Elektriciteit 1B MH 19-7-09 Inhoud Inleiding Meet wat je weet Batterij maken De elektromotor Statische elektriciteit Ballon Peper en zout Een levensgevaarlijke proef 1 De batterij maken Uitleg Het bouwen van een primitieve batterij. De zuil van Volta. Alessandro Volta 1745-1827 Je moet er maar opkomen. Het lijkt zo eenvoudig, gewoon een batterij. Maar je moet er ook opkomen. Nu en dan heb je een batterij, alleen als je je vinger er tegen aan houdt voel je een tinteling. Geweldig, maar wat voor nut heeft zo’n ding, dacht men wellicht in die tijd. Meneer Volta deed in 1794 een proef die we na gaan doen. Een andere geleerde gebruikte voor deze proef een kikkerpoot die begon samen te trekken as je de batterij tegen houdt. Ook een kippenpoot trekt samen als je er een batterij tegenhoudt. Maar die proef zullen we maar niet doen, voor deze proef gebruiken we een multimeter. Met een Multi ook wel universeel meter genoemd kun je allerlei spanningen en andere zaken mee meten. 1 a Waar gebruik jij een batterij voor? Schrijf hieronder alle apparaten waar je van weet dat ze op batterijen werken. 2 ……………………………………………………………………… b Denk eens in de toekomst. Waar worden straks batterijen voor gebruikt, waar je ze nu nog niet of bijna niet vindt. ……………………………………………………………………… 2 Stel je kunt via een tijdmachine even terug naar het jaar 1794 gaan en je komt meneer Volta tegen. Schrijf hieronder wat je tegen hem gaat vertellen. Pas op, wie aan tovenarij doet wordt verbrand of eerst opgehangen tot de vogels je kaal hebben gevreten!! Succes met je verhaal. [ruimte overlaten voor een verhaal] Schrijf de ruimte hieronder vol met je verhaal. 3 Wat heb je nodig voor deze proef? Materiaal: Zorg dat je de volgende materialen hebt. koperen muntjes (bv ouderwetse 1 ct munten) tissue keukenpapier aluminiumfolie multimeter stukje hout + cocktailprikkers azijnzuur stopwatch Snij uit het aluminiumfolie en het keukenpapier rondjes ter grootte van de muntjes. Bevochtig de stukjes keukenpapier met azijn of een zoutoplossing. Boor drie gaatjes in het blokje hout en plaats de tandenstokers er in. Deze opstelling helpt met stapelen. Leg een groter rechthoekig stuk aluminiumfolie op het houtje en prik deze eventueel vast met een van de cocktailprikkers. Leg er een koperen muntje op. Leg op het muntje een stukje tissue. Hierop een stukje folie, dan muntje, tissue, etc. Eindig met een muntje. Verbind de multimeter met het folie op de bodem en het muntje aan de top en meet de spanning. Het muntje is de - pool, de folie is de + pool. Het maken 4 Het meten Druk de stopwatch in. Kijk op www.natcom.nl hoe je met een multimeter om moet gaan. 3 Lees van de multimeter af hoeveel volt deze batterij kan maken? ……………. V 4 Wat gebeurt er als je iets harder op de stapel drukt? .................................................................................................................................................. 5 Geef aan hoelang jullie batterij spanning kan leveren? ………………………. Opmerkingen: In plaats van azijnzuur kan men ook een zoutoplossing gebruiken. In plaats van keukenpapier kan men ook karton of dik papier gebruiken. Laat dit dan iets langer weken in de oplossing. Let er bij het stapelen op dat de stukjes tissue elkaar niet aanraken. 5 Een elektromotor maken Uitleg In deel 1A van elektriciteit heb je al kennis gemaakt met een elektromagneet, dat was een stuk draad om een spijker waar je een stroom door liet lopen, op dat moment werd de spijker een magneet, je noemde dat een elektromagneet. Zo kunnen we ook met een elektromagneet een motor maken. Hoe dat werkt ga je in deze les bekijken. Bij de spijker wikkelde je een lange draad, dat moet je ook hierdoen, je noemt zo’n gewikkelde draad een spoel. Door van deze draad een spoel te wikkelen (je krijgt daarmee een heleboel draden vlak tegen elkaar aan) wordt het magnetisch effect versterkt. Door de spoel zo te monteren dat deze kan draaien en in de buurt van die spoel een andere (permanent) magneet te houden zal de spoel gaan draaien: het principe van de elektromotor is geboren! Het voorbereiden Jullie gaan nu zelf met je groepje zo'n elektromotor maken. 6 Wat heb je nodig: 5 kleine schijfmagneetjes 2 grote paperclips een plastic bekertje 60cm geïsoleerd koperdraad of wikkeldraad een platbek tangetje (voor het buigen van de paperclips) plastic tape 1 of meer 1,5 V batterijen. (Misschien werkt de motor beter met meer dan 1 batterij. Een voeding die op 4 V is ingesteld, kan ook.) 2 draden met aan de uiteinden een krokodillenklem striptang (bij gebruik van geïsoleerd koperdraad) schuurpapier 4 spijkers (voor de batterijhouder) stukje hout hamer markeerstift (zwart) of Ttip-Ex (wit) In de onderstaande tekening zie je hoe het eruit moet gaan zien. Maar we stap voor stap het opbouwen. 7 De batterijhouder Bij gebruik van een batterij moet die batterij in een houder worden geplaatst. Gebruik een stuk hout dat groter is dan de batterij. Leg de batterij in het midden op het hout. Bepaal de precieze afstand tussen de + en de -. Sla op deze plaatsen een spijker in het hout. Zorg dat de batterij precies tussen de spijkers wordt geklemd. Leg de batterij nu op z'n plaats en sla links en rechts ook nog een spijker. De verbindingen Zet het plastic bekertje op z'n kop. Leg 2 magneetjes op de boden in het midden. Hang de andere 3 magneetje in het bekertje, direct onder de 2 magneetjes aan de buitenkant. Op deze manier wordt er een sterker magnetisch veld gemaakt. De 3 magneetjes aan de binnenkant zorgen er meteen voor dat de de 2 andere magneetjes op hun plaats blijven. Vouw een uiteinde van de beide paperclips open en plak ze tegenover elkaar op het bekertje met het opengevouwen gedeelte naar beneden. Laat de spoel rusten in de bochten van de paperclips. Pas de hoogte van de paperclips zo aan dat de spoel in evenwicht blijft hangen en kan draaien op een hoogte van ongeveer 1,5 mm van de magneten. een goede balans om er voor te zorgen dat de motor goed blijft draaien. Als je de lengte van de uiteinden van de spoel hebt bepaald, knip dan de resten weg. De lengte van de uiteinden wordt bepaald door de afstand die je hebt tussen de paperclips. Deze afstand is weer afhankelijk van het soort bekertje dat je gebruikt. 8 Het maken van de spoel Wikkel de draad 5 keer om een ronde pijp die een diameter heeft van ongeveer 25 mm (bijvoorbeeld een bezemsteel). Draai de uiteinden van de draad om de spoel. In de tekening hiernaast is dat aan de linker- en rechterkant van de wikkelingen. Laat de draad zowel aan de linker- als aan de rechterkant uitsteken. Dit worden de asjes waar de spoel om gaat draaien. Knip alles dat langer is dan 5 cm af. Als je geïsoleerd koperdraad gebruikt, strip dan de isolatie van de uitstekende uiteinden. Nu moet de draad waar je zojuist de isolatie van af hebt gehaald, zodanig geïsoleerd worden dat hij slechts een halve draai geleidend is. Als isolatielaag gebruiken we zwarte markeerstift of witte Tipp-Ex. Het isoleren van één helft van de draad Om de spoel te laten doordraaien, moet de stroom worden onderbroken op het moment dat er een tegenwerkende kracht gaat werken. Dit wordt bewerkstelligd door de draad voor de helft te isoleren (in nevenstaand figuur de bovenkant). In de getekende situatie is de onderkant niet geïsoleerd en kan de stroom via de paperclips, waar de spoel in is opgehangen, rondstromen waardoor de spoel gaat ronddraaien. Na een halve slag komt de aangebrachte isolatielaag tussen de spoel en de paperclip te zitten en stopt de stoom en dus ook het magnetisme rond de spoel. Omdat de spoel vaart heeft zal de spoel echter blijven doordraaien. Na de volgende halve draai gaat de stroom weer lopen en wordt de spoel weer een magneet en krijgt de spoel opnieuw een duw in de oorspronkelijke draairichting. Het proces herhaalt: het principe van een elektromotor. 9 Testen van de elektromotor Sluit, zoals op de tekening is aangegeven, de elektromotor aan op 1 batterij van 1,5 V. Geef dan de spoel een draai zodat hij kan beginnen met draaien. als hij niet uit zichzelf blijft draaien: o hangt de spoel in evenwicht? o is de batterij van 1,5 V wel genoeg? o zijn de uiteinden goed gestript of geschuurd? o zijn magneten en spoel wel dicht genoeg op elkaar bevestigd maar raken ze elkaar niet? o is de draad wel gemerkt? o zijn de paperclips op de goede afstand bevestigd? o maken paperclips en draaduiteinden constant contact? Blijf verbeteringen aanbrengen totdat de motor draait. Je moet wel geduld hebben... Wist je dat? Elektromotoren zetten heel efficiënt om in beweging. 90 Procent van de elektrische energie die ze krijgen toegevoerd wordt omgezet in nuttige beweging. Veel plezier! 10 Statische elektriciteit Als het onweert ben je getuige van een groot elektrisch vuurwerk. Veel flitsen en harde knallen. Maar hoe ontstaat die elektriciteit eigenlijk? Bliksem zeggen wordt veroorzaakt door wrijvingselektriciteit. We ook wel:statische elektriciteit. In beide Wrijvingselektriciteit lijkt een beetje op magnetisme. gevallen zie je aantrekking en afstoting. In de bovenstaande proef kun je zien dat als je een geodriehoek wrijft over een Wolkendoek dat de geodriehoek hierna papiersnippers aan zich kan laten kleven. Dit lukt niet bij een magneet maar wel bij een statisch geleden voorwerp zoals hier de geodriehoek. 11 Je ziet dus dat wrijvingselektriciteit en magnetisme niet hetzelfde is. Je hebt gezien dat een magneet geen papiersnippers aantrekt en je statische geodriehoek wel. Je zegt dan dat de geodriehoek een lading heeft. Je weet dat je dan te maken hebt met statische elektriciteit. Lading kun je zien als de kracht die de snippers aantrekt. Hoe ontstaat die lading nu? Lading ontstaat als je over iets wrijft. Zoals wol met plastic maar ook als je droog haar hebt en je haalt er een kam door dat is je haar statisch geworden, maar dat ge je straks in de proef zelf ondervinden. Hoe zit het nou met het onweer? Soms kunnen wolken verschillende ladingen krijgen. Als ze dan in elkaars buurt komen, zie je een vonk (bliksem) en hoor je een knal (donder). Zo'n vonk blijkt te bestaan uit snel overspringende elektrische deeltjes , we noemen ze “elektronen”. Er ontstaat in de wolken een overschot of een tekort aan elektronen. Bij een overschot spreek je van een negatieve lading. Bij een tekort spreek je van een positieve lading. Het verschil in lading kan zo sterk worden, dat de elektronen de sprang maken naar de aarde of naar andere wolken. Dan zie je een grote vonk (bliksem). Er springen dus elektronen van een negatief deel naar een positief deel. 12 Opdrachten en vragen Onweer en elektriciteit 1 Een statische geodriehoek 1 Wat heb je nodig? 1 geodriehoek 2 wollen doek (je trui) 2 Wat moet je doen ? – Wrijf met je geodriehoek langs de wollen doek. – Probeer daarna met de ’’statische geodriehoek’’ snippers papier omhoog te trekken. 3 Wat neem je waar? De snippers papier worden aangetrokken/worden afgestoten/blijven gewoon liggen. 4 Wat moet je verder doen ? – Wrijf nu met je hand over de geodriehoek. – Probeer opnieuw de snippers omhoog te trekken. 5 Wat neem je waar? De snippers papier worden aangetrokken/worden afgestoten/blijven gewoon liggen. 6 Conclusie a Door het wrijven met de wollen doek ………………………………………………………………………………… b Door met je hand over de geodriehoek te wrijven. ………………………………………………… 2 Haal een kam een paar keer door je haar. – Breng de kam voorzichtig vlak bij een dun straaltje water. Houd hem vlak onder de plaats, waar het water uit de kraan komt. Daar heeft het water nog niet veel vaart. a Wat neem je waar? …………………………………………………………………………………… – Haal de kam nog een paar keer door je haar. – Breng hem voorzichtig dicht bij je oor. Niet ertegenaan. b Wat neem je waar? …………………………………………………………………………………. 3 Wrijvingselektriciteit noemen we ook wel. ……………………………….. a Met behulp van wrijvingselektriciteit/magnetisme kunnen we papiersnippers aantrekken. b Met een magneet kunnen we een waterstraal wel/niet afbuigen. c Zijn de krachten van een magneet en die van wrijvingselektriciteit, dezelfde krachten? Ja/Nee, omdat : ………………………………………………………………. 4 Hoe kun je aantonen of een stof magnetisch is, of statisch is geladen? ………………………………………………………………………………… 5 Zijn onderstaande beweringen waar of niet waar? a Een atoomkern heeft een negatieve lading. b Rond een atoomkern cirkelen elektronen. c Elektronen zijn negatief geladen. d Een atoom is ongeladen. e Elektronen trekken elkaar aan. Waar/Niet waar Waar/Niet waar Waar/Niet waar Waar/Niet waar Waar/Nietwaar 6a Wat is een ander woord voor ongeladen? b Wanneer spreek je over een positieve lading? Antwoord: een voorwerp is positief geladen, als c Wanneer spreek je over een negatieve lading? Antwoord: een voorwerp is negatief geladen, als d Wat zijn elektronen? 7 Je ziet hier een voorwerp met daarin de lading getekend. De plussen stellen de positieve lading voor, de minnen een negatieve. a Hoeveel plussen zie je? b Hoeveel minnen zie je? Conclusie c Dit voorwerp is ongeladen/negatief geladen/positief geladen. Afbeelding 1 / 2 1 Je ziet hier nog een voorwerp waarin de lading is getekend. d Hoeveel positieve deeltjes heeft dit tweede voorwerp? e En hoeveel negatieve? Conclusie Afbeelding 1 / 2 2 f Dit voorwerp is ongeladen/negatief geladen/positiefgeladen. Peper en zout Inleiding Peper en zout doe je door je eten om het wat meer smaak te geven. Als je het eenmaal door elkaar gemengd hebt, is het lastig om het peper en het zout weer te scheiden. Of toch niet? Wat heb je nodig? 1 ballon, droog haar of wollen trui, peper en zout A4 papier Wat moet je doen? - blaas de ballon op - maak een knoopje in de ballon, zodat hij opgeblazen blijft - leg het A4 papier op tafel - strooi wat zout op het papier - strooi wat peper over het zout op het papier 1 Probeer te voorspellen wat er gebeurt als je de ballon vlak boven het papier houdt. ........................................................................... 2 Voer de proef uit. Houd de ballon ongeveer 5 cm boven het papier. ........................................................................... 3 Hoe denk je dat dit komt? ........................................................................... Uitleg Wanneer de ballon over je haar of een trui wrijft, worden elektrische deeltjes “elektronen” uit je haar of trui naar de ballon overgebracht. De ballon wordt geladen. Deze lading heet statische lading, omdat deze lading niet stroomt maar op de ballon blijft zitten. Peper en zout zijn niet geladen. Dit betekent dat ze door de geladen ballon worden aangetrokken. Deze aantrekkende kracht is sterk genoeg om de peperkorrels op te tillen maar niet sterk genoeg om de zoutkorrels op te tillen. uitleg vragen Bij vraag 1 Alle antwoorden zijn goed. Het gaat er bij deze vraag om wat jij zelf van tevoren denkt. Bij vraag 2 De peper gaat op de ballon zitten, het zout blijft liggen. Bij vraag 3 Als je over de ballon wrijft met je trui, wordt de ballon elektrisch geladen. Zowel de peperkorrels als het zout worden daardoor aangetrokken. De zoutkorrels zijn zwaarder en blijven liggen. De peperkorrels bewegen wel naar de geladen ballon. Een levensgevaarlijke proef Inleiding Ben je bang voor onweer? Of vind je de bliksem en de donder juist heel spannend? Je kunt de bliksem wel zien, maar niet van dichtbij bekijken. Dat zou erg gevaarlijk zijn. Toch kun je een kleine bliksem wel van dichtbij zien. Wat hebben we nodig? Om dat deze proef gevaarlijk is nodigen we een deskundige uit om de proef te demonstreren. Deze proef wordt uitgevoerd met de “Van de Graaffgenerator”. Raad eens door wie de van de Graaff generator is uitgevonden? Juist ja. Een Van de Graaffgenerator is een elektrostatische generator ontworpen door Dr. Robert van de Graaff in het begin van de 20ste eeuw. Uitleg Belangrijk bij de Van de Graaffgenerator is het de geladen bol waar geen elektrische lading aanwezig is. Alle door de band aangevoerde lading verdwijnt door onderlinge afstoting direct zover mogelijk uit elkaar naar de buitenste rand van de bol. De draaiende band kan daardoor steeds nieuwe lading aanvoeren waardoor het aan de rand van de bol voller en voller met ladingen wordt. Dat de spanning op de bol toch begrensd wordt, komt omdat bij een bepaalde spanning stroom door de lucht gaat weglekken. Dit gebeurt, net zoals bij de bliksem, plotsklaps met een vonk en een knetterend geluid. De Van de Graaffgenerator heeft vele diensten bewezen. De generator is populair bij publieksvoorstellingen. Zo kan je een TL-buis laten oplichten als je die in de buurt houdt van een Van de Graaffgenerator. Door een persoon met lang droog haar geïsoleerd op te stellen en te verbinden met de Van de Graafgenerator, gaat het haar van die persoon alle kanten opstaan: de elektrisch geladen haren stoten elkaar namelijk dan onderling allemaal af.