lap-top - WordPress.com

advertisement
8] wetenschap, technologie en samenleving
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
in de kennis-maatschappij maken wetenschap en technologie inherent deel uit van alle aspecten van het leven
wetenschap & technologie zijn in de praktijk niet te scheiden van economie, wetgeving, cultuur, ethiek, etc
wetenschap en technologie hebben doorlopend invloed op de samenleving, maar ook andersom:
het maatschappelijk debat bepaalt de publieke opinie, ethische discussies en wetgeving t.a.v. de techniek
maar wie bepaalt de agenda van dat debat? wie er mag aanschuiven? en wat serieus genomen wordt?
alleen mensen met kennis van zaken: wetenschappelijke experts, politici, ethici? of ook belanghebbenden?
en wat voor soort inbreng wordt serieus genomen in de discussie? alleen feitelijke en rationele argumenten?
feitelijkheid en redelijkheid maken dat verschil niet, maar zijn impliciet onderwerp van discussie
wat betekent dat voor de wetenschap, en voor ideeën als rationaliteit, waarheid, objectiviteit en betrouwbaarheid?
dient de wetenschap objectiviteit / waarheid? of het algemeen belang? of het belang van degene die betaalt?
in hoeverre draagt de wetenschap maatschappelijke verantwoordelijkheid t.a.v. hetgeen ze mogelijk maakt?
kennis, macht en moraal zijn geen gescheiden domeinen, maar spelen op alle niveau's een tol
kennis is niet objectief, macht is niet beperkt tot politiek, en moraal is niet het domein van ethici
§ 8.2
standaardbeeld van wetenschap
kern-begrippen in het klassieke beeld van wetenschap sinds de wetenschappelijke revolutie:
beschrijven, verklaren, experimenteren, objectiviteit, waarheid, neutraliteit, betrouwbaarheid
uitgangspunten van het klassieke beeld van wetenschap:
- ontologie: de werkelijkheid is een objectief, natuurlijk gegeven, en bestaat onafhankelijk van onze interpretatie
- epistemologie: systematische waarneming van wetmatigheden & causale verbanden leidt tot objectieve kennis
- methodologie: wetenschappelijke methodiek faciliteert een rationeel leerproces en steeds adequatere kennis
- sociale filosofie: maatschappelijke vooruitgang bouwt voort op wetenschappelijke vooruitgang
de eerste 3 punten betreffen het intern functioneren van wetenschap:
een methodisch gereguleerde wetenschap ont-dekt de wereld, en theorieën en modellen representeren deze
kennis als afbeelding of correspondentie is een realistische (in filosofische zin) opvatting van wetenschap
zowel het empirisme als het rationalisme gaan uit van het beeld van wetenschap als representatie
de wetenschaps-filosofie (van Compte t/m Popper) houdt zich bezig met de context of justification:
d.w.z. met demarcatie-criteria om pseudo-wetenschap van legitimatie kennis te onderscheiden
historici, sociologen, psychologen en economen houden zich bezig met met de context of discovery:
d.w.z. met de wijze waarop / omstandigheden waaronder wetenschappelijke kennis tot stand komt
het 4e punt betreft het extern functioneren van wetenschap:
maatschappelijke vooruitgang door wetenschappelijke vooruitgang is typisch een idee van de Verlichting:
kennis en rede bevrijden de mens van traditie, religie en mythologie (Max Weber: onttovering van de wereld)
de neutraliteit van wetenschap t.o.v. politiek en cultuur staat garant voor haar succes (Weber, 1917)
wetenschap houdt zich bezig met feiten, politiek en levensbeschouwing met waarden
Weber's waardevrijheids-postulaat wil wetenschappelijke kennis zuiveren van waarden en ideologie,
maar ook andersom: politieke en democratische meningsvorming behoeden voor technocratie en sciëntisme
Jürgen Habermas bekritiseerd Webers 'scheiding der machten'
als kennis en rationaliteit gescheiden moeten blijven van politiek, dan gaat politiek alleen nog over smaak
doelen (politiek) en middelen (hoe) kunnen niet los van elkaar gezien worden (decisionistisch model)
in de kennismaatschappij is het gevaar van technocratie nog veel groter dan in Weber's dagen
democratische en politieke wilsvorming lopen aan de leidband van planbureau's en rekenkamers
63
op andere terreinen bepalen kleine elites van politici en wetenschappelijk experts de agenda
als tegengif voor technocratie pleit Habermas voor een pragmatisch model voor de relatie wetenschap-politiek:
reguliere en gereguleerde communicatie tussen beide, in de openbaarheid, zichtbaar en controleerbaar
objectieve wetenschap en democratische politiek bevinden zich op de uiteinden van een schaal,
samen met feiten & waarden, middelen & doelen, experts & burgers, kennis & belangen, rede & zede
ook al kunnen beide domeinen niet strikt gescheiden worden, ze dienen zo zuiver mogelijk gehouden te worden
dit beeld van wetenschap en samenleving worden wel mode-1 science en mode-1 society genoemd 1
de samenleving bestaat uit sub-systemen: wetenschap, politiek, cultuur, economie, recht
wetenschap richt zich op zuivere certified knowledge 2, niet bezoedeld door economie, politiek of religie
de wetenschap is disciplinair georganiseerd en georiënteerd (elk vakgebied zijn eigen leest),
en wordt gereproduceerd en intern beoordeeld door de wetenschappelijke gemeenschap
dit beeld voldoet niet meer: staat, markt politiek en cultuur raken steeds verder vervlecht
vermaatschappelijking van wetenschap en verwetenschappelijking van maatschappij leiden tot mode-2
in mode-2 science en mode-2 society is niet differentiatie / segregatie het sleutelwoord, maar integratie
kenmerkend zijn inter-disciplinaire probleem-gerichtheid, hybride samenwerkings-verbanden en vele actoren:
onderzoekers, politiek, industrie, maatschappelijke organisaties, belangen-verenigingen, leken, media, etc
onderzoeks-doelen, methoden, theorieën en evaluatie-kriteria staan daardoor steeds ter discussie
mode-1 science bevond zich op de Olympus (tempel), mode-2 science bevindt zich in de Agora (markt)
§ 8.3
kennis en handelen
wetenschaps- of kennis-sociologie heeft, meer dan de wetenschaps-filosofie, oog voor belangen en macht,
en voor de plaats- en tijd-gebondenheid, contextualiteit en perspectiviteit van kennis
Karl Marx spreekt over bourgeois-wetenschap, Karl Mannheim over Seinsverbundenheit des Wissens
de mens- en geestes-wetenschappen bekritiseerden de wetenschap vanwege hun naturalisme en positivisme
de natuur-wetenschappen interpreteren fenomenen waar geen intentie achter gezocht wordt
dubbele hermeneutiek: de sociale wetenschappen interpreteren fenomenen die zelf ook interpreteren
sociaal-wetenschappelijke interpretatie moet rekenschap geven van actor-interpretatie
objectiviteit in de natuurwetenschappen is gebaseerd op inter-subjectiviteit binnen het disciplinaire veld
het object van onderzoek heeft daarin geen mening, intenties, ideeën, overtuigingen, etc
maar inter-subjectiviteit in de sociale wetenschappen betrekt ook het object van onderzoek daarin
de 'gegeven werkelijkheid' van de sociale wetenschappen is de actor + de actor-interpretatie
object = dus ook (een) subject, dat zelf de wereld interpreteert, op een eigen wijze
welke interpretatie is dan de juiste: die van de onderzoeker (subject), of van de onderzochte(n) (object)?
het beeld van wetenschap-als-representatie komt hierdoor in de problemen
(het behaviorisme meende dit probleem te omzeilen door zich alleen te richten op waarneembaar gedrag)
daarbij: wetenschappelijke interpretaties zijn van invloed op actor-interpretaties (self-fulfilling prophecies)
zo leidt de dubbele hermeneutiek tot een dynamisch proces waarin subject en object niet te scheiden zijn
representatie maakt plaats voor interventie: de sociale werkelijkheid wordt mede-vormgegeven door wetenschap
dat heeft gevolgen voor het extern functioneren van wetenschap: de maatschappelijke rol van expertise kennis
maar geldt dit alleen voor de sociale wetenschappen? de dubbele hermeneutiek speelt niet t.a.v. de natuur
groei van kennis in het klassieke standaardbeeld van wetenschap gaat uit van lineaire geschieds-schrijving 3
het gaat uit van het heden (presentisme), en interpreteert de geschiedenis als een opmaat daartoe
wetenschappelijke vooruitgang leidt tot steeds betere representaties, en benadert steeds meer de waarheid
alles wat niet in dat lineaire beeld past wordt genegeerd of gemarginaliseerd (Whig history)
64
kennis-sociologie ontstond in de jaren '20 met Max Scheler en Karl Mannheim (Ideologie und Utopie, 1929)
door de dominantie van het behaviorisme & functionalisme bleef het een enigzins marginale stroming
in de jaren '60 komt hierin verandering met het werk van Thomas Kuhn, Michel Foucault, en
Peter L. Berger & Thomas Luckmann (The Social Construction of Reality; 1966)
Kuhn meent dat wetenschap zich discontinu ontwikkelt, en dat elke periode zijn eigen paradigma heeft
daarom moeten we onze bril van het heden afzetten, en kijken door de bril van het betreffende verleden
wetenschap is dus een representatie van de werkelijkheid, maar niet de representatie (geen Waarheid)
de werkelijkheid zelf veranderd niet door de eeuwen heen, alleen ons beeld / beschrijving van de werkelijkheid
in kantiaanse termen: het Ding an sich is stabiel, in zichzelf besloten, maar onze interpretatie verandert
in 1972 stelt Kuhn het radicaler: "na een revolutie staan wetenschappers met een andere wereld in contact"
hij bedoelt daarmee dat de wetenschappelijke wereld veranderd is: het discours, het lexicon, de praktijk
Aristoteles leefde in een andere wereld dan Newton, en dus kwam hij tot andere theorieën over bijv. beweging
taal is niet descriptief (representatief), maar performatief (werkelijkheids-stichtend)
we zouden voor dit onderscheid de termen werkelijkheid en wereld kunnen onderscheiden:
de wieler-wereld, de academische wereld, de wereld van het kind, De wereld van Sofie (Jostein Gaarder)
werelden zijn levensvormen (culturen), en worden gesticht door taal-spelen (Wittgenstein II)
Searle (handelings-theorie / speech-acts) onderscheidt regulatieve en contitutieve regels:
- regulatieve regels reguleren de gang van zaken (handelingen) binnen een taal-spel / levensvorm / cultuur
regulatieve regels dienen ter beoordeling van bestaande handelingen, waarop geanticipeerd is
- constitutieve regels definiëren / bepalen een taal-spel / cultuur; zonder deze regels bestaat het spel niet
constitutieve regels creëren handelingen waarop niet geanticipeerd is
een (scheids)rechter is er voor het bewaken van regulatieve regels, constitutieve regels maken het spel
om de interpretatie van regulatieve regels kan worden gestreden, maar constitutieve regels zijn pre-reflexief
of een overtreding een gele kaart verdient kan bediscussieerd worden, maar of buitenspel acceptabel is niet
tijdens een periode van normale wetenschap (business as usual) gelden er regulatieve regels
na een paradigma-verschuiving gelden er andere constitutieve regels (en mogelijk andere regulatieve regels)
de constitutieve regels maken het paradigma, en worden geleerd door te doen, in navolging van een voorbeeld
invoering in de praktijk (ingewerkt worden) impliceert invoeging in de consensus / het werelbeeld
een wetenschappelijke discipline veronderstelt dus letterlijk disciplinering / opvoeding / aanpassing
wetenschap is dus niet zozeer een kennis-systeem, maar een handelings-systeem van collectieve praktijken
normatieve wetenschaps-filosofie maakt zo plaats voor descriptieve wetenschaps-sociologie, -antropologie, etc
in empirisch wetenschapsonderzoek gaat het niet om het resultaat, maar het proces van wetenschapsbeoefening
hoe worden feiten gemaakt, controverses beslecht, onderzoeks-resultaten aanvaard / verworpen, etc?
demarcatie is niet de taak van de wetenschaps-filosoof / -socioloog, maar van wetenschappelijke actoren zelf
§ 8.4
sociaal constructivisme
in de jaren '70 leidden studies naar wetenschappelijke controverses tot een empirische wending:
de wetenschaps-filosofie is niet in staat om zich boven de partijen te stellen: wetenschap blijkt interpretatie
waarnemings-data uit experimenten (feiten) laten zich verschillend interpreteren, afhankelijk van het paradigma
de vraag wordt dan wat eigenlijk goede experimenten zijn; maar ook dat is afhankelijk van het paradigma
wat een middel ter beslechting moet zijn (experiment) wordt onderwerp van de controverse
m.a.w: kennis-claims zijn interpretatief flexibel: afhankelijk van het paradigma
controverses worden opgelost met sociale middelen: wetenschappelijke reputatie, sociaal netwerk, etc
wetenschappelijke kennis is dus een sociaal construct, net zoals andere vormen van cultuur en wereldbeeld
65
het strong programme (Bloor, Barnes) zoekt naar sociologische verklaringen voor het ontstaan van wetenschap
centraal in het constructivisme staat de symmetrie-eis: maak geen onderscheid tussen ware en onware kennis
sociologische benaderingen moeten onpartijdig zijn; d.w.z. geen mening hebben over de geldigheid van kennis
Rorty: "waarheid is slechts het compliment aan datgene waaraan we niet meer twijfelen"
Nietzsche: "Waarheid is en beweeglijk leger van metaforen [en] antropomorfismen [...] die door lang gebruik een volk vast,
canoniek en bindend voorkomen: waarheden zijn illusies waarvan men heeft vergeten dat het illusies zijn. Daarom liegt de
mens elke keer wanneer hij meent de waarheid te spreken." (Über Wahrheit und Lüge im aussermoralischen Sinne; 1873)
kortom: wetenschap is mensenwerk: onderhandelen, macht, reputatie en belangen spelen de hoofdrol
het verschil tussen ware en onware kennis is dus even triviaal als tussen winners en losers van een oorlog
er is in de praktijk geen verschil te maken tussen gelijk hebben en gelijk krijgen
dit sociaal constructivisme is fel bestreden als zijnde relativistisch
zonder realistische / naturalistische aannames (objectiviteit bestaat) zou de wetenschap onthand zijn
twee vragen die rijzen:
1] als sociaal constructivisme gelijk heeft, hoe is realisme / naturalisme / representationalisme dan vol te houden?
2] hoe kan er wetenschappelijke & technologische vooruitgang worden geboekt als het allemaal bedacht is?
m.a.w: hoe kan het dat de wetenschap in 1969 drie mensen naar de maan heeft gebracht?
1] Woolgar & Latour (1979) introduceren het splitting-and-inversion-model
1
2
3
4
5
onderzoeker komt met onderzoeks-voorstel
voorstel voorspelt een feit
feit wordt onderzocht
als het feit wordt waargenomen bevestigt dat 1 & 2
dan kunnen we stap 1 t/m 3 (de constructie) vergeten: het feit (4) is immers bewezen
kant-en-klare wetenschap schetst een beeld van opeenvolging van successen: 4-5, 4-5, 4-5, 4-5, etc
stap 1 t/m 3 wordt stelselmatig uitgepoetst / vergeten / genegeerd
het verleden wordt gereconstrueerd als een rationele opmars der vooruitgang (vgl. Hegel's dialectiek)
m.a.w: de Waarheid heeft een prijs: stelselmatige geschieds-vervalsing
(vgl: het zuiveren van het straatbeeld in post-communistische landen van Lenin & Marx referenties)
zo ontstaan feiten, die lijken onafhankelijk van de wetenschappelijke praktijk te bestaan
Woolgar & Latour focussen juist op stap 1 t/m 3: kronkelwegen, zijpaden, probeersels, mislukkingen, etc
wetenschap-in-actie laat zien hoe feiten gaandeweg geconstrueerd worden
2] Collins' empirical programme of relativism suggereert dat de wetenschappelijke werkelijkheid verzonnen is
dan zou er dus geen enkel onderscheid te maken zijn tussen waar en onwaar, goede en slechte wetenschap?
Rorty bestrijdt dit: angst voor het relativisme komt voort uit het realisme, zoals Satan voortkomt uit het geloof
Nietzsche: "De Ware wereld hebben we afgeschaft, welke wereld bleef er over?
De schijnbare misschien? Nee, met de ware hebben we ook de schijnbare afgeschaft!"
"God is dood!" betekende het einde van het dualisme, het geloof in het onderscheid tussen waarheid en schijn
§ 8.5
kritiek op de moderne constitutie: Bruno Latour
volgens Latour heeft het sociaal constructivisme wel degelijk een probleem: door haar sociaal reductionisme
zoals naturalisten / epistemologisch realisten alles willen reduceren tot natuur (fysica en evolutie),
zo reduceert het sociaal constructivisme alles tot (wetenschaps)-cultuur (sociologie en antropologie)
sociaal constructivisme is daarmee niet veel anders dan de kennis-sociologie van Marx en Mannheim
daarom schrapt Latour in 1986 'sociaal' uit the social construction of scientific facts (1979) 4
66
deze aanpassing weerspiegelt een 2e wending in de wetenschaps-theorie:
de 1e was van normatieve wetenschaps-filosofie naar empirische wetenschaps-sociologie (constructivisme),
de 2e is een verschuiving van sociaal constructivisme naar Latour's actor-netwerk theorie (ANT)
1] Latour pleit voor een radicalere toepassing van de symmetrie-eis (onpartijdigheid):
onpartijdigheid geldt niet alleen t.a.v. ware en onware kennis, maar ook t.a.v. natuurlijke en culturele (f)actoren
sociale (f)actoren zijn evenmin onafhankelijke verklarende variabelen van feiten als natuurlijke (f)actoren
maak geen onderscheid tussen content en context (kennis en sociale aspecten van wetenschaps-beoefening)
beide zijn het resultaat van hetzelfde constructie-proces
2] bij stap 4 van het splitting-and-inversion-model spelen niet alleen sociale (f)actoren
dan zouden critici van het sociaal constructivisme / relativisme gelijk hebben: de werkelijkheid wordt ontkend
feiten zijn misschien niet altijd even hard, maar wetenschappelijke feiten zijn evenmin zacht
behalve collega's spelen er vele niet menselijke (f)actoren mee: theorieën, instrumenten, statistieken, geld, etc
ook het 'object' van onderzoek speelt een rol
feiten worden hard gemaakt, en daarvoor wordt hard gewerkt, met een veelheid aan middelen
en al die (f)actoren moeten meewerken: de werkelijkheid, de techniek, de collega's, de geldschieters, etc
3] wetenschap is niet autonoom, maar is verankerd in maatschappelijke handelings-praktijken:
ze vindt plaats in het laboratorium, maar evenzeer op congressen, bij het ministerie van OC&W, in de media, etc
door zijn laboratorium te 'vertalen' naar de context van de politiek en het platteland boekte Pasteur succes
zo werd Frankrijk eind 19e eeuw 'gepasteuriseerd'
wetenschap & technologie worden niet alleen beïnvloed door sociale en politieke factoren,
wetenschap & technologie functioneren zelf ook als sociale en politieke actoren
wetenschappelijke kennis wordt vertaald naar technologische toepassingen voor maatschappelijke problemen,
en maatschappelijke en technologische problemen worden vertaald naar wetenschap (Latour: translatie)
wetenschap, technologie en samenleving co-evolueren in een voortdurend wederzijds beïnvloedend proces
en zo ontstaan er netwerken waarin er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen subject en object,
elk netwerk bestaat uit vele actoren, waaronder ook niet-mensen (instrumenten, organisaties, bacterieën, etc)
netwerken zijn hybride collectieven van humans en non-humans die elkaar op vele niveau's beïnvloeden
daarmee zijn non-humans (techniek, natuur, zowel levend als niet levend) dus ook actoren
in We have never been modern bekritiseert Latour de moderne constitutie (het paradigma van de Verlichting)
het 'officiële' verhaal van de moderne constitutie gaat uit van 3 kernwaarden:
a) wetenschappelijke & technologische beheersing van de natuur
b) politieke emancipatie van de mensheid
c) een strikte scheiding tussen feiten en waarden, wetenschap en politiek, kennis en macht, natuur en cultuur
- wetenschap representeert de gegeven werkelijkheid, is truth-revealing, de feiten spreken voor zich
- politiek representeert mensen, is trust-building (tussen burger en vertegenwoordiger)
zonder c) zijn wetenschappelijke en maatschappelijke vooruitgang (a & b) niet mogelijk
de niet-officiële versie is die van mediatie binnen hybride netwerken van mensen en dingen, natuur en cultuur
de moderne constitutie heeft mediatie, translatie en hybridisering altijd toegepast, maar niet erkend
mensen en dingen, natuur en cultuur, wetenschap en politiek, feiten en waarden worden permanent vermengd
het is de januskop van de dominee-koopman: het één prediken, het andere doen
juist de samenhang tussen kennis & macht, en de ontkenning ervan, is het succes van de moderne constitutie
er is een hechte relatie tussen wetenschap & politiek, en tussen technologie en sociale verhoudingen
voorbeeld: Langdon Winner's analyse (1991) van de bruggen ontworpen door Robert Moses (jaren '20)
Moses' bruggen naar Long Island laten geen voertuigen hoger dan 3 mtr door; dus wel auto's maar geen bussen
zo voorkomen de bruggen dat mensen die geen auto hebben de parken en stranden van Long Island bezoeken
gemiddeld genomen reist de armere onder-klasse (zwarten) per bus, en wordt daarmee van Long Island geweerd
na de afschaffing van de 'apartheid' in de V.S. blijven Moses' bruggen bestaan, en blijven ze effect sorteren
zo leiden artefacten en levenloze objecten een eigen leven, en onttrekken ze zich aan 'onze' controle 5
67
wij denken over technologieën in termen van functie, doel & middel, maar zij zijn zelf actoren
techniek & design dwingen ons, vormen ons en beïnvloeden ons gedrag (zelfs al is het doel obsoleet)
verkeersdrempels oefenen autonoom invloed uit op hun omgeving, zijn belichaamde (embodied) regelgeving
Latour noemt als voorbeelden: Parijse metro-tunnels, hotel-sleutel-hangers, deurdrangers, Aramis-treintjes
omdat kennis, macht en moraal ingebed zijn in dingen (embodied), zijn netwerken moeilijk te veranderen
de sociale orde / cultuur bestaat niet bij gratie van inter-subjectief gedeelde waarheden, normen en waarden
ook dingen / non-humans (natuur & technologie) nemen hierin plaats
bio-technologie (bijv. genetische manipulatie) verandert niet alleen organismen (natuur), maar ook ons (cultuur)
technologische artefacten zijn niet alleen een middel voor een doel, maar zijn daarmee zelf politieke actoren
doordat zij bepaalde effecten sorteren (ons gedrag beïnvloeden) belichamen zij een moraal
technologieën / artefacten creëren nieuwe sociale verhoudingen, mensbeelden en normatieve kaders
het ultieme hedendaagse voorbeeld zijn wellicht de social media (facebook, twitter)
§ 8.6
de risico-maatschappij: Ulrich Beck
de (huidige) moderne maatschappij wordt steeds meer gekenmerkt door grens-kwesties (Latour)
grens-kwesties laten zich niet reduceren tot normatief-politieke problemen, noch tot technisch-wetenschappelijke
BSE, Fukushima, global warming, ziekenhuis-bacteriën, dioxine-kippen, euthanasie, genetische screening, etc
Ulrich Beck: de moderne industriële samenleving is, juist door haar succes, in de gevaren-zone geraakt
de onbedoelde effecten van de moderniteit (bijv. milieu-problemen) vormen een gevaar voor de moderniteit
de spiegel (reflectie) die de wetenschap ons voorhoudt moet ook leiden tot handelen (reflex-ie)
een reflexieve herziening van de basis-instituties van de moderne maatschappij: wetenschap & politiek
de klassieke taakverdeling: politiek gaat over doelen, wetenschap / technologie / bureaucratie over de middelen
maar deze taakverdeling is onhoudbaar: wetenschap en politiek zijn onontwarbaar vervlochten
als wetenschap & technologie de oorzaak zijn van veel problemen, waarom ze dan vertrouwen?
omdat ze ook een belangrijk deel uitmaken van de oplossing: we kunnen niet zonder
het broeikas-effect is erdoor veroorzaakt, gesignaleerd, in kaart gebracht, en zal erdoor moeten worden opgelost
risico's zijn niet objectief: risico-perceptie en risico-definitie zijn sociaal-maatschappelijke processen
naast experts en politici hebben ook burgers, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven een rol
expertise, contra-experise, meningen, belangen, normen en waarden spelen allemaal mee
wetenschap en politiek zijn onderhevig aan de-monopolisering en verplaatsing van de discussie,
wat leidt tot ontgrenzing van wetenschap en politiek, hun uitholling en ondermijning van hun autoriteit
BSE (gekke-koeien-ziekte) is Beck's favorite voorbeeld van georganiseerde onverantwoordelijkheid
wetenschap, politiek, consumenten / burgers, en bedrijfsleven spelen elkaar de zwarte piet toe
de instituties van de industriële samenleving voldoen niet meer in de post-industriële risico-maatschappij
het gaat niet meer alleen om de risico's als zodanig, maar vooral ook om hoe er mee wordt omgegaan:
georganiseerde onverantwoordelijkheid leidt tot wantrouwen, afbraak van sociale cohesie, cynisme, etc
de positieve keerzijde hiervan kan zijn: democratisering van wetenschap & technologie
goed geïnformeerde burgers stellen zich kritisch op en eisen transparantie, openbaarheid en inspraak
twee gevolgen zijn dan:
- depolitisering van de traditionele politiek, met haar democratische en constitutionele garanties & procedures
- politisering van niet-politieke instituties, waar geen sprake is van democratische garanties en procedures
dit betekent dat macht een factor is, totdat ook daar democratisering optreedt: zeggenschap & participatie
dit zal leiden tot nieuwe vormen van politiek handelen en decentralisering van de democratie
dit betekent wel dat burgers minder consument, en meer burger dienen te worden
68
1
Nowotny, Gibbons, Limoges, Scott, Trow: The new production of knowledge: the dynamics of science and research in contemporary societies (1994)
2
Robert K. Merton: The Normative Structure of Science (1973)
"Aan het begrip evolutie liggen twee fundamentele vooronderstellingen ten grondslag. Ten eerste dat de wereld uit fenomenen bestaat die in een
bepaalde rangorde geplaatst kunnen worden, met andere woorden dat er hogere en lagere vormen van leven bestaan. En ten tweede dat zich in de
loop van de tijd een proces afspeelt waarbij lagere vormen zich ontwikkelen tot hogere." (Hastrup & Ovesen, in: Kuiper & Zorgdrager, 1983; p.89)
3
het voorwoord bij de 2e editie van Laboratory life: the social construction of scientific facts (1986) stelt: "The most substantial change to the first
edition is the addition of an extended postscript in which we set out some of the reactions to the book's first publication in the light of developments in
the social study of science since 1979. The postscript also explains the omission of the term 'social' from this edition's new subtitle."
4
5
zelfs de vraag of de brug ontworpen is met dat doel (die functie) is irrelevant: in de praktijk is dat wat de brug doet
vgl: een oog of hart zijn niet ontworpen met een doel, maar ze hebben wel een specifieke (uit)werking
69
Download