Wie screenen voor chronisch nierlijden? Bij volgende risicofactoren screening nierinsufficiëntie: - Diabetes - Hypertensie - Cardiovasculaire aandoening - Familiale voorgeschiedenis (nierfalen of familiale nierziekte) Hoe screenen? - Geschatte glomerulaire filtratie (eGFR) MDRD formule - Proteïnurie en micro-albuminurie Acuut nierfalen? eGFR < 60 ml/min/m2? herhaal eGFR < 2 weken Vaststellen progressie Bepaal min 3 x de eGFR < 90 dagen. Proteïnurie en micro-albuminurie Ochtendurine als screeningstest - bij diabeticie: micro-albumine/creatinine - bij niet-diabetici: proteïne/creatinine Welk stadium? Stadium GFR (ml/min/1.73 m2) Beschrijving 1 90 Normale of gestegen eGFR, maar met tekenen va nierschade. 2 60–89 Lichte daling van de eGFR en tekenen van nierschade. 3A 45–59 3B 30–44 Matige daling van de eGFR, met of zonder tekenen van nierschade. 4 15–29 Ernstige daliing van de eGFR, met of zonder tekenen van nierschade. 5 < 15 Terminaal nierfalen. Frequentie screening? - Minimum jaarlijks bij risicogroepen. Wie verwijzen? - Hoogrisicopatiënten voor zorgtraject. - Patiënten met intermediair risico voor diagnostische oppuntstelling. nefroloog Hoogrisicopatiënten - chronisch eGFR <30 - eGFR 30-45 + albuminurie >200 mg/g (♂) - > 300 mg/g (♀) en/of proteïnurie >1000 mg/24 u of proteïnurie >1000mg/g. Intermediair risico - < 75 jr met eGFR 30-45 + albuminurie (20-200 mg/g (♂) - 30-300 mg/g (♀)) - eGFR 30-45 + eGFR (> 10 ml/min in 5 jr of > 5 ml/min in 2 jr) - eGFR > 45 + albuminurie (> 200 mg/g (♂) – 300 mg/g (♀) en/of proteïnurie >1000 mg/g) Bron: Van Pottelbergh G, Avonts M, Cloetens H, Goossens M, Maes S, Van Heden L, Van Royen P. Richtlijn voor goede medische praktijkvoering: Chronische nierinsufficiëntie. Antwerpen Domus Medica vzw 2012.