerd. Wat de buitenlandse politiek betrof hield hij een neutrale koers aan en waaide met alle winden mee, maar in 1963 volgde er een koerswijziging. De Amerikanen knoopten vriendschappelijke banden aan met Zuid-Vietnam en Thailand, van oudsher vijanden van Cambodja. Vanaf die tijd weigerde Sihanouk nog langer hulp van de Amerikanen te aanvaarden en schortte zelfs alle diplomatieke betrekkingen op. In 1966 trok Sihanouk zijn land als het ware de Indo-Chinese oorlog in. Hij gaf de Noord-Vietnamezen toestemming om over Cambodjaans grondgebied de Ho Chi Minh-route te gebruiken richting Zuid-Vietnam. In 1969 brak de hel los boven het oosten van Cambodja: Amerikaanse bommenwerpers wierpen meer dan een half miljoen ton bommen af boven het gebied. Dit kostte honderdduizenden Cambodjanen het leven en er kwam bovendien een grote vluchtelingenstroom op gang. Pas in 1973 stopten de aanvallen van de Amerikanen. In de binnenlandse politiek kreeg Sihanouk het ook zwaar te verduren. Zowel linkse intellectuelen als de stedelijke middenklasse keerden zich tegen hem. De in 1969 premier geworden generaal Lon Nol was medeverantwoordelijk voor de staatsgreep van 18 maart 1970 waarbij Sihanouk, die op dat moment in het buitenland verbleef, werd afgezet. Op 5 oktober 1970 werd in Cambodja de republiek uitgeroepen en Lon Nol bleef premier tot hij in maart 1972 staatshoofd werd. Onmiddellijk na het aantreden van Lon Nol kwam het verzet op gang, met name door de Rode Khmer, die in hun guerrilla-activiteiten werden gesteund door onder andere Noord-Vietnam. Lon Nol werd gesteund door Zuid-Vietnam en de Amerikaanse luchtmacht, maar hij wist de strijd tegen de guerrilla’s niet te winnen. Lon Nol vluchtte naar de Verenigde Staten. Een duistere periode: Pol Pot en de Rode Khmer Begin april 1975 trok de Rode Khmer Phnom Penh binnen. Saloth Sar, beter bekend als Pol Pot (een zelfbedachte bijnaam die staat voor ‘politique potentielle’). Tijdens zijn heerschappij stelde hij het agrarisch socialisme in, waardoor hij stadsbewoners dwong te verhuizen naar het platteland om op collectieve boerderijen te werken en dwangarbeid te verrichten. Werkdagen van 14 tot 16 uur, 7 dagen per week onder een slavendrijvers regime met een minimaal rantsoen werden de nieuwe norm. Steden moesten verdwijnen en iedereen moest boer worden. Geld, onderwijs, godsdienst en privébezit werden afgeschaft. Persoonlijke eigendommen diende men dus achter te laten of werden ingenomen. De communistische leer werd gecombineerd met een Spartaanse "back to basics"-ideologie. Steden werden door de van het platteland afkomstige Rode Khmer als "slecht" bestempeld, evenals intellectuelen van wie velen bovendien voor Lon Nols regime hadden gewerkt. Vele mensen (monniken, leerkrachten, artsen, ambtenaren, militairen, intellectuelen, ...) werden geëxecuteerd, vaak zonder enige reden of voor lichte vergrijpen. Het dragen van een bril of van nette (burgerlijke) kleding, of het in bezit hebben van een (buitenlands) boek, of kennis van een vreemde taal was voldoende reden voor executie. De familie werd afgeschaft. Slechts "Angkar" (de partij) bepaalde wie zich met wie mocht voortplanten en voedde de kinderen die hieruit voortkwamen op. Zelfs woorden als "vader" en "moeder" mochten niet meer gebruikt worden. Voedsel mocht slechts collectief worden genuttigd tijdens maaltijden in de eetzaal. Zelfs het verzamelen van fruit was verboden omdat dat "egocentrisch" zou zijn, al het fruit behoorde immers toe aan "Angkar". Inkrimping van rantsoenen of iemand een maaltijd geheel ontzeggen was een populaire straf die vaak tot gevolg had dat men te ziek werd om te werken, helemaal niets meer kreeg, en ten slotte overleed. Achterdocht en verraad waren overlevingsmechanismen tussen de burgers onderling en binnen de Rode Khmer. De gecombineerde effecten van dwangarbeid, ondervoeding, slechte medische zorg en executies resulteerden in de dood van ongeveer 20% van de Cambodjaanse bevolking. In totaal zijn naar schatting ruim 2 miljoen mensen gestorven onder Pol Pot’s leiderschap. Op 25 december 1978 vielen troepen van Vietnam Cambodja binnen en verdreven de Rode Khmer. Op 7 januari 1979 waren Phnom Penh en de belangrijke havenstad Kompong Som veroverd en op 11 januari 1979 werd de Volksrepubliek Kampuchea uitgeroepen. Er werd een regering gevormd onder leiding van Heng Samrin, die in september 1979 door nog slechts 31, veelal communistische, staten, erkend. Pol Pot vluchtte met dertigduizend Rode Khmers en bijna 100 duizend burgers naar de grens met Thailand en wist nog bijna twintig jaar stand te houden in de jungle, gesteund door Thailand dat hem gebruikte als buffer tegen de Vietnamezen. De Verenigde Naties bleven achter de Pol Pot-regering in ballingschap staan als de wettige representant van het Cambodjaanse volk. Cambodja werd bezet door Vietnam. De bezetters installeerden een marionettenbewind en maakten duidelijk wat voor misdaden er waren gepleegd onder het bewind van Pol Pot. Ze veroordeelden het regime als 'rood fascistisch’. In 1989 trokken de Vietnamezen zich terug omdat ze niet langer financieel werden gesteund door de Sovjet Unie die op dat moment zelf in elkaar viel. Pol Pot trok zich terug in Anlong Veng. Vanaf 1996 stortte het Rode Khmer-leger ineen. Steeds meer Rode Khmers liepen over naar het Cambodjaanse regeringsleger. Zelfs de kopstukken deserteerden. Ten slotte werd Pol Pot door zijn vroegere nummer twee Ta Mok berecht en tot levenslang huisarrest veroordeeld. In april 1998 viel het regeringsleger het laatste bolwerk aan. Ta Mok vluchtte het oerwoud in, met Pol Pot, die enkele dagen later overleed. De officiële doodsoorzaak was een hartinfarct maar de omstandigheden rond zijn dood waren verdacht, en zijn lijk werd op een vuilnishoop verbrand voor het officieel was onderzocht. Enkele dagen eerder had de Amerikaanse president Clinton gesteld dat Pol Pot wegens zijn misdaden terecht zou moeten staan. Mogelijk pleegde hij daarom zelfmoord. Een andere theorie is dat hem door anderen het zwijgen is opgelegd omdat ze bang waren voor wat hij tijdens een proces over hen zou zeggen. In augustus 1979 werd ex-premier Pol Pot en bij verstek ter dood veroordeeld door een revolutionaire volksrechtbank in Phnom Penh. Ook binnenslands bleef de regering Heng Samrin op verzet stuiten. De RodeKhmertroepen van Pol Pot) zetten vanuit de noordelijke grensprovincies de guerrilla verder. Daarnaast opereerden er begin 1980 nog guerrillagroeperingen die zich zowel tegen de restanten van het Pol Pot-regime keerden als tegen de regering van Heng Samrin. Onderhandelingen tussen de strijdende partijen werden op aandringen van met name de ASEAN-lidstaten georganiseerd, omdat bezetting van Cambodja door Vietnam als een bedreiging voor de vrede en stabiliteit in de regio werd ervaren. In april 1989 kondigde premier Hun Sen aan dat de Vietnamese troepen zich vóór september 1989 uit Cambodja zouden terugtrekken. In mei 1989 werd de officiële naam in Cambodja veranderd en werd ook de vlag veranderd. Na de terugtrekking van de troepen werden verkiezingen beloofd, tegelijkertijd namen de guerrilla-activiteiten in het land toe. Na het mislukken van de internationale vredesconferenties in 1990 begon een moeizaam onderhandelingsproces tussen de Cambodjaanse verzetsgroepen en de nog door Vietnam geïnstalleerde regering. Uiteindelijk keerde prins Norodom Sihanouk in november 1991 terug, nadat op 23 oktober de strijdende partijen onder toezicht van de VNVeiligheidsraad het vredesakkoord tekenden, dat de weg vrijmaakte voor de komst van internationale troepen, de UN Transitional Authority in Cambodia (UNTAC). Deze troepen moesten toezicht houden op het staakt-het-vuren, de vier strijdende partijen deels ontwapenen en het zodoende mogelijk maken dat vrije verkiezingen gehouden konden worden. De vier partijen vormden samen met de UNTAC een overgangsregering, de Opperste Nationale Raad (ONR). De Rode Khmer onder leiding van Khieu Sampan trok in april 1993 al haar vertegenwoordigers terug uit Phnom Penh, waar zij sinds eind 1991 deelnamen aan overleg en regering. De in mei 1993 gehouden vrije verkiezingen werden gewonnen door het Verenigd Nationaal Front voor een Onafhankelijk, Neutraal, Vredelievend en Samenwerkend Cambodja (Funcinpec). Opmerkelijk was dat de Rode Khmer de verkiezingen niet had verstoord, maar de voortgang van het vredesproces werd ernstig in gevaar gebracht door de weigering van Democratisch Kampuchea (DK, oftewel de Rode Khmer) om de wapens in te leveren en de kiezers te laten registreren in districten die onder haar gezag stonden. Begin 1994 braken er dan ook gevechten uit tussen het regeringsleger en de Rode Khmer en pogingen van Sihanouk om de Rode Khmer aan de onderhandelingstafel te krijgen haalden niets uit. Deze problematiek had zijn weerslag op de ontwikkeling van de economie, terwijl machtsmisbruik, corruptie en terreur van de Rode Khmer zorgden voor veel ellende. In het najaar van 1996 kwam het tot een breuk binnen de Rode Khmer, na een geschil tussen de eerder doodgewaande leider Pol Pot en diens zwager Ieng Sary. In juni 1997 pleegde de tweede premier Hun Sen een succesvolle staatsgreep. Eerste premier Novodom Ranariddh, die in Thailand verbleef, werd van al zijn functies ontheven en in maart 1998 bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens wapensmokkel en tot dertig jaar wegens collaboratie met de Rode Khmer. Niet lang daarna werd hem echter door zijn vader, koning Sihanouk, gratie verleend. Hierdoor konden de door de internationale gemeenschap bepleite parlementsverkiezingen doorgaan. Deze parlementsverkiezingen van 26 juli 1998 werden gewonnen door Hun Sen's Cambodjaanse Volkspartij met 41,4% van de stemmen en als goede tweede de door Ranarridh geleide Funcinpec met 31,5% van de stemmen. Met de uitslag van de redelijk eerlijk verlopen verkiezingen en de vorming van een wankele coalitieregering op 30 november in de internationale gemeenschap hoopte Cambodja's sterke man Hun Sen weer opgenomen te worden in de internationale gemeenschap. Helaas voor Cambodja hadden noch de ASEAN, noch de VN hier veel zin in, met als gevolg dat buitenlandse investeringen uitbleven. Belangrijke Rode Khmer-leiders als Khieu Samphan en Nuon Chea, gaven zich in december 1999 over. De overgebleven Rode Khmer legden de wapens neer en erkenden het wettig gezag van Hun Sen. Er kwamen steeds meer bewijzen dat Pol Pot op 15 april 1998 zelfmoord had gepleegd. In april werd Cambodja officieel toegelaten tot de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN) en de financiële steun van het IMF en de Wereldbank werd eind 1999 weer hervat. In 2000 werd er na lang aandringen van de VN, door Hun Sen ingestemd met instelling van een Buitengewoon Tribunaal voor de Berechting van Misdaden tijdens het Rode Khmer-bewind van Pol Pot in de periode 1975-1979. ook de rol van de Verneigde Staten en de hele internationale gemeenschap zou bekeken moeten worden, maar dat was natuurlijk en brug te ver. Met de latere Amerikaanse presidentskandidaat senator John Kerry werd er toen een compromis gesloten, waarin overeengekomen werd dat alléén de voormalige Rode Khmer-leiders berecht zouden worden. Uiteindelijk bleven de belangrijkste Rode Khmer-leiders echter in vrijheid en keerden zelfs terug in de politiek. Duidelijk werd hoeveel steun het verderfelijke regime van Pol Pot van de Verenigde Staten en China had gekregen, in totaal ging het om honderden miljoenen dollars. Eind mei 2000 werd de regering beloond voor de oprichting van het tribunaal. Op de jaarlijkse donorconferentie in Parijs werd Cambodja 548 miljoen dollar hulp beloofd. Op 26 november 2000 kwam het in Phnom Penh tot een bloedige botsing tussen de rechtse beweging, Cambodja Vrijheid Vechters, beter bekend als de Khmer Serei of Vrije Khmer-beweging, en leger en politie; acht mensen kwamen om het leven en veertien mensen raakten gewond. De Vrije Khmer verweet Hun Sen een laks beleid inzake omstreden grenskwesties en de ongeveer 100.000 in Cambodja levende Vietnamezen waren hun een doorn in het oog. Cambodja werd dit jaar ook getroffen door ernstige overstromingen. Er vonden 173 mensen de dood en de schade aan de landbouw en de infrastructuur werd geschat op 50 miljoen dollar. Van de belangrijkste zes Rode Khmer-leiders zaten in 2001 alleen Kang Kek Iev, beter bekend als Deuch en hoofd van het martelcentrum Tuol Sleng, en Ta Mok, een berucht generaal van de Rode Khmer, gevangen. De anderen, Nuon Chea, Pol Pots tweede man, Khieu Sampan, voormalig premier, Ieng Sary en Ke Pauk, een regionaal leider, waren nog steeds op vrije voeten. De kans op vrijspraak door het tribunaal werd klein geacht. China oefende achter de schermen grote politieke en economische druk uit om de eerste zitting van de rechtbank te verdagen. President Jiang Zemin, en de tweede man in de Chinese Communistische Partij, Li Peng maakten duidelijk dat China geen gehoor zou geven aan de eis van de Verenigde Staten om een dergelijk tribunaal in te stellen. Ook wilde Peking niet dat de kwestie van de mensenrechten in Cambodja op de agenda geplaatst zou worden. Tijdens een bijeenkomst in Tokio, op 13 juni, zegde de groep van donorlanden onder leiding van de Wereldbank Cambodja US$ 615 mln voor het komende jaar toe In augustus 2001 werden de voorverkiezingen gehouden voor de hoofden van de administratieve dorpsgemeenschappen. Opmerkelijk was dat sinds meer dan twintig jaar ex-leden van de Rode Khmer en de Cambodjaanse Volkspartij de belangrijkste posities op lokaal niveau innamen. Politiek geweld was aan de orde van de dag, vooral tegen leden van de oppositie uit de hoek van Sam Rainsy en de Sihanouk-gezinde FUNCINPEC. Ook dit jaar weer veel problemen met het tribunaal. De regering van Hun Sen weigerde belangrijke waarborgen te garanderen op het gebied van de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en objectiviteit van de Cambodjaanse rechters. Beruchte misdadigers van het Rode Khmer-regime waren nog steeds niet veroordeeld en andere belangrijke als Ieng Sary en Khieu Sampan leiden een ongestoord en comfortabel leven. Positief was dat in december van dit jaar Sam Bith, verantwoordelijk voor de moord op drie buitenlandse toeristen in 1994, werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Gemeenteraadsverkiezingen op 3 februari werden gewonnen door de regerende CPP. Ook nu stonden de voorbereidingen voor de verkiezingen in het teken van geweld. De economie deed het slecht in 2002. De donorhulp daalde met 25% en de buitenlandse schuld steeg tot meer dan 3 miljard dollar. Belangrijke economische sectoren als de kledingindustrie en het toerisme groeiden niet meer en zorgden voor een sterke daling van de algemene groei. Op de ranglijst van meest corrupte landen bereikte Cambodja een van de hoogste plaatsen. Internationaal ontstonden spanningen nadat leden van minderheidsgroeperingen uit Vietnamese grensprovincies hun toevlucht hadden gezocht in Cambodja als gevolg van de sinds begin 2001 heersende politieke onrust in de Centrale Hooglanden van Vietnam. Twee locaties in Cambodja werden aangewezen om de overige vluchtelingen tijdelijk op te vangen met steun van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. In juni 2002 vertrokken ongeveer 900 vluchtelingen naar de Verenigde Staten waar zij politiek asiel kregen. In 2003 ontstonden er grote problemen met Thailand tijdens de verkiezingscampagne van de parlementsverkiezingen van 27 juli 2003. Het draaide allemaal om de vermeende Thaise oorsprong van Angkor Wat. De Thaise ambassade werd in brand gestoken en Thailand verbrak tijdelijk alle banden met Cambodja. De regeringsleiders van beide landen wisten na onderling overleg erger te voorkomen. De vrij rustig verlopen verkiezingen werden vervolgens gewonnen door de Cambodjaanse Volkspartij (CPP) met 73 van de 123 zetels. Hierdoor kon premier Hun Sen nogmaals acht jaar aan de macht blijven. Toch was er om te kunnen regeren een coalitieregering nodig, maar dat had veel voeten in de aarde. Ranariddhs FUNCINPEC en de Sam Rainsy Partij (SRP) weigerden aanvankelijk, maar onder druk van koning Sihanouk gingen beide partijleiders akkoord met een coalitieregering onder leiding van Hun Sen. Ranariddh werd beloond met het voorzitterschap van het parlement en een lid van de SRP werd vice-voorzitter. In maart 2003 werden drie leden van het in Zuidoost-Azië actieve moslimextremistische netwerk Jema'ah Islamiyyah in Cambodja gearresteerd. Op 11 september 2003 werd tijdens de ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het Mexicaanse Cancún besloten dat Cambodja en Nepal, als eerste arme landen, als lid konden toetreden. De SARS-epidemie die in 2003 o.a. Vietnam en China trof, had ook ernstige gevolgen voor Cambodja. De toeristenindustrie liep miljoenen dollars aan inkomsten mis waardoor de economische groei wat achterbleef bij 2002. Cambodja kreeg een nieuwe regering, die met 171 (onder)ministers meer leden had dan het zittende parlement (123). De coalitiepartners CPP van Hun Sen en FUNCINPEC van Norodom Ranariddh deelden voortaan onder leiding van premier Hun Sen de macht. Koning Norodom Sihanouk deed op 6 oktober afstand van de troon en werd opgevolgd door zijn zoon Norodom Sihamoni. Van Sihamoni is bekend dat hij buiten de politiek staat. Premier Hun Sen heeft de laatste jaren getracht politieke tegenstanders steeds verder te marginaliseren. De voornaamste oppositiepartij SRP van Sam Rainsy werd buiten spel gezet. Rainsy zelf verloor zijn parlementaire onschendbaarheid, vluchtte naar het buitenland en werd eind 2005 bij verstek veroordeeld. Nadat vooral in het laatste kwartaal van 2005 de oppositie de duimschroeven waren aangedraaid (een golf van arrestaties en de veroordeling van mensenrechtenactivisten wegens smaad), volgde begin 2006 een koerswijziging. Vier gearresteerde activisten werden vrijgelaten en aanklachten tegen hen wegens smaad werden ingetrokken. Tot ieders verrassing liet Hun Sen vervolgens de in ballingschap levende oppositieleider San Rainsy weten hun vete te zullen bijleggen. Rainsy keerde in februari 2006 terug naar Cambodja en Cheam Channy, een prominent lid van de SRP, werd op vrije voeten gesteld. De parlementaire onschendbaarheid van beiden is hersteld. Prins Ranariddh nam in maart 2006 ontslag als voorzitter van het parlement, waarna hij de meeste tijd in het buitenland verbleef. Op 18 oktober 2006 stemden de leden van FUNCINPEC voor zijn afzetting als partijleider. Ranariddh werd als voorzitter van het parlement opgevolgd door Heng Samrin van de CPP. Hun Sen was bezig zijn greep op de macht te versterken, terwijl FUNCINPEC sterk aan invloed verloor. In juli 2008 claimde Hun Sen de overwinning in de parlementsverkiezingen. EU waarnemers rapporteerden dat de verkiezingen niet aan de internationale standaarden hadden voldaan. In februari 2009 werd voormalig Rode Khmer leider Duch berecht in Phnom Penh. Hij was als directeur verantwoordelijk voor de martelgevangenis Toul Sleng. Hij is in 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 35 jaar. In 2012 werd deze straf omgezet in levenslang. In de jaren 2012 en 2013 waren er spanningen aan de grens met Thailand. In juli 2013 waren er weer presidentsverkiezingen. Hun Sen kreeg een nieuwe termijn van vijf jaar. In september 2013 waren er massale protesten tegen het resultaat van de verkiezingen. De oppositie boycotte de opening van het parlement. Twee van de laatste nog levende Rode Khmer-leiders zijn 7 augustus 2014 in Cambodja veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Voormalig president Khieu Samphan (83) en de voormalige plaatsvervangend secretaris-generaal Nuon Chea (88) maakten zich volgens de rechter schuldig aan uitroeiing waaronder moord, politieke vervolging en andere onmenselijke daden, zoals massadeportaties en aanvallen op de menselijke waardigheid. Cultuur De cultuur van Cambodja heeft een rijke en gevarieerde ontstaansgeschiedenis van vele eeuwen oud. De vroege beïnvloeding kwam tot stand door zeevarende handelaren uit India. Zij brachten Indiase gebruiken, gewoonten en geloven mee zoals het Hindoeïsme en het Boeddhisme. Ook de taal,het Khmer, vindt hier zijn oorsprong. De Cambodjanen ontwikkelden in de afgelopen tweeduizend jaar een uniek Khmer geloof door het samen laten smelten van het autochtone animistische geloof met (onderdelen van) het Hindoeïsme en het Boeddhisme. De Khmer cultuur is behoorlijk hiërarchisch. Hoe ouder een persoon is, des te meer respect hem moet worden gegeven. Wanneer een gehuwd stel te oud wordt om zich zelf nog te kunnen verzorgen, kunnen ze de familie van het jongste kind uitnodigen om bij ze in te trekken en het huishouden over te nemen. In deze levensfase geniet het bejaarde echtpaar een hoge status. De individuele Cambodjaan wordt omgeven door een kleine binnenring, bestaande uit familie en naaste vrienden, die hij het eerst benadert voor hulp. De naaste familie is vaak het gezin; man, vrouw en ongehuwde kinderen. Binnen het gezin zijn de sterkste emotionele banden. Binnen het gezin verzeker je elkaar van hulp bij problemen, werk je samen, deel je goederen en inkomen en treed je als gezin op bij ceremoniële verplichtingen. Op het platteland, maar ook in de sloppenwijken, zijn naaste buren vaak ook belangrijk. Goede vrienden, neven en nichten worden vaak toegelaten binnen de grenzen van de binnenring en zo kunnen er soms hele sterke relaties ontstaan tussen vrienden en families. Buiten de binnenring zitten meer de relaties op afstand en de kennissen. Op het platteland kan een Cambodjaan soms ook sterke banden ontwikkelen met de plaatselijke gemeenschap. Een sterk gevoel van trots voor het dorp, het district, of de provincie karakteriseert gewoonlijk het gemeenschapsleven in Cambodja. Wettelijk is de man het hoofd van de Khmer familie, maar de vrouw heeft een behoorlijke autoriteit, vooral als het gaat om het draaiende houden van de ‘gezinseconomie’ en het huishouden. De man is van oorsprong verantwoordelijk voor het binnenbrengen van voldoende voedsel en het verzorgen van onderdak voor zijn gezin, terwijl de vrouw in het algemeen het familiebudget beheert. Bovendien fungeert zij als belangrijk ethisch en religieus voorbeeld voor de kinderen (vooral voor de dochters). Beide echtgenoten zijn verantwoordelijk voor huishoudelijke taken. Een Cambodjaans kind wordt zeker tot zijn vijfde jaar opgevoed met behoorlijk wat liefdevolle verzorging en vrijheid. Vanaf zijn of haar vijfde levensjaar wordt soms al een beetje verwacht dat er op jongere broertjes en zusjes wordt gelet. Spelen en spelletjes staan meer in het teken van het aanleren van (sociale) vaardigheden, dan van winnen of verliezen. De meeste kinderen gaan op hun zevende of achtste naar school. Op die leeftijd zijn ze goed bekend met waarden en normen als beleefdheid, gehoorzamen, en respect tonen aan ouders, volwassenen en Boeddhistische monniken. Vanaf deze leeftijd trekt de vader zich blijvend terug in een wat meer afstandelijke en hiërarchische rol. Vanaf een jaar of tien wordt van de meisjes verwacht dat zij hun moeder helpen bij huishoudelijke taken, terwijl de jongens wat klusjes op het land gaan doen. De kinderen hebben hier de tijd voor, want in Cambodja ga je maar halve dagen naar school. Opgroeiende kinderen spelen doorgaans met kinderen van hetzelfde geslacht. Gedurende hun tienerjaren kunnen sommige jongens een tijd in de tempel doorbrengen als aspirant monnik. Dit is een grote eer voor de ouders. Nog niet zo lang geleden behielden de ouders zeggenschap over hun kinderen tot ze gingen trouwen. Met name in de grote steden is dat niet meer zo strikt. In het Khmer er veel woorden en termen voor ‘U’ en ‘jij’ die leeftijdsverschil uitdrukken. De geboorte van een kind is ook in Cambodja een blijde gebeurtenis voor de familie. Volgens traditioneel geloof echter zit er ook een keerzijde aan. Tijdens de zwangerschap en geboorte wordt de familie, speciaal de moeder, blootgesteld aan gevaar vanuit het geestenrijk. Een vrouw die sterft tijdens de bevalling steekt, volgens Khmer geloof, de rivier over en wordt een kwade geest. In traditionele Khmer gemeenschappen houdt een zwangere vrouw zich aan strikte regels over wat wel en wat niet te eten en vermijdt zij bepaalde situaties. Als een kind vaak ziek is veranderen de ouders vaak de naam. Deze tradities zijn op het platteland het sterkst, maar zwakken in de grote steden langzaam af. De dood wordt niet gezien als een zeer droevige gebeurtenis met veel rouw. De dood wordt gezien als het eind van een leven en als het begin van een nieuw leven dat hopelijk beter is dan het vorige. Boeddhistische Cambodjanen worden doorgaans gecremeerd en hun as wordt bijgezet in een tempelcomplex. Na het overlijden wordt het lichaam gewassen, netjes aangekleed en neergelegd in een kist. Vaak wordt er bloemen en een foto van de overledene op de kist gezet. Aan het huis van de overledene worden zogenoemde ‘Krokodillenvlaggen’ gehangen ter indicatie dat er iemand is overleden. Boeddhistische monniken, familieleden en andere rouwenden vergezellen de kist in een processie op weg naar het crematorium. De overgebleven partner en de kinderen tonen hun rouw door hun hoofd kaal te scheren en witte kleding te dragen. In Cambodja wordt seks voor het huwelijk sterk afgekeurd en betreurd. De keuze van een partner is voor de jonge man een complex proces. Niet alleen zijn ouders en de ouders van de mogelijke partner, maar ook vrienden en een bemiddelaar zijn er bij betrokken. Een meisje mag in theorie de partner die haar ouders hebben gekozen afwijzen. Het proces verschilt tussen het platteland en de grote steden. Een partner kiezen uit pure liefde komt in de steden vaker voor. Een man trouwt gewoonlijk als hij tussen de negentien en vijfentwintig jaar oud is. Een meisje als ze tussen de zestien en tweeëntwintig jaar oud is. Als de partner eenmaal geselecteerd is doen beide families nog uitgebreid onderzoek naar elkaar om zeker te weten dat hun kind in een goede familie trouwt. Op het platteland moet de bruidegom vaak nog beloven om een tijdje voor zijn schoonvader te werken. Een traditionele bruiloft is een lange en kleurrijke gebeurtenis. Vroeger duurde een bruiloft drie dagen, maar sinds de jaren tachtig is het meer gebruikelijk dat een huwelijk anderhalve dag duurt. Ook tijdens een bruiloft speelt de Boeddhistische monnik een belangrijke rol. Hij doet een korte preek, gaat voor in het gebed en spreekt een aantal zegens over het bruidspaar uit. Een deel van de ceremonie bevat een aantal rituelen en gebruiken, zoals het afknippen van een stukje haar, het binden van in heilig water gedompeld katoen om de polsen van het bruidspaar en het in een cirkel van gelukkig getrouwde en gerespecteerde stelletjes doorgeven van een brandende kaars om het gelukkig samenzijn te zegenen. Gedurende de gehele ceremonie wisselen de bruid en bruidegom een groot aantal keer van kleding. Na de ceremonie wordt er uiteraard uitgebreid met alle gasten gegeten. Na de bruiloft trekt het jonge paar vaak in bij de ouders van de bruid. Zij kunnen daar dan een jaar verblijven, totdat ze in de buurt een huis kunnen bouwen. Scheiden is in Cambodja wettelijk toegestaan, makkelijk te doen, maar zeker niet gebruikelijk. Er wordt tegen gescheiden mensen met de nodige afkeuring aangekeken. Ieder krijgt zijn deel wat hij heeft ingebracht in het huwelijk en wat er tijdens het huwelijk is verkregen wordt gelijkelijk verdeeld. Jonge kinderen worden doorgaans aan de moeder toegewezen. Beide ouders blijven verantwoordelijk voor de financiering van de opvoeding en het onderwijs van de kinderen. Mannen mogen direct na de scheiding weer trouwen. Vrouwen moeten tien maanden wachten. In de Cambodjaanse cultuur is het hoofd van iemand erg belangrijk. Er is een sterk geloof dat het hoofd de ziel van de persoon bevat. Het is daarom een taboe om het hoofd aan te raken of, nog erger, er met je voet naar te wijzen. Een ‘aai over de bol’ wordt dus niet echt op prijs gesteld. Het wordt als respectloos gezien om bijvoorbeeld met je voeten gericht naar een persoon te zitten of te slapen. De voeten worden letterlijk als het laagste deel van het lichaam gezien en worden beschouwd als onrein. In Cambodja groeten de mensen elkaar op een respectvolle manier met de ‘Somplar’. De handpalmen en de vingertoppen worden tegen elkaar gehouden voor de borst. Hoe hoger je je handen houdt, hoe meer respect je toont. Natuurlijk zijn er ook wel wat westerse gewoonten naar binnen geslopen. Een hand geven is niet meer ongebruikelijk, maar kijk eerst even de kat uit de boom. Een flinke omhelzing kan snel intimiderend overkomen. In Cambodja is het niet beleefd om oogcontact te hebben met iemand die veel ouder is of een hogere status heeft. Enkele algemeen heersende opvattingen in Cambodja zijn: Je staat voor zonsopgang op, anders ben je lui; Je vertelt je ouders altijd wat je gaat doen en wanneer je thuiskomt; Je sluit deuren zachtjes, anders ben je humeurig; Je zit niet met je benen over elkaar, want dan ben je onbeleefd; Je laat anderen meer praten dan je zelf doet. Kleding is in Cambodja ook een belangrijk cultuuraspect. De mode verschilt heel erg tussen de diverse sociale lagen. Het traditionele kledingstuk in Cambodja is de ‘Krama’. Dit is een geblokte sjaal die zowel door mannen als vrouwen wordt gedragen en gebruikt op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden. De sjaal wordt onder meer gebruikt als mode object, hoofddoek, een draagdoek voor baby’s, sarong, handdoek en als hulpmiddel om in bomen te klimmen. Ook onder de Rode Khmer was de Krama onderdeel van de standaard kleding. De Krama onderscheidt de Cambodjanen van de Thai, de Vietnamezen en de inwoners van Laos. Onderstaand een overzicht van enkele traditionele feesten in de Cambodja: Khmer nieuw jaar Jaarlijks wordt het nieuwe jaar ergens in het midden van de maand april gevierd, tijdens het droge seizoen als de boeren niet op het land werken. Astrologen bepalen elk jaar het exacte tijdstip en datum door te berekenen wanneer het nieuwe beschermende dier arriveert (de tijger, de draak of de slang). Cambodjanen zijn de gehele maand april bezig met de voorbereiding van het feest. De huizen worden schoongemaakt en gedecoreerd met kaarsen, verlichting, lantaarns in de vorm van een ster en bloemen. De eerste drie dagen van het nieuwe jaar gaat iedereen naar de tempels om eten te geven aan de monniken. Pchum Ben Pchum Ben is een religieuze ceremonie in september waarin iedereen zijn dierbare overledenen herdenkt. Gedurende vijftien dagen brengen de mensen in de Cambodjaanse gemeenschappen beurtelings eten naar de tempels. Op de vijftiende en laatste dag doet iedereen zijn mooiste kleding aan en worden de tempels bezocht. Families brengen manden met bloemen mee en de kinderen geven eten en cadeautjes aan de monniken. Iedereen bidt voor zijn dierbare overledenen om ze te helpen om door te gaan naar een beter leven. Volgens sterk geworteld Khmer geloof wordt er over degenen die niet meedoen met Pchum Ben een vloek uitgesproken door boze overledenen. Waterfestival Een ander erg kleurrijk feest is het Waterfestival, ook wel het feest van de omkerende rivier genoemd. Het vindt eind oktober of begin november plaats op het moment dat de stroming van de Tonle Sap rivier omdraait. Het water gaat dat zuidwaarts stromen van het Tonle Sap meer naar de Mekong rivier. Het hoogtepunt van dit driedaagse feest zijn de bootraces in Phnom Penh. Elk stadje bouwt zijn eigen boot (een soort grote drakenboot) waar wel zo’n veertig mensen in kunnen roeien. De boten zijn beschilderd met tekens die je ook kunt terugvinden op de tempels van Ankor Thom. De eerste twee dagen roeien de boten in paren tegen elkaar. Op de laatste dag bij zonsondergang is de grote race waar alle boten aan deelnemen. Iedereen gelooft dat de rivier dan blij is. Er zal veel vis zijn en de rijstoogsten zullen geweldig zijn! Taal Cambodia's national language is Khmer. It is the only language taught in the country's schools and is used in government documents. The Khmer writing system comes from an Indian alphabet that was brought into Cambodia over a thousand years ago. In Khmer, everyone refers to each other as older brother and older sister, or Aunt and Uncle. Many ancient words are borrowed from Pali or Sanskrit and many more recent words are from French, words such as "chocolate" and "gateaux." Khmer grammar is very simple. For example, there are no tenses. If you want to change "I go to the market" into the past tense, you just add the word already. But Khmer is precise in ways that English isn't. Like many languages, it has many words for articles which are useful for Cambodian people, for example there are over one hundred words for rice!! Also, there are different words for "you," depending on whether you are speaking to a child, a parent, a Buddhist monk, or a member of the royal family. Under the Khmer Rouge regime, they tried to forbid some of these pronouns so that everyone was placed on the same level. Among educated Cambodians over forty years of age, French is still a second language. In the mid 1980s, however, French was overtaken informally by English as the European language that urban Cambodians wanted to learn. In rural areas, not many people speak a foreign language. According to a study the language is belonged to the Mon-Khmer language family. Most of those languages are spoken within Asia in countries such as Vietnam, Lao and Thailand. It is one of the few languages of that family that enjoys a written form and a literary tradition. The language sounds likely difficult to any European language; therefore, the Romanisation system can offer only an approximation of the sounds and pronunciations of the language. You will developm your own strategies for learning the language, as there are many ways of Romanising Khmer words. In this site, you do not need to be familiar with the phonetic symbols, the system of transcription used is intended to represent the Khmer language as simpley as possible for the English speaker. Klimaat Cambodja is gelegen tussen de Kreeftskeerkring en de Evenaar. Dit is de noordelijke tropische zone. Zoals in de meeste tropische landen is het er altijd heet, of op zijn minst warm. Sommige tropische landen hebben hoog in de bergen wel te maken met lage temperaturen. Cambodja heeft wel bergen, maar die zijn niet hoog genoeg. Van vorst, ijs of sneeuw heeft de gemiddelde Cambodjaan nog nooit gehoord. De warmste maand is april met een gemiddelde dagtemperatuur van 37 graden. De koudste maand, januari heeft een gemiddelde dagtemperatuur van 28 graden. In de nachten koelt het enigszins af, maar echt koud wordt het nooit. Cambodja heeft een zogenaamd moessonklimaat. Het weer wordt voornamelijk door de moessons bepaald. De moessons brengen twee seizoenen. Gedurende het regenseizoen, van mei tot en met oktober, komt de moesson wind uit het zuidwesten en brengt het vrijwel elke dag hevige regenbuien. Zo’n 75 tot 80 procent van de jaarlijkse neerslag valt gedurende het regenseizoen. Zelfs al het niet regent is het in het regenseizoen vaak bewolkt en is er een hoge luchtvochtigheid. Gedurende het droge seizoen, van november tot en met april, komt de wind doorgaans uit het noordoosten. Regen, op af een toe een korte hevige bui na, komt dan veel minder voor. De zon is in de droge periode vaak te zien. Totaal valt er jaarlijks in Cambodja zo’n 5000 mm regen in de kustgebieden en zo’n 1400 mm in het vlakke binnenland. Godsdienst Cambodia is predominantly Buddhist with 90% of the population being Theravada Buddhist, 1% Christian and the majority of the remaining population follow Islam, atheism, or animism. Buddhism has existed in Cambodia since at least the 5th century CE Theravada Buddhism has been the Cambodian state religion since the 13th century CE (excepting the Khmer Rouge period), and is currently estimated to be the faith of 90% of the population. Islam is the religion of a majority of the Cham (also called Khmer Islam) and Malay minorities in Cambodia. According to Po Dharma, there were 150,000 to 200,000 Muslims in Cambodia as late as 1975. Persecution under the Khmer Rouge eroded their numbers, however, and by the late 1980s they probably had not regained their former strength. All of the Cham Muslims are Sunnis of the Shafi'i school. Po Dharma divides the Muslim Cham in Cambodia into a traditionalist branch and an orthodox branch. Christianity was introduced into Cambodia by Roman Catholic missionaries in 1660. However, it made little headway at first, particularly among Buddhists. In 1972 there were probably about 20,000 Christians in Cambodia, most of whom were Roman Catholics. According to Vatican statistics, in 1953, members of the Roman Catholic Church in Cambodia numbered 120,000, making it, at that time, the second largest religion in the country. In April 1970, just before repatriation, estimates indicate that about 50,000 Catholics were Vietnamese. Many of the Catholics remaining in Cambodia in 1972 were Europeans—chiefly French. American Protestant missionary activity increased in Cambodia, especially among some of the hill tribes and among the Cham, after the establishment of the Khmer Republic. The 1962 census, which reported 2,000 Protestants in Cambodia, remains the most recent statistic for the group. Observers reported that in 1980 there were more registered Khmer Christians among the refugees in camps in Thailand than in all of Cambodia before 1970. Kiernan notes that, until June 1980, five weekly Protestant services were held in Phnom Penh by a Khmer pastor, but that they had been reduced to a single weekly service after police harassment. There are around 20,000 Catholics in Cambodia which represents only 0.15% of the total population. There are no dioceses, but there are three territorial jurisdictions - one Apostolic Vicariate and two Apostolic Prefectures. Highland tribal groups, most with their own local religious systems, probably number fewer than 100,000 persons. The Khmer Loeu have been loosely described as animists, but most tribal groups have their own pantheon of local spirits. In general they see their world filled with various invisible spirits (often called yang), some benevolent, others malevolent. They associate spirits with rice, soil, water, fire, stones, paths, and so forth. Sorcerers or specialists in each village contact these spirits and prescribe ways to appease them. In times of crisis or change, animal sacrifices may be made to placate the anger of the spirits. Illness is often believed to be caused by evil spirits or sorcerers. Some tribes have special medicine men or shamans who treat the sick. In addition to belief in spirits, villagers believe in taboos on many objects or practices. Among the Khmer Loeu, the Rhade and Jarai groups have a well-developed hierarchy of spirits with a supreme ruler at its head. Bestuur The Politics of Cambodia takes place in a framework of a constitutional monarchy, whereby the Prime Minister is the head of government and a Monarch is head of state. The kingdom formally takes place according to the nation's constitution (enacted in 1993) in a framework of a parliamentary, representative democracy. Executive power is exercised by the government. Legislative power is vested in the two chambers of parliament, the National Assembly and the Senate. The Prime Minister of Cambodia is a representative from the ruling party of the National Assembly. He or she is appointed by the King on the recommendation of the President and Vice Presidents of the National Assembly. In order for a person to become Prime Minister, he or she must first be given a vote of confidence by the National Assembly. The Prime Minister is officially the Head of Government in Cambodia. Upon entry into office, he or she appoints a Council of Ministers who are responsible to the Prime Minister. Officially, the Prime Minister's duties include chairing meetings of the Council of Ministers (Cambodia's version of a Cabinet) and appointing and leading a government. The Prime Minister and his government make up Cambodia's executive branch of government. The current Prime Minister is Cambodian People's Party (CPP) member, Samdech Decho Hun Sen. The legislative branch of the Cambodian government is made up of a bicameral parliament. The National Assembly of Cambodia (Radhsaphea ney Preah Reacheanachak Kampuchea) has 123 members, elected for a five-year term by proportional representation. The Senate (Protsaphea ney Preah Reacheanachak Kampuchea) has 61 members. Two of these members are appointed by the King, two are elected by the lower house of the government, and the remaining fiftyseven are elected popularly by "functional constituencies." Members in this house serve a six-year term. The official duty of the Parliament is to legislate and make laws. Bills passed by the Parliament are given to the King who gives the proposed bills Royal Assent. The King does not have veto power over bills passed by the National Assembly and thus, cannot withhold Royal Assent. The National Assembly also has the power to dismiss the Prime Minister and his government by a two-thirds vote of no confidence. Monarchy Cambodia is a constitutional monarchy, i.e. the King reigns but does not rule, in similar fashion to Queen Elizabeth II of the United Kingdom. The King is officially the Head of State and is the symbol of unity and "eternity" of the nation, as defined by Cambodia's constitution. Unlike most monarchies, Cambodia's monarchy isn't necessarily hereditary and the King is not allowed to select his own heir. Instead, a new King is chosen by a Royal Council of the Throne, consisting of the president of the National Assembly, the Prime Minister, the Chiefs of the orders of Mohanikay and Thammayut, and the First and Second Vice-President of the Assembly. The Royal Council meets within a week of the King's death or abdication and selects a new King from a pool of candidates with royal blood.