Werkdocument atomen, chemische bindingen & zouten Atomen, chemische bindingen & zouten 1 Werkdocument atomen, chemische bindingen & zouten Inhoud: 2 Werkdocument atomen, chemische bindingen & zouten 1 Atomen Vragen 1) Welk verschijnsel kan met behulp van DALTONs atoommodel verklaart worden? 2) Het experiment van RUTHERFORD heeft een aanpassing van het atoommodel als gevolg gehad. Waarom voldeed DALTONs model niet meer? 3) Beschrijf in eigen woorden het atoommodel van RUTHERFORD. 4) Stel een atoom zou een diameter van 100 m hebben, hoe groot is dan de atoomkern? 5) Teken het atoommodel van een heliumatoom volgens RUTHERFORD . 6) Een goudatoom heeft 79 protonen in de kern, hoeveel elektronen en hoeveel neutronen bevat dan een goudatoom? 7) Een atoom heeft atoomnummer 16 en massagetal 34. a) Hoeveel protonen, neutronen en elektronen bevat het atoom? b) Welk element wordt beschreven? 8) Een rookmelder bevat een kleine hoeveelheid Americium-241. Dat is een alfa-straler. Alfastraling bestaat uit heliumkernen. Welke atoomsoort ontstaat er in de loop van de tijd? 9) Het periodiek toont overzichtelijk alle tot nu toe bekende atoomsoorten. Met welke twee kenmerken houdt de rangschikking van de atoomsoorten rekening? 10) Welke atoomsoorten/elementen horen bij de groep van de halogenen? 11) Noem de metalen uit de 3e periode. 12) In welke groep zitten de edelgassen? 13) Neem de volgende tabel over en vul in. elementsymbool atoomnummer massagetal protonen neutronen elektronen Li Ar 7 40 17 9 12 11 19 14) Van koolstof bestaan de twee atoomsoorten C-14 en C-12. Beschrijf de bouw van deze twee isotopen. 15) Welke stoffen hebben meer chemische overeenkomsten: Se-79 en Br-79 of Mg-24 en Ca-40? Leg uit. 16) Als je de atoommassa weet weet je dan ook om welk atoomsoort het gaat? Leg uit. Practica Proef: Grootte van een molecuul 3