Wiskunde SO b Klas 3 Hoofdstuk 11 TL Uitwerking 1 Bereken de oppervlakte van de driehoek hieronder dmv inlijsten. Ieder hokje is 1 cm2 Uitwerking: 1 2 3 Je moet de oppervlakte berekenen door middel van inlijsten. Eerst bereken je de oppervlakte van de rechthoek er om heen: 7 x 5 = 35 Daar moet je de oppervlakte van driehoeken 1, 2 en 3 van aftrekken. Oppervlakte 1: 7x2:2=7 Oppervlakte 2: 6 x 5 : 2 = 15 Oppervlakte 3: 1 x 3 : 2 = 1,5 Oppervlakte : 35 – 7 – 15 – 1,5 = 11,5 2 Bereken de oppervlakten van de figuren hieronder : a 6 cm 5 cm 3 cm Uitwerking: De oppervlakte van een parallellogram is basis x hoogte De basis is 6 (hoewel het lijkt of hij meer is door de tekening, die is niet in verhouding). De hoogte moet je bepalen met de stelling van pythagoras. rechthoekzijde kwadraat 3 9 4 16 5 25 De hoogte is dus 4 De Oppervlakte is basis x hoogte = 6 x 4 = 24 cm2 b 5 cm 15 cm Uitwerking: Oppervlakte driehoek is basis x hoogte : 2. Neem 5 als basis en bereken eerst hoogte met behulp van de stelling van pythagoras rechthoekzijde kwadraat 5 25 14,14 200 15 225 De oppervlakte van de driehoek is dus : 5 x 14,14 : 2 = 35,35 cm2 3 2m 3m 9m 5,5 m Het huis hierboven heeft de vorm van een prisma a) welk grensvlak kun je dan als “bodem” nemen? b) Bereken de inhoud van dit prisma Uitwerking: a) De voorgevel van het huis. (het gekleurde deel) 2m b) Eerst moet je de oppervlakte van 3m de bodem berekenen. Die is samengesteld uit een rechthoek 5,5 m en een driehoek. 2 Oppervlakte rechthoek: 3 x 5,5 = 16,5 m Oppervlakte driehoek: basis x hoogte : 2 2 Dus: 5,5 x 2 : 2 = 5,5 m Samen vormen ze de oppervlakte van de bodem: 16,5 + 5,5 = 22 m2 De inhoud van een prisma is oppervlakte bodem x hoogte. De hoogte is 9 m Inhoud huis: 22 x 9 = 198 m3 4 Bereken de inhoud van deze piramide: 6 dm 5 dm 4 dm Uitwerking: De inhoud van een piramide is oppervlakte grondvlak x hoogte : 3 Het grondvlak is een rechthoek met oppervlakte: 4 x 5 = 20 dm2 De inhoud van de piramide is: 20 x 6 : 3 = 40 dm3 9m