Van deeltje tot stof Voorbereiding op paragraaf 6.2 van het boek natuurkunde overal 2HV 3 deeltje 1. Protonen (+) 2. Neutronen 3. Elektronen (-) De drie deeltje samen vormen een atoom Atoom • Atoom heeft diameter van circa 60 pm (helium) tot 275 pm (francium) . p (pico) = x 10-12 • Bestaat uit: – Een kern Diameter ≈ 10-14 meter – Elektronen wolk. Elektronen draaien in een baan om de kern Deze bepaald de grote van het atoom. Atoom bestaat uit drie deeltjes • De kern bestaat uit: – Protonen – Neutronen Pos. deeltjes neutrale deeltjes Helium – De kern bepaald de massa van het atoom – Aantal protonen bepaald het atoomnummer • De elektronenwolk bestaat uit: – Elektronen Neg. Deeltjes – Deze elektronenwolk bepaald de grote van het atoom. – Aantal elektronen = aantal protonen. Periodiek systeem • Alle mogelijke atoomnummers zijn gerangschikt in het periodiek systeem. (Tabel 30&31) Atomen als bouwstenen • Atomen zijn de bouwstenen van de stoffen om ons heen. • Een groepen van een of meer atomen vormen een molecuul. • Molecuul: Kleinste deeltje van een stof die de eigenschappen van die stof nog bezit. Voorbeelden • Koper Cu • Water H2O • Koolstofdioxide CO2 2 Waterstof atomen 1 zuurstof atoom 1 Koolstof atoom 2 zuurstof atomen Atomen en moleculen