SECTORPLAN @073 Batterijen en accu’s Sectorplan @073 Batterijen en accu’s I Afbakening sectorplan Dit sectorplan heeft betrekking op de verwerking van batterijen en accu’s. Een batterij of accu is een bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie. Batterijen en accu’s kunnen zware metalen, zoals zink, cadmium, nikkel, kwik en lood(verbindingen) bevatten. Niet onder dit sectorplan vallen batterijen en accu’s die worden gebruikt in: a. apparatuur, aangewend in samenhang met de bescherming van wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, met uitzondering van producten die niet voor specifieke militaire doeleinden zijn bestemd; b. apparatuur bestemd om de ruimte ingestuurd te worden. Deze afvalstoffen vallen onder het beleidskader. II Minimumstandaard voor verwerking De minimumstandaard voor het be- en verwerken van batterijen en accu’s in het algemeen is wegnemen van vloeistoffen en zuren gevolgd door materiaalhergebruik. Specifiek per type betekent dit het volgende - voor lood-zuurbatterijen en -accu’s is de minimumstandaard scheiding in componenten gevolgd door: * materiaalhergebruik van lood en zuur * nuttige toepassing van de kunststofcomponenten m.u.v. bakkelietafval * verbranden van bakkelietafval en * storten van andere componenten als bouten, klemmen en andere niet-herbruikbare componenten. - voor nikkel-cadmiumbatterijen en -accu’s geldt (cumulatief) * recycling van ten minste 75 % van het gemiddelde gewicht * zo groot mogelijke recycling van het cadmiumgehalte als technisch en financieel haalbaar en * materiaalhergebruik van de aanwezige metalen. - voor andere afgedankte batterijen en accu's geldt (cumulatief) * recycling van ten minste 50 % van het gemiddelde gewicht en * materiaalhergebruik van de aanwezige metalen. III In- en uitvoer Het toetsingskader, de bezwaargronden en de bijbehorende procedures voor in- en uitvoer zijn opgenomen in hoofdstuk @12 van het beleidskader. De uitwerking voor batterijen en accu’s is hierna gegeven. (Voorlopige) verwijdering In- en uitvoer van batterijen en accu’s voor verwijdering wordt in beginsel niet toegestaan, omdat: - storten niet is toegestaan op grond van nationale zelfverzorging en omdat de overbrenging niet in overeenstemming is met nationale wettelijke bepalingen, en - voorlopige verwijdering altijd een te storten restfractie oplevert en het storten van de restfractie niet is toegestaan op grond van nationale zelfverzorging en omdat de overbrenging niet in overeenstemming is met nationale wettelijke bepalingen. (Voorlopige) nuttige toepassing Uitvoer van batterijen en accu’s voor (voorlopige) nuttige toepassing wordt in beginsel toegestaan, tenzij uiteindelijk zoveel van de overgebrachte afvalstof wordt gestort dat de mate van nuttige toepassing de overbrenging niet rechtvaardigt. Het toetsingskader hiervoor is paragraaf @ beleidskader. Pagina 1 van 7 SECTORPLAN @073 Batterijen en accu’s Invoer van batterijen en accu’s voor (voorlopige) nuttige toepassing wordt in beginsel toegestaan wanneer dit in overeenstemming is met de Nederlandse minimumstandaard. Pagina 2 van 7 ACHTERGRONDEN/TOELICHTING BIJ SECTORPLAN @73 (geen onderdeel LAP) IV Achtergrond afbakening en omvang van de stroom Omvang afvalstroom De totale productie aan batterijen en accu’s in de afvalfase in Nederland bedraagt ongeveer 42,5 kton (gegevens 2005). Dit is opgebouwd uit ongeveer 40 kton lood-zuurbatterijen en -accu’s en ongeveer 2,5 kton overige batterijen en accu’s Euralcodes Voor de feitelijke afbakening is paragraaf I van het sectorplan bepalend. De in tabel @073.x genoemde Euralcodes kunnen betrekking hebben op afval dat valt onder de reikwijdte van dit sectorplan. Deze opsomming is indicatief. Wanneer aard en/of herkomst van een afvalstroom in overeenstemming zijn met paragraaf I van het sectorplan, dan is niet van belang of de voor de afvalstroom gehanteerde Euralcode al dan niet in dit sectorplan of in andere sectorplannen wordt genoemd. Tabel @073.x Indicatief overzicht van Euralcodes 090111, 090112, 160601, 160602, 160603, 160604, 160605, 200133, 200134 Monitoring De monitoring van batterijen en accu’s vindt jaarlijks plaats op basis van de meldingen aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen in combinatie met de jaarlijkse verslaglegging van Stibat in het kader van de producentenverantwoordelijkheid aan SenterNovem. SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer rapporteert jaarlijks over de monitoring en de resultaten in de monitoringrapportage Nederlands afval in cijfers, gegevens …… (@link). V Overwegingen bij de minimumstandaard BREF Bij het vaststellen van de minimumstandaard voor batterijen of accu’s zijn de in het kader van de IPPCrichtlijn @link opgestelde ’BBT-referentiedocumenten (BREFs)’ betrokken. Voor batterijen of accu’s zijn geen als BBT aangemerkte bepalingen gevonden die betrekking hebben op de wijze waarop deze afvalstroom verwerkt moet worden. De IPPC-richtlijn en daarop gebaseerde BREFs hebben dan ook geen gevolgen voor de norm die in de minimumstandaard is vastgelegd. Hoogwaardigheid van verwerking De minimumstandaard voor batterijen en accu’s sluit aan bij het algemene beleid dat is gericht op het sluiten van kringlopen en het nuttig toepassen van afvalstoffen op een zo hoogwaardig mogelijke wijze en met zo min mogelijk verlies aan kwaliteit (zie ook @link naar ketenbeleid in beleidskader). Verwerking van batterijen en accu’s volgens de minimumstandaard vermindert het gebruik van primaire grondstoffen, zonder dat bewerkingen van de reststoffen nodig zijn die grote negatieve milieugevolgen hebben. De minimumstandaard is daarom milieuhygiënisch gezien gewenst. Relatie tot de praktijk in Nederland / uitvoerbaarheid / bedrijfszekerheid De minimumstandaard sluit aan bij een bestaande wijze van verwerking en is daarmee uitvoerbaar en bedrijfszeker. Relatie minimumstandaard en gebruikelijke verwerking in het buitenland Het niveau van verwerking dat in de minimumstandaard is vastgelegd komt overeen met de gangbare wijze van verwerking in het buitenland. In de Europese wet- en regelgeving zijn in bijlage III, deel B van de richtlijn 2006/66/EG (zie verder onder Wet- en regelgeving) materiaalhergebruikspercentages voorgeschreven, die zijn overgenomen in de Nederlandse wetgeving. De huidige verwerking in Nederland resulteert al jaren in hogere hergebruikpercentages, er is geen reden de huidige verwerking aan te passen. Met de komst van de Europese regelgeving is de verwachting dat de overblijvende verschillen beperkt zullen zijn. De gekozen minimumstandaard leidt dus niet tot een ongelijk speelveld tussen Nederland en de omringende landen. Pagina 3 van 7 ACHTERGRONDEN/TOELICHTING BIJ SECTORPLAN @073 Batterijen en accu’s Kosteneffectiviteit Verwerken van batterijen en accu’s volgens de minimumstandaard wordt algemeen aanvaard als haalbaar en kosteneffectief. Specifieke aspecten / ontwikkelingen De Europese Richtlijn 2006/66/EG van 6 september 2006, en de daarop gebaseerde Nederlandse wetgeving (Besluit en Regeling Beheer Batterijen en accu’s) hebben geleid tot een specifieke inzamel-, be- en verwerkingsstructuur voor batterijen en accu’s. Zie voor de inhoudelijke consequenties onder Wet- en regelgeving. Ten opzichte van LAP1 lijken de minimumstandaarden door aanpassing aan de Richtlijn sterk aangepast, maar in materiele zin is dit echter beperkt het geval. - Voor lood-zuurbatterijen en -accu’s wordt met materiaalhergebruik van zuur en lood en nuttige toepassing van de kunststof het beleid van LAP1 voortgezet. Hiermee wordt tevens het minimale recyclingpercentage (65%) uit de richtlijn gehaald. - Voor de andere twee categorieën wordt de minimumstandaard uit LAP1 (nuttige toepassing van de metalen) voortgezet, zij het dat voor de formulering nu - in lijn met de richtlijn - is gekozen voor materiaalhergebruik. Voor metalen komt dat in de praktijk op hetzelfde neer. In de uitzonderlijke gevallen dat met hergebruik van de metalen niet wordt voldaan aan de minimale recyclingpercentages (75% voor nikkel-cadmiumbatterijen en -accu’s en 50% voor andere batterijen en -accu’s) leidt de richtlijn tot aanvullende eisen en is de minimumstandaard dus ook daadwerkelijk een aanscherping t.o.v. LAP1. VI Beleid en regelgeving Wet- en regelgeving voorzover relevant voor deze stroom De lidstaten van de EU dienen uiterlijk op 26 september 2008 te voldoen aan Richtlijn 2006/66/EG (6 september 2006) inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s @link. Het Ministerie van VROM heeft deze richtlijn in het Besluit Beheer batterijen en accu’s @link en de daarop gebaseerde Regeling Beheer batterijen en accu’s @link geïmplementeerd. - algemeen Voor batterijen en accu’s gelden verboden voor het op de markt brengen van: a. batterijen en accu’s die meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik bevatten; b. draagbare batterijen en accu’s die meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium bevatten. Het verbod onder a. geldt niet voor knoopcellen met een kwikgehalte van ten hoogste 2 gewichtsprocent. Het verbod onder b. geldt niet voor draagbare batterijen en accu’s die bestemd zijn voor het gebruik in nood- en alarmsystemen (incl. noodverlichting), medische apparatuur of draadloze elektrische gereedschappen. Uiterlijk op 26 september 2010 beziet de Europese Commissie of relevante voorstellen worden gedaan om cadmium in batterijen of accu’s te verbieden. In de Europese Richtlijn 2006/66/EG zijn in bijlage III, deel B recyclingrendementen voorgeschreven, die lager liggen dan bij de gangbare praktijk in Nederland worden behaald. Daarnaast wordt in artikel 12, onder voorwaarden, de mogelijkheid gegeven bepaalde typen batterijen of accu’s op stortplaatsen of ondergronds op te slaan. In de huidige praktijk worden accu’s en batterijen vrijwel volledig nuttig toegepast bij gespecialiseerde verwerkers, deels in het buitenland. Deze verwerking is algemeen geaccepteerd. Daarom wordt in vergelijking tot LAP1 de minimumstandaard niet gewijzigd, hoewel de minimumstandaard in Nederland daarmee hoogwaardiger is dan conform de Europese Richtlijn (minimaal) is voorgeschreven. - indeling batterijen en accu’s De Richtlijn en de daarop gebaseerde Nederlandse wet- en regelgeving maken onderscheid in een drietal soorten batterijen of accu’s. Dit onderscheid is van belang voor de producentenverantwoordelijkheid en daarmee de inzamelstructuur. Pagina 4 van 7 ACHTERGRONDEN/TOELICHTING BIJ SECTORPLAN @073 Batterijen en accu’s Onder draagbare batterijen of accu’s vallen alle afgedichte batterijen of accu’s die zonder probleem met de hand kunnen worden gedragen. Voorbeelden van draagbare batterijen of accu’s zijn ééncellige batterijen (zoals AA- en AAA-batterijen) en batterijen en accu’s die door consumenten of beroepshalve worden gebruikt in mobiele telefoons, draagbare computers, draadloos elektrisch gereedschap, speelgoed en huishoudapparaten (zoals scheerapparaten en handstofzuigers, inclusief vergelijkbare apparaten die in scholen, winkels restaurants etc. worden gebruikt) en elke andere batterij of accu die door consumenten kan worden gebruikt op een normale manier in het huishouden. Onder industriële batterijen of accu’s vallen alle batterijen of accu’s die uitsluitend voor gebruik voor industriële of professionele doeleinden zijn ontworpen of in elk type elektrisch voertuig worden gebruikt. Onder autobatterijen of –accu’s vallen alle batterijen of accu’s die worden gebruikt voor het starten, voor de verlichting of het ontstekingsvermogen van een voertuig, niet zijnde een elektrisch voertuig. - inzameling en producentverantwoordelijkheid De Europese richtlijn bepaalt dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat er geschikte inzamelingssystemen worden opgezet voor afgedankte draagbare batterijen en accu’s, en voor afgedankte autobatterijen en – accu’s. De richtlijn formuleert een aantal eisen waaraan dergelijke inzamelingssystemen moeten voldoen. Producenten van industriële batterijen en accu’s hoeven niet te worden verplicht om een inzamelsysteem op te zetten, maar zij mogen niet weigeren die batterijen en accu’s terug te nemen van de eindgebruiker wanneer ze aan hen worden aangeboden. Met het inzamelingssysteem voor afgedankte draagbare batterijen en accu’s moeten bepaalde inzamelingsdoelstellingen behaald worden, die opgenomen zijn in Bijlage I bij de richtlijn. De lidstaten moeten tenminste een inzamelingspercentage van 25% bereiken op uiterlijk 26 september 2012, en tenminste een inzamelingspercentage van 45% uiterlijk op 26 september 2016. Ook bepaalt de richtlijn dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat fabrikanten apparatuur zodanig ontwerpen dat afgedankte batterijen of accu’s er gemakkelijk zijn uit te halen. Bij de implementatie van de richtlijn is gekozen voor een systeem van producentenverantwoordelijkheid: producenten van batterijen en accu’s zijn voor het beheer van batterijen en accu’s als afvalstof verantwoordelijk, zowel materieel als financieel. Daarbij is een mededelingsverplichting opgenomen. In de inhoud van de mededeling is onderscheid gemaakt naar de hierboven genoemde indeling van batterijen en accu’s: - de mededeling met betrekking tot draagbare batterijen en accu’s zal onder meer informatie bevatten over maatregelen die zijn gericht op het op de markt brengen van batterijen die geen kwik, cadmium of lood bevatten, de maatregelen die worden genomen om de genoemde inzamelingsdoelstellingen in de bijbehorende jaren te verwezenlijken, de wijze waarop wordt zorggedragen voor het innemen en verwerken van de batterijen en accu’s met het oog op het hergebruik als materiaal, de wijze van financiering van de afvalbeheersstructuur en gegevens omtrent de wijze waarop hetgeen in de mededeling staat vermeld zal worden geregistreerd. - De mededeling met betrekking tot industriële batterijen en accu’s betreft in ieder geval de wijze waarop zorg wordt gedragen voor het innemen, verwerken en hergebruik als materiaal van deze batterijen en accu’s als zij afgedankt zijn en de verbetering van de milieuprestaties. - De mededeling met betrekking tot autobatterijen en –accu’s betreft in ieder geval het systeem van inzameling en voor verwerking en hergebruik als materiaal en eveneens en verbetering van de milieuprestaties. - gevolgen voor de Nederlandse inzamelpraktijk Alle producenten van batterijen en accu’s moeten een mededeling doen over de wijze hoe zij invulling geven aan de producentenverantwoordelijkheid. Daarmee wordt de producentenverantwoordelijkheid voor batterijen uitgebreid. Onder het huidige besluit moeten alleen producenten van draagbare batterijen met een gewicht tot duizend gram melden hoe zij het inzamel- en verwerkingssysteem hebben vormgegeven. In de praktijk was het al zo dat ook andere energiedragers systemen hebben opgezet. Met het nieuwe besluit wordt dat nu ook formeel vastgelegd, de mededelingsverplichting van het bestaande Besluit beheer batterijen wordt uitgebreid naar alle producenten en fabrikanten van batterijen en accu's. Voor de verplichting tot het doen van een mededeling is het gewicht van de batterij of accu die door de producent op de markt wordt gebracht dus geen onderscheidend criterium meer. De mededelingsverplichting verplicht de overheid een adequate handhaving van de regeling op te zetten. Doordat producenten verplicht zijn om een mededeling te doen, kan worden zeker gesteld dat zij op tijd aan de slag gaan om te voldoen aan de verplichtingen die uit de regeling voortvloeien. Pagina 5 van 7 ACHTERGRONDEN/TOELICHTING BIJ SECTORPLAN @073 Batterijen en accu’s Producenten en fabrikanten moeten in de mededeling uitleggen op welke wijze de inzameling of inname van batterijen en accu's zal plaatsvinden en op welke wijze inzameldoelstellingen - indien van toepassing zullen worden behaald. Distributeurs van batterijen en accu's (zoals bijvoorbeeld detaillisten en garagehouders) spelen daarbij een rol. Zij nemen de batterijen en accu's in, waarna de producenten en fabrikanten voor verdere inzameling en verwerking moeten zorgen. Voor batterijen en accu's met een gewicht tot één kilogram bestond al een inzamel- en verwerkingssysteem. Voor zwaardere batterijen en accu's bestaan in de praktijk ook al inzamel- en verwerkingssystemen, maar er was nog geen verplichting daartoe. - verwerking Voor de verwerking van de batterijen en accu’s zorgen de lidstaten ervoor dat uiterlijk op 26 september 2009: a) de producenten of derden, met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken voor de bescherming van de gezondheid en het milieu, systemen opzetten voor de verwerking en recycling van afgedankte batterijen en accu's; en b) alle identificeerbare batterijen en accu's die overeenkomstig artikel 8 van deze richtlijn of Richtlijn 2002/96/EG zijn ingezameld, door middel van systemen worden verwerkt en gerecycled die ten minste voldoen aan de communautaire wetgeving, met name op het gebied van gezondheid, veiligheid en afvalbeheer. Naast bepaalde minimumvereisten (bijlage III, deel A) moeten recyclingprocessen uiterlijk 26 september 2010 voldoen aan de recyclingrendementen en de daarmee verband houdende bepalingen van bijlage III, deel B van de Richtlijn. De hier bedoelde minimale recyclingrendementen zijn: a) lood-zuurbatterijen en -accu's: recycling van 65 % van het gemiddelde gewicht met zo groot mogelijke recycling van het loodgehalte als technisch haalbaar met vermijding van buitensporige kosten; b) nikkel-cadmiumbatterijen en -accu's: recycling van 75 % van het gemiddelde gewicht, met zo groot mogelijke recycling van het cadmiumgehalte als technisch haalbaar met vermijding van buitensporige kosten; en c) andere afgedankte batterijen en accu's: recycling van 50 % van het gemiddelde gewicht. Indien batterijen ingezameld worden samen met afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) op grond van Richtlijn 2002/96/EG, worden zij uit de AEEA gehaald. Besluit beheer batterijen en accu’s 2008 In het Besluit beheer batterijen en accu’s 2008 is geregeld dat producenten of fabrikanten van batterijen en accu’s mededeling doen middels een vastgesteld formulier over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de in dat formulier genoemde artikelen van de Regeling beheer batterijen en accu’s, voor zover die artikelen op hem van toepassing zijn. Dit besluit strekt, in samenhang met de Regeling, tot uitvoering van Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu’s. BSSA In het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen @link is geregeld dat het storten van batterijen of accu’s (categorie 1 en 2) niet is toegestaan. Uit oogpunt van ruimtebeslag, verkwisting van grondstoffen en eeuwig risico op lekkages is het storten van batterijen of accu’s ongewenst. Rsgh De Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen @link beoogt een zo hoogwaardig mogelijke verwerking van afvalstoffen te stimuleren door verschillende in de regeling genoemde categorieën van gevaarlijke afvalstoffen te scheiden en gescheiden te houden. Batterijen en accu’s kunnen vallen onder categorie 26 (loodaccu’s) en 27 (batterijen) van de Regeling en moeten daarom gescheiden worden gehouden van andere (gevaarlijke) afvalstoffen. Verzoeken op basis van de Regeling om batterijen en accu’s te mogen mengen met elkaar en met andere afvalstoffen worden alleen door het bevoegd gezag gehonoreerd wanneer dit de verwerking volgens de minimumstandaard van zowel de batterijen of accu’s als van de afvalstroom waarmee het wordt gemengd niet frustreert. Hiertoe worden zonodig voorwaarden aan de toestemming om te mengen verbonden. @zoals het er nu naar uitziet komt deze categorie bij herziening van de regeling te vervallen; dan vervalt ook dit hele tekstblok Pagina 6 van 7 ACHTERGRONDEN/TOELICHTING BIJ SECTORPLAN @073 Batterijen en accu’s VII Achtergronden bij in- en uitvoer Groene of Oranje lijst @pm Indeling op basis van Bazelconventie Bij in- en uitvoer van afval speelt naast de Europese Verordening (EG) 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap @link ook de Bazelconventie @link een rol. Deze conventie bevat ondermeer een aantal bijlagen met categorieën. In onderstaande tabellen is een indicatief overzicht gegeven van de categorieën die voor afval van dit sectorplan mogelijk aan de orde kunnen zijn. Tabel @nr.x indicatief overzicht van codes uit de Bazelconventie bij dit sectorplan Codes op basis van Annex III van de conventie @pm Codes op basis van Annex VIII-IX van de conventie @pm VIII Verdere informatie Stichting Batterijen: www.stibat.nl Pagina 7 van 7