6 Onderzoek campuskrant Verre reizen voor kleine beestjes Parasieten maken minstens de helft van alle soorten op aarde uit. Toch worden ze niet veel bestudeerd, zeker niet in het kader van biodiversiteit. Dat braakliggend terrein in de biologie nam Maarten Vanhove voor zijn rekening. Hij trok naar Oost-Afrika en Griekenland voor zijn doctoraat over parasitaire platwormen. Ilse Frederickx Het vergde wel wat handigheid om zijn onderzoeksonderwerp te bestuderen, vertelt Maarten Vanhove. “Ik bestudeer de Monogenea: parasitaire platwormen die vooral op en in het lichaam van vissen wonen. De soorten die ik bekeek, zijn een paar tienden van een millimeter lang. In het begin moet je leren om microscoopstalen te hanteren: je moet die wormpjes eerst zien te vinden op of in een vis. Als het dan om het DNA-onderzoek van zo’n wormpje gaat, werk je op een nog kleinere schaal.” Hoe komt een bioloog bij zo’n minuscuul wormpje uit? “Als je in de natuur kijkt naar hoe soorten ontstaan, zie je radiaties: heel lokale en snelle explosies van biodiversiteit. Voorbeelden vind je in bepaalde hot spots van biodiversiteit: gesloten systemen – zoals meren of eilanden – met een grote diversiteit aan organismen. De vraag van biologen is dan: waarom net daar en waarom zo snel?” “Er is al veel onderzoek gedaan naar soortenwolken: groepen nauw verwante soorten die door die radiaties voorkomen. De vissoorten van één meer bijvoorbeeld. Maar wat nog niet bestudeerd werd, zijn de parasieten van die soortenwolken. En aangezien elk dier gastheer is van minstens één parasiet, zijn dat er heel veel. In die soortenwolken bestaat dus een enorm grote biodiversiteit aan parasieten.” Aquarium De kersverse doctor bestudeerde de platwormen bij twee visfamilies: cichliden en grondels. “Cichliden zijn baarsachtige vissen. Ze zijn populair bij aquariumhouders vanwege hun kleuren en vormen. Een cichlide die hier bekend is, is de eetbare tilapia. Grondels zijn kleine visjes die vooral op de bodem wonen. Je treft ze in zowat elke onderwaterhabitat aan. Aan de Belgische kust vis je ze op tussen de garnalen.” De bioloog trok naar de plaatsen met de grootste biodiversiteit: voor de cichliden is dat het Tanganyikameer, voor de grondels in kwestie is dat de Balkan. Dat betekende veldwerk in de vier landen die het Tanganyikameer omringen – Congo, Zambia, Burundi en Tanzania – en in Griekenland. Hij waande zich in de tijd van Darwin: “We hebben cichliden en grondels gevonden op plaatsen waar hun aanwezigheid nog nooit eerder was vastgesteld. En bij de platwormen hebben we nieuwe vertegenwoordigers ge- vonden, want ze waren nog nooit eerder onderzocht bij deze gastheren.” “Vooral Afrika heeft een geweldig potentieel. Het was van de jaren 40 geleden dat er nog een dus ook diens evolutie. Als de gastheer door gunstige omstandigheden toeneemt in aantal soorten, gebeurt dat ook bij de parasieten. Een andere manier om tot biodiversiteit te komen, is wisselen van “Je voelt je een ontdekkingsreiziger: je bent letterlijk de eerste om die dieren te bestuderen.” wetenschappelijke expeditie van deze schaal naar de Congolese kant van het Tanganyikameer ging. Veel stukken van de kust waren slecht bestudeerd, dus je vindt nog verborgen schatten. Je voelt je een ontdekkingsreiziger: je bent letterlijk de eerste om die dieren te bestuderen.” Honkvaste wormen De biodiversiteit ontstaat op verschillende manieren: “De meeste parasieten zijn heel nauw verbonden met hun gastheer, en volgen gastheer: zo kan een nieuwe soort parasiet ontstaan. Een derde optie is dat de parasieten zich specialiseren binnen de gastheer: de ene soort op de kieuwen, de andere op de vinnen, bijvoorbeeld. Bij de Monogenea-parasieten hebben we alle opties gevonden. De meest voorkomende platwormen uit het Tanganyikameer blijken wel nogal honkvast: ze zijn kieskeurig wat de gastheer betreft. Bij de platwormen op de Griekse grondels komt gastheerwissel vaker voor.” Maarten Vanhove in Congo: “Je ondervindt er logistieke moeilijkheden: niet alles is bereikbaar en veilig. Maar ik heb er samengewerkt met capabele en gemotiveerde wetenschappers.” (© ingezonden) Maarten Vanhove heeft vooral goede herinneringen aan zijn verblijf in het oosten van Congo. “Je ondervindt logistieke moeilijkheden: niet alles is bereikbaar en veilig. Maar ik wil benadrukken dat er best te werken valt. Ik heb goed samengewerkt met het Centre de Recherche en Hydrobiologie in Uvira, aan de grens tussen Congo en Burundi. De wetenschappers zijn capabel en gemotiveerd. Ze proberen daar zonder middelen ver- der te werken na de oorlog. Ik heb niet de pretentie om mezelf een hulpverlener te noemen. Maar ik wil wel mijn steentje bijdragen aan de capaciteitsopbouw daar: de mensen krabbelen snel weer recht en nemen de draad opnieuw op. Er is eigenlijk geen reden om niet samen te werken.” Een overzicht van alle actuele doctoraatsverdedigingen vindt u op www. kuleuven.be/doctoraatsverdediging/