Tijdvak 2 Grieken en Romeinen (Oudheid) 3000 v. Chr

advertisement
Les 14 Wat gaan we doen?
1. Bespreking S.O.
2. Nakijken tijdbalk.
3. Uitleg.
4. Opdracht.
5. Opdracht bespreken.
6. Afsluiting.
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken
over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
Omstreeks 400 v. Chr. werd het presentiegeld ingevoerd voor de
volksvergadering. Volgens Aristoteles was dit om de teruglopende
belangstelling op te vangen. De vergoedingen schijnen het juiste effect gehad
te hebben, want een paar jaar later horen we in een van de komedies van
Aristophanes dat nu het touw met de rode verf gebruikt moest worden om de
menigten bij de ingang tegen te houden, terwijl het in de 5e eeuw mogelijk
werd gebruikt om de mensen de vergaderplaats in te jagen.
Bron 1.
De levenswijze van jager-verzamelaars /
het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Gewoonlijk was het een van de taken van de vrouwen van de jagers om de
tenten - die meestal uit lichte takken en vellen bestonden - te bouwen. En
daarom hadden zij ook recht op bezit: de vrouwen zijn de bezitters van de
tent en de baas in huis. Toen de mensen aan landbouw gingen doen,
verslechterde de positie van de vrouw. Er waren meer en sterkere contacten
tussen de leden van de verschillende groepen en de bewegingsvrijheid van de
vrouwen werd minder.
Bron 2.
De klassieke vormentaal van de Grieks- Romeinse cultuur
Bron 3.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Bron 4.
In het centrum van de stadstaat stond een groot
religieus bouwwerk: de ziggurat. In deze
trapvormige tempeltoren werd de belangrijkste god
van de stad vereerd.
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken
over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Tot zijn bijdragen aan de natuurkunde behoren de grondslagen van de
hydrostatica, de statica en de verklaring voor het beginsel van de hefboom.
Aan hem wordt het ontwerp van een aantal innovatieve machines
toegeschreven. Voorbeelden daarvan zijn belegeringswapens en de naar hem
genoemde schroef van Archimedes. Hij wordt algemeen gezien als de
grootste wiskundige uit de Hellenistische Oudheid. Archimedes werd aan het
eind van het Beleg van Syracuse gedood door een Romeinse soldaat, hoewel
er bevelen waren uitgegaan hem ongedeerd gevangen te nemen. Op zijn
graftombe stond een bol, ingeschreven in een cilinder. Archimedes had
bewezen dat de inhoud van de bol twee derde van het volume en het
oppervlak van de cilinder bedroeg en beschouwde dit bewijs als zijn grootste
wiskundige prestatie.
Bron 5.
Bron 6.
De groei van het Romeinse imperium waardoor de
Grieks-Romeinse cultuur zich
in Europa verspreidde
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
In feite zijn maar heel weinig planten en dieren geschikt om ze op
grote schaal te gebruiken als voedselgewas of landbouwhuisdier. In
Eurazië kwamen meer wilde planten en dieren voor die zich leenden
voor domesticatie. Daardoor ontwikkelde zich daar de landbouw
sneller dan op andere plaatsen op aarde. Vooral de aanwezigheid van
gerst en twee soorten tarwe en het vlas voor het maken van textiel en
verder geiten, schapen en koeien, boden een enorm voordeel boven
bijvoorbeeld maïs in Zuid-Amerika of bananen in de tropen. Bron 7.
De levenswijze van jagers- verzamelaars
Bron 8.
De jagers- verzamelaars maakten wapens
/ gereedschap van botten van dieren.
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken
over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
‘Rechtvaardigheid is de toestand van orde en evenwicht
in de staat, die ontstaat doordat alle delen met elkaar
samenwerken. Je hebt mensen die produceren, mensen
die vechten en mensen die leiden. De leiding moet liggen
bij mensen die het best de maatschappij kunnen
beschermen en daarvoor moet je intelligent zijn.
Filosofen kunnen het best de staat besturen.’
Bron 9.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Uruk (in het Soemerisch: Unug, in de Bijbel: Erech
genaamd) lag 300 km ten zuiden van waar nu Bagdad ligt.
Het was een van de oudste Soemerische steden in ZuidMesopotamië en is een belangrijke archeologische
opgravingsplaats. De stad lag toen tussen Babylon en Ur
in een vruchtbaar, aangeslibd land. Het was een
belangrijke handelsstad.
Bron 10.
Antwoorden tijdbalk
850 v. Chr.
753 v. Chr.
509 v. Chr.
404 v. Chr.
338 v. Chr.
323 v. Chr.
146 v. Chr.
31 v. Chr.
27 v. Chr.
476 n. Chr.
ontstaan stedelijke cultuur Griekenland
begin Romeinse koningstijd
Rome wordt een republiek
Athene ingenomen door Sparta
Philippos aan de macht
Alexander dood
Rome verslaat Carthago
Einde hellenistische tijd
Augustus wordt keizer
einde Romeinse keizertijd
Geschiedenis van Rome
Koningstijd
KEIZERTIJD
REPUBLIEK
______________________________________
753 v.
27v.
509 v.
264-146 v.
expansie
476
Res Publica = zaak van het publiek /
volk
Plebejers = gewone burger
Patriciërs = leden van de Romeinse adel
Senaat = groep van 100-900 senatoren
die het Romeinse staatshoofd
assisteerden.
Consuls= 2 hoogste bestuurders in de
republiek, stonden aan het hoofd van de
senaat. Waren er 2 zodat men elkaar kon
controleren en niet een persoon alle
macht naar zich toe kon trekken.
Dictator = ‘degene die dicteert’,
bestuurder met vergaande
bevoegdheden in tijden van nood
(burgeroorlog), b.v.: Julius Caesar.
De Romeinse senaat: tegenhanger Griekse volksvergadering.
SPQR is de afkorting
van Senatus Populusque Romanus, "De Senaat en het
Volk van Rome", de zinsnede die fungeerde als de
officiële naam van het Romeinse Rijk.
nobiles
Sociale piramide
Romeinse republiek
senatoren
na de standenstrijd
cavallerie
Grote boeren,
handelaars, bankiers
Kleine, vrije boeren,
ambachtslieden
Bezitsloze, vrije burgers
proletariaat
slaven
zware infanterie
lichte infanterie
Geschiedenis van Rome
Kenmerkend aspect:
De groei van het Romeinse imperium
waardoor de Griek-Romeinse cultuur zich
in Europa verspreidde.
Koningstijd
KEIZERTIJD
REPUBLIEK
______________________________________
753 v.
27v.
509 v.
264-146 v.
expansie
476
Vorming Romeinse Rijk
Fasen in vorming Romeinse Rijk:
1.
in directe omgeving van Rome = annexatie (landverwerving)
2. verdeel en heers = in rest van Italië
3. territoriaal rijk [vanaf keizertijd].
Verklaringen Romeins imperialisme:
1. Buit, land, krijgsgevangenen (= slaven)
2. Belastingopbrengsten
3. Afleiding van interne tegenstellingen
4. Verdediging
5. Eerzucht.
Tijdens de republiek ontwikkelde Rome zich van een kleine stadstaat tot een imperium.
Imperialisme = een politiek beleid, waarbij een staat streeft naar de uitbreiding van zijn macht
of grondgebied, door andere delen van de wereld te veroveren of er macht over uit te oefenen.
Gallische Oorlog
(Bello Gallico)
De Gallische koning Vercingetorix werpt zijn wapens neer aan de voeten van Julius Caesar.
Romeins imperialisme leidde tot steeds grotere macht
van de generaals en uiteindelijk tot de ondergang van de
republiek. Voorbeeld: Julius Caesar, deze werd vermoord
(44 v. Chr.). Reden: hij zou de republiek willen afschaffen.
Wat men juist wilde voorkomen
gebeurde toch. Na een periode
van chaos en burgeroorlogen
komt Augustus (27 v. Chr.) als
overwinnaar naar voren. Rome
wordt hierna een keizerrijk.
Keizerschap was in feite een
militaire dictatuur:
imperator = opperbevelhebber over
de troepen
Maar ook:
keizer, aan de top van de Romeinse
piramide.
Met onder zich:
1. het volk
2. het leger
3. de elite
Het Romeinse Rijk onder
Augustus:
██ provinciae
██ cliënteelstaten
██ Germania Magna
1. Gebruik bron 1. Je kunt uit deze bron afleiden welk
beleid de Romeinen voerden bij de uitbreiding van hun
rijk. Geef aan welk beleid dat is en waardoor dit succesvol
is geweest.
Antwoord vraag 1
• Uit de bron blijkt dat de Romeinen genade
tonen / zich (na hun overwinning) als
beschermers opstellen
• wat ertoe leidt dat de veroverde volkeren zich
makkelijker neerleggen bij opname in het
Romeinse Rijk
2. Gebruik bron 2. Deze bron past bij verschillende
kenmerkende aspecten van de oudheid. Noem twee
kenmerkende aspecten van de oudheid die bij deze bron
passen en geef bij elk kenmerkend aspect een passend
voorbeeld uit de bron.
Antwoord vraag 2
3. Gebruik bron 2. Stel: je doet onderzoek naar de
militaire krachtsverhouding tussen de Romeinen en
de Germanen in het begin van onze jaartelling. Leg
uit dat je door de achtergrond van de schrijver kunt
twijfelen aan de betrouwbaarheid van de
informatie uit deze bron voor je onderzoek.
Antwoord vraag 3
Velleius Paterculus geeft als Romein de
Romeinse visie weer, waardoor hij het
Germaanse ontzag voor het leger van de
Romeinen mogelijk overdrijft.
Download