Antwoorden populatiegenetecia

advertisement
Antwoorden populatiegenetecia
1
E. = secretor
ee = non-secretor
vader: IAIB E. x moeder: IAIB E.
kind: IAIA ee

Kans op IAIA = ¼

ee kan alleen ontstaan als Ee x Ee

In dat geval is de kans op ee ¼

Dus de kans op IAIA ee = ¼ x ¼ = 1/16

Hoe groot is de kans op Ee x Ee?

Frequentie secretor = 84 %

Dus 84 % is E.

Dus 16 % = ee

Dus q2 = 0,16

Dus q = 0,4

p+q=1

Dus p = 0,6

Secretors zijn: EE en Ee

De frequentie hiervan is p2 + 2pq van de hele populatie.

Hiervan 2pq heterozygoot (Ee)

Dus
is

Dat is 0,48 : (0,36 + 0,48) = 0,57

De kans op Ee x Ee = 0,57 x 0,57 = 0,33 = 1/3

De kans op IAIA ee = 1/3 x 1/16 = 0,02 = 2 %
2pq : (p2 + 2pq) is het deel van de secretors is het deel dat heterozygoot
2
G. = normaal
gg = aminozuur ontbreekt
 q2 = 1/40000
 q = 1/200 = 0,005
3
G. =gevlekt = 85 %
Gg = effen = 15 %
 q2 = 0,15
 q = 0,39
 p+q=1
 p = 0,61
4
208 bedoeïnen = 416 genen
M = LMLM = 119 > 238 LM
MN = LMLN = 76 > 76 LM en 76 LN
N = LNLN = 13 >
26 LN
 314 : 416 = 0,75 = p
 102 : 416 = 0,25 = q
5
L. = polydacty;ie
Ll = normaal
a 896 mensen
222 = normaal = q2 = 222 : 896 = 0,25
 q = 0,5
 p = 0,5
b Geïsoleerde kleine groep > grote effecten
Meer mensen met het gen L zijn overleden door toeval. Genetic drift
Er zijn door toeval meer kinderen geboren die het gen niet hebben.
6a
A. = normaal
Aa = dikbil > q = 0,89 > q2 = aa = 0,79
 p+q=1
 p = 0,11 > p2 = AA = 0,001
 AA + aa = 0,80
 2pg 2 x 0,79 x 0,11 = 0,17 = ongeveer 0,20
Of






8000 van de 100000 = dikbil > q2 = 0,8 > q = 0,89
p+q=1
p = 0,11
p2 = 0,01
p2 + q2 = homozygoot = 0,81
2pq = heterozygoot = 0,19
b) Nee, er is kunstmatige selectie, dus niet in evenwicht.
Download