Kliniek Algemene Parameters : eindtermen Vitale parameters Objective Structured Clinical Examination Monitoring van de vitale parameters Pols Bloeddruk Ademhalingsfrequentie Bewustzijn Temperatuur Monitoring van de polsfrequentie Bradycardie <40 dd perifeer polsdeficiet -centraal: overdruk -cardiaal:SN AV blok Tachycardie >150 dd onregelmatig-regelmatig Breed : 120msec VT Smal : <120 msec SVT K21 - Derde graad AV blok • Volledig blok van alle P toppen naar de kamer toe • Onafhankelijk “escape ritme” vanuit AV knoop of kamer • PP interval is constant; RR interval is constant • Volledige dissociatie tussen P toppen en QRS complexen (m.a.w. RR interval is geen veelvoud van PP interval, PR interval is wisselend) • Meestal infranodaal • Als escape ritme intranodaal: smal QRS • Als escape ritme infranodaal: breed QRS 3de graad AV blok met escape ritme vanuit kamer K37 - Rechtszijdige flutter (clockwise) • • • • • • Clockwise macro re-entry rondom rond tricuspidalis annulus Regelmatige atriale intervallen +/- 200 ms Gelijkvormige flutter golven of ‘F’golven F golf: positief in II, III en aVF, negatief in V1 Geen iso-elektrische segmenten tussen F golven Kamerritme: regelmatig bij stabiele AV conductie (2:1,3:1…) of bij totaal AV blok (wisselend FR) • Zeldzaam 1:1 AV conductie • Kamerritme:‘regelmatig’onregelmatig bij wisselende AV conductie • Slank QRS tenzij BTB K39 - Typische AVNRT • Re-entry tachycardie in de AV knoop gebruik makend van traag pad (antegraad) en snel pad (retrograad) • Regelmatige atriale intervallen 250-400 ms • P top: in continuïteit met einde QRS (pseudo R’ in V1, pseudo S in inferior) of verborgen in QRS • Regelmatig en snel kamerritme (1:1 AV conductie) • RP < PR interval (‘RP’tachycardie) • Smal QRS tenzij BTB Terminatie bij Valsalva, adenosine,… Monitoring van de bloeddruk Hypotensie <90 mm Hg Hypertensie >180 mm Hg Hemodynamisch instabiel Shock Shock : definitie • = Status van inadequate weefselperfusie met • celbeschadiging en orgaanfalen tot gevolg Shock : indeling • 1. Hypovolemische shock • Endocriene • Anafylactische • Septische: warme shock • 2. Cardiogene • intrinsieke : Re of Li • extrinsieke Shock Tekens : Bij 20 tot 40 % verlies : verminderde perifere perfusie en verhoogde adrenerge respons. Patient is koud, bleek, klam, onrustig en angstig. Tachycardie, hypotensie, orthostatisme zijn aanwezig. Bij verder verlies (> 40%) ontstaat oligurie, leverfalen, acuut longoedeem, myocardfalen, en tenslotte coma. Monitoring van de ademhalingsfrequentie Apnea – ABC Polypnea <20/min -metabole acidosis-diabetes -respiratoire distress -cardiaal -respiratoir O² Therapie !!! Monitoring van het bewustzijn (schaal) Comateus Cerbraal –Metabool Exitatie Cerbraal –Metabool Monitoring van de Temperatuur Septische shock Warme shock Shock 2. Septische shock : = Geheel van respons op infectie door de patient. Complexe vorm van shock met grote repercussie op cellulair niveau. Metabole acidose met lactaatvorming ondanks verhoogde cardiac output. Infectieus : Vooral gram- en soms gram+ bacteriën Belang van mediatoren of endotoxines Vroege vorm of hyperkinetische Late vorm of hypokinetische Shock Vormen van septische shock : Rusteloze patient. Warme, droge extremiteiten. Pyrexie, hyperventilatie, tachycardie,lage bloeddruk, oligurie, hypercontractiliteit van het myocard, perifere vasodilatatie • Tekens bij gevorderde shock Verminderd bewustzijn. Koude extremiteiten. Pyrexie, hyperventilatie, tachycardie, verlaagde bloeddruk, oligurie, hypocontractiliteit van het myocard, perifere vasoconstrictie Shock • • • • • • • • R/ Septische shock : Definitieve : - Antibiotherapie ( gericht indien mogelijk ) - Chirurgische ingreep ( ubi pus evacua ) - Vochtregulatie Hypokinetische : - Vasopressoren - Cardiale ondersteuning