28 1 10 Afstanden rood even ver van A als van C even ver van A, van C en van E A blauw B Q A ligt even ver van P als van Q, B net zo. Dus AB is middelloodlijn van lijnstuk PQ, dus lijn AB staat loodrecht op lijn AB. 180° + = 90° 10 m 2 26 27 A groen blauw groen blauw schaal 1000 1: ________ de punten A en B rood Bijvoorbeeld de stippellijn M Bijvoorbeeld de stippellijn Bijvoorbeeld de stippellijn schaal 1 : 500 B rood 24 25 3 4 rood B 11 cm rood 11 cm A S groen Die liggen even ver van beide benen. Het middelpunt ligt op het midden van de schuine zijde (ABC is halve rechthoek). C De straal is de helft van de lengte van de schuine zijde, hier dus 21 cm. ∠ABS = 1 ⋅ 37° = 181°, ∠BAS = 1 ⋅ 90° = 45°, dus ∠ASB = 180° – (181° + 45°) = 1161°. ∠SCB = 1 ⋅ (180° – 37° – 90°) = 261°, dus ∠CSB = 180° – (261° + 181°) = 135° en ∠CSA = 360° – 135° – 1161° = 1081°. 50° 35° D Een vlieger AC = BC, want C ligt op de middelloodlijn. Driehoek ABC is dus gelijkbenig, dus ∠ABC = 50°; ∠ACB = 180° – 2 ⋅ 50° = 80°. ∠ADB = 360° – (2 ⋅ 85° + 80°) = 110°. een zijde van een driehoek is een lijnstuk bisssectrice van p en q een ribbe van een piramide is een lijnstuk middelloodlijn van K en L M een been van een hoek is halve lijn bisssectrice van p en q Dat is het snijpunt van de diagonalen. Nee, de cirkel door A, B en C gaat niet door D. potlood blauw rood Langs een van de getekende stippellijnen kun je meten: 2,4 cm, dat is 288 km lijnstuk CD 5 6 22 23 MIDDELLOODLIJN Op de middelloodlijn van lijnstuk AB liggen de punten die even ver van A als van B liggen. oneindig dun S oneindig veel Je kunt een middelloodlijn met je geodriehoek tekenen of met passer en liniaal. De drie middelloodlijnen van een driehoek gaan door één punt. Dit punt ligt even ver van de hoekpunten van de driehoek. ∠SAD = 1 ⋅ 51° = 251° ∠ADC = 180° – 51° = 129° ∠ADS = 1 ⋅ 129° = 641° INGESCHREVEN CIRKEL blauw rood ∠ASD = 180° – 251° – 641° = 90° Zie plaatje: oneindig veel = 90° (overstaande hoeken), de andere hoeken van de vierhoek zijn ook recht, dus rechthoek. nee De ingeschreven cirkel van een driehoek is de cirkel die de zijden van die driehoek raakt. Het is dus de grootste cirkel die je binnen de driehoek kunt tekenen Teken een (niet al te kleine) driehoek. Teken de ingeschreven cirkel van die driehoek, zoek eerst het middelpunt van die cirkel. MET PASSER EN LINIAAL Teken met vier boogjes (op een kladblaadje) : ja ja M blauw rood - de loodlijn vanuit een punt P op een lijn k, - de middelloodlijn van een lijnstuk AB, - de bissectrice van een hoek A . 20 21 8 middelloodlijn van BC A M 7 middelloodlijn van AC straal M B C Op de kaart is de weg 2,8 cm lang, dus in werkelijkheid 4,2 km. middelloodlijn RQ middelloodlijn PR 22 a 23 mm 18 mm V1 V2 M S ∠ABC = 50°, want driehoek ABC is gelijkbenig, ∠ACB = 180° – 2 ⋅ 50° = 80° ∠SAB = 1 ⋅ 50° = 25°, want lijn AS is de bissectrice van hoek CAB. Net zo is ∠SBA = 25°. ∠ASB = 180° – 2 ⋅ 25° = 130° schaal 1 : 1 cm van P en 3 cm van Q CS bissectrice van hoek C, dus ∠ACS = 1 ⋅ 80°= 40°. ∠ASC = 180° – 25° – 40° = 115° 400000 3 cm 6 cm van P en 2 cm van Q 2 cm Omdat de drie bissectrices door één punt gaan. straal AC = BC, verder AS = BS, want driehoek ASB is gelijkbenig, dus C en S liggen even ver van A als van B. Q 27 mm één één Q 9 10 18 put 19 bissectrice bissectrice m staat loodrecht op lijnstuk AB; m gaat door het midden van lijnstuk AB. middelloodlijn van AC middelloodlijn van AB Z groen rood vijf nieuwe punten 3 cm op het kaartje, dat is 6 km in werkelijkheid. middelloodlijn van AB A B middellloodlijn van BC C 16 17 11 12 D Station S B C De hoeken a en b zijn even groot, want m is de bissectrice van de hoek De hoeken c en d zijn even groot, want n is de bissectrice van de hoek S is rood gekleurd, dus S ligt even ver AB als van lijn AC van lijn ____ ___. R rood blauw S is blauw gekleurd, dus S ligt even ver 180° gestrekte hoek BC AB als van lijn ___. van lijn ___ 40° 50° Dus ligt S ook even ver van lijn AC als de bissectrice van lijn BC, dus ligt S op _________________ 180 : 2 = 90° van hoek C ___________________. rood blauw potlood X De rode punten liggen even ver ____ van A als van B _________________________________________ blauw liggen even ver De blauwe punten _____________________ van B als van C ________________________________________ rood S is rood gekleurd, dus S ligt even ver S M A als van ___. B van ___ S is blauw gekleurd, dus S ligt even ver C B als van ___. van ___ ∆PQS is zowel rood als blauw gekleurd Dus ligt S ook even ver van A als van C, middelloodlijn van AC dus ligt S op de _________________________ Y 13 14 15 rood blauw achtste A B k ligt even ver van A als van B. rood 44° blauw schaal 1 : 200 Die twee afstanden zijn gelijk rood blauw 19 mm 22° Dat ligt 2 cm van k; bovendien ligt het even ver van k als van m, dus ligt het ook 2 cm van m. 124° 62° S lijkt 90°